WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    27-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heeft geschiedenis nut?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    van ROSSEM, M., Heeft geschiedenis nut? Utrecht, Het Spectrum, 2006 (5e dr.), 336 pp. – ISBN 90 461 5031 3


    Geschiedenisonderwijs is de laatste decennia de verschoppeling geworden. Wie zich met geschiedenis onledig houdt riskeert al snel een oubollig imago. Is geschiedenis wel een nuttig vak? Wat valt er helemaal uit de gang van zaken in het verleden te leren? Is het verleden niet verleden tijd, en is het heden niet ingewikkeld genoeg dan dat we in stoffige archieven moeten duiken?


    In de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw had men geen hinder van deze vragen. Dit waren gouden tijden voor de geschiedschrijving. Die bezigheid speelde toen immers een belangrijke rol in het proces van de natievorming. Ze legitimeerde het bestaan van een natie. Geschiedschrijving voorzag de bevolking van een min of meer samenhangend glorieus verleden, dat onherroepelijk moest leiden tot een natiestaat. Men moest de mensen, die zich vooral identificeerden met hun dorp of streek, warm maken voor de noodzaak van nationalistische solidariteit.  Heel dat gebouw is echter al een paar decennia geleden door de historici zelf ontmaskerd. Het was niet meer dan een intellectuele constructie zonder basis in de historische realiteit.


    Moderne historici geloven ook al lang niet meer dat er belangrijke lessen uit het verleden kunnen getrokken worden. Het verleden was immers ingrijpend anders dan het heden. De geschiedenis herhaalt zich, anders dan het spreekwoord wil, nooit. Ze vertoont wel enkele patronen, maar die hebben geen significant voorspellende betekenis. Er zijn teveel toevallige gebeurtenissen die het verloop van de geschiedenis beïnvloeden.


    Volgens van Rossem, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Utrecht en columnist in verschillende historische bladen, is de functie van geschiedschrijving heel eenvoudig: duidelijk maken hoe een bepaalde situatie tot stand is gekomen. Door een wetenschappelijke analyse van de gebeurtenissen is een historicus in staat mythe van feiten te onderscheiden. Hij/zij kan hierdoor een zinnig oordeel te geven over het reële verloop van de gebeurtenissen

    In dit boek doet hij dat dan ook. In een uitgebreid eerste deel geeft hij een kritische en overzichtelijke analyse van het verloop en de nasleep van de twee wereldoorlogen in de twintigste eeuw. Vervolgens doorprikt hij op een nuchtere en ironische wijze een aantal gangbare mythes over kunst, cultuur en politiek. Leven wij wel echt in een multiculturele samenleving? Is het niveau van de algemene ontwikkeling wel gedaald? Is er inderdaad te weinig democratie?


    Dit boekje is een bundeling van teksten, columns en voordrachten, en hier en daar een boekbespreking, uit de afgelopen jaren. Het is met zwier geschreven en, mede door de korte hoofdstukjes, zeer vlot leesbaar.

     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De 100 geheimen van gelukkige mensen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    NIVEN, D., De 100 geheimen van gelukkige mensen. (Vert. The 100 Simple Secrets of Happy People: What Scientists Have Learned and How You Can Use It) Deltas, 2000, 176 pp. – ISBN 978 90 4472 066 2


    Waarin verschillen gelukkige en ongelukkige mensen van elkaar? Wat doen de eersten anders dan de anderen?

    Al eeuwen houden filosofen zich bezig met het geluk, en in de afgelopen decennia werd het ook een studieobject van de menswetenschappen. Psychologie, sociologie en zelfs de economie bestuderen het geluk.

    D
    avid Niven, niet te verwarren met de beroemde filmacteur, boog zich over meer dan duizend studies uit het laatste decennium van de 20e eeuw en nam er het beste en meest praktische advies uit over. In dit boek beperkt hij zich tot de essentie. Natuurlijk moest het een rond getal worden, dus werden het 100 tips hoe mensen het geluk vinden en behouden.


    Het boek bestaat uit 100 zeer korte hoofdstukjes. Elk hoofdstukje bevat de hoofdconclusie van een onderzoek, aangevuld met een advies en een voorbeeld. Die conclusies zijn verre van nieuw en wereldschokkend, en gelukkige mensen zullen ze vanzelfsprekend vinden. Gelukkige mensen hebben immers niet meer geluk in het leven dan ongelukkige, ze gaan er echter anders mee om.

    Een pretentieloos boekje om af en toe in te lezen of aan iemand cadeau te doen.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven in je leven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    YOUNG, J.E. & J.S. KLOSKO, Leven in je leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen. (Vert. Reinventing Your Life) Lisse, Swets & Zeitlinger, 1999, 333 pp. – ISBN 90 265 1569 3


    Valkuilen zijn hardnekkige patronen in onze relaties die ons beletten ons goed te voelen en onze levensdoelen te bereiken. In onze kindertijd werkte zo’n patroon als  overlevingsstrategie wanneer ons iets werd aangedaan door mensen die ons nabij stonden. We werden in de steek gelaten, bekritiseerd, beperkt, misbruikt, buiten gesloten of verwaarloosd. Die strategieën zijn iets van onszelf geworden en we blijven ze als volwassene gebruiken ook als we ze niet (meer) nodig hebben.


    Voor kinderen is de gang van zaken in het eigen gezin immers vanzelfsprekend. De ervaringen in onze kindertijd bepalen dan ook ons model van de werkelijkheid, onze diepste overtuigingen of schema’s over onszelf en de wereld. Deze schema’s zitten heel erg vast. Alle nieuwe ervaringen worden aan die overtuigingen getoetst en op basis daarvan aangenomen of verworpen.


    Valkuilen verstoren en vervormen echter onze kijk op de werkelijkheid. Ze roepen sterke gevoelens op van woede, angst of verdriet en beletten ons om te genieten en in onszelf te geloven. Daardoor blijven we de oude gekende patronen en daarmee de pijn uit onze kindertijd herhalen. Bijna iedereen herhaalt de negatieve ervaringen met relaties uit de kindertijd op een zelfdestructieve manier.


    Om mensen met emotionele problemen te helpen om uit deze spiraal te komen, ontwierp Young de valkuiltherapie, tegenwoordig schematherapie genoemd. Deze vorm van therapie komt voort uit de cognitieve therapie en combineert de methodes hieruit met gedragstechnieken en de psychodynamische visie. Daardoor kan ze fundamenteler en veelomvattender werken.


    Dit boek is een zelfhulpboek. In de eerste hoofdstukken leggen de auteurs uit wat valkuilen zijn, hoe ze ontstaan, hoe mensen met hun valkuilen omgaan en hoe ze kunnen veranderen.

    Op basis van de 6 fundamentele behoeften van jonge kinderen onderscheiden zij 11 valkuilen. Die komen in de volgende hoofdstukken aan de orde. Ieder hoofdstuk begint met een voorbeeld en een vragenlijst. Op basis hiervan kan je nagaan in welke mate deze valkuil op jou van toepassing is. Vervolgens kan je lezen waarover deze valkuil gaat, wat ze met je doet, hoe ze te verklaren is en hoe je ze kan veranderen.


    In dit boek wordt je verteld hoe je kan ontsnappen aan negatieve gedachten en je weer goed kan voelen. Het is bestemd voor mensen die de zich steeds herhalende problemen in hun leven willen aanpakken. Iedereen kan zich er echter in terug vinden en er voordeel mee doen. Elke mens heeft in zijn kindertijd immers een aantal stevige overtuigingen gevormd, die hem of haar geregeld dwars kunnen zitten in relaties of zelfwaardering.


    Het tekst is helder geschreven en de vele voorbeelden maken de inzichten zeer duidelijk. Het leest zeer vlot.

    Met enig aplomb beweren de auteurs in de inleiding dat dit boek de meeste zelfhulpboeken overstijgt. Eerst zien en dan geloven, dacht ik. Ze hebben gelijk. 


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niemandskinderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ROODVOETS, C., Niemandskinderen. De gevolgen en verwerking van een onveilige jeugd. Haarlem, Uitg. Gottmer/Becht, 2006, 224 pp. – ISBN 90 6834 209 6


    Kindermishandeling, seksueel misbruik, het prostitueren van je eigen kinderen halen bijna elke dag het nieuws. De meeste kinderen dragen daar hun hele leven de sporen van mee. Maar het leed dat ouders of andere volwassenen hun kinderen aandoen is niet altijd zo spectaculair. Veel meer kinderen dan men beseft worden dagelijks vernederd, verwaarloosd of zijn de speelbal in het rampzalige huwelijk van hun ouders. Deze kinderen groeien op in privé-oorlogsgebied, de oorlog die in hun gezin woedt. Ze zijjn getraumatiseerd en voelen zich nergens veilig. Carolien Roodvoets noemt hen Niemandskinderen. Ze zijn van niemand, niet van hun ouders maar ook niet van zichzelf.


    Roodvoets werkt al jaren als therapeute met volwassenen die in privé-oorlogsgebied opgroeiden. Ze zitten gevangen in hun geschiedenis van onmacht en slachtofferschap.

    Ze werden niet erkend en konden zichzelf niet zijn. Ze hebben geen greep op hun eigen leven en lopen vast in hun werk, hun relaties en in de opvoeding van hun eigen kinderen. Elke stressvolle gebeurtenis brengt hen weer van streek. De meesten kunnen slechts dank zij een langdurig en moeizaam therapeutisch proces hun eigen leven weer in handen nemen.


    In Niemandskinderen laat Carolien Roodvoets zien wat er kan gebeuren als het mis gaat in gezinnen en hoe dit het gevoel van veiligheid, vertrouwen en zelfwaarde van de kinderen schaadt. Ze beschrijft hoe deze kinderen als gevolg van een een onvelige of traumatische jeugd kunnen verdwalen in het leven. Vervolgens bespreekt ze hoe dit nefaste proces kan worden omgekeerd, en hoe de gebeurtenissen van vroeger kunnen worden verwerkt.


    Het kost tijd, pijn en moeite om slachtoffer af te worden, en de weg zit vol angels en voetklemmen. Met haar boek wil Roodvoets echter aantonen dat het mogelijk is en de moeite waard. Slachtoffers maken immers vaak nieuwe slachtoffers. Als iemand het eigen leven in handen neemt, is hij of zij in staat deze ketting te doorbreken.


    Dit boek is in de eerste plaats geschreven voor de Niemandskinderen en hun naasten. Maar ook hulpverleners kunnen er heel veel uit leren. Het boek is immers geschreven vanuit de praktijk van iemand die dagelijks van nabij met slachtoffers te maken heeft. Het is tegelijk een pleidooi voor deskundige en waarachtige hulp, die niet gebonden is aan behandelingsprotocollen voorgeschreven door een economisch model.


    De auteur reikt op een heldere, toegankelijke en aansprekende manier goed onderbouwde inzichten aan in de dynamiek van gezinnen en wat daarin mis kan gaan.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Borderline. Hulpboek
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SPAANS, J. & E. van MEEKEREN, Borderline. Hulpboek. A’dam, Boom, 2006, 287 pp. – ISBN 90 8506 366 3


    Dit is een herziene en uitgebreide uitgave van het gelijknamige boek van dezelfde auteurs uit 2000. Het is bestemd voor mensen met de Borderlinestoornis.

    Borderline is een lastige psychische stoornis. Het belangrijkste kenmerk van de Borderline Persoonlijkheidsstoornis is de instabiliteit. Omdat de klachten zo verscheiden zijn en vaak zeer wisselend, duurt het soms lang voor mensen weten wat er aan de hand is. Bovendien ontmoeten ze vaak veel onbegrip van familie en vrienden.


    Veel mensen met Borderline hebben nood aan professionele hulp. Toch kunnen ze volgens de auteurs, als psycholoog en psychiater al ettelijke jaren actief in de hulpverlening aan mensen met BPS, ook veel zelf doen aan hun klachten. Met dit boek willen ze hen een aantal kapstokken bieden.


    Hun leidraad is het model van de heftige emoties: gebeurtenissen en irrationele gedachten kunnen negatieve emoties uitlokken. Deze emoties geven weer bepaalde gedachten, die de emoties kunnen versterken. Emoties leiden tot bepaald gedrag, waarop de omgeving reageert. En dit is op zijn beurt weer aanleiding tot gedachten en emoties. Dit model is een uitbreiding van het uitgangspunt van de cognitieve therapie: emoties, gevoelens en gedrag worden bepaald door onze gedachten.


    Elk van de componenten van het model van de heftige emoties krijgt in een afzonderlijk hoofdstuk aandacht: waarover gaat het, hoe gaat het in zijn werk, wat kan ik doen om greep te krijgen op dat proces, waarop moet ik letten. Er wordt aangegeven hoe je met klachten kan omgaan zodat je er minder last van hebt.

    De inhoud van dit boek:

    - Wat is borderline?

    - Hoe pak je verschillende problemen het beste aan?

    - Het belang van een aandachtvolle houding (mindfulness)

    - Specifieke problemen als dissociatie, zelfbeschadiging

    - Het leren hanteren van een crisis en crisispreventieplan


    Zelfhulp is geen vervanging van professionele hulp, maar kan wel een waardevolle aanvulling zijn. Het voordeel van zelfhulp is echter dat je zelf aanpakt wat je wil, welk advies je opvolgt en wanneer. Het vraagt echter zelfverantwoordelijkheid en een sterke motivatie. Je moet heel veel zelfdiscipline aan de dag leggen. Bij de vele opdrachten en adviezen kan je weleens de moed verliezen. De auteurs wijden daarom een volledig hoofdstuk aan het gebruik van hun boek en stellen de lezer herhaaldelijk gerust mocht het niet meteen lukken.


    Dit boek biedt een evenwichtige combinatie van inzicht en praktische hulp. Wat mij erg aansprak is de respectvolle houding van de auteurs voor mensen met borderline. Zij hanteren een eenvoudige taal. Moeilijke woorden zal je er niet vinden. Door de overzichtelijke bladspiegel, de steeds terugkerende schema’s en het aangename lettertype gaat het lezen vlot.

    Alle – soms wel erg lange - vragenlijsten en werkschema’s staan op de CD-rom die bij het boek hoort.
    Een aanrader zowel voor mensen met borderline als voor hun omgeving.


    ©  Minervaria

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fatale zuiverheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SCURR, R., Fatale zuiverheid. Robespierre en de Franse Revolutie. (Vert. Fatal Purity. Robespierre and the French Revolution) A’dam, De Bezige Bij, 2006, 439 pp. – ISBN 978 90234 2082 9


    De Franse revolutie begon in 1789 met de geestdriftige hoop op vrijheid, gelijkheid, broederschap, volkssoevereiniteit, representatieve democratie, burgerrechten en geluk. Vier jaar later mondde die droom uit in de Terreur: het systeem van regeren tijdens een noodtoestand met een onmiddellijke uitvoering van vonnissen. Geen andere naam is hiermee nauwer verbonden dan die van Maximilien Robespierre.

    Hoe is het  zo ver kunnen komen en welke rol speelde Robespierre in deze evolutie?

    Op deze vragen probeert Ruth Scurr, historica aan Cambridge University en gespecialiseerd in de Franse achttiende eeuw, een antwoord te vinden.

    Op basis van de schaarse gegevens over het leven van Robespierre probeert ze zijn biografie te schrijven, maar vooral hoe zijn idealen vorm hebben gegeven aan het verloop van de Franse Revolutie.


    Als advocaat was Robespierre een groot pleiter voor de armen en gerechtigheid. Van meet af aan stond hij achter de revolutionaire principes en heeft hij er onvermoeibaar voor gestreden. Maar Robespierre was bezeten van grootse idealen en liet zich compromisloos leiden door abstracte principes van zuiverheid en deugdzaamheid. Die heeft hij nooit opgegeven, vandaar zijn bijnaam de onkreukbare. Hij werd steeds meer paranoïde, en had ook geen enkel begrip voor zijn meer gematigde vrienden en medestanders, die hij genadeloos aan het gerecht heeft overgeleverd. Toen hij zelf op 28 juli 1793 (10 thermidor) op het schavot werd terechtgesteld, waren in de voorafgaande 9 maanden Terreur 16.000 mensen officieel ter dood veroordeeld.


    Het verhaal van Robespierre is natuurlijk nauw verweven met dat van de revolutie zelf. Ruth Scurr hangt hiervan een chronologisch en gedetailleerd verslag op. De Franse Revolutie blijkt heel wat ingewikkelder te zijn verlopen dan ons in de geschiedenisles werd verteld. Het verhaal van Scurr maakt ook de nu nog gespannen verhouding duidelijk tussen de hoofdstad Parijs en de provincies. Die waren immers veel gematigder en koningsgezind en dat konden sommige revolutionaire leiders niet dulden. Ook over de strijd tussen de Girondijnen en Jakobijnen, en de verschillende facties hierbinnen, heb ik veel geleerd.


    Scurr heeft zich als deskundige zeer degelijk gedocumenteerd, en het boek bevat verschillende pagina’s met noten, en een uitgebreide bibliografie met inbegrip van de geschriften van Robespierre zelf.

    Het boek leest vlot, doch Ruth Scurr is er niet in geslaagd een voor de leek overzichtelijk verhaal te schrijven. Noch de figuur van Robespierre, noch de revolutie zelf komen duidelijk uit de verf.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verzoening. Islam, democratie en het Westen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BHUTTO, B., Verzoening. Islam, democratie en het Westen. (Vert. Reconciliation. Islam, Democracy and the West) Utrecht, Het Spectrum, 2008, 320 pp. – ISBN 978 90 274 7883 2


    Op 27 december kwam Benazir Bhutto, de leidster van de grootste oppositiepartij van Pakistan, bij een aanslag in Karachi om het leven. Zij had net de laatste hand gelegd aan haar boek over de politieke noodzaak en kansen van een toenadering tussen het Westen en de Islamitische wereld.


    Toen Samuel Huntington in1993 zijn boek The clash of Civilisations publiceerde leek het een profetie van de escalerende strijd tussen het islamitische blok en het Westen. Maar is deze clash onvermijdelijk? Bhutto meent van niet. Zij is ervan overtuigd dat de spanningen tussen beide werelden niet met een verschil in beschaving te maken hebben, maar met twee cruciale spanningsvelden binnen de islamitische wereld en de wijze waarop het Westen daarop reageert.


    In de islamitische gemeenschappen heersen een groeiende minachting en vijandigheid jegens het Westen en vooral (jegens) de VS. Koloniale ervaringen (zie
    Fisk) hebben veel negatieve gevoelens opgewekt. Deze gevoelens maskeren echter een diepe innerlijke verdeeldheid binnen de islamwereld, die zichtbaar is in een zinloze zelfvernietigende oorlog in Irak en wreedheden in Pakistan. Deze interne strijd speelt zich af op twee gebieden.


    Allereerst is er de strijd tussen groepen die streven naar democratisering en (machtige) groepen die een dictatoriaal bewind willen behouden of bestendigen.

    De tweede strijd gaat tussen diegenen die een gematigde interpretatie van de islam en modernisering voorstaan en de fanatici die een extremistische en fundamentalistische lezing propageren. De laatste groep vormt een minderheid, maar haalt door gewelddadige acties het nieuws en bepaalt in grote mate zowel de binnenlandse als internationale politieke agenda.


    Daardoor wordt algemeen gedacht dat islam en democratisering niet samen gaan. Toch heeft volgens Bhutto de islam een vreedzaam karakter en maken de fundamenten van democratisch bestuur deel uit van het islamitisch waardensysteem.
    De zogenaamde onverenigbaarheid van democratie en islam wordt volgens haar gebruikt om de aandacht af te leiden van de treurige geschiedenis van Westerse politieke interventie in de islamitische wereld. Zij fundeert deze stelling door verwijzing naar koranteksten en door middel van een overzicht van de recente geschiedenis van de belangrijkste islamitische landen.


    Uiteraard gaat zij dieper in op de geschiedenis van Pakistan. Voor de doorsnee lezer is dit hoofdstuk minder interessant. Het irriteerde mij bovendien dat ze hier elke gelegenheid te baat neemt om de verdiensten van haar vader en zichzelf voor het voetlicht te brengen.


    Haar bespreking en weerlegging van de theorie van Huntington is dan weer zeer interessant. Op basis van zeer uiteenlopende studies slaagt zij erin om aan te tonen dat deze visie niet klopt. Internationale conflicten spelen zich vooral af tussen landen, want mensen identificeren zich met een natie en niet met een beschaving. Bovendien, en dit toont ook Zakaria aan, is de beste graadmeter voor het voorkomen van conflicten de mate van democratie in een land, gekoppeld aan economische onafhankelijkheid,. De toekomst van de eenentwintigste eeuw zal volgens Putto bepaald worden door de vreedzame groei van democratie en gematigdheid wereldwijd en in de islamitische landen in het bijzonder.


    Zij besluit met een aantal zeer concrete voorstellen voor de ondersteuning van deze ontwikkeling: een soort Marshallplan voor het Midden-Oosten, de ondersteuning van de vrouwenbewegingen, de vorming van een economisch belangrijke middenklasse, ontwikkeling en hervorming van het onderwijs, de strijd tegen de armoede en tenslotte de oprichting van een internationale instelling voor de bevordering van de democratie.


    In een aantal opzichten is dit een verhelderend boek, maar niet geheel vrij van subjectieve stellingnames, vooral m.b.t. de interpretatie van islamteksten en de politieke consequenties ervan. Ook Bhutto ontsnapt niet aan de impact van de verwevenheid van religie en staat, die zo kenmerkend is voor de islam en die voor veel islamitische landen een extra moeilijkheid vormt voor modernisering

    Waarschijnlijk omdat men het boek zo snel mogelijk na haar overlijden wilde verspreiden is de vertaling nogal slordig en wordt de tekst regelmatig ontsierd door typfouten.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Allah houdt niet van vrouwen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SELIM, N., Allah houdt niet van vrouwen. A’pen, Houtekiet, 2007, 127 pp. – ISBN 978 90 5240 958 0


    Nahed Selim is geboren in Egypte en heeft er tot haar twintigste gewoond. Nu verblijft ze in Nederland en schrijft voor verschillende kranten artikels over islam, vrouwenemancipatie en integratie. Ze is tolk in de Arabische taal en is daardoor van dichtbij getuige van de conflicten die ontstaan in het dagelijkse leven door de botsing tussen de islamitische en de westerse opvattingen. In dit boek uit ze haar ongenoegens over en bezwaren tegen de genderverhouding en de positie van de vrouw in de islam.


    Er zijn heel weinig boeken geschreven over vrouwen en islam, en nog minder vanuit een vrouwenstandpunt. Selim belicht dit onderwerp vanuit een voor de islam weinig gebruikelijk en vooral vrouwelijk perspectief, dat van de liefde. Het geloof als spiritualiteit is immers vaak een uiting van liefde en van de behoefte aan liefde. Men zegt weleens dat vrouwen het doorgeefluik zijn voor religie. Desondanks is de godsdienst in het algemeen, en in het bijzonder de islam, zelden vriendelijk geweest voor vrouwen. Vandaar haar vraag: houdt Allah wel van vrouwen?


    Om daarop een degelijk antwoord te kunnen geven heeft Nahed Selim zich een aantal jaren verdiept in de studie van de authentieke bronnen van de islam, de geschiedenis en de praktijken van de moslimwereld. Zij stelt dat de man-vrouwrelatie in de islam één van de belangrijkste tekortkomingen is van de islam als denk- en leefsysteem en aan de basis ligt van de crisis die de islam momenteel doormaakt. Een kritische analyse van de positie van de vrouw in de islam is daarom zeer belangrijk. En die is weinig vleiend voor de islam.


    Eeuwenlang werd de koran moedwillig geïnterpreteerd op een wijze die nadelig is voor moslimvrouwen. Het gaat niet om de dode letter, in sommige moslimlanden zijn dit de officiële wetten en regels. Zelfs in het Westen gelden in de islamitische gemeenschap familieregels die strijdig zijn met de officiële nationale wetten.

    Maar het betreft meer dan interpretatie. Vele passages van de koran zelf en van de soenna discrimineren vrouwen als zijnde het bezit van de familie of van de clan. In plaats van wederzijdse liefde en respect tussen de echtparen te propageren, verplicht de islam de vrouw tot gehoorzaamheid aan haar man. Praktisch ieder aspect van de familieregels in de islam benadeelt de vrouw ten gunste van de man. De koran verordent ongelijkwaardigheid voor de wet en die komt in praktisch ieder islamitisch land voor. In de koran wordt de vrouw systematisch als tweederangsfiguur afgeschilderd. Dit alles tast het zelfbeeld van vrouwen aan. Het woord liefde komt in de gehele koran slechts 77 keer voor. Over onvoorwaardelijke liefde, vergeving en mededogen wordt nauwelijks gesproken.


    Daarom moeten moslims zich de vraag stellen: willen wij recht doen aan vrouwen of willen we de islam van alle kritiek vrijwaren? Aan veel moslims en islamologen verwijt Selim dat ze de tweede positie verkiezen. Het lijkt er haast op dat men bang is dat de islam een kritische, eerlijke analyse niet kan doorstaan. Zij pleit voor een eerlijke, moedige en intellectueel integere analyse van de islam. We moeten af van de vijandige reactie tegenover religiekritiek. De kritiekloze houding kan alleen maar veranderen indien er genoeg mensen zijn die hun mening openlijk durven uiten. Daar ben ik het grondig mee eens.


    Selim heeft haar boek geschreven als dialoog met een fictieve vriendin, Salma. Die komt door een nauwkeurige en kritische lezing van de Koran langzaam tot de ontdekking dat wat haar altijd is voorgehouden niet klopt.


    De troef van dit boek is dat het geschreven is door een vrouw die én als moslima is opgevoed én de Koran echt bestudeerd heeft. In drie bijlagen voorziet ze de relevante verzen van commentaar waardoor haar stellingen geloofwaardiger zijn dan die van Benazir Bhutto. Selim gaat jammer genoeg niet in op de consequenties van haar studie voor de islam zelf. Het is een onafgewerkt verhaal, en dat is het zwakke punt van het boek.


    Toch laat dit dunne boekje zien dat er ook op een serene wijze kritisch kan gedacht worden over de Koran en de islam. Het is bovendien vlot en inzichtelijk geschreven.
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gissen en missen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    VERVOORT, M., Gissen en missen. Valkuilen van de menselijke geest. A’dam/A’pen, Uitg. Archipel, 2004, 215 pp. – ISBN 90 6305 150 6


    De vaas met twee gezichten, selffulling prophecy, wishful thinking, de fundamentele attributiefout, de kracht van placebo’s. We leven in een wereld van vanzelfsprekendheden die vaak bij nader inzien geen stand blijken te houden. Onze hersenen en zintuigen zetten ons maar al te vaak op het verkeerde been: er staat niet wat er staat, de werkelijkheid is niet wat ze is. Bij nader onderzoek blijkt onze wereld een massa schijnwaarheden te bevatten: valkuilen van de menselijke geest.

    Behalve door optische illusies laten wij ons leiden door denkillusies als beoordelingsfouten en fouten bij het inschatten van risico’s. Ons geheugen is notoir onbetrouwbaar doordat we selectief zijn in het opslaan en ophalen van informatie. Ons tijdsbesef is armoedig. In de omgang met anderen laten wij ons vangen door self-fulfilling prophecy en goedgelovigheid. Zelfbedrog is een algemeen menselijke en onuitroeibare eigenschap.


    Dit boekje bundelt meer dan dertig voorbeelden van ‘gissen en missen’ die ons dagelijks overkomen. Het is leuk en verhelderend te ontdekken hoezeer wij, die onszelf toch als redelijke wezens beschouwen, ons op allerlei gebieden laten leiden door zelfbedrog en schijnwaarheden.

    Inzien hoe intuïtieve beslissingen tot stand komen en onder welke omstandigheden weldoordachte besluiten uitblijven is ook nuttig. Het inschatten van risico’s gaat niet vanzelf en langetermijndenken moet geleerd worden. Kennis van deze kronkels van de geest kan ons helpen bij het nemen van doordachte en lange termijnbeslissingen, bijvoorbeeld inzake gezondheid.


    Maar als dit zelfbedrog ons soms funest op het verkeerde pad kan zetten, waarom blijven wij er dan zo hardnekkig aan vast hangen? Waarschijnlijk dient het ergens toe. Zonder zelfbedrog, zonder gissen en missen, zijn er immers geen hoop en verlangen. Zonder verlangen zijn er geen idealen, en zonder idealen, de illusies bij uitstek, is er geen samenleving mogelijk. Zelfbedrog zou dus een evolutionair noodzakelijke eigenschap kunnen zijn. Het is even onmisbaar voor de overleving als de mogelijkheid het te doorzien en te ontmaskeren.


    Een dun boekje, dat je liefst met mondjesmaat verorbert om (weer) een nieuwe illusie te ontdekken. De korte, vlot leesbare hoofdstukjes maken dat zeker mogelijk.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De cholestrolhype
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    KENDRICK, M., De cholesterolhype. (Vert. The Great Cholesterol Con) Diemen, Veen Magazines, 2008, 282 pp. – ISBN 978 90 857 1171 1


    De cholesterolhypothese luidt als volgt. Als je teveel voedingsmiddelen met cholesterol en/of verzadigd vet eet, zal het cholesterolgehalte in je bloed stijgen. Het teveel aan cholesterol slaat neer op de vaatwanden, waardoor de slagaders dikker en voller worden. Op termijn blokkeert dit de bloedvoorziening van het hart, met als resultaat een hartinfarct of beroerte.

    Maar er is geen enkel bewijs dat deze hypothese ondersteunt. Ze is het gevolg van een reeks tragische misverstanden en ordinaire egotripperij. Men heeft zelfs geen idee hoe cholesterol atherosclerose zou veroorzaken. Nieuwe ontdekkingen en bevindingen halen de hypothese telkens onderuit, maar ze wordt steeds opnieuw gestut door nieuwe adhoc hypothesen die haar moeten in stand houden.


    Op basis van die foutieve hypothese zijn nu ontelbare mensen aan de statines, cholesterolverlagende middelen. Daaraan verdient de farmaceutische industrie hopen geld, in 2007 alleen al meer dan 30 miljard dollar. Statines worden als wondermiddelen voorgesteld, maar dat zijn ze niet. Het gebruik van statines heeft ernstige bijwerkingen die een gevaar vormen voor de volksgezondheid.


    Malcolm Kendrick, arts en onderzoeker bij de European Society of Cardiology, is niet de enige die ervan overtuigd is dat de cholesterolhypothese fout is. Er bestaan reeds verschillende publicaties over het negatieve effect van statines op de gezondheid. De oorlog tegen cholesterol is misplaatst. Cholesterol is absoluut geen boosdoener, maar zelfs onmisbaar voor een goede gezondheid.


    In een zeldzaam systematisch, wetenschappelijk en inzichtelijk betoog doorprikt Kendrick de fabeltjes die de cholesterolhypothese in stand moeten houden. Hier tegenover stelt hij een andere theorie over het ontstaan van hart- en vaatziekten. Die zit heel logisch in elkaar en wordt ondersteund door belangrijke inzichten over ons neurovegetatief systeem en statistische gegevens over het voorkomen van hart- en vaatziekten. In de visie van Kendrick is aanhoudende stress de grote boosdoener. Even systematisch en minutieus legt hij uit hoe dit in zijn werk gaat.


    Kendrick heeft mij met zijn degelijk en doordacht betoog geïmponeerd. In een ironische stijl en met gevatte opmerkingen legt hij de vinger op de wonde. Het vraagt wel enige concentratie om de veelheid van vaktermen en fysiologische processen te vatten, maar de tekst is in het algemeen vlot te lezen.
    Een aanrader!


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mannelijkheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MANSFIELD, H.C., Mannelijkheid. (Vert. Manliness) A’dam, Meulenhoff, 2008, 388 pp. – ISBN 978 90 290 8019 4


    Wij leven in een maatschappij waarin rechten, plichten of positie niet door sekse bepaald worden: de sekseneutrale samenleving. Nooit eerder in de geschiedenis heeft een dergelijke terechte gelijkheid tussen de seksen bestaan.

    Toch zijn daarmee de maatschappelijke verschillen tussen mannen en vrouwen niet geheel verdwenen. Alle pogingen ten spijt om mannen en vrouwen als gelijken te beschouwen en te behandelen, blijven seksegebonden stereotypen en rolverdeling voortbestaan. Er zijn nog altijd veel meer mannen in hogere maatschappelijke functies dan vrouwen, en de meeste mannen blijven een afkeer hebben van ‘vrouwenwerk’.  Seksespecifiek gedrag en seksestereotypen blijken hardnekkig en haast niet uit te roeien. Hoe komt het dat ze stand houden in een sekseneutrale samenleving?  Wat heeft dit met mannelijkheid (en vrouwelijkheid) te maken?


    Volgens Harvey Mansfield 
    heeft sekse in deze maatschappij haar diepere betekenis verloren. De sekseneutrale samenleving zoals we die nu kennen berust op de overtuiging dat mannelijkheid resp. vrouwelijkheid niet bestaan. Vooral mannelijkheid wordt als negatief bekeken. Het woord mannelijkheid roept misbruik op, agressie, onderdrukking, minachting. Is dat werkelijk zo, of moeten wij mannelijkheid beter definiëren en herwaarderen? En hoe moet dat gebeuren, welke kapstokken hebben we hiervoor?


    In zijn boek poogt Mansfield een zinvolle discussie op gang te brengen over mannelijkheid - en dus ook vrouwelijkheid. Hij is van mening dat een beter begrip van echte mannelijkheid hiertoe een essentiële voorwaarde is. En die is meer dan wat gewoonlijk voor mannelijkheid doorgaat. Hij wil een pleidooi houden voor de waarde van beschaafde mannelijkheid.

    Wat een natuurlijke eigenschap is moet immers bijgeschaafd worden wil ze maatschappelijk waardevol kunnen worden. Mannelijkheid noch vrouwelijkheid in ongepolijste vorm stemmen immers vrolijk.


    Mansfield gaat dus op zoek naar wat bijgeschaafde mannelijkheid kan betekenen. Hiervoor gaat hij eerst te rade bij de wetenschap. Alle wetenschappelijke onderzoeken bevestigen de geldigheid van seksestereotypen. Toch verschaft de wetenschap geen bruikbaar antwoord op zijn vraag. Ze ontleedt mannelijkheid wel in verschillende eigenschappen, maar verbindt ze niet. Ze analyseert maar synthetiseert niet en komt daardoor niet bij de ‘ziel’ van mannelijkheid resp. vrouwelijkheid. Mannelijkheid (en vrouwelijkheid) is meer dan een verzameling eigenschappen.


    Vervolgens verdiept hij zich in literatuur en filosofie. Hier vindt hij andere antwoorden, waarin hij zichzelf en zijn ideeën beter terug vindt. Volgens hem wordt mannelijkheid gekenmerkt door zelfvertrouwen en leidinggeven. Bij mannelijkheid staat het belang van het individu centraal. Mannen moeten zich belangrijk kunnen voelen, en dat kan problemen geven als een man dit zonder meer wil bereiken. De waarlijk in hogere zin mannelijke man is immers niet iemand die zichzelf laat gaan, maar iemand die zichzelf weet in te tomen. Daaronder verstaat hij onder andere hoffelijkheid, respect voor zwakkeren, ondernemingszin en verantwoordelijkheidszin. Hij gaat deze visie toetsen bij verschillende denkers en schrijvers.


    Wat moeten we nu met mannelijkheid in de sekseneutrale samenleving? De verschillen tussen mannen en vrouwen zullen blijven bestaan en kunnen dus niet genegeerd worden. De erkenning van mannelijkheid zal ons echter toelaten om die te polijsten en bij te schaven, zodat ze een deugd kan worden en niet een hinderlijke eigenschap. Dit geldt mutatis mutandis voor vrouwelijkheid, en is volgens Mansfield een taak van de feministische beweging. In hun deugden vullen mannen en vrouwen vullen elkaar perfect aan. Ze dienen niet in alles elkaars evenknie te zijn.


    Voor de sekseneutrale samenleving betekent dit volgens Mansfield dat de terecht verworven gelijkheid tussen de seksen enkel zin heeft in het publieke domein. In het privédomein zouden mannen en vrouwen keuzes moeten kunnen maken in overeenstemming met hun natuurlijke seksespecifieke voorkeuren. Dit zou volgens hem leiden tot meer tevredenheid zowel bij mannen als bij vrouwen.


    Er valt iets voor deze stelling te zeggen, omdat de erkenning van de eigenheid van mannen resp. vrouwen meer ontspanning kan brengen in de man-vrouwrelaties in het privéleven. Maar ze zitten ook gevaren in. Ze kan een excuus vormen voor mannen om het huishouden en een meer eerlijke taakverdeling daarin gewoon naast zich neer te leggen. Vrouwen die in het publieke domein ook willen meetellen worden hierdoor weer opgezadeld met een dubbele taak. Mansfield laat ook de politiek-economisch-maatschappelijke implicaties van zijn standpunt buiten beschouwing. Zolang bestaanszekerheid en leefomstandigheden van individuele burgers en gezinnen vooral afhangen van buitenhuisarbeid, zullen vrouwen in een moeilijke positie blijven als het gaat om de keuze tussen en combinatie van gezin en werk.


    Als, beweert Mansfield, het huishouden echter meer eer zou meebrengen, zouden vrouwen zich er met plezier op toeleggen. Dan heeft Mansfield zich waarschijnlijk zelf nog niet vaak ingelaten met repetitief en geestdodend werk als strijken en poetsen. Zolang het huishouden en de zorgtaken in het gezin maatschappelijk en financieel nauwelijks gewaardeerd worden en als vanzelfsprekend worden beschouwd, zal het met de eer ervan wel treurig gesteld zijn. En zijn argument riekt toch heel sterk naar het discours van de vrouw aan de haard.


    Mansfield schreef naar eigen zeggen echter geen praktijkboek maar een boek voor denkers, en dit is op zich een verdienste. Toch is het een ronduit elitair boek, ontoegankelijk geschreven in een zeer ingewikkelde taal. Je moet al heel veel literaire en filosofische achtergrond bezitten om zijn betoog een beetje te kunnen volgen. In ieder geval geen goede werkwijze als je wil dat je opvattingen invloed krijgen.
     

      

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MovieMind
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    HALL, L.M., MovieMind. Regisseer je eigen films. (Vert. MovieMind: Directing the Theatre of Your Mind) Deventer, Uitg. Ankh-Hermes, 2004, 194 pp. – ISBN 90 202 6054 5


    De regisseur zijn van je eigen leven, een aanlokkelijke gedachte, maar vaak niet meer dan een mooie wensdroom. Vaak hebben we het gevoel dat we ons leven niet zelf in handen hebben, maar geregeerd worden door omstandigheden en emoties waarop we geen vat hebben. Het klinkt dus mooi, je eigen leven regisseren, maar hoe doe je dit?

    Volgens Michael Hall, opgeleid in de cognitieve gedragspsychologie en NLP, is het eenvoudig. Hij gaat uit van het cognitieve model: ons gedrag en onze gevoelens worden bepaald door onze gedachten over de wereld en onszelf. Als we ons anders willen gedragen en voelen, moeten we onze gedachten veranderen. Dit is niet vanzelfsprekend, maar wordt eenvoudiger als we die gedachten concreter kunnen maken, dus zichtbaar, hoorbaar en voelbaar.


    Eigenlijk doen we dat al onbewust. Wat zich in ons hoofd afspeelt is een afspiegeling van zintuiglijke ervaringen: we zien beelden, horen geluiden, ruiken geuren, smaken en voelen. Elke gebeurtenis roept een innerlijke film op met specifieke zintuiglijke ervaringen, die onze gevoelens en gedrag beïnvloedt. Het denken van mensen is te vergelijken met een film, die zich niet in een zaal of op televisie maar in hun hoofd afspeelt.


    Het probleem is dat, als we niet opletten, we steeds weer dezelfde films draaien in ons hoofd. We zijn acteur in onze eigen film, en blijven onbewust dezelfde rol spelen in dezelfde innerlijke film. Als die film ons vervelende gevoelens en gedragingen oplevert, zouden we erbij gebaat zijn als we de film zelf konden veranderen.

    Volgens de NLP-er Hall is dit niet eens zo moeilijk. We kunnen uit onze film stappen en er op afstand naar kijken. Dan kunnen we het scenario naar believen veranderen zodat we er betere gevoelens aan overhouden. Door middel van visualisatie en imaginatie kunnen we ons denkkader veranderen, waarmee we betekenis geven aan dingen, gebeurtenissen en mensen. Deze benadering heeft haar nut al bewezen.


    In Neurolinguïstisch Programmeren (NLP) heeft men hiervoor specifieke technieken ontworpen. De keuze voor de film als metafoor voor denken of informatieverwerking steunt op kennis over de werking van de hersenen. Hall probeert de theorieën van NLP over deze processen uit te leggen. Hij stelt vragen en oefeningen voor die iemand kunnen helpen om zich bewust te worden van zijn innerlijke films en die te veranderen zoals gewenst. In dit boek wil hij immers deze modellen gebruiksvriendelijker maken.


    In die goede bedoelingen is hij volgens mij echter niet geslaagd. Zijn uitgangspunten en visie op het denken van de mens zijn terecht en wetenschappelijk gestaafd, maar de wijze waarop Hall die behandelt is ronduit slordig, oppervlakkig en verward. Hij zegt zelf dat de sterkte van NLP niet in de theorie ligt maar in de praktijk, en dat is duidelijk te merken. Het boek staat vol met moeilijke begrippen en ingewikkelde processen, maar ze worden niet helder uitgelegd. Zijn betoog is ongestructureerd, de indeling onoverzichtelijk, hij springt van de hak op de tak en herhaalt zichzelf voortdurend, zodat het vaak lijkt alsof de auteur zelf de draad kwijt is. Gelukkig bevat elk hoofdstuk een samenvatting, die in eenvoud dan weer schril afsteekt tegen de voorafgaande verwarde tekst, waarvan een groot deel daarbij vergeleken totaal overbodig lijkt.


    In zijn overdreven enthousiasme houdt de auteur de lezer bovendien onterecht voor dat zijn methode zeer eenvoudig is en als een soort wondermiddel onmiddellijk werkt. Mij bekruipt dan het gevoel dat hij slechts reclame maakt voor NLP. 


    ©  Minervaria 

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De toekomst van vrijheid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ZAKARIA, F, De toekomst van vrijheid. De paradoxen en schaduwzijden van democratie. (Vert. The Future of Freedom. Illiberal Democracy at Home and Abroad) A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 2003, 272 pp. – ISBN 90 254 1584 9


    In de afgelopen eeuw is de opkomst van de democratie in de wereld de meest bepalende ontwikkeling geweest. In 1900 bestond er in geen enkel land iets wat we tegenwoordig een democratie zouden noemen. Op dit moment zijn zo’n 120 landen democratisch te noemen, ongeveer 62 procent van alle landen op de wereld. Voor het overgrote deel van de wereldbevolking is de democratie de enige bron van politieke legitimiteit. Een paar dagen geleden heeft de wereld er een nieuwe democratie bij gekregen: in het Aziatische koninkrijk Bhutan is de koning afgetreden en zijn er voor het eerst verkiezingen gehouden.


    Toch is democratie geen garantie voor vrede, rechten en vrijheden. In Zimbabwe claimt de oppositie de verkiezingsoverwinning op de regerende partij van de zittende president Mugabe en vreest men voor geweld. In Kenia heeft de uitslag van de recente verkiezingen geleid tot gewelddadige verdrijving van en moordpartijen op een bepaalde bevolkingsgroep. En in Irak woedt onder de bezetting van de Verenigde Staten nu al 5 jaar een bloedige burgeroorlog in naam van de democratie.


    De democratie zoals wij die in het Westen kennen is een bijzondere vorm: een constitutioneel liberale democratie. Constitutioneel liberalisme is in West-Europa en de VS ontwikkeld ter bescherming van het recht van een individu op leven en bezit en op vrijheid van godsdienst en spreken. Het gaat hier om wat een regering zich ten doel stelt, en niet om de procedures voor het kiezen van een regering. De combinatie van constitutioneel liberalisme en democratie is echter helemaal niet vanzelfsprekend.


    Democratie betekent immers niet meer dan het zelfbestuur van een volk. De minimumvereiste is dat een regering tot stand is gekomen door verkiezingen. Verkiezingen vormen echter geen garantie voor een regering die de fundamentele rechten en vrijheden van al haar burgers, dus ook van de minderheden, beoogt en beschermt. De nationaal-socialistische episode in Duitsland is daarvan een van de meest frappante voorbeelden. Over de hele wereld zijn er democratisch gekozen regimes die routinematig de constitutionele grenzen van hun bevoegdheden schenden en burgers hun grondrechten ontzeggen en ontnemen. En in een aantal opzichten bedreigt ook bij constitutioneel liberalisme het voortschrijdend democratiserings-proces de rechten en vrijheden van de burgers.


    Zakaria brengt de spanning tussen democratie en vrijheid aan de orde. In de eerste hoofdstukken exploreert hij de sleutelbegrippen democratie en vrijheid, en het kronkelige pad waarlangs zij in de Westerse wereld het politieke bestel hebben gevormd. Als Amerikaan van Indische origine spreidt hij daarbij een zeldzaam accurate kennis van de Europese geschiedenis ten toon.


    Hij onderzoekt welke factoren de vrijheid van burgers in een land bevorderen resp. beknotten. De sleutelfactor voor het lukken van een democratie is volgens hem haar economisch succes. Maar om een democratie in stand te houden dient het wel te gaan om verdiend succes. Natuurlijke rijkdommen kunnen de groei en versteviging van de democratie juist in de weg staan. In dit verband besteedt Zakaria een volledig hoofdstuk aan de explosieve situatie in de islamitische landen in het Midden-Oosten.

    Hiermee trekt Zakaria resoluut de kaart van het liberale kapitalisme: blijkens de cijfers is kapitalistische groei de beste basis voor de creatie en instandhouding van een liberale democratie. Getuige de succesverhalen van bepaalde landen in het Verre Oosten blijkt een combinatie van liberalisering en regulering van de markt met een geleidelijke invoering van democratie de meest geschikte aanpak. Hiermee schaart Zakaria zich aan de zijde van Joseph Stiglitz en Benjamin Barber, al hanteren zij een verschillend uitgangspunt.


    Maar ook in liberaal kapitalistische landen brengt meer democratie niet noodzakelijk meer vrijheid. De democratisering van het bezit en het geld heeft niet alleen meer welvaart gebracht – iedereen is kapitalist geworden - maar ook de teloorgang van het gezag. Leiders in de verschillende gebieden van een samenleving (godsdienst, cultuur, intelligentsia, de hoger opgeleide elite) conformeren zich liever aan de wil van het volk en handelen steeds minder vanuit een lange termijnvisie op goed bestuur. Populistische leiders gaan naar de pijpen dansen van hun kiespubliek en durven geen onpopulaire beslissingen meer nemen in het belang van het geheel.
    De observaties van Zakaria betreffen vooral de VS, waar de invloed van lobby’s en financiële belangengroepen zeer ver gaat en een ernstige hinderpaal vormt voor coherent beleid in functie van het welzijn van de totale bevolking. Maar ook in Europa hebben populistische leiders en items steeds meer invloed op de politieke beleidsvoering.


    De enige uitweg uit de impasse van het populisme en de dictatuur van het getal is volgens Zakaria de versterking en eventueel (her)invoering van een indirecte of gedelegeerde democratie. Als positief voorbeeld hiervan schuift hij de Europese Unie naar voor. Deze wordt er vaak van beschuldigd ondemocratisch te zijn en te ver te staan van de gewone burger. Dankzij haar zeer sterk gedelegeerde democratie is de Europese Unie er echter in geslaagd, tegen de belangen van bepaalde minderheden in, zeer veel oorspronkelijk impopulaire beslissingen te nemen die een belangrijke positieve invloed hebben gehad op de levensomstandigheden en -kwaliteit van de Europese burgers.


    In de loop van de twintigste eeuw is het voorheen ongereglementeerde kapitalisme, dat alleen voordelig was voor de bezittende klasse, gereguleerd. Tegelijk kregen burgers steeds meer politieke zeggenschap door de deregulering van de democratie. Beide processen zijn volgens Zakaria nu teveel doorgeschoten. In zijn boek houdt hij een pleidooi voor een nieuwe regulering van de democratie, waarin de democratische besluitvorming weer gebaseerd is op de langetermijnvisie van het constitutioneel liberalisme.


    Ook al is dit boek reeds 5 jaar geleden geschreven, toch blijft de inhoud opvallend actueel. Zakaria heeft zich goed gedocumenteerd. Het betoog is zeer inzichtelijk en dus vlot leesbaar. Een uitgebreid register laat snel opzoeken toe. Dit is een standaardwerk!
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In Europa
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MAK, G. In Europa. Reizen door de twintigste eeuw. A’dam, Atlas, 2007 (19de dr.), 1223 pp. – ISBN 90 450 1178 6


    Begin 1999 ondernam Geert Mak een reis door Europa. Hij bezocht een aantal sleutelsteden van het twintigste eeuwse Europa en probeerde daarmee een beeld te krijgen van de geschiedenis van ons continent. Hiermee vertelt hij ook het verhaal van een Europa dat zich ontwikkelde van een netwerk van losse verbanden naar een gemeenschappelijk project dat een unicum is in de geschiedenis van de mensheid. Het Europa dat wij nu als vanzelfsprekend kennen was gedurende bijna een eeuw zeer verdeeld. Er was wel diversiteit maar ook veel onderlinge wedijver en strijd.


    De twintigste eeuw heeft voor Europa een omwenteling meegebracht in veel opzichten: twee wereldoorlogen, verschillende dictaturen, burgeroorlogen en etnische conflicten tekenden het gezicht van Europa in de twintigste eeuw. Niemand voorzag de Europese Unie, maar ook niemand hoe taai het nationalisme is en was.

    Het is gemakkelijk om achteraf in het verloop van de gebeurtenissen een orde te zien, maar wie zich daar midden in bevindt moet altijd weer zoekend een weg vinden. Mensen maken keuzes, en laten zich daarvoor leiden door wat zij op dit moment aan informatie voorhanden hebben. Geert Mak probeert deze geschiedenis te zien en te vertellen door de ogen van de gewone en minder gewone mensen die ze gemaakt hebben. Niet zozeer de droge feiten zijn belangrijk, maar het vaak droevige en schrijnende verhaal van deelnemers en ooggetuigen.


    Het Europese project is uniek in de geschiedenis en het is eigenlijk pas begonnen. Nergens ter wereld hebben volkeren met een zo verscheidene cultuur en geschiedenis zich verenigd in een economische en politieke eenheid van een dergelijke omvang. Het zal nog generaties duren voor Europa een succesvolle federatie kan genoemd worden. De zwakte van Europa is echter tegelijk haar kracht: diversiteit. En zo kan je In Europa ook zien: een pleidooi voor het samengaan van diversiteit en tolerantie.


    Het mag dan wel een turf zijn, Geert Mak weet zeer boeiend en gevarieerd te schrijven. Zijn verhaal is meeslepend en verveelt nooit. De verschillende onderdelen hebben een comfortabele lengte, waardoor je het lezen regelmatig kan onderbreken zonder de draad van het betoog te verliezen.


    De auteur heeft zich terdege gedocumenteerd, getuige de uitgebreide noten- en literatuurlijst. Er is bovendien een handig namenregister.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vrouw van Shakespeare
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    GREER, G., De vrouw van Shakespeare. (Vert. Shakespeare’s Wife). A’dam, Meulenhoff, 2008, 478 pp. – ISBN 978 90 290 8039 2


    Tot zeer recent heeft de geschiedenis zich altijd op de prestaties van de man gericht. Hoe hoger die prestaties werden aangeslagen, des te groter was de kans dat de vrouw met wie hij het bed deelde hem onwaardig werd geacht. Zijn fans deinsden terug voor het denkbeeld dat zijn echtgenote misschien een bijdrage van belang had geleverd aan het succes van haar man. Overwegend mannelijke commentatoren delen de overtuiging dat een geniale man zijn potenties slechts kan realiseren als hij zijn vrouw terzijde schuift.


    Ook van Shakespeare is lang als bijna vaststaand aangenomen dat hij een ongelukkig huwelijk had. Daar waren nauwelijks bewijzen voor, maar door te doen wat van haar verwacht werd – haar mond houden en buiten beeld blijven – heeft Ann Hathaway een ‘gat’ achtergelaten die de commentatoren van het leven en werk van Shakespeare hebben opgevuld met hun eigen gissingen. Over zijn leven weet men hoe dan ook bitter weinig, maar de luttele gegevens over de relatie met zijn vrouw die ons ter beschikking staan, kunnen ook anders dan in haar nadeel worden geïnterpreteerd.


    Germaine Greer neemt met dit boek haar oude liefde weer op: zij studeerde af aan de universiteit van Cambridge met een scriptie over de vroege komedies van Shakespeare. In dit boek probeert zij, met behulp van de schaarse gegevens uit die tijd, de rol en betekenis van Ann Hathaway als vrouw van Shakespeare te duiden. Bij gebrek aan stevige documenten over de personen zelf, gebruikt zij daarvoor de beschikbare kennis over de zeden en gewoonten van die periode. Ook de werken van Shakespeare worden als ‘bewijsmateriaal’ ingezet. Dit maakt haar verhaal in hoge mate speculatief, zoals ze zelf op het einde toegeeft.


    Het is taaie lectuur, vooral door de vele details die voorkennis veronderstellen over de vele aspecten van het Engeland van de 16e eeuw. De verdienste van Greer is niet dat ze een historisch accuraat boek heeft geschreven, maar wel dat ze met De vrouw van Shakespeare een ander licht heeft doen schijnen op de vrouw achter de succesvolle man.

     

    ©  Minervaria 

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jong geleerd
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    EINON, D., Jong geleerd. Hoe u uw baby, peuter of kleuter kunt opvoeden en begeleiden bij zijn ontwikkeling. Tielt, Lannoo, 2001, 240 pp. – ISBN 90 09 444 28


    Dorothy Einon doceert psychologie aan de University of London. Haar interesse gaat vooral uit naar de ontwikkeling van het kind.

    In dit boek geeft zij een overzicht van de ontwikkeling van kinderen tot 6 jaar. In de verschillende hoofdstukken wordt telkens een bepaalde vaardigheid belicht, o.a. bewegen, waarnemen, creativiteit, ruimtelijk inzicht, zelfstandig worden, sociale vaardigheden. In de laatste hoofdstukken besteedt de auteur aandacht aan de voorbereiding op de basisschool.


    Elk hoofdstuk brengt de mijlpalen in de ontwikkeling van een kind in kaart en geeft aan wanneer je welke volgende stap kan verwachten. Dorothy Einon besteedt aandacht aan de zichtbare veranderingen in het gedrag van een kind, maar ze laat vooral zien hoe het kind op een bepaalde leeftijd de wereld om zich ziet en begrijpt, hoe dit het gedrag verklaart en met de leeftijd verandert. Voor elk ontwikkelingsgebied en elke ontwikkelingsfase stelt Einon een aantal activiteiten voor waarmee je als ouder het verwerven van de bewuste vaardigheden kan bevorderen of vergemakkelijken.


    Dit is een eenvoudig en tegelijk kwalitatief hoogstaand boek. De verschillende stappen in de ontwikkeling van een bepaalde vaardigheid worden correct en overzichtelijk weergegeven. Op de ontwikkelingsstappen laat zij allerlei tips, spelletjes en activiteiten aansluiten die niet alleen plezierig zijn, maar ook een echte uitdaging inhouden.


    Het is jammer dat het boek niet meer verkrijgbaar is, want het is een zeer degelijke leidraad voor ouders van jonge kinderen. Het werk is vlot geschreven, biedt overzichtelijke tabellen, is zeer aantrekkelijk gepresenteerd en kleurig geïllustreerd met sprekende foto’s. Het is gedrukt op gebruiksbestendig stevig papier.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prinsen en prinsesjes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    CLIFFORD-POSTON, A., Prinsjes en prinsesjes. Begrijp het gedrag van je kinderen. (Vert. When Harry hit Sally) A’dam, Uitg. Archipel, 2007, 327 pp. – ISBN 690 6305 322 2


    Boeken over opvoeding, ze intrigeren mij steeds opnieuw. Vooral nu het tijdperk van de hypergevoelige Nieuwe Tijdskinderen op zijn laatste benen lijkt te lopen, prikkelt een titel als deze mijn kritische zin. Hoezo, prinsjes en prinsesjes? Hoezo, begrijp het gedrag van je kinderen? Heeft al teveel begrip ons niet een hele generatie rotverwende jochies opgeleverd? Met het nodige scepticisme ben ik dus begonnen met lezen.


    Andrea Clifford-Poston is docente en kinder- en gezinstherapeut. In haar praktijk helpt ze ouders en kinderen met opvoedings- en gedragsproblemen. Volgens haar vinden die niet in de eerste plaats hun oorsprong in gebrekkige opvoedingsvaardigheden van ouders. Geen enkele ouder is immers expert in het opvoeden. Opvoeding is een communicatieproces, waarin beide partijen met hun gedrag iets aan elkaar duidelijk maken. Ouders en kinderen praten met elkaar via hun gedrag. En dit is niet altijd even doorzichtig voor de andere partij.


    Daarbij trekken kinderen makkelijk aan het kortste eind. Zij beschikken slechts over beperkte mogelijkheden om duidelijk te maken wat in hen omgaat of te laten weten wanneer ze een probleem hebben. Ze zijn afhankelijk van de bereidwilligheid van volwassenen om te luisteren naar wat zij te zeggen hebben. Als dit niet gebeurt kiezen kinderen vaak voor probleemgedrag, dat volwassenen dan als lastig en ongepast interpreteren. Daardoor komt een vicieuze cirkel op gang, die enkel kan onderbroken worden wanneer volwassenen het gedrag van het kind proberen te begrijpen.


    Veel opvoedingsproblemen kunnen volgens Clifford-Poston voorkomen worden en opgelost door het gedrag van het kind als praten te interpreteren. Probleemgedrag is immers een probleem voor volwassenen, maar een oplossing voor de reële zorg of moeilijkheid van een kind. Het is een manier waarop het kind de volwassene probeert zijn zorgen te vertellen.


    In de verschillende hoofdstukken bespreekt de auteur normale opvoedingsproblemen zoals rivaliteit tussen broertjes en zusjes, eet- en slaapproblemen, aanpassingsproblemen bij de overgang naar de lagere school, de baas spelen en pesten. Ze laat zien hoe dit gedrag als communicatievorm kan worden opgevat, geeft aan wanneer ouders het als abnormaal moeten beschouwen en misschien professionele hulp moeten zoeken. In de laatste twee hoofdstukken komen de invloed van echtscheiding aan de orde en enkele van de problemen waarmee werkende moeders worden geconfronteerd.


    Ze presenteert geen kant-en-klare oplossingen, maar biedt stof tot nadenken over verschillende aspecten van probleemgedrag. Een kind kan daarmee verschillende boodschappen willen overbrengen. Ze besteedt bovendien ruim aandacht aan een vaak vergeten aspect van opvoedingsproblemen, nl. dat het probleem van het kind meestal ook verweven is met de zorgen van de ouders. Kinderen worden immers geboren in een wereld van verwachtingen en fantasieën. Niets roept zoveel jeugdherinneringen op als het ouderschap. Ouders willen in hun kinderen hun eigen aspiraties verwezenlijkt zien. Kinderen én ouders brengen de rest van hun leven door met pogingen om zich zowel van elkaars fantasieën te bevrijden als eraan te voldoen. Ze zijn zich daarvan doorgaans niet bewust. Clifford-Poston formuleert vragen die je aanzetten hierover na te denken.


    Dit is een zeer doordacht boek over opvoeden en opvoedingsproblemen, dat verschillende  therapeutische en pedagogische invalshoeken combineert zonder de lezer met theorie te overladen. De indeling sluit aan bij de behoefte van ouders: advies voor concrete opvoedingssituaties. Het is vlot geschreven en helemaal niet belerend.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bakerpraatjes
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    SPIERENBURG, M., Bakerpraatjes. Alle dingen die ze je niet vertellen over zwanger zijn en moeder worden. Vianen/A’pen, The House of Books, 2007, 208 pp. – ISBN 90 443 2011 4


    Nagenoeg alle zwangerschapslectuur zwelgt in lyrische beschrijvingen van het wonder van het nieuwe leven en de blijdschap van de aanstaande moeder. De misselijkheid, de zware benen, de vlekken in je gezicht, de striemen, de geknelde maag, het aanhoudende gevoel te moeten plassen en nog veel meer neem je er als gelukkige zwangere toch gewoon bij? Maar als al die vervelende zwangerschapskwaaltjes je de strot uit komen, en je zoals alle aanstaande moeders geplaagd wordt door de zenuwen, bieden die boeken weinig soelaas. Integendeel, je gaat algauw denken dat je wel een afwijking zal zijn.


    Als je sommige boeken mag geloven, is de bevalling niet meer dan een fluitje van een cent. Het verloop wordt haarfijn uit de doeken gedaan, en dank zij de ademhalingstechnieken die je leerde op de prenatale gymnastiek is het karwei zo geklaard. Na afloop zijn alle pijn en ongemak op slag vergeten bij de aanblik van een rozige wolk van een baby. Niets vertelt je dat het ook weleens mis kan lopen, dat het behoorlijk pijnlijk is en dat de baby met zijn gerimpelde varkentjesaanblik ook flink kan tegenvallen.


    Ook over de onzekerheid en de paniek bij het besef van die verpletterende verantwoordelijkheid, het uitgelubberde gevoel en de moordende vermoeidheid nog lang na de bevalling is zelden veel realistische informatie te lezen. Als prille moeder word je verondersteld volkomen opgewassen te zijn tegen de aanslag op je vrijheid en de tijd- en energievretende zorg voor een totaal afhankelijke baby, en er bovenop nog dolgelukkig over te zijn.


    Bakerpraatjes
    geeft alle vrouwen een opluchtend generaal pardon. Manon Spierenburg doet een boekje open over alles wat door de band niet gezegd mag worden. Zwangerschap, bevalling en moederschap kunnen zwaar zijn, en geregeld helemaal niet leuk. Moeders zijn wel blij met de baby, en zouden hem voor geen geld willen missen. Maar er moet ruimte gemaakt worden voor àlle gevoelens die ze erover hebben, en niet alleen de positieve.


    Dat doet Spierenburg met glans. Haar verhaal is doorspekt met zeer herkenbare getuigenissen van moeders. Met verrassende eerlijkheid, helderheid en vooral heel veel humor en relativering helpt Spierenburg een hele generatie vrouwen van hun schuldgevoel af.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De verlichting vandaag
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    ABICHT, L., De Verlichting vandaag. A’pen,/A’dam, Uitg. Houtekiet, 2007, 199 pp. – ISBN 978 90 5240 927 6


    De denkers van de As-tijd, de periode tussen 900 en 200 v.C., hadden het voor het eerst over de Verlichting van het individu en de samenleving. Het hoogste goed voor de mens, zo stelden ze, is zijn leven in dienst van het mededogen met andere mensen te stellen. De grote georganiseerde godsdiensten hebben deze wijsheid op hun eigen manier opgeëist en ingevuld.


    Door de West-Europese Verlichting is deze invulling in vraag gesteld en afgewezen. Volgens de Verlichte denkers is de mens begaafd met rede en vrije wil. Hij is het aan zichzelf en zijn medemensen verplicht deze eigenschappen zo goed en zo autonoom mogelijk te gebruiken. Het autonome gebruik van de rede staat gelijk met vrijheid, zelfstandigheid en volwassenheid. De Verlichting heeft daarmee de suprematie van de religie in het Westen doorbroken. Het primaat van de rede staat ook aan de basis van de bloei van het wetenschappelijke denken en de technologie. Een nieuw tijdperk was begonnen waarin de belofte van een grootse toekomst besloten lag.


    Toch heeft de Verlichting de mensheid niet het heil gebracht dat ze beloofde. In naam van de grote principes Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid brachten de voorbije eeuwen wel de huidige democratieën voort, maar ook het brutale kolonialisme en een aantal totalitaire regimes die zich aan gruwelijke genociden te buiten gingen. Uiteraard waren de meeste daders uitgesproken vijanden van de Verlichtingsideeën en het democratische systeem. Toch werden deze misdaden door zoveel mensen geduld en in veel gevallen zelfs verdedigd of toegejuicht. Was de historische Verlichting dan niet meer dan de wensdroom van een klein aantal westerse filosofen, kunstenaars en wetgevers die nauwelijks vat hadden op de maatschappelijke realiteit?


    De geschiedenis heeft ons geleerd dat het niet volstaat te streven naar een rationele en seculiere samenleving opdat de Verlichtingsideeën zouden bloeien. Zijn ze dan onrealistisch of hopeloos voorbijgestreefd? Hoe kunnen wij het erfgoed van de Verlichting benoemen en in de praktijk brengen zonder weer in excessen te vervallen? Wat kan de Verlichting ons nog leren? In dit boek komen deze vragen aan de orde.


    In een eerste hoofdstuk buigt Ludo Abicht zich over de oorsprong, de ontwikkeling en een aantal wezenlijke aspecten van de Verlichting. Daarbij valt op hoe, op basis van dezelfde grote principes, de verschillende denkers er al meteen zeer verscheidene interpretaties op na hielden. Sommige tegenstanders noemen dit een zwakheid, het is echter geheel in de lijn met het primaat van het autonome en zelfstandige denken. Een onderscheid dat later zeer belangrijk zal blijken is dit tussen de radicale en gematigde denkers. Voor radicale Verlichte denkers dienden de theoretische inzichten immers ook op politiek en sociaal vlak in praktijk gebracht te worden. Zij wilden ook de wereldlijke macht inrichten volgens de Verlichtingsideeën. De gematigde denkers, die hun pijlen vooral richtten op de godsdienst, hebben echter het pleit gewonnen. De wereldlijke machthebbers waren zeker in eerste instantie niet geneigd Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid voor allen, dus een echte democratie, te realiseren.


    Dit is meteen al een van de kritieken die de Verlichting te verwerken kreeg. Deze en andere kritiek behandelt Abicht in het tweede hoofdstuk. Al vanaf het begin van de Verlichting werd zowel uit conservatieve en reactionaire als uit progressieve hoek kritiek geuit en ze is nog steeds actueel. Vandaag zijn verbazend genoeg meer voorstanders van de Verlichting te vinden in het traditioneel rechtse kamp dan in linkse kringen.


    Het leeuwendeel van het boek gaat uiteraard over de betekenis die de Verlichting kan hebben voor de moderne, democratische samenleving. In het derde hoofdstuk gaat Abicht op zoek naar die elementen uit de Verlichting die strategisch of pedagogisch nuttig kunnen zijn voor de verdediging van de huidige democratische samenleving en zonder dewelke de democratie gewoonweg niet langer kan bestaan. In navolging van Ernst Bloch toetst hij enkele grote Verlichtingsthema’s op hun actualiteitswaarde, onder andere waarheid en kennis, vrijheid, gelijkheid.


    Zijn conclusie is zowel eenvoudig als complex. Het project van de westerse Verlichting heeft zeker niet afgedaan en is nog altijd brandend actueel. In een geglobaliseerde wereld met een grote diversiteit aan levensbeschouwingen en culturen willen immers alle mensen op evenwaardige manier aan bod komen. De Verlichting mag dan wel Europees van oorsprong zijn, ze is ook universalistisch: ze gaat alle mensen overal aan. Bovendien zijn ook in andere culturen en samenlevingen Verlichtingsideeën aanwezig. Abicht noemt het project van de Verlichting het voorlopig beste discussieplatform voor de realisatie van actief en authentiek pluralisme. In de negatieve betekenis betekent dit het afwijzen van elke vorm van fundamentalisme, in de positieve betekenis als een poging om op een open en positieve manier met de diversiteit aan levensbeschouwingen en culturen om te gaan.


    Huldigt Abicht hiermee niet een al te positieve en dus eenzijdige visie op de mens en de samenleving? Kan de rede het uiteindelijk winnen van bruut geweld of eng groepsgevoel? Recente inzichten in de werking van het brein lijken er immers op te wijzen dat de mens niet in de eerste plaats een redelijk wezen is, maar zich vooral laat leiden door emoties en gevoelens. We leven in een onttoverde, seculiere wereld. Veel mensen voelen zich daarin ontheemd. Mensen blijven immers de vraag stellen naar de zin van het leven en de dood. Volgens Abicht zullen de slaagkansen van een hernieuwde Verlichting afhangen van de mate waarin ze in staat is op een positieve manier op deze reële menselijke vragen en behoeften in te gaan.


    Als we het onafgewerkte project van de Verlichting een nieuwe kans willen geven, moeten we de spanningen in een samenleving onder ogen zien en niet verwerpen, en zoeken naar een manier om het midden te houden. En in de geest van de vrije rede, moet al wie met betere voorstellen komt een kans krijgen om anderen van zijn gelijk te overtuigen. Hiermee pleit Abicht voor een echte vrije meningsuiting, die niet wordt ingeperkt door individuele en groepsgevoeligheden. In het licht van meer en minder recente maatregelen, zoals het verbod op negationisme en het hoofddoekenverbod, is dit een zeer belangrijke stellingname.


    Actief en authentiek pluralisme is dus geen afgewerkt en onveranderlijk geheel zoals de thora, bijbel of koran. Het is daardoor niet de gemakkelijkste, maar wel de enige weg naar een wereld waarin de waarden van de Verlichting voor alle mensen werkelijkheid kunnen worden. Het is de voorwaarde voor een authentieke democratie en een open samenleving, waarin de macht zo breed mogelijk gespreid is.


    Dit boek is een stevig pleidooi voor diversiteit, vrijheid, tolerantie en actief pluralisme. Abicht presenteert een sober en tegelijk diepgaand betoog, dat bovendien zeer leesbaar is geschreven en dus vlot te verwerken. Het is ook zeer degelijk gedocumenteerd.

    Een waardevol werk en een echte aanrader!


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-02-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De oudheid is nog niet voorbij
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MEIJER, F., De oudheid is nog niet voorbij. A’dam, Atheneum-Pollak & Van Gennep, 2007, 279 pp. – ISBN 90253 6338 3


    De Grieken en Romeinen werden heel lang beschouwd als de grondleggers van de Europese beschaving. Hun hoogstaande prestaties op politiek, literair en cultureel gebied werden alom geprezen. Men ging ervan uit dat de Griekse en Romeinse maatschappijen op geen enkele manier konden vergeleken worden met moderne samenlevingen. De laatste vijftig jaar is daar echter verandering in gekomen. Megalomane en onafgewerkte bouwprojecten, miskende genieën, wonderlijke genezingen, zelfmoordaanslagen en religieus fanatisme, supportersgeweld, de ouden kenden het ook al. Ze worstelden met dezelfde problemen als wij en hadden het even moeilijk om daar passende antwoorden op te vinden.


    In dit boek biedt Fik Meijer ons een blik in de leefwereld van de ouden. Hij wil laten zien dat de oudheid moderner is dan vaak wordt gedacht. Je zou het ook kunnen omkeren: de moderne samenleving is niet zo nieuw als we veronderstellen. De verschillen tussen beide zijn vooral te verklaren uit andere leefomstandigheden en omgevingsfactoren. In tegenstelling tot de onze waren de Griekse en Romeinse samenleving onder andere een overwegend agrarische samenleving. Mensen blijven mensen, in welke tijd ze ook leven.


    Fik Meijer biedt ons geen aaneengesloten geschiedenis, maar een reeks afzonderlijke verhalen die telkens een ander aspect belichten van de oudheid. Het is een compilatie van zeer uiteenlopende onderwerpen. Met thema’s als een waardige oude dag en de vrije wil maakt hij soms een expliciete vergelijking tussen de oudheid en het heden. Het boek had meer waarde gehad indien hij dit vaker en explicieter had gedaan.


    Achteraan is een interessante leeslijst opgenomen. Een handig en volledig namenregister vervolledigt het geheel.

    Een pretentieloos, vlot leesbaar boekje voor wie meer wil weten over het leven in de oudheid.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!