Na de tweede WO had de DB behoefte aan krachtige elektrolocs voor zwaar goederenvervoer. Tussen 1957 en 1973 kwamen er 194 stuks van deze serie op de sporen. Met een gewicht van 128 ton en een vermogen van 4500 kW waren het voor die tijd krachtpatsers. De maximum snelheid van 100 km/u was voor goederentreinen toen ruim voldoende. Oorspronkelijk E50 genoemd werden ze vanaf 1968 hernummerd in de reeks 150-001 tot 150-194. Deze locomotief heeft een stalen frame dat rust op twee drieassige draaistellen. In de draaistellen wordt elke as door een elektrische motor aangedreven. Om een te zware belasting van een enkel draaistel te voorkomen zijn de draaistellen met een speciale koppeling met elkaar verbonden. In 2003 ging de laatste 150 buiten dienst.
Ook in model is deze loc een krachtpatser, in dit geval van de firma Roco. Op mijn baan trekt deze zonder problemen een goederentrein met 16, hoofdzakelijk 4-assige, tankwagens op een bergachtig traject met hellingen tot 3%.
Een tip als je met bovenleiding werkt. Zulke treinen rijden bij brandgevaarlijke producten met de voorste pantograaf tegen de draad i.v.m. explosiegevaar door vonkvorming.
|