Het Vlaams Economisch Verbond (Voka) zal zich nog enige tijd zijn viering onder het thema "ondernemers ontmoeten politici" vorige donderdag herinneren. Die werd georganiseerd in het Vlaams Parlement binnen het kader van ,,175 jaar België - 25 jaar federalisme''. De minister-president van de Waalse regering Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS) toonde daar als gastspreker nogmaals wat we van Wallonië te verwachten hebben. Eerst was er geen enkel respect voor onze taal. Hij sprak niet alleen uitsluitend Frans in het Vlaams Parlement, maar stoorde vanop de eerste rij ook het ganse gebeuren door zijn onderonsje met zijn meegebrachte tolk die fluisterend elke speech voor hem volledig moest vertalen.
Maar ook de inhoud van de speech van Van Cauwenberghe was moeilijk verteerbaar voor de Vlaamse parlementsleden. Hij had het over de noodzaak van de transfers van Vlaanderen naar Wallonië en over de oplevende economie in het zuidelijk landsdeel. Volgens hem kan er niet worden geraakt aan de transfers en van een overheveling van sociaal-economische hefbomen als het arbeidsmarktbeleid, het inkomensbeleid, de bedrijfsfiscaliteit en de fiscale autonomie kan geen sprake zijn. Van Cau wil het enkel hebben over de hervorming van de Senaat en bevoegdheden als ontwikkelingssamenwerking en de verkeerswet.
Terwijl Yves Leterme en de huidige VOKA-voorzitter Verhoeven waarschuwden voor Vlaamse zelfgenoegzaamheid en wezen op de pijnpunten van de Waalse economie, zong Van Cauwenberghe eigen lof over de inhaalbeweging van de Waalse economie. Een gênante toespraak voor een minister-president van een regio waar de jeugdwerkloosheid de hoogste is van de Europese Gemeenschap en de werkzaamheidsgraad is teruggevallen tot amper 55 procent (64 in Vlaanderen).
Het moet ook de politici van Paars nu, 11 juli 2005, duidelijk zijn dat na vijf jaar temporiseren om Wallonië toe te laten om een inhaalbeweging te maken, Vlaanderen opnieuw zonder dralen op eigen kracht moet doorgaan voor de toekomst van zijn mensen, zijn economie, zijn tewerkstelling.
|