Ik ben mark dejongh
Ik ben een man en woon in Sint Gillis-Waas (Belgie) en mijn beroep is ziekenhuisapotheker.
Ik ben geboren op 23/08/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: joggen, tafeltennis, fietsen.
ik heb ook een mooie verzameling van meer dan 64.000 kroonkurken uit 200 verschillende landen.
Maar veel belangrijker, al meer dan 35jr. gehuwd met Irma en vader van vele lieve kinderen : Christophe, Thomas, Tine, Katrijn, Frederik, en Roeland.
opa gaat op stap
Relaas van de wandeltocht van St. Gillis-Waas naar Santiago de Compostela 112 dagen op pelgrimstocht : ontdekken, ontmoeten, onthaasten.
24-04-2012
En nog is het niet gedaan
"Uiteraard zijn we een beetje geinteresseerd na al die miserie in de weersvoorspelling van vandaag: 's morgens redelijk, in de namiddag regen." Ik sta al op rond een uur of 7, terwijl de andere 2, Jan en Pierre nog slapen, en ik vul mijn dagboek nog wat aan in de badkamer op het toilet. We zijn weer weg rond half 9. Mijn linker hiel doet ferm pijn van die lange afdaling gisteren die ik "al lopend" deed, en onze schoenen zijn deze keer bijna droog, ondanks of dankzij het krantenpapier waarmee we ze hebben volgepropt gisteravond in de inkomhal van het klooster. Maar het begint al snel weer te regenen, ook hier gaat de weersvoorspelling wel eens "de mist in" . De regen van de voorbije dagen heeft echter ook op de GR 65 zijn sporen nagelaten. De route loopt langs de Lot, de rivier die een mooie vallei domineert.Maar al gauw klimt de weg door het bos omhoog naar een Mariabeeld dat boven op de heuveltop staat en vanuit heel de vallei te zien is op de heuveltop. Geen probleem zou je denken voor een afgetrainde stapper als ik met al 1200km op zijn teller... Maar de wegeltjes zijn weer herschapen in kleine bergrivieren. En als het niet steil genoeg is zijn het echte modderpoelen geworden. Onbeschrijflijk. Ik heb pelgrims op handen en voeten in de modder zien ploeteren en weer wegglijden. echt hallucinant. Wat ben ik blij met je wandelstokken, Carine, ze bewijzen me hier ongelooflijke diensten. Soms leen ik er ene aan Marie-Pierre, en dan krijg ik hem 's avonds in de gite terug. Als tegenprestatie helpt ze mij dan koken
Een stukje voor Estaing begint eindelijk het zonnetje weer een beetje te schijnen, na al die regen en modder. Ik vind een grote open schuur vol hooi en zet me daar doodmoe alleen neer om wat te eten. Wat later komen Pierre en Marie-Thérèse, het onafscheidelijke duo, en ook Isabelle eraan. Ze zetten zich bij mij, en samen zitten we een beetje te bekomen van deze surrealistische dag. Nog een poos later komt ook Marie-Pierre erbij zitten, terwijl de anderen weer vertrekken. Bij de aankomst in Estaing zijn we allemaal stikkapot. Onze Michelingids zegt dat we maar 15.5km gestapt hebben, maar de madame in het overvolle souvenirswinkeltje weet wel beter: "die afstanden in de Michelin zijn niet correct, het is minstens 20km dat jullie gestapt hebben". Het doet ons echt deugd om dat te horen. Ik voel me, met mijn grote rugzak echt als een olifant in haar porceleinwinkel met smalle gangetjes tussen de rekken en ben blij wanneer ik weer buiten sta zonder dat ik er iets omver heb gelopen !!!
Zo ben ik nu dus al een week aan het stappen op de Camino Podiensis. Ik had er veel van gedroomd, ik had het me voorgesteld als een "leuke" mooie tocht, tussen veel andere pelgrimerende stappers, maar het draait toch even totaal anders uit. Zo een intens leven, dag aan dag , fysisch én spiritueel, lief en leed delen met vreemden ... Haast elke dag slaap je met een andere, soms een ronker, meestal niet... Als het weer het toelaat even babbelen, genieten van een zonnestraaltje, de natuur bewonderen, een stukje alleen stappen en mediteren. Het is zwaar, maar heel verrijkend. Gelukkig spreek ik al een aardig mondje Frans.
De juffrouw van de "bureau de tourisme" zegt dat het stilaan tijd wordt voor mij om af te sluiten. Nog afrekenen (het eerste kwartier is gratis en dan een € per kwartier) . Ik hoef niks te betalen (hoewel ik zeker een uur bezig ben geweest). Dat is weer geluk hebben hé!
En nu nog 1kg spaghetti en 400g kaas en wat wijn gaan kopen voor onze groep van 8 personen. Maar als ik buitenstap uit "den bureau de tourisme" loop ik Isabel tegen het lijf die ook al 3 flessen wijn vast heeft.... Dus enkel nog spagetti en kaas kopen. Dat geeft niet want op mijn sandalen stap ik echt niet zo gemakkelijk met mijn pijnlijke hielen , en overal grote plassen op de weg ...
Veel pelgrimsgroeten uit Estaing, en waarschijnlijk zou het morgen beter weer worden. Dat zal de streek en de de beleving van de tocht weer helemaal omgooien: zonnestraaltjes op onze weg. Hopelijk wordt het echt zo.
Mark
Ps de gite communale is een oude kapel met een torentje op: pelgrims logeren overal
Hallo daar in België. Nee geen paniek, hier alles super, maar de laatste dagen zat ik precies in een roller coaster op de kermis. Ik probeer nu alles wat op een rijtje te zetten. Ik begin met het hier en nu. Ik slaap in de gite communale van Estaing met een tiental bekenden.Het is een oude kapel die is omgebouwd tot een gite. De overnachtingen in gites van de gemeente kosten maar weinig geld : Dit keer is het één grote slaapzaal met een gang in het midden, en gordijntjes aan beide kanten die de kotjes met 2 bedden "afsluiten". Ik slaap weeral bij een andere pelgrim vannacht, bij Pierre uit de Vendée. Maak je geen zorgen, gewoon slapen. Want we zijn allemaal een beetje steendood: de gids met wegbeschrijving (Michelinboekje) die we volgen gaf 19.5 km aan voor deze etappe van vandaag, maar het zijn er zeker 25 volgens de madame van de gite, en met die info voelen we ons al een heel stuk beter: nu weten we hoe het komt dat we pas zo laat zijn aangekomen. Het was bovendien loodzwaar omdat we uren aan een stuk door echte modderpoelen en smalle wandelpaadjes moesten ploeteren in het bos !! Ik moet seffens nog een kilo pasta meebrengen uit de winkel en een grote zak gemalen kaas. De dames in onze groep doen dan de rest, en daarna is het weer aan de heren voor de afwas. Ik denk dat Jan, de Parijzenaar, voor de wijn zorgt en voor het zekerst zal ik ook nog wel een fles kopen want we zijn met een hele groep voor de pastaparty...
En nu nog even over enkele dagen terug. Terwijl ik toen in de "bureau de tourisme" al mijn verhaaltjes neerschreef regende het buiten pijpenstelen. Alle anderen waren volledig doorweekt aangekomen in de gite van Lasbros. Aan de open haard in de living hingen er vele spullen te drogen. Ik kwam droog toe en kreeg als toetje op mijn taart nog een supermooie regenboog voorgeschoteld om te bewonderen tijdens mijn laatste kilometers. 's Avonds probeert Isabelle (een parisienne , die haar baan bij een televisiestation heeft opgezegd) me een Frans kaartspel aan te leren, samen met Jan en Pierre, gezellig samen in die living aan het houtvuur. Het is een spel met 72 kaarten en ik bespaar jullie de details. Wat verder zit Marie-Pierre geanimeerd te babbelen met een oude pelgrim (meer dan 80jr) over de gesloten kloosters. Het kaarten wordt geen echt succes, en we kruipen vroeg in ons bedje , want morgen volgt weeral een mooie zware etappe in de sneeuw naar Aubrac.
En ja , we zitten op een heel hoog plateau in de dichte mist en er ligt een dikke laag sneeuw. Er zijn hier nog heel wat andere pelgrims, maar die zijn langs de openbare ( lees "veel beter begaanbare") weg tot hier gestapt en niet door de besneeuwde grasvlakte zoals wij. Ze zien er heel wat frisser uit dan ik... Afin , in de vroege ochtendmist trekken we weer op pad in de "platsjende sneeuw". Gelukkig zijn onze kletsnatte schoenen en kousen en de rest weer zo goed als droog geraakt op de radiator van de centrale verwarming. Op enkele minuten tijd verandert het landschap nu van een sneeuw- naar een grasveld. Mijn kamergenoot Jan van enkele dagen geleden is een illustrator. Hij tekende in de sneeuw een mooie "Santiagoschelp" en een pijltje erbij om ons de weg te tonen. Weer is het landschap onbeschrijflijk mooi: groene golvende weiden vol rotsblokken, en in de verte zie ik de witte hoogvlakte liggen waar we zoveel dolle sneeuwpret beleefd hebben ??!! Ik heb 's morgens in de gite van Aubrac nog vlug 2 sneden brood meegepakt (het is maandag en de bakkerij was natuurlijk weer gesloten toen we passeerden) en eet ze nu op in een piepklein kotje naast een oude weegbrug in Saint Chely d' Aubrac. De winkels zijn allemaal toe, ik had het moeten weten, want het is weer maandag. Honderd meter verder zit de café-tabac vol met bekenden, dus daar nog vlug twee koffies gedronken samen met hen. Als we buiten komen is het weer beginnen regenen. Het is nog 16km te dalen, eerst langs mooie brede verharde landwegen en dan verder langs smalle paden in het bos. Ieder heeft zijn tempo en na een km of 7 gebeurt er toch nog iets leuk om te vertellen. We zijn (Pierre, Jan en ik ) nog in elkaars buurt en een boer en boerin hebben met een draad de weg afgespannen: even wachten (in de gietende regen)! Maar we beseffen ineens waarom: daar komen een 20 tal koeien aangelopen uit de stal die over de "modderweg" naar de weide stormen. Ze hebben geen oog voor ons. Gelukkig stonden we goed opzij. Wat verder is er een heel kleine garage: Op een oud kramiekel tafeltje staan 3 thermosflessen: koffie, heet water en fruitsap. Verder een "offerblok" waar je 1 € in moet steken telkens als je iets pakt. We zijn al helemaal doorkleumd, en de boer vertelde ons zojuist dat het nog 9 km te stappen is . Dus al rechtstaande drinken we vlug een warme koffie ad fundum, en met onze zeiknatte voeten weer verder! Gelukkig is het alsmaar dalen, maar de regen heeft de boswegeltjes in ware rivieren herschapen. In het begin proberen we nog van steen op steen te springen, maar al snel stappen/lopen we ieder aan zijn tempo verder, en kijken we niet meer of we nu naast of in de plas trappen. En het blijft maar regenen, regenen, regenen zonder ophouden Ik dacht dat ploeteren in de sneeuw erg was , maar die regen... Afin, in St Côme d'Olt slapen we in een heerlijk warm nonnenklooster. Pierre en ik komen er als eerste aan, maar het zijn kamerkes van 3 dus we zeggen aan de receptionist dat als er een zekere Jan aankomt, dat die bij ons mag slapen. Onze broeken hangen totaal vol modder !!! En ik ben zo moe dat ik vergeet naar de vespers te gaan..., als ik er binnenkom hoor ik nog juist een laatste Franse weesgegroet Maria zingen... Na het gezamelijke avondeten is het weer heel vroeg bedtijd. Om 21u15 gaat het licht uit op ons kamerke (letterlijk !)
Aubrac ligt in de Cantal streek op 1300m hoogte en de dagen ervoor heeft het daar veel gesneeuwd. Van Lasbros naar Aubrac is dus weer heel wat klimwerk. Ik vertrek samen met Jan en we wandlen samen langs mooie paadjes door die heel desolate streek. Op de middag stappen we samen met Jan,Pierre en Marie-Pierre binnen bij "Rosalie", een deftig restaurant, waar we onze tijd nemen (het is zondag hé) om aligot te proeven. Dit is een heel lekker lokaal gerecht op basis van kaas en puree of zoiets, superlekker! Er komt een eenzame Belgische pelgrim het restaurant binnen, Linda. Ze wandelde vanuit Cluny met haar hond, een golden retriever. Maar dat beestje is nu aan het manken. Ze heeft al haar bagage op een (gehuurd) karretje liggen, maar dat ding heeft al lang zijn beste tijd gehad, en ze is er al eens mee in panne gevallen ergens ver van de bewoonde wereld. Ze hoopt dat het met wat rusten en wat kortere etappes weer goed komt voor haar hond, anders moet ze haar boezemvriend weer terug naar huis brengen. Ik heb echt met haar te doen, en die babbel van 5 minuten naast de open haard, doet haar enorm deugd. Ik denk nog veel aan haar, maar heb totaal geen idee hoe haar verhaal verder gelopen is. We trekken verder naar Nasbinals en komen daar te laat toe: de bakker is gesloten over de middag en opent pas weer rond 16u. Maar daar kunnen en willen we niet op wachten. Spijtig dat ik geen tijd heb om al mijn foto's te tonen, want de hoge weidse plateau's van de Aubrac zijn super, als het niet regent tenminste. Door al dat geslenter, en de korte kerkbezoekjes, begin ik samen met Marie-Pierre aan het laatste stuk. De anderen, Jan en Pierre, lopen voor. We klimmen alsmaar hoger, en af en toe krijgen we wat ijskoude regen als toemaatje. Maar dan komen we weer op een sneeuwplateau zoals een weekje terug. Deze keer veel meer sneeuw, op een eindeloze vlakte met hier en daar een boom. Om het nog wat "leuker" te maken onder die dikke sneeuwlaag af en toe een onzichtbaar beekje smeltwater. Platsj, dratsj, kilometers lang enkele uren aan een stuk. Helemaal in de verte zien we kleine stipjes lopen, precies kabouterkes in de sneeuw, onder een dreigend grijs wolkendek. Omdat er geen mist hangt vind ik de weg heel gemakkelijk deze keer. Zowat 5 km verder , en heel veel later komen we aan in de gite. We moeten er zelf koken, maar ze verkopen er wat kleinigheden in een mini-mini winkeltje (1 rekje). Vermits het zondagavond is, is het aanbod op het kleine rekje zéér beperkt en zijn er veel lege vakjes. Het winkeltje wordt pas morgenvroeg, maandag, weer aangevuld. Maar het toeval (?) wil dat we na onze douche in de gemeenschappelijke refter een groep "luxe-pelgrims" tegenkomen. Ze doen heel korte etappes en beschikken over enkele chauffeurs die hun bagage en heel wat andere "luxegoederen" transporteren per auto. Ook voor hen is het zondag en ze laten ons meevieren: we krijgen een aperitief aangeboden en daarna krijgen we de overschot van hun pasta. We eten alles op, en krijgen ook nog wat lekkere kriekjes als dessert!! Weer effe boffen Afwassen doen we wel zelf en dan is het weer op tijd naar bed want onze pijp is uit.
Hier ook, maar ik heb weeral een km of 20 gestapt.
De laatste nacht sliep ik boven een grote koeienstal in Le Rouget, dat ligt een beetje voor Saint-Alban-sur-Limagnole. een klein gedeelte van de boerderij was omgetimmerd tot een gezellig appartementje voor pelgrims:
Jan, een Parijzenaar, en René, een Bretoen zijn mijn enige gezellen voor die nacht. Het is er best gezellig en de open haard knettert terwijl we al onze spullen, nat door die smeltende sneeuw overal, laten drogen. Dat zorgt voor een huiselijke warme sfeer. De boer en zijn vrouw wonen een eind verder. René heeft een wandelstok en elke dag kerft hij een ringetje schors weg. Hij doet dat voor zijn kleinkind. Ik zeg hem dat ik er al 7 heb, en dus zoiets moeilijk kan realiseren ... Ik zie me al lopen met 7 stokken.
Er volgt een heerlijk avondmaal met veel gangen, gebracht door de boerin des huizes en een sober ontbijt (zoals altijd in Frankrijk: wat baguette met boter en confituur). Het brengt ons pelgrims weer wat dichter bij elkaar.
Jan was vanmorgen de eerste weer op weg.
Een beetje later staat ie al terug boven. Hij was goeiendag gaan zeggen aan de boer bij zijn koeien in de stal beneden, en het bleek dat het de bedoeling was dat wij de afwas zelf deden...(op de vorige gite mochten we dat helemaal niet doen ...).
Daar hadden we niet echt op gerekend, maar ook in die dingen zijn we solidair met elkaar en een kwartierke later was de klus geklaard. Gelukkig dat Jan even terug kwam. Ik zie me daar al staan, helemaal alleen als laatste vertrekker met die berg afwas van onze diner van gisteren.
Goeiendag zeggen tegen de boer en nog een fotoke nemen van die gastvrije man met zijn koetjes en ik ben weer op pad om 9u.
In de voormiddag blijft het mooi weer.
's Middags wil ik een gezellig restaurantje binnen stappen, maar het is "verboden voor picknickers". Dus loop ik maar verder en midden in het bos kom ik Elisabeth tegen, een Française die ook vertrokken is samen met mij in Le Puy-en-Velay en die ook helemaal tot St. Jacques wil gaan zoals wij dat plegen te zeggen (er zijn er namelijk heel veel die maar een stukje van de Camino doen).
Ze zit rustig op de grond, beschut onder de bomen uit de wind een boke te eten en ze straalt een rust uit waar ik alleen maar jaloers op kan zijn.
Ik vraag beleefd of ik bij haar op de grond mag komen zitten. Maar ze kent me al want we hebben mekaar al meermaals gezien...
Ik verleid haar met een lekkere truffel die ook in die supergrote doos met verrassingen zat in Le Puy. Ze vindt ze heel lekker en neemt er nog 2 ( hier kan je als vrouw gerust een snoepje extra nemen zonder te vrezen voor je lijn).
Ik ben ook blij, want zo wordt mijn rugzak beetje bij beetje lichter. Ik heb nog wel heel wat koekjes en minute-soepjes te gaan vooraleer al die snuisterijen op zullen zijn (waarvoor nogmaals mijn dank aan de gulle afzender uit St. Gillis-Waas).
En nu zit ik hier dus lekker warm in Aumont-Aubrac, in een "bureau de tourisme", waar ik voor een appel en een ei op de pc mag tokkelen. Buiten regent het al een hele poos pijpestelen.
Ik heb nog 7 km te gaan tot in Lasbros en het is nu bijna 4u in de namiddag.
Het is uiteindelijk gestopt met regenen, gelukkig maar, (anders zou ik niet zoveel blijven vertellen) en nu ga ik er weer vandoor.
Tot binnen enkele dagen.
Pelgrimsgroeten uit Aumont-Aubrac (wat een mooie naam, vind je niet?)
Mark
PS
In de boerderij in le Rouget lagen er naamkaartjes: 2 bedrijfkes hier in de regio hebben zich gespecialiseerd in het vervoer van rugzakken op de Camino van gite naar gite.
Volgens de boer is het een erg winstgevende business!
Als het me allemaal teveel wordt open ik een bankrekening waarop jullie kunnen storten, en dan betaal ik daarmee mijn "rugzak-transportkosten".
Maar nu is het nog lang niet zover : Drappy blijft nog mijn beste vriend en ik zou haar geen dag kunnen missen. Ik hoop dat die liefde nog wat blijft duren tussen ons 2 !! De boer vertelde trouwens dat er soms met dat transport ook wel eens iets mis kan lopen....
Ik heb op de kamer geslapen met Gabriël, een Bretoen van een jaar of 35 die bij mentaal gehandicapten werkt. Zijn hele lichaam heeft wat last van die eerste Camino-uitdagingen en hij gaat op dag 3 maar 20 km stappen tot in Le Sauvage.In de kamer naast ons slaapt Gilles. Hij is in Saint- Privat zijn tandenborstel al vergeten ... Ja die beginnelingen moeten nog alles leren. Ik plan om nog een tiental km verder te stappen dan Le Sauvage.
Het is een redelijk zware etappe voor al die "starters": vanop 960 meter stijgen naar 1300m.
Daar ligt er nog veel sneeuw ( en vaak blubber en modder) van de voorbije dagen.
Onderweg kom ik Gabriël nog eens tegen, na mijn middagpauze. Hij wandelt steeds verder aan zijn rustige tempo. Ik passeer Le Sauvage : een heel grote boerderij, prachtig gerestaureerd, in the middle of nowhere in de bossen en wandel enkele km verder door het bos en de "platte" sneeuw.
Wanneer ik me op een boomstronk zet om nog wat te eten komt ie daar ineens weer aangewandeld.
Hij is "vergeten te stoppen" in Le Sauvage ( eigenlijk stond er daar nergens vermeld dat die gerestaureerde hoeve "Le Sauvage" heet...)
Hij is de wanhoop nabij als ik hem vertel dat ie te ver is: ik haal mijn documentatie boven en hij belt naar de dichtst bijgelegen volgende gite: maar daar is geen avondeten , en ze ligt een km verwijderd van de route.
Wanneer ze hem daar aanraden om nog wat verder te stappen ziet hij het helemaal niet meer zitten: het is half 5 en sinds vanmorgen had hij niks meer gegeten. Effe overleg: hij haalt al zijn fruit boven en begint dat op te eten. Dan besluit hij om toch maar enkele km terug te lopen naar Le Sauvage. Ik heb hem nooit meer teruggezien, maar hij zal Le Sauvage wel gehaald hebben..Ik passeer nog een kapelletje in het bos (terwijl er weer smeltende sneeuw valt) en een groter kerkje van St. Roch alvorens op mijn slaapplaats aan te komen. De picknick was eenzaam in een koude en donkere mini hangar, gezeten op een paar balken...
Ik vertrek in Saugues op de boerderij en zie ter hoogte van een kleine kruidenierswinkel 2 mooie nieuwe “Carrixen” op de grond liggen. De eigenaars zijn inkopen aan het doen. Carrix is een “rugzak op wielen” die je met een garreel om je schouder en je heup verder trekt. Je kan er heel wat materiaal in kwijt. Een stuk verder , in de ijzige kou zie ik een handschoen liggen , die juist verloren is door de eigenares van de “Carrix”. Ik raap hem op en vraag of het de hare is …Dit is de allereerste ontmoeting met Charlotte en Henk uit De Haan (B) waarmee ik in het Spaanse deel van de camino over enkele weken nog veel lied en leed mee zal delen.
En wat nu volgt is een poging om je te laten proeven van de solidariteit en de vriendschap op de camino:
Je ziet daar regelmatig dezelfde mensen: de ene start snel en stapt goed door maar rust wat verder weer lang, anderen zie je pas 's avonds weer etc.
Keiko is de Japanse die boven mij sliep in St Privat d'Allier, de eerste avond na Le Puy.
Op dag 2 gaat ze 's avonds in de kerk van Saugues een stempel op haar "credentiale" halen. (elke dag proberen we een stempel in ons boekje te krijgen van de plaats waar we slapen)
Ze vergeet in de kerk haar jas...
De volgende 2 pelgrims die er binnen komen (vader en dochter uit Fr.) krijgen de jas mee van de dame die stempeltjes deelt met de vermelding : " van de Japanse"
De volgende morgen aan het ontbijt heeft die Franse meneer 3 briefjes met zijn GSM nr erop genoteerd,die bestemd zijn voor Keiko.
Een briefje voor Pascale uit Canada, eentje voor Gilles uit Frankrijk (die zijn tandenborstel al vergeten is de eerste dag in de vorige gite!!!) en eentje voor mij. Als we Keiko zien moeten we haar dat briefje met het telefoonnummer geven.
En ja hoor , wat raadt ge, om half 11 heb ik al beet. Daar loopt Keiko , helemaal ingepakt onder een plastic zeil, verkleumd van de kou, want het is zachtjes aan het sneeuwen en er staat een ijzige wind (We stappen op 1000m hoogte).
Ik geef haar het briefje met de gsm-nr.
Met haar gebroken Engels en speciaal Frans accent en haar Japans enthousiasme belt ze naar de meneer.
Ik laat haar rustig betijen en wandel verder.
Een km of wat verder passeer ik een boerderij. Op de bovenverdieping van een schuur vol hooi (wat een lekkere geur) kan je iets warms drinken.
Ik koop er ook een bolleke echte Franse zelfgemaakte kaas en bestel een warme chocomelk terwijl ik een babbeltje sla met een koppel Amerikanen en koppel uit Noorwegen.
Keiko komt eraan . Ja vanavond slaapt ze op dezelfde plaats als die andere meneer die haar jas heeft.
Ze is me heel dankbaar , zoals een Japanse dat alleen maar kan zijn: met haar handen gevouwen maakt ze heel sereen een diepe buiging voor me.
Effe later heeft ze uit haar rugzak ergens een kleine klassieke fluit bovengehaald en met haar verkleumde handen speelt ze een mooi stukje klassieke muziek voor mij. De boer die nog met verbouwingswerken bezig was stopt direct met zijn boormachien en het wordt muisstil in de geimproviseerde concertzaal. Ik pink een traan weg voor al dat moois!!
En je gelooft het of niet, wat later komt de meneer met haar jas daar ook toe juist aangestapt op het ogenblik dat ik vertrek : hij zet zich buiten op het terras , maar ik stuur hem onmiddellijk naar binnen natuurlijk.
Blijkt dat die jas ook een grote sentimentele waarde heeft : Keiko kreeg hem cadeau van haar moeder juist voor haar vertrek naar de camino...
Het was weer een dagje stappen door heel mooie natuur met steile klimmekes en afdalingen.
In Rochegude staat een piepklein supermooi kapelleke boven op een rots naast een kasteel
Vele uren later zie ik nog altijd dat kapelleke, maar dan van op de overkant van een heel diepe vallei waar ik in Monistrol-d'Allier een kolkende rivier ( de Allier) oversteek.
Zware kost voor al die beginnende stappers, maar ik geniet met volle teugen van de mooie natuur en gebouwtjes van vroeger.
In Vernet passeer ik een terras: wat ouderwetse aftandse stoeltjes en tafeltjes in het zonnetje waar enkele pelgrims even rusten. Binnen in een schuurtje met WC kan je een drankje etc. bestellen bij een meneer in een rolstoel ( een ongeval vroeger op zijn boerderij…). Als ie niks te doen heeft maakt hij mooie schelpjes uit hout van takken om te verkopen voor een klein prijsje. Ik stop en geniet van een chocomelk buiten onder het kille zonnetje met een mini-Mars erbij.
Ik kom rond half 4 al aan in Saugues na 19 km en slaap op een boerderij aan de rand van het stadje met enkele pelgrims die er de vorige nacht ook al bij waren. Maar deze keer niet in een grote "zaal"
Er is geen "ordinnateur" om mijn verhaaltje te vertellen aan jullie! Maar op het kantoor voor toerisme is er eentje zegt de boerin.
"Let op dat sluit daar om 17u."
Dus rond een uur of 4 ga ik al direct op zoek.
Ik vraag de weg en ik kom wat later in de buurt waar het zou moeten zijn. Ik zie een jong koppeltje: "Le bureau de tourisme s' il vous plait ? "
Het meisje antwoordt me direct in het Engels : "eerste rechts en dan beetje verder."
Ik stap verder maar vind niks. Eigenlijk stond ik ter hoogte van het bureau, toen ik de weg vroeg aan die "2 snotneuzen" maar ik had het niet gezien. Afin ze hebben hun binnenpretje zeker gehad en ik had wat extra meters gewandeld.
Een ander vrouwtje zegt me dat ik in de fotowinkel ook op internet kan: ik kom daar aan maar er is een probleem sinds enkele uren met Orange, de provider...Dat gebeurt wel eens meer in Frankrijk naar het schijnt en dan valt heel het dorp zonder internet
Terug naar dat bureau de tourisme: ik heb het nu wel gevonden , maar er is geen computer meer beschikbaar voor de pelgrims...
Bijgevolg zaten jullie wat langer zonder nieuws van mij.... Ik heb dan maar van de vrijgekomen tijd gebruik gemaakt om een bezoekje te brengen aan de kerk en ook aan "het clubhuis", een soort oude kerk, van de "penitents" of zoiets. Het is een vereniging van diepgelovige mannen (geen vrouwen toegelaten!!!) die in de paastijd in de processie rondstappen met een lang wit kleed en een witte kap over hun hoofd als teken van boete. Een heel unieke plaats op de camino en ook elders zijn er zo nog maar heel weinig van die "verenigingen". Er is daar ook nog een museum van "la bête du Gevaudan"- "Gevaudan's beast", maar dat is gesloten. In onze gite slaapt er een niet-pelgrim die van vele honderden km verder hierheen komt om in de archieven alles te bestuderen over dat dier. Het beest zou tussen 1764 en 1767 meer dan 60 aanvallen op mensen hebben gepleegd en deze hebben gedood. Bij het eten ontspint zich een boeiende discussie over wat het beest nu zou geweest zijn, een wilde hond, een wolf , ... bij mij op het kamertje slaapt Gabriel, een jonge Bretoen, die op zoek is naar zichzelf en zich bezint hoe hij zijn verdere leven gaat verder gaan. Naast ons slaapt Gilles, en hij is gisteren zijn tandenborstel al vergeten na 1 dagje stappen. Een beginnersfoutje ?! We moeten hem morgenvroeg wekken.
Ik word 's morgens wakker bij de capucienen in le Puy-en-Velay.
Naast mij ligt er nog een menselijk wezen muisstil, ondertussen is er al eentje uit Denemarken vertrokken aan mijn andere kant die een nieuw record wil stappen van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela!
Vorig jaar deed ie het in 57 dagen.
Ik heb hem gisteren nog proberen te "onthaasten", maar dat is niet gelukt.
Afin : ieder zijn camino en ik hoef hierover niet te oordelen.
Als ik van het ontbijt terugkom is er al wat meer leven in het bedje: het blijkt een Noorse jongedame te zijn,Tone. Haar roodharige vriendin Anne ligt enkele bedjes verder.
Ze zijn gisterenavond laat aangekomen om half 11. Ik heb ze niet eens meer gehoord.
Ik ben ingepakt, nog even een kort afscheid van de Deen op het terras en ik vertrek. De Deen is een doorwinterde eenzame stapper die ik nog enkele keren zal tegenkomen. Op straat zie ik door het raam de juffrouw van de Duitse klas zitten aan de ontbijttafel met haar collega. Ik zet een stapke terug en tik voorzichtig op het raam: "Adieu".
En dan begint het tweede, totaal verschillende deel van mijn camino: nooit meer alleen op de weg, altijd pelgrims voor en achter je op de GR65.
Een heel ander gevoel. Ik zie al die starters rond mij lopen met mooie blinkende botinnen, een mooie propere regenjas, een blinkende rugzak zonder 1 spatje modder etc.... Na een km of 5 in La Roche, het eerste dorpje op de Camino Podiensis staat er aan een eenzaam huis een stoeltje en een bordje : "boissons gratuits". Ik stop en neem een glaasje water. Het is Hugo die erbij staat, een gastje van een jaar of 12 die zo zijn paasvakantie door probeert te komen en een leuk babbeltjemet me slaat. En weer enkele km. verder in Montbonnet, kom ik het kapelleke van Saint Roch tegen uit de Xe eeuw!! Echt heel mooi. Ik steek even mijn kop binnen en zet me neer op een bankje .Ik zeg een kleine dankuwel aan hierboven voor al dat moois dat me dag na dag blijft overkomen. En dan is het tijd voor een eerste picknick in Ramourouscle: ik zie daar een bankje staan bij het historische kruis uit 1631 voor een compleet vervallen huis. Ik zit daar een beetje beschermd tegen de koude wind, en zet me neer. Al direct komen er 2 straathondjes kijken of ik niks te veel heb, maar dan kennen ze mij nog niet. Het enige wat ze krijgen is een minikorstje van de Franse kaas.
Als de hondjes weer afgedropen zijn komen er een haan en wat kippen langs. Ze zoeken de kruimels.
Ge ziet dat ik daar niet de eerste pelgrim ben die stopt voor een picknick.
De eerste dag eindigt in St Privat d'Allier na 23,5 km en 570 m hoger,voor mij een peulschil na al die zware etappes van de weken voordien.
De aankomst daar zal ik nooit vergeten: in de kleine inkom werden we opgewacht door de eigenaar en ik moest mijn slaapzak afgeven. De vriendelijke, maar kordate gastheer nam hem direct mee naar buiten, keerde de slaapzak binnenste buiten en schudde hem duchtig heen en weer. Hij was op zoek naar "punaises". Ik dacht dat hij duimspijkers bedoelde en zei dat die daar zeker niet inzaten. Hij verklaarde zich nader: geen duimspijkers, maar "punaises de lit" . "Ik wil niet dat dat ongedierte hier in mijn huis binnendringt, en ze komen de laatste tijd meer en meer voor op de camino". Daarna moest ik alles wat ik nodig heb voor deze nacht uit mijn rugzak Drappy uitzoeken, en dan werd die in een grote plastic vuilzak gestopt. Daar zal ze in moeten blijven tot mijn vertrek de volgende morgen. Geen comfortabel gevoel, maar een slaapzak vol bedwantsen sprak me ook niet echt aan! Er heerst een speciale sfeer in die eerste "gite familiale". We slapen met een tiental pelgrims in dezelfde zaal: een Canadees ligt naast mij, een Japanse ligt boven mij (ik bedoel dat ik onderaan in een "stapelbed" lig natuurlijk). Verder herinner ik me nog Elisabeth, Pierre, de timmerman, Marie-Thérèse, nog een Pierre en een Gilles. Ze zullen later nog meermaals mijn pad kruisen.Ze zijn allemaal even moe en hebben allemaal nieuwe schoenen en ander materiaal. Als ik zeg dat het voor mij een "jour de répos" was kunnen ze niet goed volgen. Met een kleine verduidelijking, dat ik al meer dan 6 weken alleen onderweg ben, begrijpen ze al 't een en 't ander.
Allen samen aan het avondmaal na een korte bezinning, geleid door de "huisbaas" over de Emmaüsgangers en de paastijd in het eeuwenoude kerkje wat verder. De volgende morgen zitten we weer samen aan het ontbijt. Wat een ambiance en vriendschappelijke sfeer!
Ja ik slaap in een zaaltje in de rue des capucins,29, bij de capucienen: ze zijn er al lang niet meer maar de naam is wel gebleven. Bij mij slaapt (tot nu toe) een Duitse juffrouw (geen pelgrima) en een Franse meneer (wel een pelgrim). Verder nog een Deen die elk jaar duizenden kilometers wandelt. De Dodentocht in Bornem is hem ook niet onbekend. De Duitse dame is met haar klas pubers voor enkele dagen op reis rond le Puy-en-Velay om hen toch iets van de Camino te laten kennen. Die gasten crossen daar rond van de ene in de andere slaapzaal, terwijl ik mijn soepke en mijn ravioli klaar maak in een klein keukentje, en ze zitten ook steeds met enkelen samen aan de pc om facebook-berichtjes te lezen en te versturen. Ik geraak maar heel moeilijk even op dat ding om wat te schrijven. Ik heb jullie nog van alles te vertellen maar de receptie van de gite/hotel gaat sluiten en dus moet ik de pc afsluiten.
Maar ik heb nog een groot blik Leffe om op te drinken hier op het terras, en mijn koekjes en mijn chips heb ik al uitgedeeld aan de schooljuffrouw, voor haar pubers.
Ja ik heb toch wel wat stress gehad vandaag, ik verklaar me nader: Ik ga naar het postkantoor waar een pakje van thuis op mij zou moeten liggen te wachten: "poste restante" De lieve postmadame komt eerst af met een brief voor mij : een kaartje van mijn lieve collega, Inge, om me aan te moedigen nu ik al bijna halverwege ben. "Is dat alles facteuse?" Ze gaat nog eens in haar hokje kijken waar de "poste restante" ligt en ze komt terug met een hele grote doos: Ja er staat wel degelijk mijn naam op in grote drukletters en ik herken de naam van de afzender. Het is een vriend uit Sint-Gillis-Waas die altijd wel klaar is voor een grapje! Ik denk: " Irma zal mijn gerief met nog wat andere dingen van de vriend samen verpakt hebben in één grote doos". In een hoekje van de post staat er een klein tafeltje waar ik de doos probeer te openen. Ze is met kleefband heel stevig vastgeplakt en ik heb mijn zakmes een maand geleden terug naar huis gestuurd...Nu zou het goed van pas gekomen zijn. Uiteindelijk krijg ik ze toch open: een flesje whisky, een flesje jenever, een flesje wodka, een halve liter leffe in blik, een blik grimbergen blond 33cl, koekjes, chips, borrelnootjes, minute soep, een kleine sleutelhanger, een doosje chocolade truffels, en nog van alles.... Ik weet echt niet wat gedaan met al die spullen !!!. Eerst ga ik nog eens terug naar de postmadame om te vragen of dat nu echt alles is wat ze heeft voor mij, want ik mis eigenlijk nog steeds het pakje waar ik voor kwam, het pakje dat Irma me zou opsturen. Ze is welwillend en gaat nog een derde keer voor mij zoeken, en ja hoor, ze komt terug met weer een klein pakje. Om een lang verhaal kort te maken: ik ben een heel uur lang bezig geweest om mijne paraplu die ik een dikke week terug kocht, mijn matraske en mijn overbodige documentatie allemaal in een doos te proppen samen met de fleskes sterke drank om terug naar huis te sturen. Die flesjes drink ik wel op als ik terug thuis ben. Op de vrijgekomen plaats in mijne rugzak prop ik de minute soep, koekjes, worstjes, truffels, enz. De grote doos laat ik daar in het hoekje van het postkantoor staan en ik ga op zoek naar mijn nieuwe slaapplaats een eindje verder in de stad. Ik sleur ook een plastic zak mee, met daarin nog wat gerief dat ik niet meer bij in mijn rugzak kreeg. Het duurde wel even vooraleer ik hier weer wat bovenop was: ik droomde van een veel lichtere rugzak omdat ik vanalles naar huis ging sturen wat ik niet meer nodig had, maar dat is dus echt nog niet voor morgen... Ik ben er even echt niet goed van...
Denis et Jean-Louis, St Jacques nous a mis ensemble la première fois le matin à Vezelay. Vous etes partis là après la bénédiction pour les pèlerins vers Le Puy-en-Velay un jour avant moi.Quelques jours plus tard, vous me passez à Anost et alors on se retrouve un jour plus tard à Larochemillay, tout mouillés. Nos chemins se sont séparés à Bert, quand vous m'avez quitté pour fêter un anniversaire pendant le weekend de Paques. Mais 3 jours plus tard et +/- 40 km plus loin St. Jacques nous a mis ensemble une deuxième fois "par hazard ?" Je ne croix pas du tout que c'était le hazard...
Merci pour votre gentillesse. Vous m'avez accueilli avec une hospitalité chaleureux, une hospitalité des vrais pèlerins. Merci Denis et Jean-Louis pour me "sauver la vie" dans le froid et le brouillard du col de Béal. Merci pour chercher avec moi les balises du GR, cachés sous la neige dans " l'enfer blanc" Merci pour boire avec moi la bière chaque fois quand on était arrivé bien fatigué . Je ne vous oubliérai jamais, vous êtes des vrais pèlerins, des randonneurs très routinés, aves lesquels j'ai marché 250 km vers notre but, Le Puy-en-Velay, et plus loin St. Jacques de Compostelle Maintenant vous êtes parti dans l'autre direction(Lyon), encore une fois après la bénédiction dans la cathédrale. Avec les larmes aux yeux je vous dis: Un très grand merci pour tout ce qu'on a fait ensemble! Ultreia, Buen Camino mes amis !!
Toen we dit weekend door de bossen in de sneeuw stapten kwamen we een groepje oudere dames tegen, op wandel met hun kleinkinderen. Daarna keken we allen even naar elkaar, want we waren een beetje verdoofd van de parfumgeur die achter de groep hing ... Het was de eerste keer in die 6 weken dat zulke geuren mijn reukorgaan prikkelden, want op het Franse platteland is alles puur en sober. Ik vroeg me ook een beetje af hoe ikzelf er nu uitzie: al 6 weken geen aftershave, geen zonnecrème of aftersun, alleen wat zeep en tandpasta, en ook wat lippenstift (Labello). Ja het is al heel koud geweest, en dan krijg je wel eens wat kloven in je lippen als je heel de tijd buiten bent. Maar eigenlijk heb ik al die spullen nog geen seconde gemist.
Al stappend in de sneeuw dacht ik de voorbije dagen veel aan haar, zij die me liet vertrekken voor 4 maanden: Dank U Irma, dank dat je me mijn droom laat waarmaken! Ook zij is "onderweg" en voor haar speciaal het volgende om haar de momenten zonder mij door te helpen:
"Something happened to my life, The day that i met you, Something that i never felt before. Now you're always on my mind, no matter what i do, and everyday it seems i love you more.
My love is warmer then the warmest sunshine softer than a side, my love is deeper then the deepest ocean, wider than the sky My love is brighter than the brightest star that shines every night above and there is nothing in this world that can ever change my love."
Ja het is zover, ik ben in Le Puy-en-Velay aangekomen, de derde grote halte in mijn camino, na Reims en Vézelay. Ik ben nu ongeveer 1100km van huis. Het was een korte etappe vandaag van maar 19km. De aankomst vanop de heuvel met zicht op Le Puy en Velay, na 44 dagen stappen is overweldigend ondanks het mistige weer. Het zat ons mee dat we op de middag voor we aankwamen in Le Puy nog een klein restaurantje vonden in Polignac dat open was (niet evident) maar het was weekend ! Het eethuis ligt aan de voet van een zeer mooi oud kasteel boven op een steile heuvel. Maar op het pleintje ligt alles open, wegens grote "wegenwerken". In Le Puy-en-Velay slapen we naast de cathédrale Notre-Dame de l'Annonciation voor 1 nacht. Die gite gaat maar om 16u30 open, dus we hebben alle tijd om tot rust te komen in die overweldigende kerk want we komen aan in de vroege namiddag. We brengen ook een bezoek aan het museum en het klooster met de binnentuin in de buurt. De volgende nacht is daar alles volgeboekt, maar wat verder heb ik iets gevonden voor de 2e nacht: het Appart hotel des Capucins. Nadat we ons gerief hebben geinstalleerd in de gite wandelen we rond op zoek naar een frisse pint. Uiteindelijk vinden we een gezellig café aan een groot plein. We eten daar ook ineens ons laatste avondmaal samen. Normaal ging een vriend van Jean-Louis ons vervoegen, maar door de overvloedige sneeuwval van de laatste dagen was het een enorme chaos op de wegen in die streek. Hij is niet ter plekke geraakt.
Ik vraag mijn 2 stapmakkers om een afscheidswoordje neer te schrijven in mijn klein zakboek: ...." Le hazard c'est bien Dieu qui voyage incognito. Merci Mark pour ces bons moments vècus ensemble et partagés dans l'humour et l'amitié. Prends bien soin de toi pour la suite du chemin et la suite de ta vie..."
Het afscheid valt me heel zwaar, en de atmosfeer in het middeleeuwse stadsgedeelte rond de kathedraal is heel speciaal. Ik ben te moe om nog te douchen en kruip om 22u15 in bed. De volgende morgen vroeg gaan we nog samen naar de pelgrimszegen in de kathedraal om 7u. Ik neem uit een "bakje" een briefje met daarop een intentie geschreven van een onbekende pelgrim. Ik laat een briefje met mijn intentie achter in het bakje... Daarna koop ik in de sacristie een Michelingids voor de route van Le Puy tot St. Jean-Pied-de -Port en ook een "Miam Miam Dodo", een heel gerenommeerd boekje met de adressen van slaapplaatsen en landkaarten van de Camino Podiensis route. Dan nemen we samen nog een ontbijt in de gite en het ogenblik van het definitieve afscheid komt eraan. Met tranen in de ogen pakken we mekaar nog eens stevig vast vooraleer mijn 2 engelbewaarders langs de middeleeuwse kasseiwegeltjes rond de kathedraal wegstappen. Verweesd blijf ik weer helemaal alleen achter. Maar ik moet verder en ik heb op deze rustdag nog een heel programma af te werken: eerst naar de post om een pakje van thuis op te halen, dan me installeren in de andere gite, geld uit de muur halen, nieuwe sokken zoeken ter verpanging van mijn huidige vol gaten, en een doosje Compeed voor mijn hielen en verder nog wat eten kopen voor de volgende dagen en de route bestuderen voor morgen. Zo zal mijn "rustdagske" er weer snel op zitten. Vanavond ga ik mijn blikje ravioli klaarmaken, dat ik al dagen meesleur en dat ik kreeg van de Nederlandse dame juist voor mijn aankomst op de camping op Paasdag. Deze regio is immers wat minder desolaat. Morgen begin ik +/- 1 maand te stappen richting St. Jean-Pied-de-Port: héééél mooi zeggen alle pelgrims die meerdere routes gelopen hebben. Het is de mooiste weg naar Saint Jacques. Ik heb dus niet voor niks die zware doorsteek van de Morvan en de Auvergne naar Le Puy-en-Velay gemaakt waarschijnlijk. Vanuit Le Puy vertrekken dagelijks een 50 tal pelgrims richting Compostela: Ze hebben veel verschillende nationaliteiten: Samen met mij vertrekken Duitsers, Fransen, Oostenrijkers, Noren, Denen, Zwitsers, een Japanse, een Canadees ... In Le Puy passeren of vertrekken elk jaar 35.000 pelgrims, waarvan er slechts +/- 5% gaan voor de hele tocht van daaruit naar Santiago de Compostella in één trek. Alle anderen lopen een deeltje eenmalig, of doen jaar na jaar een gedeelte tot ze de volledige route hebben bijeen gestapt.
Onze volgende slaapplaats is een boerderij in Le Cros, een mini gehuchtje van St. Geneys-près- St.Paulien . Bij onze aankomst om 15u45 staat de deur al open voor ons terwijl de boer en de boerin nog volop aan het werk zijn: ze hebben 350 schapen te verzorgen. We installeren ons boven op de slaapkamer en Denis botst al eens met zijn hoofd tegen een laaghangende balk. Hij hangt prompt een deken over die balk om te voorkomen dat hem nog eens hetzelfde zou overkomen. Een beetje later zit ik met Jean-Louis beneden en weer horen we een zware boenk, gevolgd door enkele straffe uitspraken. Wat er juist gebeurd is hebben we nooit geweten... 's Avonds zijn we te gast bij Martine en Jean-Louis, 2 sympathieke hardwerkende mensen met een hart van goud. Vroeger waren het fervente joggers. Zij, Martine, heeft jarenlang het wedstrijdrecord van de 15km van le Puy en Velay op haar naam gehad, tot er loopsters met een donkere huidskleur begonnen deel te nemen. Terwijl de kinderen braaf naar de TV kijken krijgen we bij de taart tot slot nog een lekkere eau-de vie van bosbessen aangeboden. Zo kunnen we de kilte te vergeten van de smeltende sneeuw en hagel die onzelaatste twee stapdagen opsmukte. Gelukkig hadden we de wind meestal van achter en stapten we veel door de bossen, zodat het koudegevoel toch een beetje minder erg was dan op de col du Béal, enkele dagen terug! De gastheren tonen ons ook nog een krantenknipsel dat gaat over een soort van loopwedstrijd die start aan de kathedraal van Le Puy-en- Velay en eindigt in St. Jean-Pied-de-Port, gespreid over verschillende dagen. We zijn het er allen unaniem over eens dat dit een smaakloze stomme uitdaging is die niet thuishoort op het caminotraject. Er zijn genoeg andere GR's om de lange-afstandslopers hun kunnen te laten demonstreren.
We slapen vanavond in een grote gite waar een hele groep routards (motorrijders) hun bed gereserveerd hebben. Denis is niet zo opgezet met dat type volk, maar we hebben hem goed de les gespeld: "soyez poli ". Hij heeft zich in de loop van de dag ook al serieus druk kunnen maken over de crossbrommers. Het is namelijk zaterdag en in de mooie bossen komen we twee motocrossers tegen die, om ons te imponeren, degashendel flink opendraaien op die zandwegel vol keien. We hebben onze bedenkingen bij al dat lawaai, die stank, en de losgerukte keitjes van die 2 rustverstoorders. Na al die dagen in de stille natuur is dat echt "confronterend". Maar dan komt ons moment de gloire. Ineens horen we wat verder een moto sputteren. We wandelen rustig door en naderen de 2 supermannen. Eén probeert uit alle macht zijn moto weer op te starten, tevergeefs. Hij roept wat schietgebedjes tot de heilige Gasoil of zoiets. We verstaan dat gemompel niet zo goed en wandelen met een brede glimlach rustig voorbij. Even later komt de tweede crosser ons voorbijgereden, en een tiental minuutjes later keert hij terug met een busje naft voor zijn goeie vriend.
De groep motorijders in de gite zijn gelukkig van het beschaafde type en maken niet veel kabaal. We hebben geluk dat er nog plaats is voor ons, want ze zijn heel talrijk. Het winkeltje, de bar-tabac en de bakker zijn al gesloten als we daar toekomen. De kerk is wel nog te bezichtigen. De eigenaar van de gite verkoopt ons de laatste blikjes van zijn persoonlijke voorraad bier: 3 Leffe en 2 Hoegaarden voor elk 1€ 't stuk. We gaan het eerlijk verdelen. Omdat de vloer van planken is op onze slaapzaal moeten we van de uitbater onze botinnen beneden laten staan en krijgen we mooie flashie pantoffeltjes aangeboden om binnen rond te lopen.
We ontbijten de volgende morgen samen met de groep motards. Jean-Louis stelt me voor aan enkele van hen:"Il est parti tout seul près d'Anvers". Ze snappen er niks van, van wat pelgrimeren betekent. Ze zijn meer bezig met hun blinkende machines en leren pakjes.
We vertrekken ongeveer gelijktijdig: wij nemen een kleine binnenweg. De motards maken al een flink ommetje door de smeltende sneeuw. Rond de middag passeren we, nog maar eens flink uitgeregend, langs een dorpje met een hele mooie naam: Bellevue la Montagne. Er is helemaal geen mooi uitzicht, en bergen zijn er ook al niet. Gelukkig staat er een "Hotel des Voyageurs", op 700m buiten onze route. We gaan onze natte spullen weghangen en staan in het toilet voor een grote spiegel. Hoe zie ik er uit na 6 weken, zonder after-shave, zonnecrème, revitaliserende crème, parfum, deodorant,anti-rimpelcrème met Q10, collageen restructurizer voor de oogcontouren enzoverder ??? We trekken er een mooie foto.
Ik heb ook enkele mooie foto's getrokken van een "salers" : een bruine koe die tegen de kou bestand is en hele grote horens heeft!
Het ontbijt in Chabreloche enkele dagen terug bestond uit 1 croissant en 1 stukje brood en een klein tasje thee. Het ontbijt daarboven op de Col des Supeyres was van een ander niveau: de uitbaatster was in de vroege morgen al (speciaal voor ons waarschijnlijk?)naar St. Anthelme gereden (2 x 13km) om verse baguetten te gaan kopen. Het ontbreekt ons aan niets en bovendien is de zon van de partij. Soms is gastvrijheid echt wel geen ijdel woord op de Camino!We hebben daar bovendien een prachtig uitzicht op de Puy de Dome en de andere uitgedoofde vulkanen van het Centraal Massief.
In de loop van de dag belt Denis met zijn moeder, die hoogbejaard is en in een rusthuis verblijft. Zijn ma vraagt hoe dat met hem gaat natuurlijk. Ik hoor hem antwoorden dat alles onder controle is :nous avons des pieds tous terrains (naar analogie met het woord VTT vélo tous terrains)(we hebben voeten voor alle terreinen)... We hebben in de voormiddag een lange afdaling tot Saint Anthelme over asfalt. Denis komt er als eerste aan en hij heeft bij de warme bakker al een quiche lorraine en nog wat anders lekkers uit de microgolf gevonden voor 2.80€ per persoon. We eten het smakelijk op in de vernieuwde bar op de markt met een lekker pintje en een tasje koffie erbij.
Heel de dag stappen we langs bergweiden vol gele paasbloemen, "les jonquilles", de natuur op zijn mooist! We houden halt in la Chapelle en Lafaye. Dit is een klein dorpje met een hele oude geschiedenis: reeds voor het begin van onze jaartelling kwamen de Kretenzers daar vanuit Marseille naartoe om lood te kopen en ze trokken nog verder door naar Bretagne op zoek naar zout. We slapen in de pastorij naast de kerk die is omgebouwd tot een gezellige gite. We gaan naar het lokale restaurant - café nog 2 pintjes drinken. Ze voorspellen weer slecht weer en zelfs weer sneeuw, vanaf overmorgen maar ook dat went en we laten de moed niet zakken : Ultreia. Op aanraden van de verantwoordelijke van de gite nemen we een andere route dan deze die beschreven is in de "guide Lepère" en die ongeveer 1 dagetappe korter is. Ze loopt langs die eeuwenoude historische route van de Cretenzers: " La route de César".
De volgende morgen klimmen we naar Montarchet, een prachtig dorp gelegen boven op een heuvel. In Usson-en Foreze zijn we weeral eens goed nat. We eten daar een complete menu en pas rond half 3 trekken we verder, eerst langs een heel grote houtzagerij en dan verder in het bos waar we een vos zien weglopen. We volgen de route de Bollène en dan de routede César, dat wil zeggen een weg recht op het doel af.