Zo begon de koning voor de gesteld (sic) lichamen zijn rede:
Mijnheer de Eerste Minister, Ik dank
u voor de vriendelijke wensen die u mij heeft geboden, in naam van de Overheden
van het land. In de eerste plaats wou ik aan de werknemers, van wie de baan bij
Arcelor Mittal op de tocht staat zeggen, hoezeer ik hun angst en deze van hun
families meeleef, en hun bitterheid begrijp.
Leeft Albert II ook mee met de mensen in Genk? Hoewel met dat medeleven zullen ook zij hun job niet terugkrijgen.
Vervolgens zegt hij:
Daarenboven, .........., kan ik als Hoofd van de Koninklijke familie, niet verzwijgen dat de
recente familiale gebeurtenissen, mij bedroefd hebben en mij een les in
bescheidenheid hebben gegeven. De Koninklijke familie moet immers in alle
omstandigheden een voorbeeld zijn.
Hij mag daar beginnen aan te werken.
Hij mag dat echter ook aan meneer Di Rupo doorgeven. Die niet al te bescheiden heer heeft immers aan de koning opdracht gegeven in die zelfde rede de loftrompet op te steken voor de al dan niet twijfelachtige prestaties van meneer Di Rupo en zijn regering.
De Vlamingen én de Walen zijn het resultaat aan het voelen.
29-01-2013 om 23:10
geschreven door ouwegrobbe
|