09.12.15
DE FABEL VAN DE SCHORPIOEN EN DE VIS …
Er leefden eens ergens in een grote stad negen schorpioenen en negen vissen. Ze leefden vreedzaam ver van mekaar maar twee keer per jaar gingen zij een bloeddorstige confrontatie aan … een gevecht met ballen op leven en dood. De schorpioenen leefden niet in een tropisch, subtropisch of woestijnachtig gebied maar in het Bote –gebied in een koud en kil aanvoelend gebouw waarin zij hun territorium hadden afgebakend in wit zand en fijne kiezelsteentjes. De vissen kwamen uit een kleine gezellige houten aquarium waar het gezellig toeven was en dat – hoe kon het anders – in de Snoekstraat lag. De giftige, kannibalistische schorpioenen die , normaal gezien, uitgesproken carnivoor zijn, trainden zich meerdere dagen per week de ballen van het lijf in het leren eten én verteren van vis want zij wilden kost wat kost de confrontatie met de vissen tot een goed einde brengen. De dartele vissen zwommen én gaven rustig hun gebruikelijke rondjes in hun aquarium en oefenden zich onbekommerd in het relativeren van de strijd met geoefende dieren uit de orde der geleedpotigen en de klasse der spinachtigen. Op de tweede woensdagnamiddag van december zou het eerste duel uitgevochten worden om te weten te komen wie zich nu de terechte leider mocht noemen … Zowel de schorpioenen als de vissen selecteerden twee vrouwtjes en zeven mannetjes … die in beide kampen ingedeeld werden in drie groepjes van drie en uitgedost werden in fraaie wedstrijd tenues. Al vlug bleek dat de schorpioenen er alles aan gedaan hadden om het de vissen zo moeilijk mogelijk te maken, zij hadden aan de rand van hun zand-kiezel vlakte raadgevers geplaatst die – ongeoorloofd – raadgevingen spuiden en onder het witte zand hadden zij her en der ingenieuze hindernissen verstopt die de kleine ‘varkentjes’ en de ballen waarmee gespeeld werd, rare capriolen in hun voordeel deden maken. De vissen voelden zich echt niet als een vis in het water maar met een enorme wilskracht toonden zij niet dat ze ook uit de kom hun visje konden staan. Bij het eerste oponthoud leidden de vissen met 1 – 2. De schorpioenen wapenden zich voor het vervolg van het duel met nog meer mysterieuze trucjes onder de bodem waarop het ballengeweld werd verder gezet. De vissen kregen zo de indruk dat zij in troebel water moesten zwemmen en enkele van hen moesten zelfs flink naar adem happen … Resultaat 3 – 3. Na de verplichte voederbeurt zou de eindstrijd losbarsten. De visjes die nog niet in hun tactische kaarten hadden laten kijken , voelden zich niet geïntimideerd door het macho gedoe van de schorpioenen en zonder tekenen van angst gingen zij de confrontatie aan om …jawel…hun tactiek loonde en zo wisten zij aan het langste schorpioen - eind te trekken. In de late vooravond (sic) werden de vissen tot eindoverwinnaar uitgeroepen én –wat nog belangrijker was – tot enige en echte klassementsleider. Het schorpioenen gif had niet de gewenste uitwerking gehad op de vissen die de koning te rijk waren. Eén schorpioen verloor na het einde van het duel een klein beetje veel van zijn zelfbeheersing én ook een bal …de sportieve vis was zo vriendelijk het op de grond liggende strijdwapen op te rapen teneinde het aan de schorpioen terug te overhandigen maar kreeg daartoe zelfs de kans niet …De bal werd uit de arme vis zijn kieuwen gerukt met de woorden: “ Dat is mijn bal” waarna de schorpioen zich onder het zand ging verstoppen om nog wat gif te spuien…
Moraal van deze fabel: blijf altijd rustig, maak onderling in uw ploeg geen ruzie, zoek naar een gepaste tactiek om een sterker gewaande tegenstrever op de knieën te krijgen….En, als ge meent superieur te zijn aan de opponenten, vertoon dan vooraf geen leedvermaak in bepaalde situaties en zeker geen machogedrag ! Denk aan die andere fabel… die van het vel en de beer !!
Jean Bred de La Fontaine –
19de eeuw
10-12-2015 om 13:03
geschreven door pcheirnis
|