Ik ben mark dejongh
Ik ben een man en woon in Sint Gillis-Waas (Belgie) en mijn beroep is ziekenhuisapotheker.
Ik ben geboren op 23/08/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: joggen, tafeltennis, fietsen.
ik heb ook een mooie verzameling van meer dan 64.000 kroonkurken uit 200 verschillende landen.
Maar veel belangrijker, al meer dan 35jr. gehuwd met Irma en vader van vele lieve kinderen : Christophe, Thomas, Tine, Katrijn, Frederik, en Roeland.
opa gaat op stap
Relaas van de wandeltocht van St. Gillis-Waas naar Santiago de Compostela 112 dagen op pelgrimstocht : ontdekken, ontmoeten, onthaasten.
08-06-2012
Na de Meseta komt wat zonneschijn
Ja , we zijn er bijna doorheen, door de uitgestrekte Meseta. Vanmorgen waren we om 8u vertrokken: weer een stuk van 18km door die eindeloze vlakten vol graan, waar een kaarsrechte Romeinse heirweg doorheen trekt.
Het eerste half uur was voor mij niet te pruimen. Mijn blein liet zich voelen en ik liep achter de groep aan. Nadien ging het een stukje beter, de pijn ebt wat weg.
Ik was niet de enige met de spirit op een laag pitje. De hele week was het al zo "saai" en dan hadden we nog geen last van de zware hitte die hier soms in de Meseta hangt.
We zitten met zijn allen een lekkere tortilla te eten in Reliegos en komen er helemaal bovenop. Het is erg gezellig op het terras met zicht op een café op het hoekje, helemaal beschilderd in flower-power stijl: nog maar 6 km te gaan en er schijnt een lekker zonnetje.
In Lansilla de las Mulos vinden we een gite met een camping in de voortuin.
Maar vandaag zijn er daar absoluut geen tentjes toegelaten, want gisteren had er een tentbewoner de ondergrondse waterleiding onder de gazon doorprikt met zijn pikket en enkel de baas weet waar die leidingen liggen onder het gras en hij is er niet vandaag ...
Weer een echte caminodortoir met 11 stapelbedden in onze ruimte, en daarnaast is er nog een even grote slaapzaal met nog eens 11 stapelbedden in dezelfde ruimte met een tussenschot. Beneden is er een beenhouwerij waar je ook wat kan eten.
Na de douche en de handwas is het tijd om de Compeed héél voorzichtig van mijn blaar af te weken in een voetbadje in de tuin met een frisse pint erbij.
Ondertussen is Charlotte, de podologe, er ook aangekomen, met haar man Henk, om de rest van de namiddag met ons door te brengen.
Van oneindig geluk gesproken. Als de Compeed heel voorzichtig van mijn blaar is afgeweekt (een ezel stoot zijn poot geen 2 keer aan dezelfde steen), haalt ze haar "wapens" boven : naald en draad. Ze steekt de naald met draad dwars door mijn blaar en trekt er de garendraad doorheen. Ik mag de kleur van de draad kiezen en ga voor roze: eerst van boven naar beneden , dan nog een draadje van links naar rechts. Nog even de draadjes mooi gelijk knippen en ze lijken precies op de snorharen van een poesje.
Ziezo, mijn blijn wordt nu perfect gedraineerd, zonder dat ik er ook maar iets van gevoeld heb. Nog even goed drogen , een nieuw lapje plakken op mijn blijn, en klaar is kees.
DANK U WEL CHARLOTTE. Je hebt je hart op de juiste plaats. Ik voel me weer helemaal opgelapt.
Om even te testen ben ik eens naar het dorp gewandeld: het ziet er goed uit, 't is te zeggen "het doet geen pijn".
En in het kerkje laten we allen onze geest even tot rust komen, terwijl de i-pad van Charlotte een heel stemmig "Ave Maria" laat horen. Mijn gedachten gaan naar mijn dierbare familie en mijn zieke vriend, heel ver van hier: Uit het oog , maar zeker niet uit mijn hart.
Nog even volhouden daar, ik geef niet op en zal tegen het einde van de maand weer bij jullie zijn. Nog "maar" 340 km te gaan!
Vanmorgen hebben we onze vriend Gégé, Gerard, achtergelaten. Zijn tocht eindigt in Leon, en hij blijft een dagje hangen voor Leon. We kunnen hem echt niet overtuigen om vandaag nog één dag met ons mee te stappen... Een korte etappe vandaag, en dus laten we al die anderen allemaal voorgaan. Om 8u zijn we op pad en rond de middag zitten we al aan de rand van de stad. Alle voorsteden ter wereld zijn even onaangenaam om door te lopen denk ik, en Leon vormt daar geen uitzondering op. Alhoewel: we steken ergens een soort rondpunt over, niet op het zebrapad voor de pelgrims, maar een meter of 10 daarvoor. Ineens staan we oog in oog met een 5-tal mensen in een blauw uniform. "Ja, dat wordt wat gezever en gezaag over het nut van zebrapaden" flitst al direct door mijn gedachten, en ook mijn companen dachten hetzelfde. Maar neen, het zijn mensen van de civiele bescherming of zoiets die de pelgrims opwachten, noteren van welk land we komen, en ons de weg wijzen op een stadsplan naar de albergue waar we willen slapen. Je moet wel wat Spaans kennen om ze te verstaan. Ons Charlotte, de dame die mijn voeten in de watten legt (figuurlijk natuurlijk), spreekt een aardig mondje Spaans, vergeleken met mijn woordenschat van 4 woordjes ( ola, olala, cana, cerveza) Een half uur later komen we aan in de albergue van de zusters "benedictines". En daar slaat het noodlot weer eens bikkelhard toe: de mannen slapen bij de mannen, en de vrouwen bij de vrouwen. Zo lig ik dus zonder mijn 2 vrouwelijke companen van de "club des non ronfleurs", in een zaal met 24 stapelbedjes (heel oude en primitieve, zonder zelfs een trapje naar boven). Ik slaap gelukkig van onder. Naast mij slaapt een Argentijn die enkel Spaans klapt. Ik liet hem mijn Argentijnse hoofddeksel / zonnehoed zien die ik een tijd terug meenam in Sauvelade (F) , maar hij blijkt niet van hem afkomstig te zijn. Dus ik kan hem verder blijven gebruiken. Boven mij nog een Australiër waar ik wel een beetje mee kan converseren. Nu is het tijd voor een kleine siësta, en daarna volgt er een geleid stadsbezoek. Patou heeft hier namelijk een nicht wonen die Frans doceert aan de unief en die ons straks gaat gidsen. Hopelijk niet te veel stappen, ik zal mijn benen al maar eens gaan insmeren.
Hallo , ik weet niet of het jullie opvalt , maar de klok links op het startscherm staat op "-99". Morgen is het 100 dagen geleden dat ik er "even tussenuit trok". Velen hadden hun bedenkingen, maar zegden niks daarover. Ik wist ook niet waar ik aan begon, maar zag het al bij al best zitten. Sommige anderen niet. Tot op heden is het een super avontuur geworden dat ik nooit had durven dromen. Daarom nogmaals oprechte dank aan Irma, mijn lieve echtgenote die het goed vond dat ik er zolang vandoor ging om mijn ultieme droom te realiseren. Dank je schat, dank je wel. Ik ben er "al" bijna, nog maar 323 km. Over 3 weken ben ik weer bij jou !!
Ik ga soms ook naar mijn eigen blog kijken, om de berichtjes te lezen Als je op de subgroep " reizen " klikt dan staat de blog in de top 5 van de 1014 blogs. Plezant om te constateren dat het thuisfront mijn verhaaltjes graag leest. Want soms zou ik , na een dagje stappen wel liever een pintje drinken , dan op de PC tokkelen. Maar geen medelijden, ik hou ervan om mijn caminovreugde met jullie te delen Pelgrimsgroeten
Zoals ik al vertelde liggen de heren gescheiden van de dames in de albergue van de eerwaarde zusters in Leon. Maar als ik aan de hospitalero vroeg om op de PC te werken gidste ze me helemaal door de slaapzaal van de vrouwen tot aan de PC. Toen ik gedaan had bleef ik even babbelen met Mimi en Patou, terwijl ze op hun bed lagen te rusten. Toevallig kwam de hospitalero daar weer aan en ze stak haar vermanende vinger op naar mij: " De PC staat hier toch niet ?" Ik ben dan maar "direct" verder gegaan, want stel je voor dat ze me op straat zou zetten zoals met Mario destijds gebeurd is in de Pyreneeën in die pletsende regen en sneeuw.
Na de siësta staan Stephanie en haar vriend Cesar ons op te wachten aan de deur van de albergue. Ze leiden ons wat rond in het mooie gezellige stadscentrum en zetten ons dan af aan de kathedraal voor de zaterdagavondmis om 18u. Nadien pikken ze ons weer op om samen wat te gaan eten. Dat is niet zo eenvoudig: we moeten om 21u30 binnen zijn in de albergue en de restaurantjes gaan maar pas rond die tijd open in de Spaanse steden. Dus zit er niks anders op dan van caféetje naar caféetje te lopen. Telkens je iets bestelt krijg je er GRATIS een tapa bij (die je kan kiezen op een tapa-kaart). Na 4 cafés hadden we dan toch ook 4 tapa's binnen naast het gewone vocht en was het bijna tijd om te gaan slapen. Onze Spaanse gastvrouw en gastheer begrepen daar niks van: als iedereen begint te leven hier in Leon gaan jullie slapen? Wat voor een bizar volkje zijn jullie, die pelgrims, toch? En dan wisten ze nog niet alles, want om half 10 trokken we in onze herberg in het klooster bij de zusters nog met zijn allen naar het avondgebed en de pelgrimszegen. En dan naar ons bedje met een halfvolle maag met enkel wat tapa's. Het was al na 22u, wel heel laat voor ons.
Sedert Santo Domingo de la Calzada ( daar waar die kip en die haan in de kathedraal zitten) ben ik mijn handdoekje kwijt en trek ik mijn plan met een geleend exemplaar van Mimi. Toen ik in Leon mijn rugzak wegzette in de grote slaapzaal lag daar een mooie blauwe grote handdoek. Ik dacht dat ie van de Australiër, of van de Argentijn in mijn buurt was. Maar tot zaterdagavond laat was die handdoek daar onaangeroerd blijven liggen!! In het midden van de nacht had ik plots een ingeving : "misschien kan die handdoek wel eens een verloren / vergeten voorwerp zijn?" Na ons ontbijt op zondagmorgen in een veel te klein hoekje van het klooster, had zowat iedereen de slaapzaal al verlaten met al zijn spullen. Ik waagde mijn kans en ging nog snel even terug. De handdoek lag er nog onaangeroerd op dezelfde plaats. Ik nam hem op en toonde hem aan de dikke Spanjaard die nog in zijn bed lag. Met wat gebarentaal kwam ik te weten dat hij vanaf nu de mijne is. Mimi heeft gisteren beide handdoeken( de geleende en de gevonden) en nog wat andere spullen in de wasmachine gestoken, en ik ben weer gered....
Dit kan ik jullie ook niet onthouden: op een heel mooi binnenplein van een historisch gebouw waren er allemaal standjes opgesteld die uitgebaat werden door mentaal gehandicapten en hun begeleiders, allen uitgedost in prachtige middeleeuwse klederdracht. Er zat in de hoek ook "een houthakker": een manneke, met Downsyndroom, had aan zijn ene hand een stevige handschoen. In zijn andere hand had hij een heus kapmes. Ik dierf maar amper kijken, maar met een handigheid, die menigeen van ons jaloers zou maken, kapte hij houtblok na houtblok in kleine stukken om de open haard mee aan te maken. Af en toe stak hij zijn tong eens naar buiten in volle aktie, en ik liet hem mijn oprechte bewondering blijken door mijn rechterduim in de lucht te steken. Hij glunderde en deed weer naarstig verder.
Om 6u30 gaat het licht weeral aan op onze supergrote oubollige dortoir! En op zondagmorgen, zo had men ons verteld, is er niet veel verkeer. Dat was heel belangrijk voor ons want we moesten een keuze maken: ofwel liepen we een 30-tal km langs de drukke N120 (een grote weg richting Santiago de Compostella) ofwel liepen we langs de variante, maar die was nog 7 km langer. De meerderheid ging voor de kortste variant. Op de koop toe begon het nog wat te regenen ook en de wind blies in de verkeerde richting. Maar je raadt het al: zelfs op zondagvoormiddag was er heel veel verkeer, alleen de camions reden dan niet Halverwege de etappe zagen we , vanop het terras van een klein café in Valverde de la Virgen, waar we een koffiepauze inlasten, weer wat pelgrims op het openbaar vervoer staan wachten. Sommige vlees is wat zwakker dan het onze ... We waren dus maar al te blij als we in de namiddag na 27km weer konden stoppen in San Martin Del Camino. Als compensatie voor de zware stapdag vinden we een superaardige gite: Charlotte en Henk, Mimi en Patou, de 2 vrouwen, kozen voor een kamer met 2, de 2 overige heren Emmanuel en ikzelf ( We hebben Gerard achtergelaten, maar Emmanuel, de Parijzenaar met de spierscheur, heeft ons weer ingehaald) gaan voor de "grote slaapzaal" ( +/-16 bedjes). En daar hebben we als aperitief een fles Cava gekraakt om mijn 100e stapdag te vieren. Op de koop toe kregen we na het eten nog een lekkere "versnapering" op basis van kruiden bij onze koffie. Het stapleed naast de drukke autoweg was hiermee snel vergeten.
Ik ben wel blij dat Emmanuel ons weer heeft vervoegd : omdat hij ons groepje zo miste (naar hij zelf zei) heeft hij, na zijn rustdag in Burgos wat langere etappes gelopen dan wij en de afstand Burgos – León die wij op 7dagen liepen, stapte hij op 6 dagen, ondanks zijn pijjnlijke kuit….Wat een kerel toch , die Emmanuel!
In de verbruikszaal van de gite stond een aftandse pc, die echt oneindig traag was en waar je niet voor moest betalen (uitzonderlijk in Spanje). Maar opstarten alleen nam al een kwartier in beslag. Ondertussen zaten er wel een paar anderen boven mijn hoofd naar een voetbalmatch op TV te kijken. Ik heb het dus maar opgegeven ...
Nu zitten we in een gite in Astorga, naast de kathedraal. Onze slaapzaal staat vol stapelbedden (wel een 40-tal) op een houten krakende vloer. Naast mij slaapt de Duitse Anna uit Ingolstad. Ik heb mijn oordoppen al klaargelegd. Maar eerst nog de stad bezoeken en naar de vespers in het klooster om 19u. Het hoofd af en toe leegmaken en tot rust komen hoort nu eenmaal bij het "drukke" leven van een stappende pelgrim. Ik begin al een beetje af te tellen : nog 270km, al 2400km gestapt. Het einde komt nabij en ik begin nu echt wel te geloven dat er niet heel veel meer kan mislopen, ondanks de "grote blaar op de grote teen" van mijn rechtervoet
Foto uit Frankrijk na 1600 km getrokken door René Jaumouille : als laatste om te vertrekken ben ik nog even mijn dagboek aan het bijwerken op het terras in Condom
De avond voordien hebben we uitgebreid de Flock en de lokale wijn geproefd in het heel mooie en aangepaste kader van de gite. De overige pelgrims liggen al lang te slapen (als ze al konden, want waarschijnlijk waren we nogal rumoerig)!!
In Astorga is er wel wat misgelopen met onze planning. Eerst en vooral heb ik me in die grote slaapzaal even op mijn bed gelegd. Als ik wakker werd waren mijn buren in alle stilte verdwenen. Ze vonden het zo erg om me te wekken uit mijn iepe slaap toen ze vertrokken. "Geeft niet, ik vind ze direct terug in de kathedraal die ze nu aan het bezoeken zijn" is mijn eerste reactie. Ik spring recht en loop ze achterna. Kathedraal is potdicht... Geen erg, ik wandel verder naar het centrum... Henk roept me binnen in de bar van het hotel waar hij verblijft en samen met Charlotte drinken we gezellig een goeie pint terwijl we zorgvuldig het plein buiten controleren op de andere passanten. Op maandag is in Spanje dus ALLES gesloten. Bijgevolg is er dan ook niks te bezoeken en kan ik volop van mijn pintje genieten. Dan is het tijd om de foto te trekken die ge op mijn blog vindt: via een Ipad is ie verstuurd naar een dochter van Charlotte en Henk en daar op facebook geplaatst. Van daaruit naar mijn mail-adres gestuurd en dan door onze Roel op de blog gezet. In het echt zie ik er nog "scherper," uit als op die wazige foto. Na de vespers in het lokale klooster, zijn we in een heel chic restaurant een pelgrimsmenu van 12€ gaan eten. Zoiets kost bij ons minstens 30€ ! En of we genoten hebben! Naast ons zitten Anna en Jurgen en nog enkelen : " Wil je een eens foto trekken van ons ?" Ja , dat doen we met veel plezier ...
Als je van uit Le Puy en Velay vertrekt naar Santiago, dan is het hoogste punt niet de oversteek van de Pyreneeën, maar wel de oversteek van de bergen na Leon. Om half 8 vertrekken we weer bij de laatsten uit Astorga voor de klim tot op 1500m hoogte. Maar eerste maken we nog een kleine omweg naar Castrillo de Polvazares of zoiets. Een autovrij klein gerestaureerd dorpje, waar de tijd heeft stilgestaan en waar er 3 ooievaars op de kerktoren wonen. In Santa Catalina del Camoza is het koffietijd en in Rabanal del Camino eten we onze picknick. Er is een Canadese eeneiige tweeling die ik al enkele malen sinds St.Jean-Pied-de-Port ben tegengekomen, Marc en Andre. Ik kan ze onmogelijk uit elkaar houden. Een van hen heeft maag-darmlast. Zijn broer wil hem chocomelk geven. We veranderen de therapie van chocomelk naar Coca Cola om hem meer overlevingskansen te geven. En ja hoor, daarstraks kwamen we ze weer tegen. Hij is er weer bovenop dank zij onze aanbevelingen.
Ook de Duitsers Jurgen en Anna en nog 2 anderen komen we weer tegen. Jurgen is een politie-inspecteur die telefoonnetwerk-criminelen opspoort via computerprogramma's. Ik bespaar jullie nu de boeiende details. De Canadese broers en de Duitsers blijven slapen in Rabanal.
Wij stappen nog verder tot in Foncebadon, een uitgestorven dorpje op 2 km van de Cruz de Ferro. En juist voor Rabanal, was ik nog getuige van een prachtig tafereel: 100m voor mij steekt een schaapherder met zijn heel grote kudde, en 3 honden de weg over. Het gaat enorm snel, en op minder dan 1 minuut is alles over, juist genoeg tijd om enkele "verre actiefoto's" te maken !
Als we ons laatste stukje tocht van 6km aanvatten tot Foncebadon begint het te motregenen.We klimmen tot 1440m hoogte , dus het is ook niet echt warm! Foncebadon was tot 30 jaar geleden op 1 inwoner na uitgestorven en volledig verlaten. Er zaten ook lange tijd wilde honden... Nu staat het vol met vervallen ruïnes en enkele "huizen". We (eigenlijk ik) kiezen voor een gite "paroissial Domus Dei" met donativo (je mag betalen wat je wil). De anderen wilden liever een iets minder primitieve slaapplaats. "Voor mij geen probleem maar ik slaap in de "Domus Dei"" zeg ik hen. Maar mijn vrienden blijven bij mij en volgen mijn voorkeur. Er wacht ons een warm onthaal door de Franse hospitalero in een klein gerestaureerd kapelletje. Er zijn nog juist 4 bedden vrij. De laatkomers na ons slapen op een matras op de grond in een ander zaaltje. Als we uitgepakt zijn en we een douche hebben genomen stellen we vast dat er geen (centrale of enig andere) verwarming is. Op 1500m in de mist en de wolken is dat niet zo fijn. Ik doe mijn pyamavest (met lange mouwen) aan en daarover mijn 2 T-shirts die ik nog heb. Normaal was ik die altijd uit, maar gelet op de omstandigheden wordt de handwas uitgesteld naar een latere datum!!! Daarover mijn warme jas en op mijn hoofd mijn warm potske dat ik al sinds de Pyreneeën niet meer gedragen heb. Zo zitten we allen in de keuken/refter en mag ik helpen rode en groene pepers kuisen en fijn snijden voor het avondmaal. Gelukkig geen camera's in de buurt, want dit is niet mijn sterkste kant.
Maar het is er ook warm in die gite paroissial: Er is namelijk een Engelse Franciscaan met een lang paterskleed. In die gerestaureerde kapel is er een kleine gebedsruimte overgebleven naast de slaapzaal. En daar is er om 19u een Mis in het Engels voor 15 man, gevolgd door het avondmaal in de koude refter. Ik maak kennis met Judith, een jonge Duitse arts die zich gaat specialiseren in psychosomatische ziekten, een specialisatie die we in België (nog) niet kennen. Zouden er bij ons zo geen ziekten zijn ? En naast me zit ook een Engelsman, een verstokte roker. Ik heb mijn twijfels of hij Santiago al stappend zal kunnen halen, want als hij hoest klinkt dat echt niet zo "fris"... Geen wijn deze keer bij het eten, enkel water. Ja soms is het wel heel sober op de camino!!
Na het versnijden van de groenten ga ik nog een wandelingske maken buiten en ik loop een beetje verder even langs in de andere refugio, waar er ook een café aan verbonden is. Daar kom ik natuurlijk weer wat bekenden, Henk en Charlotte, Michelle en Lorry, tegen en ik drink er iets om op te warmen. Ineens is het 19u, en ik besef dat ik dringend moet terugkeren naar Domus Dei. Heel stillekes sloot ik aan achteraan in het kapelletje, maar mijn 3 companen hebben dat natuurlijk gezien en roepen me na de H.Mis op het appel: Je laat ons hier achter in de kou en trekt er alleen op uit om wat op te warmen. Deze story zal me nog lang blijven achtervolgen !!!
Ik ben nu in Ponferrada aangeland op 203 km van het einddoel. En ik lees in de commentaren op mijn blog :"ik heb wel even getwijfeld aan de haalbaarheid van je tocht". Dit wordt pas nu neergeschreven en die mening moet nu dringend herzien worden. Nog vele anderen hebben het waarschijnlijk gedacht en nooit hardop gezegd of geschreven?
Maar nu komt het einde wel degelijk in zicht. Terwijl Henk vandaag heel veel pijn had bij het stappen, was het voor mij een mooie dag. Een geweldige omgeving, de bergen van Leon, met de Cruz de Ferro als opwarmer. Daar leg ik, met tranen in de ogen de kleine steen neer die ik van thuis heb meegenomen. Die steen symboliseert alles wat ik wil achterlaten uit het verleden. Het is erg koud, slechts een graad of 2, en in de schaduw zijn er overal nog rijmplekken om alles nog wat mooier te maken. Ik voel me opgelucht als ik verder ga. 2400 km heb ik dat keitje met me meegedragen, en ik herinner me nog dat ie eenmaal probeerde weg te glippen uit mijn rugzak, als ik mijn regenkledij aantrok lang geleden ergens aan een bosrand in de Morvanstreek in Frankrijk, juist na Vézelay. Gelukkig zag ik die kleine kei toen wegrollen. Ik herinner me ook nog dat al mijn kinderen er hun naam op schreven met potlood. En nu ligt hij daar, bij al die andere keien. Een hele berg van allemaal stenen met elk hun eigen verhaal, allemaal achtergelaten door mensen op pelgrimstocht naar Santiago, mensen onderweg, met ieder zijn eigen motivatie.
Dan volgt de lange afdaling naar Ponferrada in de mooie natuur langs een hobbelige zandweg die de maacadam volgt, onder een stralende zon die me al vlug weer wat opwarmt. De Engelse Franciscaan, father Augustin, steekt ons met rasse schreden voorbij.
In de gite hier vindt ik Mario, de Canadees terug, die ons aan de voet van de Pyreneeën verliet in Orisson enkele weken terug. Ja , we hadden al heel wat bij te praten. Ook zie ik Michelle weer en haar onafscheidelijke vriendin Loradana, voor de zoveelste keer. Ze is een andere Canadese van Vancouver, en Lorry van Montreal denk ik, en ze is nu naar de kliniek, om haar arm te laten controleren die al een hele poos in een stevig steunverband zit, na een stomme valpartij...