Ik ben mark dejongh
Ik ben een man en woon in Sint Gillis-Waas (Belgie) en mijn beroep is ziekenhuisapotheker.
Ik ben geboren op 23/08/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: joggen, tafeltennis, fietsen.
ik heb ook een mooie verzameling van meer dan 64.000 kroonkurken uit 200 verschillende landen.
Maar veel belangrijker, al meer dan 35jr. gehuwd met Irma en vader van vele lieve kinderen : Christophe, Thomas, Tine, Katrijn, Frederik, en Roeland.
opa gaat op stap
Relaas van de wandeltocht van St. Gillis-Waas naar Santiago de Compostela 112 dagen op pelgrimstocht : ontdekken, ontmoeten, onthaasten.
02-05-2012
Rocamadour 10km
Als we in gite "Pierre Bonhomme" zitten valt er nog regelmatig een ferme regenbui uit de lucht. Adeline heeft ons voorbijgestoken en stapte verder naar Rocamadour.Wij zijn blij dat we door dat rotweer niet verder lopen en dat we onze spullen nog eens op ons gemak kunnen wassen en laten drogen. 's Avonds gaan we in een gezellig restaurant een lokale specialiteit eten. We raken aan de babbel met 2 toeristen die uit "het noorden" komen, uit Issy l'Eveque. Ik moet zowat langs hun deur gepasseerd zijn en heb er mijn picknick daar opgegeten aan de kerk , met een camion vol varkens voor mijn neus. Als ze vertrekken hebben ze nog wat wijn over"voor de pelgrims". We aanvaarden met dank hun sympathieke gift! De volgende morgen ziet het er super uit : geen zwarte wolken meer maar een helblauwe hemel. En weg zijn we, Jan en ik . Onze medebewoner van deze nacht, Nicolas, vertrekt een poosje later. A propos Nicolas is toch wel geboren zeker op mijn huwelijksdag : 28-12-1974. wat een toeval! Maar dat even terzijde. Aan het kerkhof staat er een bordje: "Rocamadour 10km". We stappen een half uur en komen weer een bordje tegen : "Rocamadour 10km". Och, dat geeft niet : het zonneke schijnt super fel, een halfuurke langer stappen is geen erg. Rond 12u kunnen we daar al aankomen. Enkele km verder op de GR moeten we naar beneden afdalen in de vallei van de Alzou, het rivierke dat langs Rocamadour loopt. Er hangt een papier: Oversteek in de vallei beneden is "riskant". Het is beter om boven op de parking je weg te vervolgen en later af te dalen in de vallei ofwel de weg over de bergkam te nemen" Er staan nog 3 Fransen, 3 jonge gasten, die samen met ons verder lopen (het is daar ook feestdag op 1 mei) Een eind verder ("Rocamadour 8.7km") komen we aan de resten van een Romeinse "oppidum" , een uitkijkpost met zicht over heel de vallei. Supermooi uitzicht over die steile rotswanden waar onderaan de rivier verder slingert naar Rocamadour.We hebben ondertussen daar beneden al een kolkende enorme waterval gezien en achten ons gelukkig dat we boven gebleven zijn. De GR gaat daar aan dat Romeins gedoe naar beneden en iedereen volgt de pijltjes.Beneden lopen we een hele poos naast de kolkende Alzou langs een mooi kronkelend boswegeltje. En dan ineens een GR teken aan de overkant van die rivier , "maar geen brug". De rotsen waar je normaal gebruik van maakt om over te steken zijn verstopt onder de kolkende watermassa. Iedereen blijft aan de verkeerde kant, maar het boswegeltje staat nu onder water. We kruipen op de helling omhoog en proberen langs daar verder te geraken. Het is steil, rotsen, losliggende keien, rotte takken vol mos, die afbreken als je ze vastgrijpt om niet te vallen. Onze pret verandert al gauw in bittere ernst om niet uit te glijden en naar beneden te schuiven. Wat later zijn we onze 3 Franse "voorgangers" kwijt en roepen heeft geen zin met het lawaai van die bruisende watermassa onder ons. We klimmen alleen verder, het wordt alsmaar steiler en tenslotte staan we voor een rechte rotsmuur, waar een pelgrim met een zware rugzak echt niet op durft. Het is al 12 uur geworden ondertussen. We draaien rechtsom, en kruipen weer voorzichtig terug naar beneden, en af en toe schuiven we uit. Halve alpinisten voelen we ons , maar wel met een ei in ons broek, want het is weer eens de hel (deze keer geen sneeuw, geen regen, geen hagel, geen modder, maar steile rotsen en losliggende keien). Een uitschuiver hier kan het einde van mijn pelgrimstocht betekenen. Ik mag er niet aan denken en ook niet paniekeren. Waarom moet dit ons nu juist vandaag weer overkomen ? Als we terug aan de kolkende watermassa daar beneden staan een uur later, staan de 3 Fransen daar ook weer. Ook zij stonden geblokkeerd ergens aan diezelfde loodrechte rotswand. Ze blijven daar achter en we zien van op een kleine afstand de eerste van de 3 over een boomstam, terwijl zijn voeten in de rivier bengelen, beetje bij beetje vooruitschuiven. Halverwege op een eilandje moet ie het tweede deel van de bruisende watermassa 'te voet' door waden met het water tot boven zijn knieën. Neen, dat risico willen we echt niet nemen, en we klimmen weer helemaal terug omhoog , vanwaar we gekomen zijn, naar die oppidum van onze Romeinse voorouders. Daar volgen we een ander klein paadje dat ons naar Rocamadour zou moeten leiden. Maar wat verder loopt dat paadje al dood. We besluiten om toch door te stappen door het struikgewas bovenaan de diepe vallei. We komen aan een afsluiting met pinnekesdraad, die we kunnen volgen. Een heel eind verder , het is al half 3 ondertussen, zetten we ons boven op een rots neer voor een picknick, want we zijn op en hebben wat energie nodig. Wat een prachtig uitzicht over de vallei van de Alzou. Tijdens het eten hebben we tijd om een nieuw strijdplan op te maken: helemaal onderaan, langs de rivier, zien we wat eendagstoeristen wandelen. Dat moeten zeker "Rocamadouranen" zijn die een wandelingske langs de GR maken. We zien ook een wegel die aan onze kant van de rivier omhoog loopt in het bos. Met een volle maag en nieuwe moed gaan we weer op stap en uiteindelijk bereiken we heelhuids onze volgende slaapplaats in een kloostertje (van de orde van père Bonhomme) in Rocamadour. Dank U St. Jacobus voor deze spannende namiddag in de prachtige natuur onder een stralende zon: we zijn heelhuids aangekomen ( al zag het er even heel anders uit!) en hebben weer een dagje beleefd op onze pelgrimstocht om nooit meer te vergeten.
In de gite waar een lieve hospitalero ons ontvangt met open armen moeten we eerst toch even bekomen van onze korte , maar super intense etappe. En dan volgt weer een fikse wandeling helemaal naar het dorp boven Rocamadour om daar pasta te kopen en halve liter bier te drinken. In Rocamadour is er geen enkele kruidenier...Daar komen we de 3 Franse eendagstoeristen weer tegen. Ze hebben de oversteek van de Anzhou op de boomstam blijkbaar goed overleefd. Dan smul ik een ijsje op en breng met Jan een bezoek aan het kasteel helemaal boven op de heuvel ( weer ferm klimmen langs de XII staties van een kruisweg)! 's Avonds op de pastamaaltijd kunnen we wat bijpraten met de anderen die daar zitten.(onder andere de 4 dames van eergisteren). " 't Schijnt dat er de dag voordien een meisje in de rivier is gevallen." Ze sliep ook in onze gite in Lacapelle Marival en in de gite in Rocamadour de dag voor ons. De hospitalero kent haar naam : "Adeline" Ze is ons gisteren voorbijgewandeld in de pletsende regen en is gewoon verder gewandeld. Ze stond voor die kolkende rivier, en is er gewoon doorgewaad, het water tot boven haar middel. Ze was doodsbang geweest , met die rugzak op haar rug en is gelukkig niet meegesleurd in die helse stroming. "Het verstand komt niet voor de jaren" zegt men wel eens en deze keer was dat echt. Ik vlieg hier buiten in de bibliotheek van Bastide Murat want ze gaan sluiten. Nog vlug vertellen dat ik vandaag niks speciaals beleefd heb: gewoon 26 km wandelen in de zon.
Veel pelgrimsgroeten en tot een volgende keer maar weer Mark
In onze piepkleine gite voor 3 personen hebben we onze zoveelste mini-pastaparty gehad (met slechts 2 deelnemers deze keer). Paul onze Canadese gast heeft zijn eigen soepke gebrouwd met een broodje... En Nicolas klopte ook nog aan om bij ons te slapen. We boden hem aan om "in het zwart" zijn matraske beneden op de zetel te leggen, maar hij verkoos dan toch om als enige klant wat verder in de camping zijn tentje neer te planten. We waren al vroeg op pad vandaag vanuit Bastide Murat onder een stralend zonneke, en na 1km stopt een meneer in een 2 PK-tje. Hij wil ons waarschuwen dat de GR misschien moeilijk te volgen is in het dal. Het blijkt een Antwerpenaar te zijn die hier een klein hotelleke uitbaat wat verder. Het is al 3 dagen droog, dus we slaan zijn waarschuwing in de wind. We moeten inderdaad weer over een ferme sloot kruipen, maar na de oefeningen van de vorige dagen vormen de losliggende keien waar we op stappen geen enkel probleem meer.
Ik voel me tijdens de wandeling een beetje zoals een kind op de kermis. Na een aantal toertjes in de flitsende roetsjbaan ("grand 8 (huit)" zeggen ze hier) zit ik nu wat rondjes te draaien op de paardenmolen, en dat vind ik ook eens een fijn intermezzo om weer tot rust te komen. Ineens passeren we een reuze tros bijen aan een tak langs de kant van de weg. Vlug een foto en stillekes in een wijde boog er omheen. Het landschap verandert voortdurend en de zon begint al aardig te branden. De krekels zijn alom aanwezig en er zijn 2 koekoeken die elkaar het hof maken, of uitdagen, ik weet het niet. De ene koekoek blijkt soms te hakkelen, echt bizar om te horen; De picknick is zalig en een kleine siësta geeft me al een voorproefke van de camino Frances in Spanje. Jullie kunnen je waarschijnlijk moeilijk voorstellen dat er nog wat goed weer is, maar hier is het eindelijk zover na heel vele winterse dagen... In Vers komen we kort na de middag aan en we trakteren onszelf op een frisse Stella op het terras van een heel chic restaurant. Het is nog te vroeg om te stoppen en we stappen nog 4 km verder naar les Mazuts waar we al rond 16u. aankomen. We zijn wat te vroeg en moeten aan de poort van de hoeve even wachten op de eigenaars. Ik heb voor de vriendelijke gastvrouw van meer dan 80 jaar al direct 2 prangende vragen : - "Heeft U een computer voor de gasten?" Het antwoord is "ja"! - "Heeft U een pintje voor ons"? Ze weet het niet zeker en wat later komt ze terug met haar enige 2 blikjes Heineken; Afin als ge echte dorst hebt smaakt dat ook lekker.
Verder nog melden dat ik mijn pakje nog steeds niet heb kunnen terugsturen want in Vers is het postkantoor alleen maar in de voormiddag open. Ik begin er bijna stress van te krijgen. Morgen zal het zeker lukken want dan slapen we in Cahors: het wordt een korte etappe van +/- 15km. Daar zal ik afscheid nemen van Jan die op de trein stapt richting Parijs. Weer een nieuwe supervriend die ik zie vertrekken, maar ongetwijfeld kom ik weer andere pelgrims tegen na mijn "petit détour vers Rocamadour". Het pelgrimsbestaan kan zo mooi zijn als de zon schijnt, maar het kan soms ook hard zijn op het moment dat je weer moet afscheid nemen van een goede vriend.
Aan alle lezers die al een berichtje achterlaten af en toe: bedankt , plezant om dat te kunnen lezen, want ik heb al begrepen dat het leven ginder gewoon door gaat, terwijl voor mij hier de tijd stil staat en het leven heel anders geworden is. Blijven reageren zou ik zeggen !!
Hallo koud België Vandaag was het maar een heel korte etappe van 15 km. Het begon al super; in de luxueuze en heel sfeervolle oude boerderij zijn we de gast van twee 80-plussers met 4 kinderen, 13 kleinkinderen en een 7-tal achterkleinkinderen. Bij het ontbijt bied ik aan Jan mijn gouden zakboekje aan om er een afscheidstekeningetje in te tekenen voor mij. Het is een echte artiest, en op enkele minuten tijd schetst hij, "zomaar uit het vuistje" een supermooi stel bottinnen en 2 stapstokken tussen de bloemetjes. Rond de middag zijn we al in Cahors aangekomen. We stappen langd de rivier de Lot en zien daar een stel piepkleine eendjes achter moeder eend aan zwemmen. Ineens houdt Jan halt, en hij zet zijn wandelstok, die wat te kort was voor zijn lengte, tegen een boom. “Adieu mon baton” na 3 weken stappen, want ik kan je toch moeilijk meenemen op de trein naar Parijs… Dan hebben we onze laatste picknick samen onder aan de supermooie heel oude brug de "Pont de Valentré of pont du diable" Na de picknick direct naar de post: het kost me 27€ om de rommel op te sturen die ik kwijt wil, maar dat heb ik er graag voor over. Nu weegt Drappy 1.5kg lichter. Ik moest wel mijn volle gewicht op de doos zetten om ze toe te persen.... Dan naar de fotowinkel om een copie te nemen van de memory-card van mijn fototoestel naar een USB stick : 1200 foto's zijn nu ook onderweg via de post naar huis. De kans dat ik die kwijt speel is dus ook geminimaliseerd. Maar het leukste verhaaltje van de dag is voor straks. Nu eerst gaan eten
Hallo Cahors, het is nu zaterdagochtend half 7, in de gite "relais des Jacobins". Er sliepen twee Franse "ronfleurs" (vrij vertaald "ronkers, snurkers") op ons kamerke van 4. De ene heet Alain uit Lille - Rijsel ergens, de andere was Denis, een goedlachse "zware" man met al wat leeftijd en flink wat overgewicht. Ik was gisterenmiddag Nicolas tegen het lijf gelopen toen hij aankwam in Cahors. Ik had juist mijn rugzak weggezet in deze gite en wist dat er nog 1 plaatske vrij was. Het regende en ik had een paraplu geleend van de uitbater, om de stad te bezoeken. Nicolas besluit om de reservatie die hij had voor een andere slaapplaats in Cahors te annuleren en bij mij te komen slapen. Hij en ik sliepen boven op het stapelbed en de 2 Fransen onderaan. Ik heb vannacht wel wat gerommel en gesnurk gehoord, maar voor mij viel het al bij al nog mee. Nicolas daartentegen heeft zijn matras van het bovenste bed gesleurd en heeft zich in de gang naar het toilet gelegd. Gelukkig is ie met al die slaapmiserie zijn goed humeur niet kwijtgeraakt en we hebben zojuist samen zijn matraske weer op zijn plaats gelegd in het bovenste bed. Gelukkig voor hem waren er vannacht ook niet veel passanten op weg naar het toilet ...
Om uit Cahors weg te raken loop ik eerst alleen enkele km langs de Lot, tot aan de “pont du diable” en daar gaat het via een steile trap recht de helling op om uit de vallei te raken. Ineens goed wakker !
Nicolas gaat eerst nog op zoek naar een paar nieuwe sokken.
Toen ik gisteren een bezoek bracht aan de kathedraal St. Etienne en het aanpalende klooster in Cahors speelde ik mijn vriend Jan een tijdje kwijt. Ik loop alleen door een stemmig middeleeuws straatje en zie daar een klein schoenmakersatelier. Omdat er recent weer een haakje van mijn bottin, waarrond ik de nestel draai, was losgekomen besluit ik om binnen te gaan. Ik toon mijn vuile bottin en mag hem direct uitdoen. Ik mag zelfs de kleur van het garen kiezen en ik ga voor "roze". Het is een lieve dame die zich over mijn onmisbaar schoeisel gaat ontfermen, terwijl ik met de heer des huizes een babbeltje sla. En ja hoor, enkele minuten later is het haakje weer vastgestikt en ook enkele andere naden die weer opnieuw gelost waren zijn mee gerepareerd en overstikt. Ik wil een foto nemen van de lieve dame die het stikwerk uitvoert, maar eerst wil ze niet. Ik kan haar met veel moeite toch overtuigen Ik denk dat ik mijn schoenen wat te veel "belast": nat, droog, nat, droog en dan klimmen en dalen alsmaar weer dagaan dag. Niet het ideale leventje voor een schoen,"maar ze zijn daar toch voor gemaakt" denk ik dan. "Waarom heten ze anders stapschoen? Waarschijnlijk is zelfs de sterkste garendraad daar niet tegen bestand?" Afin ik kan weer verder en vraag hoeveel mijn schuld is: "Zero euro, monsieur". Ik dring aan maar slaag er niet in om iets te betalen. Ze houden van pelgrims daar in dat kleine leuke ateliertje!!
Dus beloof ik hen om binnen enkele weken, als ik het geluk heb om aan te komen, een kaartje te sturen uit Santiago de Compostella. Ik neem alvast een adreskaartje mee dat er op de “mini-toog” staat.
Wat later vind ik Jan weer terug en we gaan samen naar het station, waar ik hem uitzwaai… Daar gaat ie. Ik moet weer even een traan wegpinken terwijl ik hem nog eens stevig omhels...Hij was de rust zelve, een fijne compagnon en een supervriend waar ik heel goed mee kon opschieten de laatste 2 weken.
In de gite hier slapen ook de 4 dames, Liddy en co, die ik in Lacapelle Marival voor het eerst ontmoette en later ook in Rocamadour. Ze beëindigen vandaag hun tocht na 1 weekje stappen. Verder slapen daar Michelle en Alain, een koppel uit Bretagne. Ze zijn ook in Vézelay vertrokken en via le Puy-en-Velay, zoals ik, voor hun tweede pelgrimstocht naar Santiago op weg. Gisterenavond was er nog iets speciaals te beleven: in de grote kerk was er een viering waarbij een relikwie van de heilige Théresia van Lisieux, bewaard in een groot zwaar schrijn, vereerd werd. Heel stemmig in die grote donkere kerk. Toen ik weer naar de gite wandelde was het aan het donderen en bliksemen bij valavond...
Vanaf 7u is er ontbijt te krijgen in de gite waar ik sliep vannacht, en het begint hier rond de PC al aardig druk te worden.
Het is fris en kil buiten, maar het regent (nog) niet ! Weer een nieuwe dag, de eerste van week 10 op mijn weg naar Santiago de Compostella, de eerste dag zonder Jan, de vriend die me meenam voor het ommetje naar Rocamadour!
Een goed weekend allemaal, en ik wens jullie het goede weer toe waar hier ook iedereen naar uitkijkt!!
Hallo allemaal! Met mij gaat alles goed, maar met Frankrijk?? Ik zit hier in de bomvolle gemeenschappelijke ruimte van de gite met een 30-tal anderen, en het grootste deel hiervan zit nu naar de TV te kijken die boven mijn hoofd hangt. De socialist François Hollande, die juist de presidentsverkiezingen heeft gewonnen tegen Sarkozy, houdt zijn overwinningsspeech op dit eigenste ogenblik. Ondertussen moet ik proberen het hoofd koel te houden om jullie de laatste nieuwtjes te vertellen. Ik ga nog maar eens beginnen met het weer : Gisteren, na Cahors ben ik tussen de onweders door gewandeld. Af en toe een fikse bui op onze kop, waarbij ik in een kerkje ging schuilen, samen met Denis, de tweede snurker uit Cahors. Hij is een zwaar gebouwde man die ook een smijttentje meezeult op zijn rug.
Al bij al is er meer zon en wind dan regen.Ik vertrok in mijn eentje, maar ik ben in de loop van de dag weer met Nicolas verder gestapt Vanaf de Pont de Valentré in Cahors tot in St Jean-Pied-de-Port is het 377 km, een 14-tal dagen. Dan nog een maand naar Santiago, dus het tijdsschema ziet er nog altijd goed uit... Ik heb gisteren in een boerderij geslapen in Les Vignals (Lascabanes) en door mijn ommetje naar Rocamadour kom ik weer andere pelgrims tegen die ik al enkele dagen of weken niet meer gezien heb, onder andere Mario, de Canadees die op ons kamertje sliep en 2 Zwitserse, wat oudere dames die gelijk met mij vertrokken in Le Puy-en-Velay. De ene heet Claudine, de andere... ? De ene wandelt steeds sneller dan de andere, maar ze wacht haar vriendin regelmatig weer op, al weken lang. Mooi om ze te zien optrekken. Ik heb daar ook, in de vuile pompbak in een werkplaats van de boer, mijn handwaske gedaan. Bijna al mijn spullen hangen nu op de wasdraad op het terras aan de slaapkamer, maar het droogde echt niet goed buiten. Het was koud en ik heb in mijn pyamavest rondgelopen, want ik heb mijn trui al (te snel) naar huis gestuurd om wat gewicht te sparen, verd......
Vandaag is het zondag. Het is ook de dag van de tweede verkiezingsronde voor de Franse president: "Il faut choisir entre la peste et le cholera" heb ik al enkele keren gehoord. Het is de pest geworden en naar het schijnt staat er al een hele file Ferrari's en andere chique auto's richting Zwitserland om de geplande belastingen die er zullen aankomen onder de nieuwe socialistische president Hollande te ontvluchten. Het is precies overal hetzelfde ...
Maar nu even wat anders. We passeerden vandaag in Montcuq, een dorpke wereldberoemd in gans Frankrijk dank zij een conférence van vele jaren terug van een Franse humorist Daniel Prevost die een bezoek brengt aan dit stadje maar de naam slecht uitspreekt: "Mon cul" ("mijn gat") in plaats van "Montcuq" met een "k" als laatste letter. Gelukkig heeft mijn vriend Nicolas mij hierover al wat verteld als we aankomen gestapt. Enkele jonge mannekes roepen ons toe: "Tu vas au centre de mon cul"? Het is zondag en het is marktdag daar: "Beaucoup de monde dans mon cul" "Tu vas visiter mon cul?"... We wandelen over de markt en hebben veel pretjes met al die stomme humor. Ik koop er wat vers fruit en een mesje dat wat scherper is dan hetgene ik van thuis meenam. Verder wandelen we omhoog langs de kerk waar er een mis bezig is, en dan naar de toren van waaruit we een heerlijk vergezicht hebben op het stadje en zijn mooie omgving. Ik ben nog vergeten te vertellen dat er heel veel vettige klei is in die regio en dat onze botinnen echt vol van die modder hangen bij onze aankomst. "ça glisse dans mon cul" en zo kunnen we nog wel even doorgaan Misschien is het eenvoudiger dat jullie even op you-tube zoeken naar het filmke "le petit rapporteur" van die "Prevost" in Montcuq. Dat moet zeker lukken.
Verder nog meegeven dat ik nu in Lauzerte zit, een klein stadje met oude stemmige huisjes en heel weinig inwoners. Als je er rondwandelt is het precies een spookstadje. Gelukkig is er ook een stemmig pleintje in het centrum waar we tussen de regenbuien door iets lokaals kunnen drinken. Terwijl het verkiezingsprogramma alsmaar doorgaat boven mijn hoofd zijn er ondertussen al veel pelgrims in hun bed gekropen. Morgen naar Moissac. Pelgrimsgroeten Mark
Bonjour Jan J'ai aussi de très beaux souvenirs à nos aventures splendides et mème dangereuses de temps en temps. Grace à toi , le chemin était moins lourd jour après jour. Merçi pour le dessin merveilleux que tu as fait le dernier matin dans mon petit livre d'or. Un jour cette merveille arrivera sur le blog !! Maintenant je suis en route avec Nicolas, " l'alpiniste" et les petites histoires arrivent encore jour après jour. Nicolas a des problèmes avec son pied, donc peut etre je marcherai "seul" à partir de demain. Mais je suis sur: "LE CHEMIN ME PORTE" Merçi pour votre amitié pendant cette marche splendide vers St Jacques Mille fois merçi !!!
Ja er kan af en toe wat mislopen. Hier volgt een kleine bloemlezing:
Zoals ik al vertelde heb ik op de markt in Montcuq een vlijmscherp mesje gekocht om mijn brood te snijden op de picknick. En ja vanmiddag was het zover: "Ja lap" zou mijn kleinkind zeggen! Gelukkig maar een klein sneetje dat met wat "moederkeszalf " snel genezen zal
Ik heb al verteld dat er na al die regen ook wat modder op de GR-route ligt. Soms zijn de hellingskes super steil. Gisterenmorgen toen het zonneke juist begon te schijnen horen we lachen, alsmaar weer. Een oudere, ietwat corpulente dame zat op haar .... op de grond juist naast de pinnekesdraad en geraakte niet meer recht. Ze riep haar dochter, of jongere vriendin, terug die een heel stukje voorsprong had, terug om haar recht te trekken. Wij waren nog te ver om een helpende hand uit te steken maar genoten mee van het moddertafereel.
Nog een modderverhaal van mijn Canadese maat Guy Thatcher. Hij had een steile klim achter de rug in het bos en kwam buiten adem aan daarboven. Daar ziet hij ineens een bankje staan, HEEL LAAG bij de grond. Zonder nadenken wil hij zich neerzetten. Maar het bankje is te laag en hij verliest zijn evenwicht en kan zich niet tegenhouden, met die zware rugzak. Zo ligt hij dan op zijn rug in de modder volledig met zijn armen en benen omhoog op zijn rugzak te spartelen gelijk een schildpad. Hij is maar recht geraakt door eerst zijn rugzak los te maken en zich opzij te rollen...
En nog een laatste: vanmiddag op een modderwegel in de weide vloog er rechts van ons een buizerd alsmaar kleine cirkeltjes. Nicolas liep een eindje voor mij en stopte om te kijken. Ik wandelde verder en keek opzij naar die cirkelende "rover". Ineens bots ik op mijne maat. We stonden te "gieren" van het lachen...
Zonder het te willen heb je al gauw een vooroordeel over de pelgrims die hun rugzak laten ophalen elke morgen en weer afzetten in de volgende gite, terwijl de meeste anderen hun "Drappy" dag aan dag op hun rug zwieren voor de hele dag. In de morgen hadden we weer onze portie regendruppels gehad, dan een picknick in een weide met een brievenbus en verder totaal niks, en dan was het een hele poos wandelen over de macadam richting Moissac. Ineens haalt een dametje zonder rugzak ons in en ze blijft wat meestappen : Je hoort me al denken natuurlijk ...
Ze begint te vertellen over van alles en nog wat, en ook over haar gezondheid en de Camino: Ze is 64 en heeft al een jaar of 6 de ziekte van Parkinson. Ze heeft veel hobby’s zoals tennis en schilderen moeten laten varen. Stappen lukt nog en daarom is ze met haar man (die een heel eindje achter loopt) en enkele vrienden onderweg voor een week op de Camino.
Ik beloof plechtig om nooit meer zo lichtvaardig te oordelen over mensen zonder grote rugzak. "Ieder ZIJN Camino". shock: We komen aan in Moissacen krijgen er een slaapkamertje voor ons 2 in de grote auberge op de heuvel, terwijl we eerlijk bekend hadden bij aankomst dat we geen koppel waren… Om 21u is er nog een poëzie-avond voor de pelgrims maar we zijn te moe. Bij het avondmaal ontmoeten we nog enkele fietsende pelgrims die bij hoog en bij laag beweren dat ze via de stappersroute zullen fietsen. We geloven ze niet en later zal blijken in de verse moddersporen dat wij het aan het rechte eind hadden...
Vanmorgen eerst een bezoekje gebracht aan het 1000 jaar oude klooster en de kerk Saint-Pierre van Moissac tegen pelgrimstarief. Het opende pas om 10u dus we hebben uitgeslapen tot 8u. Om stil van te worden, al die mooie verschillende Romaanse beeldhouwwerkjes van vele honderden jaren oud die zo goed bewaard zijn gebleven. Nog wat geld uit de muur halen en een portie koude pizza kopen en ook een paar (dure) appels in een speciaal magazijntje bij een Marokkaan, en we zijn weer op stap, Nicolas en ik. Het wordt, gelet op ons late vertrekuur een korte etappe van een km of 20. Eerst lopen we een heel eind langs het canal du midi, en laten na een paar uur stappen onze voetjes even bengelen in het frisse water. En neen, we zitten niet in Auvillar, maar we stopten 1km ervoor. We slapen in een oude hoeve in Espalais bij Sylvie en Vincent, waar op het terras Guy Thatcher zit, de Canadees van het schildpadongeval. Hij roept ons "binnen": "this is my favorite place". We laten ons verleiden en zitten hier nu ook. Te gast bij een prachtig koppel , dat niet zo lang geleden deze hoeve aankocht om het als gite voor pelgrims in te richten. De sfeer is er echt heel gastvrij en warm. Eigenlijk zijn we een dagje te laat, hier in Espalais, want dit weekend was het hier een klein dorpsfeestje met petanquetornooi gevolgd door een gezellig samenzijn voor de buren met discobar etc etc. De vlaggetjes hangen nog overal en de buren komen nog eens terug langs om wat na te kaarten. Ik denk dat het heel plezant is geweest. Een pelgrim kan niet steeds overal op het juiste moment op de juiste plek zijn hé.. We gaan allen samen buiten onder een afdak eten aan een lange tafel. De gastvrouw zorgt voor een lekkere pasta etc., maar ze vergat dat pelgrims soms grote honger hebben....Er was geen draadje spaghetti meer over! Wijn was er wel in overvloed en er heerst al direct een ongedwongen gezellige sfeer hier, terwijl ik in de living van het gastgezin even op de pc mocht tokkelen. . Er zit een jonge knaap bij ons aan tafel die alsmaar water drinkt. Hij had last van spierkrampen bij het wandelen en ze hadden hem gezegd dat hij héél veel water moest drinken, tot 4 liter per dag. Hij nam dit letterlijk, en drinkt ook als hij niet stapt zoveel hij kan. We proberen hem wat te temperen.
De volgende 3 dagen worden het langere etappes van meer dan 30 km. De uitleg hiervoor volgt nog wel.
Pelgrimsgroeten uit het dorpke Espalais,
Mark
PS hier in de buurt hebben ze ook zo'n kanon als bij ons in St. Gillis-Waas waarmee ze de hagelbollen kapotschieten in de lucht om hun bloesems en fruit te beschermen. En momenteel hangt er een onweer in de lucht. Het kanon klinkt zoals thuis.
Nu kunnen jullie al een beetje beginnen aftellen ! Ik doe gewoon verder
De avond op het terras in Espalais eindigde met het gitaarspel van een pelgrim, monsieur Kirschner van Hochstadt (Vogezen Fr): liedjes van CCR en andere oude gloriën die we uit volle borst meezingen ofwel meeneuriën als we de tekst niet kennen.
De 2 serieuze Duitsers die al wilden gaan slapen kwamen maar terug bij ons zitten (zonder mee te zingen) omwille van het "lawaai".
De volgende ochtend is het een omgekeerd scenario.Wij zetten ons stillekes aan tafel naast de vroege Duitsers...
Auvillar is een mooi stadje waar we even tijd nemen om wat rond te wandelen in het historische centrum. Op de picknick aan een ruïne in Flamarens vergeet ik bijna mijn bril. Gelukkig vind ik hem terug in het groene gras zonder hem kapot te trappen.
In de namiddag brandt de zon ongenadig hard op onze kop : 35° in de volle zon: even wennen na al die dagen van slecht weer...
's Avonds slaap ik alleen, zonder Nicolas die een kortere etappe loopt omdat zijn voet pijn doet, bij de pastoor van Lectoure met nog een paar andere pelgrims, o.a. Germain en Emmanuel en het bretoense koppel Michelle en Alain. Germain, een krasse oude pelgrim van 70 uit Duinkerken, heeft al een 10-tal keren Parijs-Roubaix gereden voor wielertoeristen. En Emmanuel is ongeveer even oud, en heeft ook nog een goede gezondheid en spirit. Hij woont in Parijs. Beiden zijn in Le Puy-en-Velay gestart.
Na de lange etappe van gisteren (+/-35km) volgt er nog zo eentje want dit weekend is het in Condom groot feest : optreden van heel veel folkloregroepen en wedstrijd " les Bandas" . Bij de start in Lectoure loop ik verloren in mijn eentje bij het verlaten van de stad op de heuvel. Als ik dan toch de Camino heb teruggevonden maak ik nog een ommetje via La Romieu, een mooi klein dorpje met een mooie grote kerk en aanpalend Romaans klooster: la Collégiale de Romieu uit 1318. Na het bezoek trek ik rond 2u verder en ik kom een "terugstapper" tegen. Het is een pelgrim die al helemaal terug gestapt is vanuit Santiago op weg naar Le Puy en Velay. Liever hij dan ik!
Wat later wordt ik voorbijgestoken door 2 mannen: met moeite een antwoord op mijn “bonjour”. "Nu ja", denk ik, “misschien zijn ze gehaast?” Maar dan een eindje verder gebeurt "het": ze lopen rechtdoor en zien een wegwijzertje niet staan. Als ik 100 meter na hen daar aankom roep ik even heel hard. Ik doe teken dat ze me misschien beter volgen. Ze keren op hun stappen terug en halen me weer in. Nu heb ik wel klank bij het beeld. Het zijn namelijk 2 Zwitsers, waarvan de ene alleen Duits en de andere Duits en wat Engels spreekt. Vandaar de relatieve stilte bij onze eerste ontmoeting.
Ik kom goed moe aan in Condom rond een uur of 4. Ze zijn er overal rond de mooie kerk partytentjes aan het opstellen en ook een groot erepodium .
Ik wil direct doorstappen naar mijn gite, vooraleer de stad te bezoeken. Maar die ligt zeker 1 km buiten het centrum van Condom... Na de douche ben ik te moe en heb ik geen zin meer om terug te keren.
Naar het schijnt stonden er in de kerk zelfs paletten met bier om die fris te bewaren...
Tegenwoordig moet alles kunnen en mogen, zonder veel respect voor mensen die er anders over denken... Ik heb er geen spijt van dat ik niet ben teruggelopen.
De gite waar ik slaap is een gerestaureerde armagnac-stokerij met 2 grote slaapzalen. Dit weekend, vanaf vrijdag, slaapt daar het complete team van de security (40 man) van het feestgebeuren: geen plaats meer voor de pelgrims.
Gelukkig heb ik die 2 etappes van 35 km gestapt: ik zie me daar al aankomen vrijdagavond: alles vol en betalen om in het oude stadscentrum te kunnen rondstappen. Die drukte zou mijn hoofd geen deugd doen.
Bovendien was er een klein terraske aan onze gite, een mooi binnenplein. Ik kwam er o.a. Alain ( de snurker van Moissac) weer tegen en ook 3 supertoffe mannen van de Vendée en ook Jean- Pierre van Parijs.
Als apero stond er Flock (mengeling van Armagnac en druivensap) in overvloed en in 2 kleuren in de ijskast voor 1€.
Bij het eten was er ook nog eens wijn in 2 kleuren (weer voor 1€). Er zijn veel foto's gemaakt , vroeg of laat komen ze wel op de blog terecht.
Ja het is al heel lang geleden maar vandaag had ik het weer vlaggen.
Het was normaal een wandeling van 27 km.
Ik was de laatste om te vertrekken in Condom: vanmorgen begonnen al die pépé's (pèlerins pressés) rondom mij al rond een uur of half 7 te rommelen en op te krasselen.
Ik liet ze maar doenmaar slapen lukte natuurlijk niet meer. Ik heb dan nog maar even mijn dagboek aangevuld op datzelfde leuke terras van gisteravond terwijl de rest al lang naar bed was.
Als allerlaatste van de +/- 30 pelgrims op pad om, jawel, je leest het goed : kwart over 8 ! In de loop van de dag ontdek in dat mijn rechterhiel van de bottin is doorgesleten. Even een lichte vorm van paniek want ik ben nog een heel eind verwijderd van mijn doel !
Maar de zon is weer van de partij en rond de middag kom ik aan in Le Montreal. ( Neen, niet het Canadese...)
Het is er marktdag en ik koop me een bakje aardbeien voor de picknick. Ze moeten de smaak van het oude brood dat ik moet eten wat maskeren. En verder koop ik ook nog 2 bananen, want ik heb nog 11 kmvoor de boeg.
Ik ben ondertussen met Michelle en Alain (niet de ronker, maar een andere Alain) aan het meewandelen. Ik ben ze al een paar keer tegengekomen de laatste dagen (de allereerste keer in Moissac, en dan in Lectoure ). Het is een sympathiek koppel uit de streek Finisterre in Bretagne. Ze wandelen met de Bretoense vlag op hun rugzak (zoals de meeste van hun streekgenoten). Wij Belgen zouden ook wat meer chauvinisme aan de dag moeten leggen heb ik hier al geleerd. Ze helpen me op het marktplein om mijn aardbeitjes op te eten...
Waarschijnlijk effe niet aandachtig omdat we over koetjes en kalfjes babbelden en we missen een markering. Gevolg 4 km extra in die zon, terwijl we dachten dat we elk moment zouden aankomen. Dat is dan wel een heel lang eind!
Het leven van een pelgrim loopt niet altijd over rozen... Of misschien toch wel, want de pint bij aankomst smaakte nog eens zo lekker op het terras van de gite bij Frits.
En langzaam aan komt St Jean-Pied-de-Port in zicht, de laatste "grote tussenstop" aan de voet van de Pyreneeën. Morgen zal ik ze zien opdoemen in de verte als het mooi weer is !