Mijn uitvaart wens ik op het stilste uur van de namiddag, tussen licht en donker wanneer de zon nog niet geheel gezonken weldadig is, een warmte zonder vuur.
De ingetogen dienst die ik voorzie vangt aan met de vigilie van de doden de oude psalmgebeden en de grote barmhartigheden van de liturgie.
En laat mij voor de nacht alleen. Geen stem die waakt en bidt, geen taal noch troost van tongen Vroegmorgens enkel voor mijn ziel gezongen de rituele mis van requiem.
(Anton van Wilderode)
|