Een aanslag op de vakbond is een aanslag op het volk. Het is duidelijk dat de Paarse regering van Verhofstadt weinig respect heeft voor het deel van de bevolking, dat zijn boterham moet verdienen met loonarbeid of om één of andere reden zelfs geen arbeid mag of kan presteren. Anderzijds verleent ze alle mogelijke steun aan de fiscale fraudeurs, de Euro-miljonairs, de uitbuiters en aan een klimaat van alle macht aan het eigen voordeel. In dit klimaat zijn vakbonden en andere democratische krachten, die zich ook bekommeren voor de minder-bekwamen of voor belangen van een minder-elitaire groep, een gemakkelijke schietschijf.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De laatste vijf jaren worden de vakbonden door de paarse excellenties stelselmatig in het verdoemhoekje geplaatst. De uitspraken van Daems, Dewael, Degucht of Verhofstadt zijn niet nieuw en kaderen in de Liberale politieke uitlaatklep voor de kapitaalkrachtige elite van de bevolking. De lafheid is wel toe te schrijven aan de excellenties in de regering, die zich socialistisch noemen, maar door hun eigenpostjes-belang of hun welstand steeds sterker liberaal georiënteerde denkbeelden verkondigen. Kenschetsend is dat de socialistische kopstukken meehuilen met de liberale haviken tegen het stakingsrecht.
Zelfs als de vakbond zich constructief opstelt en eerlijk mee onderhandelt over het generatiepact, wordt deze alleen maar misbruikt voor het eigenbelang van de Paarse regering. Wat te denken van de triomferende en tegelijk provocerende uitspraken in de state of the union van de regering Verhofstadt, die alleen maar met de bewering brugpensioen op 60 met zijn regering op zijn lauweren leeft naar de volgende federale verkiezingen van 2007 trekt. Pas later moet diezelfde Verhofstadt schoorvoetend toegeven dat de leeftijd in regel niet wordt verhoogd. Het generatiepact is ook al een benaming vol bedrog, want van tewerkstelling voor jongeren komt al helemaal niets in huis.
Is het dan te verwonderen dat de mensen er mooi genoeg van hebben en basta zeggen tegen de regeringsuitspraken, basta zeggen tegen de provocerende spotjes en uitspraken van het zich door de steun van de regering onoverwinnelijk voelend patronaat. De werkmensen zien zich genoodzaakt om de confrontatie aan te gaan. Ze zien de praktijk van steeds minder respect voor hun inspanningen, een onzekere toekomst door de dreigende en provocerende taal van regering en patronaat, de dreigende armoede voor hun kinderen en dat door de schuld van een regering met oogkleppen die enkel gericht zijn naar eigenbelang en zich afschermen voor de praktijk van een werknemersloopbaan.
|