Ik ben mark dejongh
Ik ben een man en woon in Sint Gillis-Waas (Belgie) en mijn beroep is ziekenhuisapotheker.
Ik ben geboren op 23/08/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: joggen, tafeltennis, fietsen.
ik heb ook een mooie verzameling van meer dan 64.000 kroonkurken uit 200 verschillende landen.
Maar veel belangrijker, al meer dan 35jr. gehuwd met Irma en vader van vele lieve kinderen : Christophe, Thomas, Tine, Katrijn, Frederik, en Roeland.
opa gaat op stap
Relaas van de wandeltocht van St. Gillis-Waas naar Santiago de Compostela 112 dagen op pelgrimstocht : ontdekken, ontmoeten, onthaasten.
05-05-2012
Pelgrimsgeluk
Toen ik gisteren een bezoek bracht aan de kathedraal St. Etienne en het aanpalende klooster in Cahors speelde ik mijn vriend Jan een tijdje kwijt. Ik loop alleen door een stemmig middeleeuws straatje en zie daar een klein schoenmakersatelier. Omdat er recent weer een haakje van mijn bottin, waarrond ik de nestel draai, was losgekomen besluit ik om binnen te gaan. Ik toon mijn vuile bottin en mag hem direct uitdoen. Ik mag zelfs de kleur van het garen kiezen en ik ga voor "roze". Het is een lieve dame die zich over mijn onmisbaar schoeisel gaat ontfermen, terwijl ik met de heer des huizes een babbeltje sla. En ja hoor, enkele minuten later is het haakje weer vastgestikt en ook enkele andere naden die weer opnieuw gelost waren zijn mee gerepareerd en overstikt. Ik wil een foto nemen van de lieve dame die het stikwerk uitvoert, maar eerst wil ze niet. Ik kan haar met veel moeite toch overtuigen Ik denk dat ik mijn schoenen wat te veel "belast": nat, droog, nat, droog en dan klimmen en dalen alsmaar weer dagaan dag. Niet het ideale leventje voor een schoen,"maar ze zijn daar toch voor gemaakt" denk ik dan. "Waarom heten ze anders stapschoen? Waarschijnlijk is zelfs de sterkste garendraad daar niet tegen bestand?" Afin ik kan weer verder en vraag hoeveel mijn schuld is: "Zero euro, monsieur". Ik dring aan maar slaag er niet in om iets te betalen. Ze houden van pelgrims daar in dat kleine leuke ateliertje!!
Dus beloof ik hen om binnen enkele weken, als ik het geluk heb om aan te komen, een kaartje te sturen uit Santiago de Compostella. Ik neem alvast een adreskaartje mee dat er op de “mini-toog” staat.
Wat later vind ik Jan weer terug en we gaan samen naar het station, waar ik hem uitzwaai… Daar gaat ie. Ik moet weer even een traan wegpinken terwijl ik hem nog eens stevig omhels...Hij was de rust zelve, een fijne compagnon en een supervriend waar ik heel goed mee kon opschieten de laatste 2 weken.
In de gite hier slapen ook de 4 dames, Liddy en co, die ik in Lacapelle Marival voor het eerst ontmoette en later ook in Rocamadour. Ze beëindigen vandaag hun tocht na 1 weekje stappen. Verder slapen daar Michelle en Alain, een koppel uit Bretagne. Ze zijn ook in Vézelay vertrokken en via le Puy-en-Velay, zoals ik, voor hun tweede pelgrimstocht naar Santiago op weg. Gisterenavond was er nog iets speciaals te beleven: in de grote kerk was er een viering waarbij een relikwie van de heilige Théresia van Lisieux, bewaard in een groot zwaar schrijn, vereerd werd. Heel stemmig in die grote donkere kerk. Toen ik weer naar de gite wandelde was het aan het donderen en bliksemen bij valavond...
Vanaf 7u is er ontbijt te krijgen in de gite waar ik sliep vannacht, en het begint hier rond de PC al aardig druk te worden.
Het is fris en kil buiten, maar het regent (nog) niet ! Weer een nieuwe dag, de eerste van week 10 op mijn weg naar Santiago de Compostella, de eerste dag zonder Jan, de vriend die me meenam voor het ommetje naar Rocamadour!
Een goed weekend allemaal, en ik wens jullie het goede weer toe waar hier ook iedereen naar uitkijkt!!
Hallo Cahors, het is nu zaterdagochtend half 7, in de gite "relais des Jacobins". Er sliepen twee Franse "ronfleurs" (vrij vertaald "ronkers, snurkers") op ons kamerke van 4. De ene heet Alain uit Lille - Rijsel ergens, de andere was Denis, een goedlachse "zware" man met al wat leeftijd en flink wat overgewicht. Ik was gisterenmiddag Nicolas tegen het lijf gelopen toen hij aankwam in Cahors. Ik had juist mijn rugzak weggezet in deze gite en wist dat er nog 1 plaatske vrij was. Het regende en ik had een paraplu geleend van de uitbater, om de stad te bezoeken. Nicolas besluit om de reservatie die hij had voor een andere slaapplaats in Cahors te annuleren en bij mij te komen slapen. Hij en ik sliepen boven op het stapelbed en de 2 Fransen onderaan. Ik heb vannacht wel wat gerommel en gesnurk gehoord, maar voor mij viel het al bij al nog mee. Nicolas daartentegen heeft zijn matras van het bovenste bed gesleurd en heeft zich in de gang naar het toilet gelegd. Gelukkig is ie met al die slaapmiserie zijn goed humeur niet kwijtgeraakt en we hebben zojuist samen zijn matraske weer op zijn plaats gelegd in het bovenste bed. Gelukkig voor hem waren er vannacht ook niet veel passanten op weg naar het toilet ...
Om uit Cahors weg te raken loop ik eerst alleen enkele km langs de Lot, tot aan de “pont du diable” en daar gaat het via een steile trap recht de helling op om uit de vallei te raken. Ineens goed wakker !
Nicolas gaat eerst nog op zoek naar een paar nieuwe sokken.
Hallo koud België Vandaag was het maar een heel korte etappe van 15 km. Het begon al super; in de luxueuze en heel sfeervolle oude boerderij zijn we de gast van twee 80-plussers met 4 kinderen, 13 kleinkinderen en een 7-tal achterkleinkinderen. Bij het ontbijt bied ik aan Jan mijn gouden zakboekje aan om er een afscheidstekeningetje in te tekenen voor mij. Het is een echte artiest, en op enkele minuten tijd schetst hij, "zomaar uit het vuistje" een supermooi stel bottinnen en 2 stapstokken tussen de bloemetjes. Rond de middag zijn we al in Cahors aangekomen. We stappen langd de rivier de Lot en zien daar een stel piepkleine eendjes achter moeder eend aan zwemmen. Ineens houdt Jan halt, en hij zet zijn wandelstok, die wat te kort was voor zijn lengte, tegen een boom. “Adieu mon baton” na 3 weken stappen, want ik kan je toch moeilijk meenemen op de trein naar Parijs… Dan hebben we onze laatste picknick samen onder aan de supermooie heel oude brug de "Pont de Valentré of pont du diable" Na de picknick direct naar de post: het kost me 27€ om de rommel op te sturen die ik kwijt wil, maar dat heb ik er graag voor over. Nu weegt Drappy 1.5kg lichter. Ik moest wel mijn volle gewicht op de doos zetten om ze toe te persen.... Dan naar de fotowinkel om een copie te nemen van de memory-card van mijn fototoestel naar een USB stick : 1200 foto's zijn nu ook onderweg via de post naar huis. De kans dat ik die kwijt speel is dus ook geminimaliseerd. Maar het leukste verhaaltje van de dag is voor straks. Nu eerst gaan eten
Aan alle lezers die al een berichtje achterlaten af en toe: bedankt , plezant om dat te kunnen lezen, want ik heb al begrepen dat het leven ginder gewoon door gaat, terwijl voor mij hier de tijd stil staat en het leven heel anders geworden is. Blijven reageren zou ik zeggen !!
In onze piepkleine gite voor 3 personen hebben we onze zoveelste mini-pastaparty gehad (met slechts 2 deelnemers deze keer). Paul onze Canadese gast heeft zijn eigen soepke gebrouwd met een broodje... En Nicolas klopte ook nog aan om bij ons te slapen. We boden hem aan om "in het zwart" zijn matraske beneden op de zetel te leggen, maar hij verkoos dan toch om als enige klant wat verder in de camping zijn tentje neer te planten. We waren al vroeg op pad vandaag vanuit Bastide Murat onder een stralend zonneke, en na 1km stopt een meneer in een 2 PK-tje. Hij wil ons waarschuwen dat de GR misschien moeilijk te volgen is in het dal. Het blijkt een Antwerpenaar te zijn die hier een klein hotelleke uitbaat wat verder. Het is al 3 dagen droog, dus we slaan zijn waarschuwing in de wind. We moeten inderdaad weer over een ferme sloot kruipen, maar na de oefeningen van de vorige dagen vormen de losliggende keien waar we op stappen geen enkel probleem meer.
Ik voel me tijdens de wandeling een beetje zoals een kind op de kermis. Na een aantal toertjes in de flitsende roetsjbaan ("grand 8 (huit)" zeggen ze hier) zit ik nu wat rondjes te draaien op de paardenmolen, en dat vind ik ook eens een fijn intermezzo om weer tot rust te komen. Ineens passeren we een reuze tros bijen aan een tak langs de kant van de weg. Vlug een foto en stillekes in een wijde boog er omheen. Het landschap verandert voortdurend en de zon begint al aardig te branden. De krekels zijn alom aanwezig en er zijn 2 koekoeken die elkaar het hof maken, of uitdagen, ik weet het niet. De ene koekoek blijkt soms te hakkelen, echt bizar om te horen; De picknick is zalig en een kleine siësta geeft me al een voorproefke van de camino Frances in Spanje. Jullie kunnen je waarschijnlijk moeilijk voorstellen dat er nog wat goed weer is, maar hier is het eindelijk zover na heel vele winterse dagen... In Vers komen we kort na de middag aan en we trakteren onszelf op een frisse Stella op het terras van een heel chic restaurant. Het is nog te vroeg om te stoppen en we stappen nog 4 km verder naar les Mazuts waar we al rond 16u. aankomen. We zijn wat te vroeg en moeten aan de poort van de hoeve even wachten op de eigenaars. Ik heb voor de vriendelijke gastvrouw van meer dan 80 jaar al direct 2 prangende vragen : - "Heeft U een computer voor de gasten?" Het antwoord is "ja"! - "Heeft U een pintje voor ons"? Ze weet het niet zeker en wat later komt ze terug met haar enige 2 blikjes Heineken; Afin als ge echte dorst hebt smaakt dat ook lekker.
Verder nog melden dat ik mijn pakje nog steeds niet heb kunnen terugsturen want in Vers is het postkantoor alleen maar in de voormiddag open. Ik begin er bijna stress van te krijgen. Morgen zal het zeker lukken want dan slapen we in Cahors: het wordt een korte etappe van +/- 15km. Daar zal ik afscheid nemen van Jan die op de trein stapt richting Parijs. Weer een nieuwe supervriend die ik zie vertrekken, maar ongetwijfeld kom ik weer andere pelgrims tegen na mijn "petit détour vers Rocamadour". Het pelgrimsbestaan kan zo mooi zijn als de zon schijnt, maar het kan soms ook hard zijn op het moment dat je weer moet afscheid nemen van een goede vriend.
In de gite waar een lieve hospitalero ons ontvangt met open armen moeten we eerst toch even bekomen van onze korte , maar super intense etappe. En dan volgt weer een fikse wandeling helemaal naar het dorp boven Rocamadour om daar pasta te kopen en halve liter bier te drinken. In Rocamadour is er geen enkele kruidenier...Daar komen we de 3 Franse eendagstoeristen weer tegen. Ze hebben de oversteek van de Anzhou op de boomstam blijkbaar goed overleefd. Dan smul ik een ijsje op en breng met Jan een bezoek aan het kasteel helemaal boven op de heuvel ( weer ferm klimmen langs de XII staties van een kruisweg)! 's Avonds op de pastamaaltijd kunnen we wat bijpraten met de anderen die daar zitten.(onder andere de 4 dames van eergisteren). " 't Schijnt dat er de dag voordien een meisje in de rivier is gevallen." Ze sliep ook in onze gite in Lacapelle Marival en in de gite in Rocamadour de dag voor ons. De hospitalero kent haar naam : "Adeline" Ze is ons gisteren voorbijgewandeld in de pletsende regen en is gewoon verder gewandeld. Ze stond voor die kolkende rivier, en is er gewoon doorgewaad, het water tot boven haar middel. Ze was doodsbang geweest , met die rugzak op haar rug en is gelukkig niet meegesleurd in die helse stroming. "Het verstand komt niet voor de jaren" zegt men wel eens en deze keer was dat echt. Ik vlieg hier buiten in de bibliotheek van Bastide Murat want ze gaan sluiten. Nog vlug vertellen dat ik vandaag niks speciaals beleefd heb: gewoon 26 km wandelen in de zon.
Veel pelgrimsgroeten en tot een volgende keer maar weer Mark
Als we in gite "Pierre Bonhomme" zitten valt er nog regelmatig een ferme regenbui uit de lucht. Adeline heeft ons voorbijgestoken en stapte verder naar Rocamadour.Wij zijn blij dat we door dat rotweer niet verder lopen en dat we onze spullen nog eens op ons gemak kunnen wassen en laten drogen. 's Avonds gaan we in een gezellig restaurant een lokale specialiteit eten. We raken aan de babbel met 2 toeristen die uit "het noorden" komen, uit Issy l'Eveque. Ik moet zowat langs hun deur gepasseerd zijn en heb er mijn picknick daar opgegeten aan de kerk , met een camion vol varkens voor mijn neus. Als ze vertrekken hebben ze nog wat wijn over"voor de pelgrims". We aanvaarden met dank hun sympathieke gift! De volgende morgen ziet het er super uit : geen zwarte wolken meer maar een helblauwe hemel. En weg zijn we, Jan en ik . Onze medebewoner van deze nacht, Nicolas, vertrekt een poosje later. A propos Nicolas is toch wel geboren zeker op mijn huwelijksdag : 28-12-1974. wat een toeval! Maar dat even terzijde. Aan het kerkhof staat er een bordje: "Rocamadour 10km". We stappen een half uur en komen weer een bordje tegen : "Rocamadour 10km". Och, dat geeft niet : het zonneke schijnt super fel, een halfuurke langer stappen is geen erg. Rond 12u kunnen we daar al aankomen. Enkele km verder op de GR moeten we naar beneden afdalen in de vallei van de Alzou, het rivierke dat langs Rocamadour loopt. Er hangt een papier: Oversteek in de vallei beneden is "riskant". Het is beter om boven op de parking je weg te vervolgen en later af te dalen in de vallei ofwel de weg over de bergkam te nemen" Er staan nog 3 Fransen, 3 jonge gasten, die samen met ons verder lopen (het is daar ook feestdag op 1 mei) Een eind verder ("Rocamadour 8.7km") komen we aan de resten van een Romeinse "oppidum" , een uitkijkpost met zicht over heel de vallei. Supermooi uitzicht over die steile rotswanden waar onderaan de rivier verder slingert naar Rocamadour.We hebben ondertussen daar beneden al een kolkende enorme waterval gezien en achten ons gelukkig dat we boven gebleven zijn. De GR gaat daar aan dat Romeins gedoe naar beneden en iedereen volgt de pijltjes.Beneden lopen we een hele poos naast de kolkende Alzou langs een mooi kronkelend boswegeltje. En dan ineens een GR teken aan de overkant van die rivier , "maar geen brug". De rotsen waar je normaal gebruik van maakt om over te steken zijn verstopt onder de kolkende watermassa. Iedereen blijft aan de verkeerde kant, maar het boswegeltje staat nu onder water. We kruipen op de helling omhoog en proberen langs daar verder te geraken. Het is steil, rotsen, losliggende keien, rotte takken vol mos, die afbreken als je ze vastgrijpt om niet te vallen. Onze pret verandert al gauw in bittere ernst om niet uit te glijden en naar beneden te schuiven. Wat later zijn we onze 3 Franse "voorgangers" kwijt en roepen heeft geen zin met het lawaai van die bruisende watermassa onder ons. We klimmen alleen verder, het wordt alsmaar steiler en tenslotte staan we voor een rechte rotsmuur, waar een pelgrim met een zware rugzak echt niet op durft. Het is al 12 uur geworden ondertussen. We draaien rechtsom, en kruipen weer voorzichtig terug naar beneden, en af en toe schuiven we uit. Halve alpinisten voelen we ons , maar wel met een ei in ons broek, want het is weer eens de hel (deze keer geen sneeuw, geen regen, geen hagel, geen modder, maar steile rotsen en losliggende keien). Een uitschuiver hier kan het einde van mijn pelgrimstocht betekenen. Ik mag er niet aan denken en ook niet paniekeren. Waarom moet dit ons nu juist vandaag weer overkomen ? Als we terug aan de kolkende watermassa daar beneden staan een uur later, staan de 3 Fransen daar ook weer. Ook zij stonden geblokkeerd ergens aan diezelfde loodrechte rotswand. Ze blijven daar achter en we zien van op een kleine afstand de eerste van de 3 over een boomstam, terwijl zijn voeten in de rivier bengelen, beetje bij beetje vooruitschuiven. Halverwege op een eilandje moet ie het tweede deel van de bruisende watermassa 'te voet' door waden met het water tot boven zijn knieën. Neen, dat risico willen we echt niet nemen, en we klimmen weer helemaal terug omhoog , vanwaar we gekomen zijn, naar die oppidum van onze Romeinse voorouders. Daar volgen we een ander klein paadje dat ons naar Rocamadour zou moeten leiden. Maar wat verder loopt dat paadje al dood. We besluiten om toch door te stappen door het struikgewas bovenaan de diepe vallei. We komen aan een afsluiting met pinnekesdraad, die we kunnen volgen. Een heel eind verder , het is al half 3 ondertussen, zetten we ons boven op een rots neer voor een picknick, want we zijn op en hebben wat energie nodig. Wat een prachtig uitzicht over de vallei van de Alzou. Tijdens het eten hebben we tijd om een nieuw strijdplan op te maken: helemaal onderaan, langs de rivier, zien we wat eendagstoeristen wandelen. Dat moeten zeker "Rocamadouranen" zijn die een wandelingske langs de GR maken. We zien ook een wegel die aan onze kant van de rivier omhoog loopt in het bos. Met een volle maag en nieuwe moed gaan we weer op stap en uiteindelijk bereiken we heelhuids onze volgende slaapplaats in een kloostertje (van de orde van père Bonhomme) in Rocamadour. Dank U St. Jacobus voor deze spannende namiddag in de prachtige natuur onder een stralende zon: we zijn heelhuids aangekomen ( al zag het er even heel anders uit!) en hebben weer een dagje beleefd op onze pelgrimstocht om nooit meer te vergeten.
Van Figeac gaat het verder naar Lacapelle Marival. Als we daar aankomen installeren we ons in de gite en dan brengen we een bezoek aan een fototentoonstelling in een mooi eeuwenoud kasteel (1€ inkom). Het zijn allemaal sobere zwart-wit foto's van oude historische gebouwtjes en ruines in die regio. En nog hebben we wat tijd over, zodat we verder trekken naar het enige café in dat dorp dat geopend is. We kunnen daar kijken naar een internationale rugbymatch tussen Frankrijk en ??. Jan is een fervente supporter van zijn Franse team.
Ook tot daar zit het weder lekker mee. De volgende morgen trekken we van Lacapelle Marival richting Gramat. We zullen daar slapen in een gite die nog maar pas geopend is: het is het geboortehuis van een zekere Pierre Bonhomme, priester-stichter van een orde religieuzen, die daar in die regio wel gekend is en meerdere kloosters heeft opgericht. We zullen zelfs in het kamerke slapen waar de vrome man in 1803 geboren zou zijn (zijn bedje staat er niet meer). Maar nu even terug over het weer: in Lacapelle Marival passeert er een flink onweer 's avonds terwijl we allen samen gezellig eten. Dan komt er een jong meisje aankloppen die enkel een tentje bij zich heeft en ze vraagt gratis onderdak voor één nacht want ze is bang van dat dreigende onweer. Er zit een groep van 4 lieve dames-pelgrims bij aan tafel. Ze zijn onderweg voor 1 week en stoppen hun tocht in Moissac. Ze willen al direct de verblijfskosten van Adeline voor hun rekening nemen!! Maar dat wil de sympathieke uitbater niet. Hij neemt het meisje even terzijde: ze krijgt kost en inwoon, maar ze moet de volgende ochtend wel wat stofzuigen en helpen kuisen voor even... . En verder slaapt daar nog Nicolas Zurlinden, een Fransman die al vele jaren in England woont, en daar aan een universiteit werkt in Bristol. Hij weet ons boeiend te vertellen over de electrische autootjes op Heathrow (luchthaven Londen) die zonder chauffeur, mensen van op de parking met hun bagage naar een "gate" brengen en omgekeerd. Al jaren is hij met een team dit project aan het uitwerken en bijsturen.
Jan en ik vertrekken de volgende morgen, als Adeline, zo heet het jonge meisje, nog volop aan het "werk" is. Na 10' begint het al te druppelen. We trekken direct onze regenkledij aan in de open schuur van een boerderij, maar het regent steeds harder en we zijn weeral kletsnat na een uur. Ook onze voeten kunnen we niet drooghouden: regelmatig moeten we door de overstroomde beken en rivierkes ploeteren terwijl het onophoudelijk verder regent. De wandelpaadjes zijn omgevormd tot mini-rivieren. In de lege receptie van een camping houden we even halt op een bank om terug op krachten te komen. We eten wat koekjes, die daar op de toog staan voor de gasten, en zijn weer een beetje opgedroogd want het is even gestopt met regenen. Als we vertrekken zien we Adeline, de jonge "kuisvrouw" passeren. We kunnen haar echt niet volgen. Wat een tempo. Wat later zien we achter ons van die donkere zwarte wolken opdoemen en ja hoor, als we bijna in Gramat zijn krijgen we eerst nog een lekker onweer op ons "dak". We zien de schaapkes in de weiden vluchten onder de boom. Er is plaats voor een 20-tal diertjes. De rest van de kudde crosst verder naar de volgende boom. Wij hebben geen boom om onder te schuilen, en de wind en de hagelbollen maken het extra "leuk". We komen al vroeg in de namiddag aan rond 2u. en hebben helemaal geen zin om met dat weer verder te ploeteren tot Rocamadour. Er hangen nog veel dreigende wolken in de lucht ! De dame van de gite is zo vriendelijk om ons al anderhalf uur vroeger dan normaal in haar giteke te ontvangen. Eerst al onze natte spullen uittrekken. We hangen ze op aan een nog door ons te spannen wasdraad op de binnenkoer. De rest gaat in de droogkast. Dan een lekkere warme douche om die hagelbollenmassage en de bliksemschichten te vergeten. Verdorie, mijn damarke is gekrompen in die droogkast!!
We wandelen even rond naar het toerisme-bureau en krijgen er van een "zure pruim" een kaart van de regio. Wat verder in een wijnwinkel volgt een mini-degustatie en we kopen ons een flesje lekkere wijn. Jan heeft de minste kilo's in zijn rugzak, hij heeft de fles gekozen, en hij zal ze morgen heel de dag meedragen... Ondertussen komt er nog een kletsnatte pelgrim toe: Nicolas, de Franse engelsman. Hij gaat die avond met ons mee cassoulet eten in een restaurant. Daar krijgen we van een koppel toeristen nog een halve fles wijn toegestopt: ze zijn afkomstig van "het noorden", Issy l'Abbaye, waar ik enkele weken terug ben gepasseerd.
Ik denk dat het de dag voor Figeac was in Livinhac-le-Haut We slapen in de gite communale en buiten zit er een struize jongeman op een bank in de kleine tuin terwijl ik op vrijdagavond weer eens naar mijn collega's bel op het werk in de apotheek van het ziekenhuis om hen goed weekend te wensen. Het blijkt een Antwerpenaar te zijn. Hij weegt minstens 120 kg, en sleurt een caddy achter zich mee waar al zijn gerief in zit. Hij heeft 40kg bagage bij (jawel 40kg). Met dat ding geraakt ie natuurlijk niet vooruit en op de koop toe moet hij langs de grotere wegen passeren, want langs de GR is dat quasi onmogelijk met al die modder en die keien... Ik eet weer pasta, ditmaal samen met Elisabeth, Isabelle, Jan en Pierre. Dan volgt een korte avondwandeling rond het pleintje aan de kerk. Marie-Pierre slaapt alleen in een gite die nog volop wordt gerenoveerd door een koppel Spanjaarden. Ze stuurt vanop een bank haar "poème" naar mijn mailadres. Het gedichtje zal nooit aankomen en ik zal haar nooit meer terugzien. Niemand heeft haar adres. Een engel die uit ons gezichtsveld verdwenen is... De dikke vriend daarentegen heeft een kartonneke blonde Leffe bij zich als we weer in de "living-eetzaal-polyvalente ruimte-slaapzaal" (zie verder) binnenkomen. Hij drinkt er 3 van op en de vierde is er eentje voor mij, zijn nieuwe maat uit zijn buurt in België. Na de pastamaaltijd blijft hij nog verder TV kijken, en naar het schijnt ook verder wijn drinken almaar door (minstens een fles, en dan nog een carafke volgens mijn ooggetuigen ter plekke) met mijn kamergenoot Pierre en Isabelle, de keukenprinses, tot een uur of 11. Ik lig dan al lang onder de lakens. De volgende morgen liggen er 2 onder de tafels op de grond te slapen. Naar het schijnt had "mijn nieuwe vriend", die in kamer 1 sliep, zo hard gesnurkt dat er 2 gasten in het holst van de nacht hun bed hebben geruild voor een plaatske op de grond in de refter... Gelukkig sliep ik in kamer 3!!
Ja Drappy, de rugzak, is altijd bij mij en nu even een woordje van dank voor haar. Bij het vertrek in Conques was er een steile afdaling op een middeleeuwse kasseiweg. Het was kil en vochtig die morgen en ineens glij ik onderuit. Wat doe je als je onderuit gaat? Je armen uitsteken om de schok op te vangen. Met een plof kom ik op mijn rechterpols neer, MAAR gelukkig was daar Drappy. Het was alsof ik op een kussentje terecht kwam op de slaapzak die steeds aan Drappy vasthangt onderaan! Ze brak mijn val , mijn pols deed effe goed pijn maar het ging snel weer beter. Zonder die schokbreker had ik misschien wel een gebroken pols gehad , of 2 ???!!! Ik durf er niet aan denken !
En nog wat over Drappy: Ze heeft al een hele tijd een opgeblazen gevoel, alsof er vanalles inzit dat er uit moet. Gisterenavond in Rocamadour heb ik me even over haar ontfermd en ik heb een zakje gevuld om haar, en ook mijn schouders en heupen en knieën en hielen te ontlasten. In dat zakje zit o.a. mijn scheermachien, een dweil (die dienst doet als handdoek), enkele paar sokken die ik teveel meesleur sinds Le Puy-en-Velay, mijn "damar" onderhemd dat gekrompen is in de droogkast van Gramat, wat Imodium en andere pillen die ik denk niet meer nodig te zullen hebben. Ik hoopte het vandaag in Bastide Murat, in de post op te kunnen sturen. Maar wat raadt ge: we zijn aangekomen rond 15u30 en zoeken ons slaapplaatske ( een klein rijhuisje met slechts 3 bedjes). Direct op pad naar het postkantoor met mijn rommel. De post sluit om 16u en ik ben 10' te laat... Wat jammer, ik zal nog minstens 1 dag langer met die spullen moeten sleuren. Dan maar verder naar het caféetje op het plein, want een frisse pint hebben we wel verdiend na 26km stappen tussen de tsjierpende krekels onder een stralende zon. Ja ja " het kan verkeren" zei Bredero ooit , en dat geldt ook voor het weder voor de pelgrims ! Van het caféterras trek ik nog even langs de lokale bibliotheek, die is gelukkig wel wat langer open dan het postkantoortje. Zo kan ik dan eindelijk al die wonderbaarlijke avonturen neerpennen, want ik beleef zoveel intense belevenissen op een stukje camino, waar je dat echt niet zou verwachten!
Ik slaap samen met Jan en Paul, een zonderlinge, maar brave Canadees in het kleine huisje. Nicolas komt toe en er is geen plaats meer: we stellen hem voor om "in 't zwart" bij ons te slapen in een hoekje op de zetel, maar hij verkiest om zijn tentje op te slaan in de (volledig lege) camping wat verderop. Jan en ik bereiden onze zoveelste pastamaaltijd en Paul eet op zijn eentje een bord soep met een boterham...
Na de douche in de gite van Figeac wandelden we wat door de stad (Jan, Werner, een Duitser die ik nog nooit had gezien, en ik). Ineens is er even veel wind. En ineens een jonge gast in paniek want het boompje in zijn voortuintje was afgebroken en blokkeerde de ingang van zijn huis. De brandweer was al uitgerukt naar elders, en het gemeentehuis was al gesloten. Zijn moeder en zijn vriendin zijn ook in paniek. We hebben wat geholpen aan een zinloze onderneming om de takken stuk voor stuk met de hand af te breken. Dan komt er plots een oude buurvrouw aan met een hakbijl. Ze hadden zelfs geen zaagske in huis om zich te behelpen... Na wat hakken hebben we het boompje toch weg gekregen en opzij gesleurd. De voordeur was ontruimd en de familie kon terug naar binnen.
En de roller coaster draait maar door. In Figeac komen we vanuit Livinhac le Haut al aan in de vroege namiddag, na een wandeling onder een stralend zonnetje, door de velden en weiden. Ik maak al stappend wat beter kennis met Isabel, die morgen naar Parijs terugkeert vanuit Figeac. Ze werkte bij een TV-station en heeft haar job opgezegd juist voor de tocht. Haar ouders hebben een hele poos geleden in Haïti ontwikkelingswerk gedaan. We slapen, Isabel, Jan en ik, in een kleine gite van het klooster van de zusters Carmelitessen. Je kan daar enkel maar overnachten na aanmelding in het “bureau de tourisme” waar ze dan contact opnemen met het klooster. De hospitaleros openen de gite om 16u en zij die zich eerst aanmelden hebben plaats… Omdat we een stuk te vroeg zijn gaan we eerst een lekkere pint drinken in een café van waaruit we het klooster, aan de overkant van de rivier gelegen, kunnen observeren. Kwestie van onze slaapplaats niet kwijt te spelen. Als we goed en wel geïnstalleerd zijn op onze slaapzaal met 8 bedden, ga ik naar het hotel wat verder in de straat om op de pc te tokkelen, maar het lukt me niet goed en als ik na een tijdje mijn huiswerk probeer op te slaan op de computer ben ik alles kwijt. Gelukkig is de meneer aan de receptie niet al te moeilijk en ik krijg mijn geld terug.(Ik kreeg de slaaptip van het Carmelitessenklooster van Figeac in Conques van een Nederlander die er als hospitalero verbleven had vorige week).
Het klooster van de carmelitessen is een slotklooster en er zijn nog een 6-tal religieuzen.
Ik ben er op zondagmorgen naar de H.Mis geweest. Het is een kleine kapel aan de zijkant van een grotere kerk. Ik heb nog nooit zo een sobere kapel gezien: minimum minimorum daar. Ook mensen van de gemeente Figeac kunnen mee de mis volgen. Als ik toe kom is het gordijn voor mij en voor het altaar nog toe geschoven. Ik zie wat beweging achter dat gordijn : de slotzusters zoeken hun plaats en zetten zich neer met hun rug naar ons toe. Dan wordt het gordijn opengeschoven en de priester komt vanuit de grote kerk achter mij binnengewandeld. Na de mis verdwijnen de slotzusters weer via de deur langswaar ze zijn binnengekomen zonder een babbeltje te slaan of een blik in onze richting te werpen. Ze leven daar al héél lang binnen die kloostermuren en komen nooit met de buitenwereld in contact, behalve met een dokter als ze ziek zijn en met een priester om te biechten. Alleen maar bidden en werken en nooit meer een voet buiten het klooster zetten in de stad of elders om iemand te bezoeken. Ze ontvangen pelgrims in een hoekje van hun klooster, maar de opvang gebeurt door vrijwilligers (hospitaleros), ex-pelgrims die zich inzetten om ons pelgrimsbestaan wat makkelijker te maken onderweg. Gelukkig dat ze er zijn, zo vinden we weer goedkoop onderdak voor één nacht en moeten we vanavond niet zelf koken!
En de roller coaster draait maar door !! Gisteren sliepen we in een klooster bij de zusters Carmelitessen in Figeac. Later zal ik er nog meer van vertellen. We wandelden (Jan , Werner, en ikzelf) rond in het stadje. Ineens veel wind. Ineens een jong ventje in paniek. Het boomke in zijn kleine voortuintje was afgebroken en blokkeerde de voordeur van het huis. Hij had de brandweer opgebeld, maar die was al uitgerukt, en het gemeentehuis was al gesloten. Zijn moeder etc in paniek, want ze konden met hun baby niet meer binnen in hun eigen huisje. We hebben wat geholpen met takken af te breken tot er een oude buurvrouw aankwam met een hakbijl. Ze hadden zelfs geen zaagske in huis. Na wat hakken hebben we het boomke toch weggekregen en opzij gesleurd.De voordeur was ontruimd en ze konden weer binnen. Happy end zoals in alle sprookjes.
Ik moet stoppen. Nog vlug dit: ik maak een ommetje van +/- 50 km (moet het nog juist uittellen) naar Rocamadour. Ik zit nog op mijn stapschema van zowat 25km per dag, en binnenkort wordt het veel vlakker naar het schijnt om te stappen. Gedaan met de steile hellingen en de modderboel...??!! Ze voorspellen nog een hele week slecht weer en veel regen. Maar dat komt niet altijd uit want pelgrims hebben vaak geluk? Dus ik waag het erop om die omweg aan te vangen en hopelijk wordt het de moeite waard... Ik zit nu in het dorpke met moeilijke naam: Lacapelle Marival. Er staat een mooi groot oud kasteel.Ik mag op het pc-tje van de meneer van de gite mijn ervaringen weer eens neertikken naast de open haard in de living/keuken. Maar, de soep wordt nu uitgeschept door de gastheer .... Tot later!!
En na die superdag in Conques leest Marie-Pierre ons 's avonds voor het slapengaan nog een mooi gedichtje voor op de "slaapzaal" over een ami pèlerin en een à-mi pèlerin. Andere woordjes die er in staan zijn "platsj" , "plets" en zo verder. Ze heeft het al stappend en mijmerend voor ons geschreven. Ze heeft het poëtische hoogstandje in Livinhac le Haut, van op een bank in de avondzon naar mijn mailadres doorgestuurd met haar "slimme gsm", maar het is "mislukt" en ik vind het nergens terug in mijn mailbox. Wat jammer. Hopelijk kom ik haar nog eens tegen zodat jullie kunnen meegenieten van die mooie Franse poëzie en de vriendschap onder pelgrims.
Ja het is zover, ik ben vandaag in CONQUES aangekomen, na een korte etappe van 13km. Het heeft heel de nacht gestormd en hard gewaaid, maar de dagtrip naar Conques verloopt vlotjes. Aankomst rond de middag in dat prachtige dorpje: een 100-tal oude huisjes opeengepropt in een klein valleitje rond een enorme kerk van 1000 jaar oud. Supermooi. Ik schreeuw het uit aan mijn vrienden : 1100 km heb ik gestapt tot in Le Puy + nog eens 200 km naar Conques. Dat is samen 1300km. Groot feest , ik ben halfweg ongeveer, en dat toevallig in dit oneindig mooie plaatske. Ik geniet. Ik kan het niet geloven, 55 dagen stappen, en al die onverwachte avonturen. Ik slaap met Jan, en Marie-Pierre, en nog 7 anderen in zaal nr. 3, een zaaltje met 5 stapelbedden, in het klooster "l'abbaye de ste Foie". Wat een drukte om daar aan te komen. Nadat alle emoties wat op een rijtje zijn gezet neem ik een verfrissende douche en ga op stadsbezoek. Op een uurke zijt ge daar rond , maar elk hoekje is een foto waard. Marie-Thérèse zit kaartjes te schrijven op een steen naast de ingang van de kathedraal en ze zegt me dat er om half 4 een geleid bezoek is van "het moois boven in de kerk". Ik twijfel, "wat heeeel oude stenen op een hoopke" denk ik dan. Maar ik ben al snel klaar met de bezichtiging van het kleine "stadje" , en ga toch maar een toegangsticket halen op de dienst voor toerisme. Op het allerlaatste moment kom ik Jan, mijn gezel van de laatste dagen tegen en weet hem te overtuigen om mee te gaan. Hij heeft geen tijd meer om een ticket te kopen maar na een kort overleg met de gids mag hij zo aansluiten met de groep. Die Romaanse kerk, die supergoed bewaard is, bekijken vanop een hoogte van 20m (7 verdiepingen) is weer een niet te beschrijven ervaring. Het bezoek overtreft al mijn verwachtingen. De gids weet het allemaal zo boeiend te vertellen. Mijn dag kan niet meer stuk. Na het avondeten, allen samen in de grote refter met een 100-tal pelgrims gaan de meesten naar het avondgebed, gevolgd door een uitleg over het tympaan, het beeldhouwwerk boven de inkom van de kathedraal. Dan volgt om 21u30 een orgelrecital door père Jean-Daniel in die prachtige omgeving. Het wordt me allemaal te machtig: zo mooi, zo'n supermooi decor, die eeuwenoude kerk, al die pelgrims rondom mij, die dag na dag met mij optrekken, al 2 maanden weg van het thuisfront, en dan beseffen dat ik vandaag zowat juist in de helft ben. Er komen tranen aan te pas. Gelukkig is het een hele grote kerk, en zit ik wat apart... En naar het schijnt was ik niet de enige met een traan in de ogen. Ook zij die nog maar een week op pad zijn, zijn diep onder de indruk. Wat een dag! Wat een dag!
Ik zit hier in de receptie van een hotel in Figeac, nabij het klooster waar ik slaap, en het wil maar niet lukken met de pc. Je hebt nog een verhaal te goed van een koppige ezel die heel traag stapte. Hier volgt dat verhaaltje met enkele dagen vertraging. We passeren weer dezelfde meneer, onderweg naar Conques: zijn ezel stopt en begint te grazen; hij snokt even aan de lange koord. "Hij heeft honger " zeg ik. "Nee, nee, hij moet stappen, hij probeert me te domineren, ik ben hier de baas!!" Met zo'n ezel stappen zou niks voor mij zijn: Hij zou direct baas over mij spelen, en daarenboven stapt ie zo traag als een ...?? ezel ! Ik zou een half jaar onderweg zijn en zo lang kan ik jullie echt niet missen . Mark