HUMOR OF LOGICA 9-11-2017 Door Theo .
NIET WIJ , MAAR DE BEOORDELAAR EN DE TEGENSTAND BEPALEN HOE GOED WIJ ZIJN
Toen ik in de dorpsschool van mijn geboortedorpje Opvelp , waar ik altijd al gewoond heb, in het eerste studiejaar zat, was het meteen duidelijk. Ik zou een knap bazeke worden en het heel ver brengen. De leraar was een neef van mijn vader en hij zag het onmiddellijk.
In het eerste leerjaar; dit is echt waar en ook vroeger nog later ooit gebeurd: ik behaalde 100 procent , drie trimesters na elkaar.
Wij zaten met 4 aan de kleine kant, zoals dat toen noemde. Wij zaten samen met het tweede leerjaar (3 stuks) en het derde leerjaar (2 stuks).
Ik wil zeker niets zeggen van de drie anderen die bij mij zaten, want ze leven nog, alhoewel ik nu nog niet zeker ben of ze wel kunnen lezen.
Door toedoen van de beoordelaar en de concurrentie was ik een klein wonderkind, toen toch nog.
Later, in Leuven, was het heel wat minder. Ik haalde nog net de middenmoot en werd letterlijk en figuurlijk op mijn plaats gezet.
Blijkbaar zaten er in elke gemeente vermeende klasbakken. Ik had eerder nog geen enkel Frans woord gehoord of gezien, nog veel minder een turnzaal of een zwemdok .
Weer waren het de beoordelaar en de tegenstand die bepaalden hoe goed ik was, of niet was. Ik zelf was nochtans dezelfde gebleven.
Opeens sprak men van enige leerachterstand en daar zou moeten aan gewerkt worden. Maar ze waren ervan overtuigd dat het nog kon.
En het is ook goed gekomen, maar telkens met dezelfde formule: niet goed genoeg voor de latijnse, goed in wiskunde en minder in talen, te zwak voor de universiteit maar hogeschool zit er wel in , als hij maar de juiste richting kiest ; telkens weer die beoordelaar en die tegenstand.
Ik trek die lijn ook door naar onze duivensport. Zijn wij soms niet goed omdat de tegenstand te zwak is ?
Pleiten wij soms niet voor de snelheid omdat wij verderop geen prijs krijgen ?
Spelen wij soms niet graag op verdere afstanden omdat het korter bij niet lukt ?
Met andere woorden: wij zijn maar zo goed als de beoordelaar ons, al dan niet, punten geeft en de tegenstand zwakker of sterker is dan wij.
Van solidariteit is geen sprake. Anders zou ik vroeger gezegd hebben: iedereen in de klas is er door. Maar het klonk veel beter : Ik ben er door en al de anderen zijn gebuisd.
En dan zou ik nu zeggen : iedereen zijn duifjes zijn goed en wel thuis gekomen . Maar het klinkt ook nu beter : Ik ben de eerste en de anderen hebben geen prijs.
De waarheid is : Dat wij spelen wat we kunnen spelen en dat wij de eerste zijn omdat de anderen slechter zijn , punt .
En de goeie duiven zitten niet allemaal in Momignies, maar ook niet allemaal in Barcelona .
09-11-2017 om 16:18
geschreven door R.C.
|