Ik ben mark dejongh
Ik ben een man en woon in Sint Gillis-Waas (Belgie) en mijn beroep is ziekenhuisapotheker.
Ik ben geboren op 23/08/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: joggen, tafeltennis, fietsen.
ik heb ook een mooie verzameling van meer dan 64.000 kroonkurken uit 200 verschillende landen.
Maar veel belangrijker, al meer dan 35jr. gehuwd met Irma en vader van vele lieve kinderen : Christophe, Thomas, Tine, Katrijn, Frederik, en Roeland.
opa gaat op stap
Relaas van de wandeltocht van St. Gillis-Waas naar Santiago de Compostela 112 dagen op pelgrimstocht : ontdekken, ontmoeten, onthaasten.
02-05-2012
Rocamadour 10km
Als we in gite "Pierre Bonhomme" zitten valt er nog regelmatig een ferme regenbui uit de lucht. Adeline heeft ons voorbijgestoken en stapte verder naar Rocamadour.Wij zijn blij dat we door dat rotweer niet verder lopen en dat we onze spullen nog eens op ons gemak kunnen wassen en laten drogen. 's Avonds gaan we in een gezellig restaurant een lokale specialiteit eten. We raken aan de babbel met 2 toeristen die uit "het noorden" komen, uit Issy l'Eveque. Ik moet zowat langs hun deur gepasseerd zijn en heb er mijn picknick daar opgegeten aan de kerk , met een camion vol varkens voor mijn neus. Als ze vertrekken hebben ze nog wat wijn over"voor de pelgrims". We aanvaarden met dank hun sympathieke gift! De volgende morgen ziet het er super uit : geen zwarte wolken meer maar een helblauwe hemel. En weg zijn we, Jan en ik . Onze medebewoner van deze nacht, Nicolas, vertrekt een poosje later. A propos Nicolas is toch wel geboren zeker op mijn huwelijksdag : 28-12-1974. wat een toeval! Maar dat even terzijde. Aan het kerkhof staat er een bordje: "Rocamadour 10km". We stappen een half uur en komen weer een bordje tegen : "Rocamadour 10km". Och, dat geeft niet : het zonneke schijnt super fel, een halfuurke langer stappen is geen erg. Rond 12u kunnen we daar al aankomen. Enkele km verder op de GR moeten we naar beneden afdalen in de vallei van de Alzou, het rivierke dat langs Rocamadour loopt. Er hangt een papier: Oversteek in de vallei beneden is "riskant". Het is beter om boven op de parking je weg te vervolgen en later af te dalen in de vallei ofwel de weg over de bergkam te nemen" Er staan nog 3 Fransen, 3 jonge gasten, die samen met ons verder lopen (het is daar ook feestdag op 1 mei) Een eind verder ("Rocamadour 8.7km") komen we aan de resten van een Romeinse "oppidum" , een uitkijkpost met zicht over heel de vallei. Supermooi uitzicht over die steile rotswanden waar onderaan de rivier verder slingert naar Rocamadour.We hebben ondertussen daar beneden al een kolkende enorme waterval gezien en achten ons gelukkig dat we boven gebleven zijn. De GR gaat daar aan dat Romeins gedoe naar beneden en iedereen volgt de pijltjes.Beneden lopen we een hele poos naast de kolkende Alzou langs een mooi kronkelend boswegeltje. En dan ineens een GR teken aan de overkant van die rivier , "maar geen brug". De rotsen waar je normaal gebruik van maakt om over te steken zijn verstopt onder de kolkende watermassa. Iedereen blijft aan de verkeerde kant, maar het boswegeltje staat nu onder water. We kruipen op de helling omhoog en proberen langs daar verder te geraken. Het is steil, rotsen, losliggende keien, rotte takken vol mos, die afbreken als je ze vastgrijpt om niet te vallen. Onze pret verandert al gauw in bittere ernst om niet uit te glijden en naar beneden te schuiven. Wat later zijn we onze 3 Franse "voorgangers" kwijt en roepen heeft geen zin met het lawaai van die bruisende watermassa onder ons. We klimmen alleen verder, het wordt alsmaar steiler en tenslotte staan we voor een rechte rotsmuur, waar een pelgrim met een zware rugzak echt niet op durft. Het is al 12 uur geworden ondertussen. We draaien rechtsom, en kruipen weer voorzichtig terug naar beneden, en af en toe schuiven we uit. Halve alpinisten voelen we ons , maar wel met een ei in ons broek, want het is weer eens de hel (deze keer geen sneeuw, geen regen, geen hagel, geen modder, maar steile rotsen en losliggende keien). Een uitschuiver hier kan het einde van mijn pelgrimstocht betekenen. Ik mag er niet aan denken en ook niet paniekeren. Waarom moet dit ons nu juist vandaag weer overkomen ? Als we terug aan de kolkende watermassa daar beneden staan een uur later, staan de 3 Fransen daar ook weer. Ook zij stonden geblokkeerd ergens aan diezelfde loodrechte rotswand. Ze blijven daar achter en we zien van op een kleine afstand de eerste van de 3 over een boomstam, terwijl zijn voeten in de rivier bengelen, beetje bij beetje vooruitschuiven. Halverwege op een eilandje moet ie het tweede deel van de bruisende watermassa 'te voet' door waden met het water tot boven zijn knieën. Neen, dat risico willen we echt niet nemen, en we klimmen weer helemaal terug omhoog , vanwaar we gekomen zijn, naar die oppidum van onze Romeinse voorouders. Daar volgen we een ander klein paadje dat ons naar Rocamadour zou moeten leiden. Maar wat verder loopt dat paadje al dood. We besluiten om toch door te stappen door het struikgewas bovenaan de diepe vallei. We komen aan een afsluiting met pinnekesdraad, die we kunnen volgen. Een heel eind verder , het is al half 3 ondertussen, zetten we ons boven op een rots neer voor een picknick, want we zijn op en hebben wat energie nodig. Wat een prachtig uitzicht over de vallei van de Alzou. Tijdens het eten hebben we tijd om een nieuw strijdplan op te maken: helemaal onderaan, langs de rivier, zien we wat eendagstoeristen wandelen. Dat moeten zeker "Rocamadouranen" zijn die een wandelingske langs de GR maken. We zien ook een wegel die aan onze kant van de rivier omhoog loopt in het bos. Met een volle maag en nieuwe moed gaan we weer op stap en uiteindelijk bereiken we heelhuids onze volgende slaapplaats in een kloostertje (van de orde van père Bonhomme) in Rocamadour. Dank U St. Jacobus voor deze spannende namiddag in de prachtige natuur onder een stralende zon: we zijn heelhuids aangekomen ( al zag het er even heel anders uit!) en hebben weer een dagje beleefd op onze pelgrimstocht om nooit meer te vergeten.
Van Figeac gaat het verder naar Lacapelle Marival. Als we daar aankomen installeren we ons in de gite en dan brengen we een bezoek aan een fototentoonstelling in een mooi eeuwenoud kasteel (1€ inkom). Het zijn allemaal sobere zwart-wit foto's van oude historische gebouwtjes en ruines in die regio. En nog hebben we wat tijd over, zodat we verder trekken naar het enige café in dat dorp dat geopend is. We kunnen daar kijken naar een internationale rugbymatch tussen Frankrijk en ??. Jan is een fervente supporter van zijn Franse team.
Ook tot daar zit het weder lekker mee. De volgende morgen trekken we van Lacapelle Marival richting Gramat. We zullen daar slapen in een gite die nog maar pas geopend is: het is het geboortehuis van een zekere Pierre Bonhomme, priester-stichter van een orde religieuzen, die daar in die regio wel gekend is en meerdere kloosters heeft opgericht. We zullen zelfs in het kamerke slapen waar de vrome man in 1803 geboren zou zijn (zijn bedje staat er niet meer). Maar nu even terug over het weer: in Lacapelle Marival passeert er een flink onweer 's avonds terwijl we allen samen gezellig eten. Dan komt er een jong meisje aankloppen die enkel een tentje bij zich heeft en ze vraagt gratis onderdak voor één nacht want ze is bang van dat dreigende onweer. Er zit een groep van 4 lieve dames-pelgrims bij aan tafel. Ze zijn onderweg voor 1 week en stoppen hun tocht in Moissac. Ze willen al direct de verblijfskosten van Adeline voor hun rekening nemen!! Maar dat wil de sympathieke uitbater niet. Hij neemt het meisje even terzijde: ze krijgt kost en inwoon, maar ze moet de volgende ochtend wel wat stofzuigen en helpen kuisen voor even... . En verder slaapt daar nog Nicolas Zurlinden, een Fransman die al vele jaren in England woont, en daar aan een universiteit werkt in Bristol. Hij weet ons boeiend te vertellen over de electrische autootjes op Heathrow (luchthaven Londen) die zonder chauffeur, mensen van op de parking met hun bagage naar een "gate" brengen en omgekeerd. Al jaren is hij met een team dit project aan het uitwerken en bijsturen.
Jan en ik vertrekken de volgende morgen, als Adeline, zo heet het jonge meisje, nog volop aan het "werk" is. Na 10' begint het al te druppelen. We trekken direct onze regenkledij aan in de open schuur van een boerderij, maar het regent steeds harder en we zijn weeral kletsnat na een uur. Ook onze voeten kunnen we niet drooghouden: regelmatig moeten we door de overstroomde beken en rivierkes ploeteren terwijl het onophoudelijk verder regent. De wandelpaadjes zijn omgevormd tot mini-rivieren. In de lege receptie van een camping houden we even halt op een bank om terug op krachten te komen. We eten wat koekjes, die daar op de toog staan voor de gasten, en zijn weer een beetje opgedroogd want het is even gestopt met regenen. Als we vertrekken zien we Adeline, de jonge "kuisvrouw" passeren. We kunnen haar echt niet volgen. Wat een tempo. Wat later zien we achter ons van die donkere zwarte wolken opdoemen en ja hoor, als we bijna in Gramat zijn krijgen we eerst nog een lekker onweer op ons "dak". We zien de schaapkes in de weiden vluchten onder de boom. Er is plaats voor een 20-tal diertjes. De rest van de kudde crosst verder naar de volgende boom. Wij hebben geen boom om onder te schuilen, en de wind en de hagelbollen maken het extra "leuk". We komen al vroeg in de namiddag aan rond 2u. en hebben helemaal geen zin om met dat weer verder te ploeteren tot Rocamadour. Er hangen nog veel dreigende wolken in de lucht ! De dame van de gite is zo vriendelijk om ons al anderhalf uur vroeger dan normaal in haar giteke te ontvangen. Eerst al onze natte spullen uittrekken. We hangen ze op aan een nog door ons te spannen wasdraad op de binnenkoer. De rest gaat in de droogkast. Dan een lekkere warme douche om die hagelbollenmassage en de bliksemschichten te vergeten. Verdorie, mijn damarke is gekrompen in die droogkast!!
We wandelen even rond naar het toerisme-bureau en krijgen er van een "zure pruim" een kaart van de regio. Wat verder in een wijnwinkel volgt een mini-degustatie en we kopen ons een flesje lekkere wijn. Jan heeft de minste kilo's in zijn rugzak, hij heeft de fles gekozen, en hij zal ze morgen heel de dag meedragen... Ondertussen komt er nog een kletsnatte pelgrim toe: Nicolas, de Franse engelsman. Hij gaat die avond met ons mee cassoulet eten in een restaurant. Daar krijgen we van een koppel toeristen nog een halve fles wijn toegestopt: ze zijn afkomstig van "het noorden", Issy l'Abbaye, waar ik enkele weken terug ben gepasseerd.
Ik denk dat het de dag voor Figeac was in Livinhac-le-Haut We slapen in de gite communale en buiten zit er een struize jongeman op een bank in de kleine tuin terwijl ik op vrijdagavond weer eens naar mijn collega's bel op het werk in de apotheek van het ziekenhuis om hen goed weekend te wensen. Het blijkt een Antwerpenaar te zijn. Hij weegt minstens 120 kg, en sleurt een caddy achter zich mee waar al zijn gerief in zit. Hij heeft 40kg bagage bij (jawel 40kg). Met dat ding geraakt ie natuurlijk niet vooruit en op de koop toe moet hij langs de grotere wegen passeren, want langs de GR is dat quasi onmogelijk met al die modder en die keien... Ik eet weer pasta, ditmaal samen met Elisabeth, Isabelle, Jan en Pierre. Dan volgt een korte avondwandeling rond het pleintje aan de kerk. Marie-Pierre slaapt alleen in een gite die nog volop wordt gerenoveerd door een koppel Spanjaarden. Ze stuurt vanop een bank haar "poème" naar mijn mailadres. Het gedichtje zal nooit aankomen en ik zal haar nooit meer terugzien. Niemand heeft haar adres. Een engel die uit ons gezichtsveld verdwenen is... De dikke vriend daarentegen heeft een kartonneke blonde Leffe bij zich als we weer in de "living-eetzaal-polyvalente ruimte-slaapzaal" (zie verder) binnenkomen. Hij drinkt er 3 van op en de vierde is er eentje voor mij, zijn nieuwe maat uit zijn buurt in België. Na de pastamaaltijd blijft hij nog verder TV kijken, en naar het schijnt ook verder wijn drinken almaar door (minstens een fles, en dan nog een carafke volgens mijn ooggetuigen ter plekke) met mijn kamergenoot Pierre en Isabelle, de keukenprinses, tot een uur of 11. Ik lig dan al lang onder de lakens. De volgende morgen liggen er 2 onder de tafels op de grond te slapen. Naar het schijnt had "mijn nieuwe vriend", die in kamer 1 sliep, zo hard gesnurkt dat er 2 gasten in het holst van de nacht hun bed hebben geruild voor een plaatske op de grond in de refter... Gelukkig sliep ik in kamer 3!!
Ja Drappy, de rugzak, is altijd bij mij en nu even een woordje van dank voor haar. Bij het vertrek in Conques was er een steile afdaling op een middeleeuwse kasseiweg. Het was kil en vochtig die morgen en ineens glij ik onderuit. Wat doe je als je onderuit gaat? Je armen uitsteken om de schok op te vangen. Met een plof kom ik op mijn rechterpols neer, MAAR gelukkig was daar Drappy. Het was alsof ik op een kussentje terecht kwam op de slaapzak die steeds aan Drappy vasthangt onderaan! Ze brak mijn val , mijn pols deed effe goed pijn maar het ging snel weer beter. Zonder die schokbreker had ik misschien wel een gebroken pols gehad , of 2 ???!!! Ik durf er niet aan denken !
En nog wat over Drappy: Ze heeft al een hele tijd een opgeblazen gevoel, alsof er vanalles inzit dat er uit moet. Gisterenavond in Rocamadour heb ik me even over haar ontfermd en ik heb een zakje gevuld om haar, en ook mijn schouders en heupen en knieën en hielen te ontlasten. In dat zakje zit o.a. mijn scheermachien, een dweil (die dienst doet als handdoek), enkele paar sokken die ik teveel meesleur sinds Le Puy-en-Velay, mijn "damar" onderhemd dat gekrompen is in de droogkast van Gramat, wat Imodium en andere pillen die ik denk niet meer nodig te zullen hebben. Ik hoopte het vandaag in Bastide Murat, in de post op te kunnen sturen. Maar wat raadt ge: we zijn aangekomen rond 15u30 en zoeken ons slaapplaatske ( een klein rijhuisje met slechts 3 bedjes). Direct op pad naar het postkantoor met mijn rommel. De post sluit om 16u en ik ben 10' te laat... Wat jammer, ik zal nog minstens 1 dag langer met die spullen moeten sleuren. Dan maar verder naar het caféetje op het plein, want een frisse pint hebben we wel verdiend na 26km stappen tussen de tsjierpende krekels onder een stralende zon. Ja ja " het kan verkeren" zei Bredero ooit , en dat geldt ook voor het weder voor de pelgrims ! Van het caféterras trek ik nog even langs de lokale bibliotheek, die is gelukkig wel wat langer open dan het postkantoortje. Zo kan ik dan eindelijk al die wonderbaarlijke avonturen neerpennen, want ik beleef zoveel intense belevenissen op een stukje camino, waar je dat echt niet zou verwachten!
Ik slaap samen met Jan en Paul, een zonderlinge, maar brave Canadees in het kleine huisje. Nicolas komt toe en er is geen plaats meer: we stellen hem voor om "in 't zwart" bij ons te slapen in een hoekje op de zetel, maar hij verkiest om zijn tentje op te slaan in de (volledig lege) camping wat verderop. Jan en ik bereiden onze zoveelste pastamaaltijd en Paul eet op zijn eentje een bord soep met een boterham...
Na de douche in de gite van Figeac wandelden we wat door de stad (Jan, Werner, een Duitser die ik nog nooit had gezien, en ik). Ineens is er even veel wind. En ineens een jonge gast in paniek want het boompje in zijn voortuintje was afgebroken en blokkeerde de ingang van zijn huis. De brandweer was al uitgerukt naar elders, en het gemeentehuis was al gesloten. Zijn moeder en zijn vriendin zijn ook in paniek. We hebben wat geholpen aan een zinloze onderneming om de takken stuk voor stuk met de hand af te breken. Dan komt er plots een oude buurvrouw aan met een hakbijl. Ze hadden zelfs geen zaagske in huis om zich te behelpen... Na wat hakken hebben we het boompje toch weg gekregen en opzij gesleurd. De voordeur was ontruimd en de familie kon terug naar binnen.
En de roller coaster draait maar door. In Figeac komen we vanuit Livinhac le Haut al aan in de vroege namiddag, na een wandeling onder een stralend zonnetje, door de velden en weiden. Ik maak al stappend wat beter kennis met Isabel, die morgen naar Parijs terugkeert vanuit Figeac. Ze werkte bij een TV-station en heeft haar job opgezegd juist voor de tocht. Haar ouders hebben een hele poos geleden in Haïti ontwikkelingswerk gedaan. We slapen, Isabel, Jan en ik, in een kleine gite van het klooster van de zusters Carmelitessen. Je kan daar enkel maar overnachten na aanmelding in het “bureau de tourisme” waar ze dan contact opnemen met het klooster. De hospitaleros openen de gite om 16u en zij die zich eerst aanmelden hebben plaats… Omdat we een stuk te vroeg zijn gaan we eerst een lekkere pint drinken in een café van waaruit we het klooster, aan de overkant van de rivier gelegen, kunnen observeren. Kwestie van onze slaapplaats niet kwijt te spelen. Als we goed en wel geïnstalleerd zijn op onze slaapzaal met 8 bedden, ga ik naar het hotel wat verder in de straat om op de pc te tokkelen, maar het lukt me niet goed en als ik na een tijdje mijn huiswerk probeer op te slaan op de computer ben ik alles kwijt. Gelukkig is de meneer aan de receptie niet al te moeilijk en ik krijg mijn geld terug.(Ik kreeg de slaaptip van het Carmelitessenklooster van Figeac in Conques van een Nederlander die er als hospitalero verbleven had vorige week).
Het klooster van de carmelitessen is een slotklooster en er zijn nog een 6-tal religieuzen.
Ik ben er op zondagmorgen naar de H.Mis geweest. Het is een kleine kapel aan de zijkant van een grotere kerk. Ik heb nog nooit zo een sobere kapel gezien: minimum minimorum daar. Ook mensen van de gemeente Figeac kunnen mee de mis volgen. Als ik toe kom is het gordijn voor mij en voor het altaar nog toe geschoven. Ik zie wat beweging achter dat gordijn : de slotzusters zoeken hun plaats en zetten zich neer met hun rug naar ons toe. Dan wordt het gordijn opengeschoven en de priester komt vanuit de grote kerk achter mij binnengewandeld. Na de mis verdwijnen de slotzusters weer via de deur langswaar ze zijn binnengekomen zonder een babbeltje te slaan of een blik in onze richting te werpen. Ze leven daar al héél lang binnen die kloostermuren en komen nooit met de buitenwereld in contact, behalve met een dokter als ze ziek zijn en met een priester om te biechten. Alleen maar bidden en werken en nooit meer een voet buiten het klooster zetten in de stad of elders om iemand te bezoeken. Ze ontvangen pelgrims in een hoekje van hun klooster, maar de opvang gebeurt door vrijwilligers (hospitaleros), ex-pelgrims die zich inzetten om ons pelgrimsbestaan wat makkelijker te maken onderweg. Gelukkig dat ze er zijn, zo vinden we weer goedkoop onderdak voor één nacht en moeten we vanavond niet zelf koken!
En de roller coaster draait maar door !! Gisteren sliepen we in een klooster bij de zusters Carmelitessen in Figeac. Later zal ik er nog meer van vertellen. We wandelden (Jan , Werner, en ikzelf) rond in het stadje. Ineens veel wind. Ineens een jong ventje in paniek. Het boomke in zijn kleine voortuintje was afgebroken en blokkeerde de voordeur van het huis. Hij had de brandweer opgebeld, maar die was al uitgerukt, en het gemeentehuis was al gesloten. Zijn moeder etc in paniek, want ze konden met hun baby niet meer binnen in hun eigen huisje. We hebben wat geholpen met takken af te breken tot er een oude buurvrouw aankwam met een hakbijl. Ze hadden zelfs geen zaagske in huis. Na wat hakken hebben we het boomke toch weggekregen en opzij gesleurd.De voordeur was ontruimd en ze konden weer binnen. Happy end zoals in alle sprookjes.
Ik moet stoppen. Nog vlug dit: ik maak een ommetje van +/- 50 km (moet het nog juist uittellen) naar Rocamadour. Ik zit nog op mijn stapschema van zowat 25km per dag, en binnenkort wordt het veel vlakker naar het schijnt om te stappen. Gedaan met de steile hellingen en de modderboel...??!! Ze voorspellen nog een hele week slecht weer en veel regen. Maar dat komt niet altijd uit want pelgrims hebben vaak geluk? Dus ik waag het erop om die omweg aan te vangen en hopelijk wordt het de moeite waard... Ik zit nu in het dorpke met moeilijke naam: Lacapelle Marival. Er staat een mooi groot oud kasteel.Ik mag op het pc-tje van de meneer van de gite mijn ervaringen weer eens neertikken naast de open haard in de living/keuken. Maar, de soep wordt nu uitgeschept door de gastheer .... Tot later!!
En na die superdag in Conques leest Marie-Pierre ons 's avonds voor het slapengaan nog een mooi gedichtje voor op de "slaapzaal" over een ami pèlerin en een à-mi pèlerin. Andere woordjes die er in staan zijn "platsj" , "plets" en zo verder. Ze heeft het al stappend en mijmerend voor ons geschreven. Ze heeft het poëtische hoogstandje in Livinhac le Haut, van op een bank in de avondzon naar mijn mailadres doorgestuurd met haar "slimme gsm", maar het is "mislukt" en ik vind het nergens terug in mijn mailbox. Wat jammer. Hopelijk kom ik haar nog eens tegen zodat jullie kunnen meegenieten van die mooie Franse poëzie en de vriendschap onder pelgrims.
Ja het is zover, ik ben vandaag in CONQUES aangekomen, na een korte etappe van 13km. Het heeft heel de nacht gestormd en hard gewaaid, maar de dagtrip naar Conques verloopt vlotjes. Aankomst rond de middag in dat prachtige dorpje: een 100-tal oude huisjes opeengepropt in een klein valleitje rond een enorme kerk van 1000 jaar oud. Supermooi. Ik schreeuw het uit aan mijn vrienden : 1100 km heb ik gestapt tot in Le Puy + nog eens 200 km naar Conques. Dat is samen 1300km. Groot feest , ik ben halfweg ongeveer, en dat toevallig in dit oneindig mooie plaatske. Ik geniet. Ik kan het niet geloven, 55 dagen stappen, en al die onverwachte avonturen. Ik slaap met Jan, en Marie-Pierre, en nog 7 anderen in zaal nr. 3, een zaaltje met 5 stapelbedden, in het klooster "l'abbaye de ste Foie". Wat een drukte om daar aan te komen. Nadat alle emoties wat op een rijtje zijn gezet neem ik een verfrissende douche en ga op stadsbezoek. Op een uurke zijt ge daar rond , maar elk hoekje is een foto waard. Marie-Thérèse zit kaartjes te schrijven op een steen naast de ingang van de kathedraal en ze zegt me dat er om half 4 een geleid bezoek is van "het moois boven in de kerk". Ik twijfel, "wat heeeel oude stenen op een hoopke" denk ik dan. Maar ik ben al snel klaar met de bezichtiging van het kleine "stadje" , en ga toch maar een toegangsticket halen op de dienst voor toerisme. Op het allerlaatste moment kom ik Jan, mijn gezel van de laatste dagen tegen en weet hem te overtuigen om mee te gaan. Hij heeft geen tijd meer om een ticket te kopen maar na een kort overleg met de gids mag hij zo aansluiten met de groep. Die Romaanse kerk, die supergoed bewaard is, bekijken vanop een hoogte van 20m (7 verdiepingen) is weer een niet te beschrijven ervaring. Het bezoek overtreft al mijn verwachtingen. De gids weet het allemaal zo boeiend te vertellen. Mijn dag kan niet meer stuk. Na het avondeten, allen samen in de grote refter met een 100-tal pelgrims gaan de meesten naar het avondgebed, gevolgd door een uitleg over het tympaan, het beeldhouwwerk boven de inkom van de kathedraal. Dan volgt om 21u30 een orgelrecital door père Jean-Daniel in die prachtige omgeving. Het wordt me allemaal te machtig: zo mooi, zo'n supermooi decor, die eeuwenoude kerk, al die pelgrims rondom mij, die dag na dag met mij optrekken, al 2 maanden weg van het thuisfront, en dan beseffen dat ik vandaag zowat juist in de helft ben. Er komen tranen aan te pas. Gelukkig is het een hele grote kerk, en zit ik wat apart... En naar het schijnt was ik niet de enige met een traan in de ogen. Ook zij die nog maar een week op pad zijn, zijn diep onder de indruk. Wat een dag! Wat een dag!
Ik zit hier in de receptie van een hotel in Figeac, nabij het klooster waar ik slaap, en het wil maar niet lukken met de pc. Je hebt nog een verhaal te goed van een koppige ezel die heel traag stapte. Hier volgt dat verhaaltje met enkele dagen vertraging. We passeren weer dezelfde meneer, onderweg naar Conques: zijn ezel stopt en begint te grazen; hij snokt even aan de lange koord. "Hij heeft honger " zeg ik. "Nee, nee, hij moet stappen, hij probeert me te domineren, ik ben hier de baas!!" Met zo'n ezel stappen zou niks voor mij zijn: Hij zou direct baas over mij spelen, en daarenboven stapt ie zo traag als een ...?? ezel ! Ik zou een half jaar onderweg zijn en zo lang kan ik jullie echt niet missen . Mark
Nog effe een kleine mededeling: Ik deed daarnet in de douche een akelige ontdekking: mijn "Michelinbandje" (beetje bij beetje aangekweekt de laatste jaren) is bijna helemaal verdwenen.
Maar nu heb ik daar precies een blauwe gordel in de plaats gekregen om mijn middel. Als ik zo naar mijn heupen kijk in mijn blootje zie ik links en rechts een gordeltje met alle kleuren van de regenboog. Het komt daar omdat ik mijn rugzak wat te stevig rond mijn middel vastsnoer... Ik zal er nog eens wat moeten uitzwieren...
Ik dacht dat ik al niet heel veel met me mee droeg, maar toen ze vanmorgen de ene na de andere rugzak de beek overzwierden in mijn richting, woog mijn Drappy toch het zwaarste. Ik moet wel opmerken dat ik de enige was van het groepje met al meer dan 1250 km wandelafstand. Die 3 anderen zijn maar voor max. 3 weken onderweg.
Dat is misschien toch een niet onbelangrijk verschil dat ik erbij moet vertellen?! Ik zal eens beginnen overpeinzen of ik nog wat kan missen. En nu tijd voor een half uurke rust voor we de keuken induiken in onze gite in Sénergues om wat pasta klaar te maken ... Morgen wandel ik naar Conques waar ik een halve dag rust neem.
A propos, kennen jullie het Franse woord voor Michelinbandjes ? Een "poignet d'amour" Moet ik dat vertalen ?!!
Pelgrimsgroeten zonder geurtje, maar met een nieuw kleurtje,
Hallo allemaal Wat is pelgrimsgeluk? vandaag zowat alles, Ik verklaar me nader
Ik heb alweer een computer gevonden (betalend deze keer in de gite van Sénergues)
Ik heb gisteren eens lief gelachen naar de dame in de toeristische dienst van Estaing , en ik moest NIKS betalen voor het gebruik van de computer (het eerste kwartier was gratis en dan was het eigenlijk een halve euro per kwartier , maar niet voor mij. Ik was toch wel meer dan een uur bezig geweest)
Het heeft niet geregend
Het doet bijna nergens pijn
En verder in het kort nog wat belevenissen: Ik sliep voor de verandering eens met Pierre achter een gordijntje in de grote houten dortoir, vol kamertjes voor 2 personen. Het heeft nog heel veel geregend de voorbije nacht. Op aanraden van de madame in de souvenirswinkel, nemen we vandaag niet de GR 65 maar de variante GR6 en na een half uur klimmen (met prachtig uitzicht op Estaing) en weer dalen komen we een rivierke tegen. Gewoonlijk kun je daar van kei naar kei stappen, maar na al die overvloedige regen van de laatste dagen is het een echte brede rivier geworden waar je nooit met droge voeten doorkomt.
Ik overleg met mijn maat Jan en we besluiten om ons geluk via de weide wat verder te proberen. Na wat zoeken vinden we een plaatske waar het rivierke maar een meter breed is maar ook heel diep.Ondertussen zijn Veronica en Isabelle al bij ons gekomen ...
Ik doe mijn rugzak uit en waag als eerste de sprong. De "oever" aan de overkant is stevig , en ik zak niet weg in de blubber. Dan volgen de 4 rugzakken en dan de andere 3 pelgrims. Happy end , want al van 's morgens vroeg met natte voeten lopen is echt niet wat ik wil ... Pierre , die wat later aankwam, waagt de oversteek via een omgevallen boom, helemaal begroeid met mos, met zijn rugzak op zijn rug. We moedigen hem aan van op de overkant en houden ons hart vast moest hij eraf donderen.
Middag : picknickvreugde in een (moeilijk te vinden) droog hoekje, een tafel met 2 bankjes achter een kleine kerk waar juist voor ons nog een koppel Walen zat die vriendelijk plaats ruimen voor ons.
Namiddag: na al die zware tochten van de voorbije dagen beginnen we ons toch wat minder fris te voelen. Jan voelt hetzelfde , dat valt al mee. We plannen een "noodstop" in de namiddag voor een frisse pint of een warme koffie in Espeyrac, een dorpke met 1 gite en nog wat huizen.
We bieden ons aan in het hotel waar het venster open staat, maar dat is buiten de waardin gerekend LETTERLIJK. De waard (een madame die niet te vermurwen is ) zegt door dat open venster dat de zaak nog niet open is...
Niets aan te doen, we zijn er trouwens bijna: nog 3.5km tot Sénergues. Een aantal pelgrims, zoals Isabelle en Veronica, die ook op de pastaparty van gisteren aanwezig waren blijven achter in Espeyrac, maar Jan en Pierre stappen samen met mij verder.
Om 16u bieden we ons aan in Domaine de Senos, de enige gite van Sénergues, en wat raadt ge: we krijgen de laatste 3 plaatskes toegewezen!! Dat is pelgrimsgeluk ten koste van Marie-Therese , de chef kok van de pastaparty die met mij de afwas deed gisteren en haar copain Pierre (de tweede uit de Vendée) die met mij vannacht een "kamertje" deelde.
Ze komen een kwartierke na ons toe, en Pierre de tweede wil al zijn rugzak naast mijn bed zetten om weer met mij de kamer te delen...
Ja , ofwel verder naar Conques(10km) , ofwel een dorpje terug. Ze zijn verder gestapt, want het is nog niet zo heel laat ... Op onze kamer slaapt ook een Canadees, Guy Thatcher, die voor de 2e keer op de camino stapt. Hij heeft over zijn eerste tocht een boek geschreven dat hij ons direct toont, en is nu verhalen aan het verzamelen voor zijn vervolgboek. Hij interesseert ons niet direct (later, zal ik hem nog eens tegenkomen en dan zal ik wel een plaatsje krijgen in zijn boek zei hij als "Mark from Antwerp"...)
Ondertussen zijn we al inkopen gaan doen, want om de kosten te minderen hebben we in deze gite geboekt voor enkel een overnachting, zonder avondeten of ontbijt. We hebben voor de verandering weeral eens pasta gekocht 500g + 200g gemalen kaas (uit Zwitserland) en een fles wijn (Cote du Rhone villages). In de winkel kwamen we de pelgrim met de ezel tegen. hij slaapt buiten in een tent en hij had een fles wijn in zijn boodschappenmandje liggen, kwestie van los door alles heen te slapen misschien ??!
Dat belooft weer een knalfeestje te worden met ons drie in de keuken van de gite?! Even terug is Marie-Pierre ook nog in de gite aangekomen. Zij slaapt , omdat ze daar alleen toekwam in een "reservebed". Ze gaat met ons meekoken en -eten natuurlijk.
Verder hebben we ook onze kleren al allemaal samen in een wasmachine gestoken en er flink wat zeep op gedaan. Straks nog alles in de droogkast en we voelen ons weer superfris vanaf morgen !
Ik hoop dat mijn spullen niet te veel krimpen... Op het bed van Jan bleef nog een droog t-shirt liggen van die hele berg wasgoed. Ik had het niet herkend, maar het was er eentje van mij. En omdat voor iedereen elke gram in zijn rugzak telt lieten mijn maten het zonder probleem voor mij liggen !!!
Nu begint het buiten heel hard te waaien. Gelukkig hebben we een stevig dak boven ons hoofd want het blijft tot diep in de nacht door stormen.
"Uiteraard zijn we een beetje geinteresseerd na al die miserie in de weersvoorspelling van vandaag: 's morgens redelijk, in de namiddag regen." Ik sta al op rond een uur of 7, terwijl de andere 2, Jan en Pierre nog slapen, en ik vul mijn dagboek nog wat aan in de badkamer op het toilet. We zijn weer weg rond half 9. Mijn linker hiel doet ferm pijn van die lange afdaling gisteren die ik "al lopend" deed, en onze schoenen zijn deze keer bijna droog, ondanks of dankzij het krantenpapier waarmee we ze hebben volgepropt gisteravond in de inkomhal van het klooster. Maar het begint al snel weer te regenen, ook hier gaat de weersvoorspelling wel eens "de mist in" . De regen van de voorbije dagen heeft echter ook op de GR 65 zijn sporen nagelaten. De route loopt langs de Lot, de rivier die een mooie vallei domineert.Maar al gauw klimt de weg door het bos omhoog naar een Mariabeeld dat boven op de heuveltop staat en vanuit heel de vallei te zien is op de heuveltop. Geen probleem zou je denken voor een afgetrainde stapper als ik met al 1200km op zijn teller... Maar de wegeltjes zijn weer herschapen in kleine bergrivieren. En als het niet steil genoeg is zijn het echte modderpoelen geworden. Onbeschrijflijk. Ik heb pelgrims op handen en voeten in de modder zien ploeteren en weer wegglijden. echt hallucinant. Wat ben ik blij met je wandelstokken, Carine, ze bewijzen me hier ongelooflijke diensten. Soms leen ik er ene aan Marie-Pierre, en dan krijg ik hem 's avonds in de gite terug. Als tegenprestatie helpt ze mij dan koken
Een stukje voor Estaing begint eindelijk het zonnetje weer een beetje te schijnen, na al die regen en modder. Ik vind een grote open schuur vol hooi en zet me daar doodmoe alleen neer om wat te eten. Wat later komen Pierre en Marie-Thérèse, het onafscheidelijke duo, en ook Isabelle eraan. Ze zetten zich bij mij, en samen zitten we een beetje te bekomen van deze surrealistische dag. Nog een poos later komt ook Marie-Pierre erbij zitten, terwijl de anderen weer vertrekken. Bij de aankomst in Estaing zijn we allemaal stikkapot. Onze Michelingids zegt dat we maar 15.5km gestapt hebben, maar de madame in het overvolle souvenirswinkeltje weet wel beter: "die afstanden in de Michelin zijn niet correct, het is minstens 20km dat jullie gestapt hebben". Het doet ons echt deugd om dat te horen. Ik voel me, met mijn grote rugzak echt als een olifant in haar porceleinwinkel met smalle gangetjes tussen de rekken en ben blij wanneer ik weer buiten sta zonder dat ik er iets omver heb gelopen !!!
Zo ben ik nu dus al een week aan het stappen op de Camino Podiensis. Ik had er veel van gedroomd, ik had het me voorgesteld als een "leuke" mooie tocht, tussen veel andere pelgrimerende stappers, maar het draait toch even totaal anders uit. Zo een intens leven, dag aan dag , fysisch én spiritueel, lief en leed delen met vreemden ... Haast elke dag slaap je met een andere, soms een ronker, meestal niet... Als het weer het toelaat even babbelen, genieten van een zonnestraaltje, de natuur bewonderen, een stukje alleen stappen en mediteren. Het is zwaar, maar heel verrijkend. Gelukkig spreek ik al een aardig mondje Frans.
De juffrouw van de "bureau de tourisme" zegt dat het stilaan tijd wordt voor mij om af te sluiten. Nog afrekenen (het eerste kwartier is gratis en dan een € per kwartier) . Ik hoef niks te betalen (hoewel ik zeker een uur bezig ben geweest). Dat is weer geluk hebben hé!
En nu nog 1kg spaghetti en 400g kaas en wat wijn gaan kopen voor onze groep van 8 personen. Maar als ik buitenstap uit "den bureau de tourisme" loop ik Isabel tegen het lijf die ook al 3 flessen wijn vast heeft.... Dus enkel nog spagetti en kaas kopen. Dat geeft niet want op mijn sandalen stap ik echt niet zo gemakkelijk met mijn pijnlijke hielen , en overal grote plassen op de weg ...
Veel pelgrimsgroeten uit Estaing, en waarschijnlijk zou het morgen beter weer worden. Dat zal de streek en de de beleving van de tocht weer helemaal omgooien: zonnestraaltjes op onze weg. Hopelijk wordt het echt zo.
Mark
Ps de gite communale is een oude kapel met een torentje op: pelgrims logeren overal
Hallo daar in België. Nee geen paniek, hier alles super, maar de laatste dagen zat ik precies in een roller coaster op de kermis. Ik probeer nu alles wat op een rijtje te zetten. Ik begin met het hier en nu. Ik slaap in de gite communale van Estaing met een tiental bekenden.Het is een oude kapel die is omgebouwd tot een gite. De overnachtingen in gites van de gemeente kosten maar weinig geld : Dit keer is het één grote slaapzaal met een gang in het midden, en gordijntjes aan beide kanten die de kotjes met 2 bedden "afsluiten". Ik slaap weeral bij een andere pelgrim vannacht, bij Pierre uit de Vendée. Maak je geen zorgen, gewoon slapen. Want we zijn allemaal een beetje steendood: de gids met wegbeschrijving (Michelinboekje) die we volgen gaf 19.5 km aan voor deze etappe van vandaag, maar het zijn er zeker 25 volgens de madame van de gite, en met die info voelen we ons al een heel stuk beter: nu weten we hoe het komt dat we pas zo laat zijn aangekomen. Het was bovendien loodzwaar omdat we uren aan een stuk door echte modderpoelen en smalle wandelpaadjes moesten ploeteren in het bos !! Ik moet seffens nog een kilo pasta meebrengen uit de winkel en een grote zak gemalen kaas. De dames in onze groep doen dan de rest, en daarna is het weer aan de heren voor de afwas. Ik denk dat Jan, de Parijzenaar, voor de wijn zorgt en voor het zekerst zal ik ook nog wel een fles kopen want we zijn met een hele groep voor de pastaparty...
En nu nog even over enkele dagen terug. Terwijl ik toen in de "bureau de tourisme" al mijn verhaaltjes neerschreef regende het buiten pijpenstelen. Alle anderen waren volledig doorweekt aangekomen in de gite van Lasbros. Aan de open haard in de living hingen er vele spullen te drogen. Ik kwam droog toe en kreeg als toetje op mijn taart nog een supermooie regenboog voorgeschoteld om te bewonderen tijdens mijn laatste kilometers. 's Avonds probeert Isabelle (een parisienne , die haar baan bij een televisiestation heeft opgezegd) me een Frans kaartspel aan te leren, samen met Jan en Pierre, gezellig samen in die living aan het houtvuur. Het is een spel met 72 kaarten en ik bespaar jullie de details. Wat verder zit Marie-Pierre geanimeerd te babbelen met een oude pelgrim (meer dan 80jr) over de gesloten kloosters. Het kaarten wordt geen echt succes, en we kruipen vroeg in ons bedje , want morgen volgt weeral een mooie zware etappe in de sneeuw naar Aubrac.
En ja , we zitten op een heel hoog plateau in de dichte mist en er ligt een dikke laag sneeuw. Er zijn hier nog heel wat andere pelgrims, maar die zijn langs de openbare ( lees "veel beter begaanbare") weg tot hier gestapt en niet door de besneeuwde grasvlakte zoals wij. Ze zien er heel wat frisser uit dan ik... Afin , in de vroege ochtendmist trekken we weer op pad in de "platsjende sneeuw". Gelukkig zijn onze kletsnatte schoenen en kousen en de rest weer zo goed als droog geraakt op de radiator van de centrale verwarming. Op enkele minuten tijd verandert het landschap nu van een sneeuw- naar een grasveld. Mijn kamergenoot Jan van enkele dagen geleden is een illustrator. Hij tekende in de sneeuw een mooie "Santiagoschelp" en een pijltje erbij om ons de weg te tonen. Weer is het landschap onbeschrijflijk mooi: groene golvende weiden vol rotsblokken, en in de verte zie ik de witte hoogvlakte liggen waar we zoveel dolle sneeuwpret beleefd hebben ??!! Ik heb 's morgens in de gite van Aubrac nog vlug 2 sneden brood meegepakt (het is maandag en de bakkerij was natuurlijk weer gesloten toen we passeerden) en eet ze nu op in een piepklein kotje naast een oude weegbrug in Saint Chely d' Aubrac. De winkels zijn allemaal toe, ik had het moeten weten, want het is weer maandag. Honderd meter verder zit de café-tabac vol met bekenden, dus daar nog vlug twee koffies gedronken samen met hen. Als we buiten komen is het weer beginnen regenen. Het is nog 16km te dalen, eerst langs mooie brede verharde landwegen en dan verder langs smalle paden in het bos. Ieder heeft zijn tempo en na een km of 7 gebeurt er toch nog iets leuk om te vertellen. We zijn (Pierre, Jan en ik ) nog in elkaars buurt en een boer en boerin hebben met een draad de weg afgespannen: even wachten (in de gietende regen)! Maar we beseffen ineens waarom: daar komen een 20 tal koeien aangelopen uit de stal die over de "modderweg" naar de weide stormen. Ze hebben geen oog voor ons. Gelukkig stonden we goed opzij. Wat verder is er een heel kleine garage: Op een oud kramiekel tafeltje staan 3 thermosflessen: koffie, heet water en fruitsap. Verder een "offerblok" waar je 1 € in moet steken telkens als je iets pakt. We zijn al helemaal doorkleumd, en de boer vertelde ons zojuist dat het nog 9 km te stappen is . Dus al rechtstaande drinken we vlug een warme koffie ad fundum, en met onze zeiknatte voeten weer verder! Gelukkig is het alsmaar dalen, maar de regen heeft de boswegeltjes in ware rivieren herschapen. In het begin proberen we nog van steen op steen te springen, maar al snel stappen/lopen we ieder aan zijn tempo verder, en kijken we niet meer of we nu naast of in de plas trappen. En het blijft maar regenen, regenen, regenen zonder ophouden Ik dacht dat ploeteren in de sneeuw erg was , maar die regen... Afin, in St Côme d'Olt slapen we in een heerlijk warm nonnenklooster. Pierre en ik komen er als eerste aan, maar het zijn kamerkes van 3 dus we zeggen aan de receptionist dat als er een zekere Jan aankomt, dat die bij ons mag slapen. Onze broeken hangen totaal vol modder !!! En ik ben zo moe dat ik vergeet naar de vespers te gaan..., als ik er binnenkom hoor ik nog juist een laatste Franse weesgegroet Maria zingen... Na het gezamelijke avondeten is het weer heel vroeg bedtijd. Om 21u15 gaat het licht uit op ons kamerke (letterlijk !)
Aubrac ligt in de Cantal streek op 1300m hoogte en de dagen ervoor heeft het daar veel gesneeuwd. Van Lasbros naar Aubrac is dus weer heel wat klimwerk. Ik vertrek samen met Jan en we wandlen samen langs mooie paadjes door die heel desolate streek. Op de middag stappen we samen met Jan,Pierre en Marie-Pierre binnen bij "Rosalie", een deftig restaurant, waar we onze tijd nemen (het is zondag hé) om aligot te proeven. Dit is een heel lekker lokaal gerecht op basis van kaas en puree of zoiets, superlekker! Er komt een eenzame Belgische pelgrim het restaurant binnen, Linda. Ze wandelde vanuit Cluny met haar hond, een golden retriever. Maar dat beestje is nu aan het manken. Ze heeft al haar bagage op een (gehuurd) karretje liggen, maar dat ding heeft al lang zijn beste tijd gehad, en ze is er al eens mee in panne gevallen ergens ver van de bewoonde wereld. Ze hoopt dat het met wat rusten en wat kortere etappes weer goed komt voor haar hond, anders moet ze haar boezemvriend weer terug naar huis brengen. Ik heb echt met haar te doen, en die babbel van 5 minuten naast de open haard, doet haar enorm deugd. Ik denk nog veel aan haar, maar heb totaal geen idee hoe haar verhaal verder gelopen is. We trekken verder naar Nasbinals en komen daar te laat toe: de bakker is gesloten over de middag en opent pas weer rond 16u. Maar daar kunnen en willen we niet op wachten. Spijtig dat ik geen tijd heb om al mijn foto's te tonen, want de hoge weidse plateau's van de Aubrac zijn super, als het niet regent tenminste. Door al dat geslenter, en de korte kerkbezoekjes, begin ik samen met Marie-Pierre aan het laatste stuk. De anderen, Jan en Pierre, lopen voor. We klimmen alsmaar hoger, en af en toe krijgen we wat ijskoude regen als toemaatje. Maar dan komen we weer op een sneeuwplateau zoals een weekje terug. Deze keer veel meer sneeuw, op een eindeloze vlakte met hier en daar een boom. Om het nog wat "leuker" te maken onder die dikke sneeuwlaag af en toe een onzichtbaar beekje smeltwater. Platsj, dratsj, kilometers lang enkele uren aan een stuk. Helemaal in de verte zien we kleine stipjes lopen, precies kabouterkes in de sneeuw, onder een dreigend grijs wolkendek. Omdat er geen mist hangt vind ik de weg heel gemakkelijk deze keer. Zowat 5 km verder , en heel veel later komen we aan in de gite. We moeten er zelf koken, maar ze verkopen er wat kleinigheden in een mini-mini winkeltje (1 rekje). Vermits het zondagavond is, is het aanbod op het kleine rekje zéér beperkt en zijn er veel lege vakjes. Het winkeltje wordt pas morgenvroeg, maandag, weer aangevuld. Maar het toeval (?) wil dat we na onze douche in de gemeenschappelijke refter een groep "luxe-pelgrims" tegenkomen. Ze doen heel korte etappes en beschikken over enkele chauffeurs die hun bagage en heel wat andere "luxegoederen" transporteren per auto. Ook voor hen is het zondag en ze laten ons meevieren: we krijgen een aperitief aangeboden en daarna krijgen we de overschot van hun pasta. We eten alles op, en krijgen ook nog wat lekkere kriekjes als dessert!! Weer effe boffen Afwassen doen we wel zelf en dan is het weer op tijd naar bed want onze pijp is uit.