Kom, luistert arme Belgen, kom luistert brave lien
wat die arme Belgen lijden in de wrede argentien
Daar was in dorp en steden voor ons geen werk niet meer,
d'r was geen werk, geen eten voor vrouw en kindren teer.
Om te blijven uit de schande, verlieten wij ons vaderland
en trokken naar den Argentien met vijftienhonderd man
We kwamen een schip te nemen in die Antwerpse stĂȘe
waar vrouw en kindren weenden als zij zagen er de zee.
Maar die matrozen riepen met hunnen kapitein
Belgen, ge moet niet schrikken, ge zult daar gelukkig zijn
Wij werden in ene kajuit gesteken, waar wij niet horen of zien
dan de brieschende baren en het fluiten van 't machien
Is er een kind halfdood, dat wordt met wreedheid groot
door de wreede matrozen gerukt uit zijne moeders schoot
Als we dertig dagen lank lagen op een houten plank
dan zijn wij aangekomen op 't Argentiensche strand.
In het licht zag men van verre, eene blinkende ster
en het kruis op den toren, de stad van Buenos Aires
Wij wierden daar met veel geweld op vier rangen gesteld
en zo dan weg gedrongen door wildernis en veld.
Als er nu nog mannen vielen van moeite en hongersnood
blijven voor de wilde dieren, wij moeten altijd maar voort.
Ons eten dat we kregen, dat was maar vogelkweek
en water uit de beken, anders krijgen wij daar niets.
Komt luistert arme Belgen, gebruikt beter uw verstand
wilt uit die landen blijven, blijft in Uw vaderland.
Want in den Argentien, is anders niets te zien,
als leeuwen, tijgers, beren en zwarte boze lien.
(volkslied begin 20e eeuw)