Jean-Luc Dehaene blijft een echte staatsman. Als alle politieke leiders ondanks het duidelijk neen-signaal maar blijven doordrammen over het ongelijk van de kiezers of zoals De Gucht de schuld ook steken op een gebrekkige campagne, trekt Dehaene daaruit al de democratische conclusie dat de Europese bonzen beter in eigen keuken kijken. Europa heeft nood aan een beperkte, welomschreven reflectieperiode, noemt hij dat. En ik meen dat ook de meerderheid van Frankrijk, Nederland en ons land achter die conclusie kan staan. Dehaene komt er inderdaad ook eerlijk voor uit dat ook België in een referendum NEEN zou stemmen op de vraag over de Europese grondwet.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De grote kloof tussen de elite en de burger bij ons illustreert zich duidelijk in het gebrek aan populariteit van de huidige federale meerderheid (nog amper 35 % van de bevolking). Dat zou zeker zijn weerslag hebben gehad bij een referendum. Maar dat heeft inderdaad niet veel te maken met de vraag over het Europees grondwettelijk verdrag. Ook veel neen-stemmers zijn akkoord dat onze toekomst ligt in een Europese samenwerking en dat het grondwettelijk verdrag daarbij een antwoord kan bieden voor een doorzichtige en veilige organisatie.
Dat ge met een ja-of-neen-referendum de waarde van de grondwet niet kunt beoordelen, was Dehaene en andere realisten al voordien duidelijk. Maar de arrogante elite-politici dachten dat ze de publieke opinie wel in handen hadden, veeleer dan hun gespeelde bekommernis naar transparantie of democratische inspraak. Met concrete vragen als :,,Ben je akkoord dat Europa meer doet in de strijd tegen de grensoverschrijdende misdaad?'' of ,,Is er meer gezamenlijk buitenlands beleid nodig?'' of: ,,Moeten de economische hervormingen gezamenlijk aangepakt worden?'' kon de discussie misschien meer geconcentreerd worden rond het Europese project.
Dat Jean-Luc Dehaene, de ondervoorzitter van de Conventie die de ontwerptekst van het verdrag opstelde, zegt dat er minstens moet worden nagedacht over de verdere uitbreiding van de Unie bewijst dat zijn voelhorens bij de basis nog altijd werken en hij daar rekening wil blijven mee houden. En voor wie het gebeuren langs de zijlijn volgt, moet toch ook hebben opgemerkt dat het ratificatie-proces van het grondwettelijk verdrag na het afblazen van het referendum in Groot-Brittanië en de aarzeling in andere Europese staten levenloos is geworden. Voor Dehaene is er minstens een moment van reflectie nodig. Men moet minstens de vraag durven stellen hoe het nu verder moet.
Dehaene : De ratificatie moet gedurende een afgesproken periode, bijvoorbeeld een jaar, opgeschort worden om een open reflectie te organiseren. De uitkomst daarvan moet volledig open zijn. Maar het mag in geen geval een reflectie worden in het luchtledige. Ze moet duidelijk beperkt zijn in de tijd, met een vast tijdstip om conclusies te trekken. Alle partijen moeten daarbij betrokken worden, zowel de nationale parlementen en het Europees Parlement als de regeringen en de Commissie. We moeten een methode vinden om eruit te geraken. Ik zeg niet vooraf of er een nieuwe Conventie moet komen. Ik weet het niet. Laat ons erover nadenken.
|