Herfst 2006.
De verkiezingen zijn voorbij. De jacht is heropend. Opnieuw een grootscheepse controle op De Lijn.
Metrostation Elisabeth te Antwerpen.
Aangevoerd door opperhoofd ‘Pinhelm’ –
het koosnaampje wordt binnen en buiten de wandelgangen van de Lijn gebruikt en is wel veel betekenend –
controleerden Lijninspecteurs, politie en DVZ'ers (ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken) de passagiers.
De DVZ'ers bevinden zich tegen alle afspraken in,
gemaakt met voogdijminister van de Lijn Van Brempt na de vorige razzia's op de Lijn, op het perron.
Gaan m.a.w. hun boekje te buiten. Komt er een disciplinair staartje aan? We betwijfelen het.
De slachtoffers. Mensen zonder papieren. Rechtelozen. Vogels voor de kat.
Voor mensen die hun functie, belangrijke en nodige functie op De Lijn, gebruiken voor hun eigen agenda:
het voeren van een actief opsporingsbeleid (het begint te lijken op de bezettingstijd!).
Een deel van de mensen zonder papieren werd na meerdere uren weer vrijgelaten.
Onnodig opgepakt, sommigen al niet meer voor de eerste keer, want niet repatrieerbaar.
Toch vasthouden. Ambetant doen.
Nog efkens laten voelen: “Wat ons hier betreft, one way ticket.”
De anderen zitten ondertussen in Merksplas (ook niet de gezelligste plaats)
in afwachting van hun repatriëring.
Het valt te verwachten dat de komende 6 jaar de actieve opsporing,
hoewel men het niet zo benoemt, opgevoerd zal worden.
In het nieuwe bestuursakkoord van de stad Antwerpen staat immers te lezen dat
vanaf nu bij IEDERE administratieve controle, gaande van auto’s tot aan huis aan huiscontroles,
tot krotop-acties, tot fietslichtcontroles, tot sluikstortbestrijding, tot elke mogelijke overlastbestrijding,
de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) ingeschakeld kan worden in geval betrokkene niet over geldige papieren beschikt.
Veel diensten, veel ambtenaren in deze stad leveren fijn werk af ten dienste van de bevolking. Maar in elke dienst vind je wel ergens figuren à la ‘Pinhelm’. Figuren die hun bevoegdheid oneigenlijk gebruiken door systematisch DVZ in te schakelen en aan actieve opsporing te doen.
Met dit bestuursakkoord krijgen de ‘Pinhelmen’ van deze stad carte blanche.
Fijn samenleven wordt dat hier in Antwerpen!
Dé achillespees van de nucleaire sector is het nucleaire afval.
Vertel aan je kinderen dat je al meer dan 40 jaar hoogradioactief kernafval produceert,
dat het honderdduizenden jaren radioactief zal blijven en je geen flauw benul hebt wat ermee te doen.
Vertel aan de Vlamingen, Walen en Brusselaars dat ze de volgende jaren nog 750 miljoen euro zullen moeten betalen
om een nucleair stort op te kuisen in de Kempen, terwijl het bestaan van dat stort niet hun schuld was,
maar de schuld van politici en bedrijfsleiders in de jaren tussen 1960 en 1970.
Ethiek. Het is een kwestie van ethiek. Dit doe je niet. Zon erfenis laat je je kinderen niet na.
Heeft een samenleving ooit zon grote facturen doorgeschoven naar volgende generaties?
Heeft één generatie ooit zon impact gehad op honderden, ja, duizenden generaties na haar?
Neem nu het rapport van regeringscommissaris voor atoomenergie Jacques Errera,
over kernenergie in ons land in de periode 1960-1962. Het beschrijft 134 bladzijden lang de ontwikkelingen in de sector,
het wetenschappelijk onderzoek en de bouw van de eerste kerninstallaties bij het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK).
De commissaris geeft in detail alle mogelijke gegevens over wetenschappelijk onderzoek, de subsidies voor het SCK per jaar,
de samenstelling van een hele reeks commissies en werkgroepen en noem maar op. Het rapport is een schitterend werkstuk.
Eén zwak punt: De problematiek van het kernafval is goed voor één paragraaf van 24 (!) regels.
Die passage bevat dan nog geen woord over de problemen met het nucleair afval.
In zijn volgende rapport dat de periode 1963-67 beschrijft:
van de 157 bladzijden wordt er een halve bladzijde aan afvalbehandeling gewijd.
Deze twee rapporten zijn zeer illustratief.
In die periode hadden overheden en bedrijven nauwelijks aandacht voor de risicos van hun activiteiten
voor de volgende generaties. Het was gewoon geen issue. Hun ethisch inlevingsvermogen was pijnlijk begrensd.
Een ander aspect van de kernsector kreeg daarentegen wel veel aandacht, namelijk de financiële risicos
voor de privé-sector die in de kernsector investeert.
Stel dat er een ongeluk gebeurt. Wie gaat de wellicht gigantische factuur betalen?
Geen enkele verzekeringsmaatschappij wou kernreactoren, zelfs niet de kleine onderzoeksreactoren bij het SCK, verzekeren.
Dat probleem stelde zich uiteraard in alle landen die zich lanceren in de kernindustrie.
Er werden hierover verbluffend snel internationale verdragen gesloten:
de Overeenkomst van Parijs van 29 juli 1960 en de Overeenkomst van Brussel van 31 januari 1963.
Samengevat: als een ongeluk ten gevolge van het gebruik van kernenergie schade veroorzaakt,
dan hoeft degene die verantwoordelijk is niet alle schade te vergoeden.
De verantwoordelijkheid van de exploitanten wordt beperkt of geplafonneerd.
Als de schade hoger is dan dat plafond, springt de staat bij.
Anders gezegd: het risico van de nucleaire activiteiten werd grotendeels afgewenteld op omwonenden en de belastingbetaler.
Ondertussen zijn die verdragen herhaaldelijk gewijzigd, maar dat basisprincipe staat nog steeds overeind.
In tegenstelling tot de financiële risicos voor de privé-sector,
kregen de risicos van het nucleaire afval voor mens en milieu nauwelijks aandacht.
Wat rampenplanning betrof, was het niet veel beter.
Meerdere jaren later deed de ramp in Tsjernobyl de Wetstraat opschrikken.
Er kwam een onderzoekscommissie in de Senaat die in 1988 wees op het ontbreken van een goede noodplanning in ons land.
Pas twee jaar later volgde er een eerste globaal nucleair noodplan.
Dat was dus veertien jaar na de eerste aanbeveling van een officiële commissie.
Luc Barbé, industrieel ingenieur. Eén van de drijvende krachten van de Groenen.
Het voorafgaande maakt hopelijk voor velen duidelijk waarom door de Paarse Regering in juli 1999 gekozen werd voor:
DE UITSTAP UIT DE KERNENERGIE
Uit de Regeringsverklaring:
De Regering zal eveneens meer nadruk leggen op de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen
en het aanmoedigen van energiebesparingen.
Er zal daarbij een moratorium worden gehandhaafd op de uitbouw van de nucleaire (elektriciteits)productie
inbegrepen de opwerking tot Mox.
De Regering wil zich bovendien op termijn geleidelijk terugtrekken uit de sector van de nucleaire energie
met eerbiediging van de doelstellingen vooropgezet door de Conferentie van Rio en het Protocol van Kyoto
inzake de uitstoot van CO2.
Teneinde de wetenschappers voldoende tijd te verlenen om nieuwe alternatieve hernieuwbare en zuivere energiebronnen
op grote schaal op punt te stellen, zal België zich inschrijven in een scenario
waarbij de desactivering van de nucleaire centrales van zodra ze veertig jaar oud zijn wordt aangevat.
Daartoe zal de Regering het Europees Milieu-Agentschap consulteren
en een commissie van internationaal erkende experten ondervragen over
de haalbaarheid en de uitvoering van dit scenario.
Ten slotte zal het nucleaire afval bij voorrang geplaatst worden in de reeds gebruikte sites.
De thans bij wet vastgestelde financiële en juridische verantwoordelijkheden van de producenten zullen behouden blijven.
De provisies voor de ontmanteling van de nucleaire centrales voor opwerking van elektriciteit
zullen het onderwerp uitmaken van een toezichtsysteem.
Louis Michel
Didier Reynders
DE GROTE BOCHT.
Donderdag 28 december 2006
ANALYSE De Standaard.
Waarom kernenergie niet langer in het verdomhoekje zit.
DE NUCLEAIRE REDDINGSBOEI
Kerncentrales spelen een steeds kleinere rol in energiebevoorrading.
Maar klimaatopwarming kan kernenergie een tweede jeugd bezorgen.
Almaar meer EU-landen overwegen met bestaande kerncentrales door te gaan of nieuwe te bouwen.
Energie is in geen tijd een hoofdzaak geworden voor de beleidsvoerders in Europa.
Amper drie jaar geleden deden ze geloven dat ze met de vrijmaking van de Europese energiemarkt
de Europeanen voor lange tijd voldoende energie tegen lagere prijzen zouden bezorgen.
Vandaag blijft er weinig over van dat geloof.
De klimatologische gevolgen van de broeikasgassen en het vaak brute Russische machtsspel rond gasvoorziening
verontrusten de EU-leden.
Begin januari 2007 geeft de Europese Commissie alvast indicaties over hoe diep de energievrees wel zit.
Op 10 januari publiceert de Commissie een hele rist energievoorstellen.
Die gaan over de verbetering van de vrijgemaakte Europese energiemarkt.
Maar er wordt ook uitgekeken naar Europese remedies om de labiele energietoekomst het hoofd te bieden.
Labiel omdat meer en meer duidelijker wordt dat de afhankelijkheid van energieproducenten van buiten
de Europese Unie niet meteen een waarborg is op voldoende energieleveringen tegen min of meer stabiele prijzen.
Labiel ook omdat in Europa nog zeer grote inspanningen nodig zijn om de broeikasgassen te verminderen
zodat de klimaatopwarming serieus afgeremd kan worden.
De afremming van de klimaatopwarming binnen Europa vergt dan weer
een reductie van de broeikasgassen met zeker dertig procent tegen 2030.
De standpunten over de haalbaarheid en de wijze waarop dat kan gebeuren lopen enorm uiteen.
Een veel efficiënter energieverbruik en forse besparingen, hernieuwbare broeikasvrije energieproductie stimuleren
of... een revival van eveneens broeikasvrije kernenergie.
Het wordt meer en meer rondgebazuind dat met kernenergie Europa twee vliegen in een klap slaat.
Minder broeikasgassen en een meer onafhankelijke energievoorziening.
Voor almaar meer politici is kernenergie de reddingsboei aan het worden.
Amper twee weken geleden volgde de Belgische premier Guy Verhofstadt dat voorbeeld
door te verkondigen dat hij toekomst ziet in een nieuwe generatie van kleine kerncentrales.
Uit de analyse van Standaardjournalist Sertijn.
Bart De Wever
Guy Verhofstadt
De Europese Commissie
10 januari 2007.
De Commissie vindt dat de EU, verantwoordelijk voor 14 procent van de wereldwijde emissies,
een voortrekkersrol moet spelen.
Ze stelde gisteren voor dat de 27 lidstaten tegen 2020 hun uitstoot met 20 procent terugdringen.
Als er een nieuw internationaal klimaatverdrag komt in opvolging van Kyoto, dat tot 2012 loopt,
moet de EU naar een vermindering met 30 procent gaan.
Om de doelstelling van een vijfde te halen, moet tegen 2020 het aandeel hernieuwbare energie stijgen
van 7 procent nu naar 20 procent (België zit aan ongeveer 2 procent),
moet 10 procent van het autoverkeer op biobrandstof draaien
(België had in 2005 op 2 procent moeten zitten, maar haalde 0 procent)
en moet het energieverbruik met 20 procent omlaag.
Dat zou de EU ook minder afhankelijk maken van de import van gas en olie altijd risicovol,
zoals de jongste dagen opnieuw bleek met de rel tussen Rusland en Wit-Rusland.
Ondertussen pleiten kopstukken van de VLD:
Verhofstadt, Verwilghen, en consoorten voor een vernieuwing of verder uitbaten van de bestaande kerncentrales.
Die zijn ondertussen afbetaald en leveren nu enorme winsten op.
Wel is het een feit dat hoe langer kerncentrales gebruikt worden des te gevaarlijker ze worden.
Op 11 januari 2007 deed Vlaams minister Peeters, van de CD&V
(waar ze met de NVA eveneens voor kernenergie zijn),
ook nog een oproep om de kerncentrales liefst tien jaar langer in actie te houden,
10 miljard euro profijt betoogde hij.
Mottenballentaks
Er ligt een voorstel op tafel om vandaag al, en dat voor een periode van 8 tot 18 jaar
(zolang wil de wet op de kernuitstap zelf de levensduur van de kerncentrales nog rekken)
een mottenballentaks te heffen op de afgeschreven centrales.
Die opbrengst kan dan worden geïnvesteerd in energiebesparing en hernieuwbare energie.
En dat zonder de nodeloze verlenging van het nucleair lijden.
Jan Turf en Bram Claeys. Bond Beter Leefmilieu.
Niemand zal verschieten dat ook het Vlaams Belang, tegen alle veiligheid in,
uitgesproken vóór kernenergie is.
Het is goed om weten dat de SP.A, onder Johan Vande Lanotte,
zich onvervaard uitspreekt voor de afbouw van de kerncentrales, net zoals natuurlijk Groen!.
Het uitvoeren dus van wat er afgesproken werd in het Regeringsakkoord van 1999.
Kris Peeters
Marc Verwilghen
DE CONTROLE VAN KERNCENTRALES.
Volgens kamerlid Philippe De Coene (SP.A) loopt het grondig mis met de controle op de nucleaire installaties.
De overheid waakt door middel van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC)
over alle nucleaire installaties in ons land.
Na een vernietigende doorlichting werd eind 2005 de top van het agentschap opzijgezet.
Een speciale kamercommissie onder leiding van klokkenluider De Coene levert dit voorjaar haar eindrapport af.
- De toestand is nog veel erger dan we dachten, zegt De Coene.
- Niet alleen verlamden interne stammentwisten het FANC,
bovendien was er onvoldoende personeel van niveau om alle opdrachten naar behoren uit te voeren.
Eén voorbeeld: één enkel iemand controleert, niet eens voltijds,
de zeven kernreactoren in Doel en Tihange plus de kerninstallaties te Mol.
Volgens experts is er nood aan zowat tien controleurs van dat formaat.
De controle van Doel, Tihange en Mol is in eerste instantie uitbesteed aan de privésector:
ANV (Associatie Vinçotte Nucleair).
- ANV stelt zelf de controleprogrammas op zonder inspraak van het FANC
en het rapporteert niet altijd op zeer doorzichtige wijze.
ANV wordt betaald door de exploitanten van de kerncentrales.
In die driehoeksverhouding loopt de overheid dus altijd in de buitenbaan.
Tot daar het artikel uit De Standaard van 27 december 2006.
En dat wij allen in die buitenbaan veel gevaar (moeten) lopen, is een vaststaand feit.
Jef Vergif
Zirkoon, een mineraal, waarvan onderzoekers van de universiteit van Cambridge gehoopt hadden
dat het het zeer gevaarlijke radioactief afval voor vele duizenden jaren veilig kon verpakken
(wat nodig is met dit soort afval), blijkt al na enkele eeuwen kwetsbaar te worden.
Om de verpauperde indianenbevolking uit het slop te halen,
hanteert de Amerikaanse overheid al langer een systeem van fiscale vrijstelling en gunstregimes in bepaalde regio's.
Bekend zijn vooral de vele casino's die door de Seminole-indianen worden uitgebaat.
FIJN STOF mooi dat je het aankaart, en daarbij de groenen nog wat steunt. Alleen vind ik het jammer dat er niet meer genuanceerd over de maatregelen gesproken wordt die kunnen bijdragen tot minder fijn stof, nl. de ROETFILTER. Ok; al brengt hij niet 100% op, of wordt er met moderne brandstoffen(??) meer fijn stof uitgestoten, toch vind ik het belangrijk dat er geijverd wordt om die roetfilters aan te brengen. Ik merk dat bij mij op het werk; bij de aankoop van dieselwagens proberen wij in het bestek op te nemen dat een roetfilter voorzien is. Want met de huidige brandstoffen is deze nog steeds effectief (bij inbouw tijdens productie, minder bij inbouw na productie) En ook belangrijk; wij kloppen hiermee aan bij de aankoopdiensten, en aangezien roetfilters in het nieuws komen beginnen zij daar meer voor open te staan, en zo komt het hele bewustwordingsproces op gang.
Geen enkele katalysator zal ideaal werken, maar om nu al de roetfilter af te breken op basis van het gebruik van brandstof die er nog niet is, doet ook afbreuk aan het geloofwaardigheidsgehalte van de mensen die trachten meer milieuvriendelijke wagens aan te kopen. Voor ieders standpunt valt wat te zeggen zeker? Ik vind ook dat als je dan investeert voor minder emissies, dadelijk best de beste technieken gebruikt. Maar die evolueren nu eenmaal altijd.
groetjes,
Bren
Beste Bren,
Ik ben het in grote trekken met je eens. Alleen zou ik niet volledig zijn mocht ik de gevaren van het fijnste stof, dat de huidige roetfilters nog niet tegenhouden, niet vermelden. Maar met het gebruik van de huidige roetfilters zou ons aller leefmilieu inderdaad al heel wat gezonder worden. Proficiat dat jij daaraan meewerkt!
J.V.
Over CAP
Hallo Jef..,
Nu moet ik wel zeggen dat de titel van uw artikel op de website suggereert dat het CAP naar de verkiezingen wil gaan omdat Jef Sleeckx zetelzot zou zijn. Ik ken Jef voldoende om te weten dat daar hoegenaamd geen sprake van is en moest hij deelnemen wat niet zeker is zal hij wellicht zijn plaats afstaan aan een bekwame opvolger. Zie o.m. zijn voorstel aan de PVDA om Van Duppen lijsttrekker te maken en hij lijstduwer. Wil je betoog en dus ook mijn betoog aan kracht winnen, dan kan je beter die onjuiste titel en illustratie verwijderen. Het is natuurlijk aan jou om te beslissen wat jij het belangrijkst vindt. Mensen zijn nu éénmaal kwetsbaar en wil ons betoog tot zijn recht komen kunnen we maar beter alle misverstanden vermijden.
Groetjes
Luc V. B.
Dag Luc,
Je hebt misschien wel gelijk maar...
Heel wat mensen bekijken dit als een poging van Jef Sleeckx om toch weer in zo'n zetel te geraken. En zijn antwoord kan simpel zijn: -"Nee, dat doe ik in geen geval. We moeten dringend een nieuwe partij uitbouwen, al zal dat wellicht twee jaar duren. Niet Jef Sleeckx is daarbij belangrijk maar wel de oplossing van de enorme problematiek." Dat mijn beste Luc, verwacht ik nu van onze vriend (dit is echt gemeend!) Jef Sleeckx. En dat zal ik dan met heel veel blijdschap en verontschuldigingen publiceren.
Jef
Beste Jef,
Heb vergezeld van Lieve met genoegen een bezoek gebracht aan de website van Jef Vergif.
Het interessantst vonden we de bijdragen over de zachte weggebruiker: de verzwegen ongevallen en je brief aan Van Brempt over de ruitenreklame. Zoals je weet hebben we ook in het voorjaar met deze dame over ruitenreklame gecorrespondeerd. Zijn met jou echt benieuwd wanneer de maand september voor De lijn zal afgelopen zijn.
Ook het fijne stof kon op onze interesse rekenen en we genoten van je spinnenverhaal.
Je schrijft als een echte 'spindokter'.
Tot nog eens dus maar,
Walter Resseler & Lieve
Dag Jef
Je nieuwe website gisteren nog gelezen, 't is weer de moeite !
De variëteit vind ik ook altijd zo goed! 't is niet over één bepaald onderwerp, het is altijd ruim. Ook niet voorgekauwd, mensen mogen en moeten zelf hun conclusies trekken
De titel en foto van CAP zal inderdaad stof doen opwaaien, het artikel zelf liet nog wat ruimte voor twijfel over, maar je titel niet. Ik versta de reactie wel een beetje, maar ja, hoe konden wij nu in 's hemelsnaam weten dat Jef Sleeckx nog twijfelt over deelname. Dat komt ervan als mensen niet eerlijk zijn, want dat is uiteindelijk de clou van heel dit verhaal hé!
FIJN STOF, een mens moet er letterlijk en figuurlijk bang van worden. Weet je Jef, ik ken hier nogal wat mensen uit de buurt die bij Scheerders Van Kerkhove hebben gewerkt en veel van hen hebben stoflongen van de asbest, ook absoluut geen mooi verhaaltje zulle ! En daar gebeurt voor de verandering ook niets mee ...
VERKEERSSLACHTOFFERS, goed dat je dat nog eens behandelt, wordt zo gemakkelijk in het vergeethoekje geduwd.
't WC: ongelooflijk!
VLUCHTELINGEN: was een aangename verrassing dat je daar een uitgebreid artikel over had! Goed uiteengezet, grondig uitgespit! Ook daar wordt je niet vrolijk van.
Krammakelijk zou'k je liedje niet noemen, ik vind je stem mooi doorleefd! En uiteraard is de tekst nog steeds superactueel, spijtig genoeg... 't Deed me deugd je liedje te horen zie!!!
DE SPIN: goed geschreven (ter verandering!)
DE SOEP zal ik zeker eens uitproberen, linzen zijn mijn favorieten hé!
POLITIEKER GEKRUIST, ik vind het best moeilijk, misschien omdat ik het gisterenavond nog probeerde?
"Meneer vliegtuig" tegen maatschappelijk assistent!
België schendt mensenrechten ook van een kind.
In de zomer van 2002 kreeg de moeder van Tabita, een vijfjarig meisje van Congolese afkomst, in Canada het statuut van politiek vluchteling. Toen probeerde die moeder om haar dochtertje te laten overkomen. Ze vroeg aan haar broer, een Nederlander, om Tabita in de Democratische Republiek Congo te gaan halen en naar Nederland mee te nemen, tot het meisje naar Canada kon vertrekken.
Vanuit Kinshasa landden Tabita en haar oom op de luchthaven van Zaventem. Maar omdat het meisje niet over de benodigde documenten beschikte voor een verblijf in België, werd ze in het gesloten opvangcentrum in Melsbroek ondergebracht. Haar oom keerde terug naar Nederland. De dienst Vreemdelingenzaken, wijd en zijd bekend voor zijn praktisch bovenmenselijke aanpak (onder de bevoegdheid van de beruchte humanist minister Dewael), zette het vijfjarig kind gewoon op een vliegtuig naar Kinshasa, waar geen enkel gezinslid aanwezig was om het kind op te vangen.
Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens zijn diverse mensenrechten geschonden: het recht op een menselijke behandeling; het recht op vrijheid; respect voor het privéleven en het recht om hoger beroep aan te tekenen. De Belgische staat moet 35.000 euro schadevergoeding en 14.000 euro gerechtskosten betalen. Het gelukkig slot van deze voor België beschamende historie was dat op 23 oktober 2002, na overleg tussen de premiers van België en Canada, Tabita naar Canada werd overgevlogen, waar zij met haar moeder werd herenigd.
Ook heden nog (14 oktober 2006) worden niet-begeleide kinderen in asielcentra opgesloten. Volgens 'Vluchtelingenwerk Vlaanderen' moet die praktijk onmiddelijk worden stopgezet, na de strenge veroordeling door het Mensenrechtenhof in Straatsburg, in de zaak van het vijfjarig Congolese meisje Tabita. De Belgische regering moet haar asielwetgeving en -praktijk aanpassen, zegt de organisatie. Ze vraagt dat minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael (VLD) een onderzoek instelt naar de beslissing destijds van de dienst Vreemdelingenzaken.
Informatie: Belga
Dienst Vreemdelingenzaken begrijpt het niet...
Fr. Roosemont, hoofd van DVZ, begrijpt de kritiek op het uitwijzingsbeleid niet goed. "Er zijn protocols afgesproken over wat mag en wat niet. Dat wordt gecontroleerd, niet alleen door het Comité P, maar ook door de interne inspectie van de federale politie. Zij zijn niet bij elke uitwijzing aanwezig, maar ze nemen hun taak ernstig. Er worden toch uitwijzingen gestopt bij verzet."
Ook B. Playsier, directeur van Fedasiel (Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers in België) dat voor opvang zorgt van asielzoekers, gelooft niet dat er geregeld geweld wordt gebruikt."Een individuele agent zal wel eens verbaal geweld gebruiken als de irritatie te groot wordt. Ook in een gesloten centrum kan de spanning oplopen, maar er is zeker geen systematisch geweld." Ook de kritiek dat artsen en maatschappelijk assistenten niet onafhankelijk zijn, is Playsier bekend. "Alleen is de vraag welke alternatieven mogelijk zijn?"
Uit 'De Standaard' van 20/10/06.
Uit 'De Standaard' 20 oktober 2006
,,Gesloten instellingen zijn inhumaan''
Worden asielzoekers in ons land onmenselijk behandeld? Het welles-nietesverhaal gaat door.
In 2004 werden 7622 vreemdelingen opgesloten in de gesloten instellingen van ons land. Voor een kwart van die mensen was hun opsluiting onterecht, want ze werden later weer vrijgelaten. Het aantal gedetineerden dat in een isoleercel wordt opgesloten stijgt voortdurend. Steeds meer kinderen worden opgesloten. In het centrum 127bis nam in 2005 het aantal opgesloten kinderen toe van tien in januari naar 55 in december.
Het zijn enkele cijfers uit het eerste rapport dat tien vluchtelingenorganisaties hebben opgesteld over de toestand in de gesloten centra van België. Daarvoor baseerden ze zich op regelmatige bezoeken aan de instellingen in de periode 2002-2004 en op jaarrapporten van de dienst Vreemdelingenzaken.
,,Laat het duidelijk zijn: dit is geen gemakkelijk beleidsdomein en we willen niet dat elke vreemdeling zomaar in België moet kunnen blijven'', zegt Pieter Degryse van Vluchtelingenwerk Vlaanderen. ,,Maar wij verwachten wel dat de opvang en de eventuele uitzetting humaan gebeuren. En dat is helaas niet het geval.''
Het rapport stelt dat de medische en psychologische begeleiding van de mensen in een gesloten centrum te wensen overlaat. ,,De overheid heeft in de eerste plaats oog voor de uitwijzing. De gezondheid van de gedetineerden is bijkomstig. Het is geen toeval dat de maatschappelijk assistenten steevast 'meneer of mevrouw vliegtuig' worden genoemd.'' ,,In de wet staat dat elk centrum een autonome medische dienst moet hebben. Toch stellen we vast dat artsen contractueel verbonden zijn aan de dienst Vreemdelingenzaken. Bovendien is het niet vanzelfsprekend om bij een dokter te geraken. Vaak zijn het verpleegkundigen die gewoon slaap- en kalmeermiddelen geven. De psycholoog is vaak de adjunct-directeur. De angst in een gesloten instelling is alomtegenwoordig en dat leidt soms tot wanhoopsdaden.''
Het rapport beveelt daarom aan dat kwetsbare personen zoals kinderen en zwangere vrouwen niet worden opgesloten. Ook de raadkamer moet meer bevoegdheden krijgen over de opportuniteit van een opsluiting.
De uitwijzing verloopt soms gewelddadig. ,,Ondanks de aanbevelingen van de commissie-Vermeersch is onafhankelijk toezicht niet mogelijk. We hebben getuigenissen over de druk die werd uitgeoefend bij de uitwijzing. Bij aankomst in de luchthaven worden de gedetineerden opgesloten in een cel waardoor de druk stijgt. Er zijn dan beledigingen, vernederingen en lichamelijk geweld. Na een mislukte uitzetting zou onmiddellijk een medisch rapport opgesteld moeten worden. Dat gebeurt niet altijd.''
,,Ook luchtvaartmaatschappijen zetten mensen onder druk om te vertrekken. Zij moeten immers mee betalen voor de opsluiting als ze passagiers meenemen zonder geldige papieren. SN Brussels probeert Congolezen over te halen met tickets voor interne vluchten. Alles is goed om hen te doen vertrekken.''
De mogelijkheid om een klacht in te dienen blijft volgens het rapport te vaak theoretisch. ,,Bovendien hebben we vragen bij de onafhankelijkheid van een onderzoek door het Comité P. Daarom pleiten we voor een onafhankelijk orgaan dat de klachten behandelt. Er moeten ook videocontroles komen tijdens de uitwijzingen.''
t Begin is een kind, we leren het snel op school in gezin, de regels van t spel: Het ikske komt eerst en het ikske is groot. Zo wordt ons lief kindje een vakidioot! (bis)
Het systeem is de kaas, daar zitten ze in. De kerk en de school, heel de staat zit erin. De vakbond is zoet met een deel van de buit. En krijg ze verdomme, die kaas nu maar uit! (bis)
Men zegt: t ideaal is een zetel op maat; Voor krant en TV, in de auto, op straat. Reklaam geeft ons nijd voor de zit van de buur. Het zitvlak is t toppunt van onze cultuur ! (bis)
Ons zusjes en broertjes van dandere kant, Verrekken, het staat in de rand van de krant. Van honger, door kogels, verrekken gewoon. Wij stelen hun grondstof, hun werk en hun loon (bis).
Die regels van t spel hebben het leven geknecht. Zeg Mens, blijf niet kruipen, ach vecht voor uw recht. Met t leven als inzet, dan pas ben je vrij. Want nietsdoen is meedoen met duitbuiterij (bis).
Het eerstegeboorterecht gaf en geeft uitzicht, vooral bij Oosterse volkeren, op enorm veel voordelen, ook erfelijk. Zo
speelde Bijbelse Ezau, die toen grote honger had, aan broeder Jacob
(ja, ja, die uit Broeder Jacob, broeder Jacob, slaapt gij nog?'), voor
een schotel linzensoep, dat recht kwijt en kon hij ook geen aartsvader
worden, Jacobke werd het dus wel. Heeft iemand van u, dierbaren, er
al eens aan gedacht dat die soep dan toch t een en t ander moet
geweest zijn, nietwaar? Want nergens staat vermeld dat Ezau ook maar
één minuutje spijt had van zijn kostelijke ruil (ge ziet dat op een
ander maar gemeen vlak bij ons ook: voor een zetel zetten onze politici
alle principes zonder enige spijt opzij). En laat mij, de ietwat
giftige, nu toch het recept in handen krijgen van dat zalige mengsel.
Wat ik er over kwijt wil is enkel dat het op een afgegescheurde snipper
stond van de befaamde Dodezeerollen. t Gaat hier niet over pakskessoep hé, ge moet hier tijd, hier is dat echt gezegende tijd, voor uittrekken! Als
ge dus dit soepke maakt volgens de heilige voorschriften, die met
gepaste eerbied verorbert, dan zult ook gij volop bereid zijn mij
allerlei kostbare zaken af te staan, mij in uw testament te zetten en
toch nog verheerlijkt met uw ogen rollen en smakken dat het niet schoon
is
Ge hebt nodig: een serieuze kop linzen, rode zijn de beste. Een
dikke ajuin, een grote wortel, twee stengels witte selder, echte
bouillon van koeien- of ossestaart of rundssoepvlees. Een struise teen
look, een laurierblad, een klein rood en vurig peperke, drie takjes
rozemarijn, twee tomaten, gepeld en van de zaadjes ontdaan. Peper en
zout. Een soeplepel balsamicoazijn, en per persoon een dikke lepel
natuuryoghurt.
OK, bezin u diep en begin de avond tevoren met de linzen te spoelen
en in de week te zetten in kalkvrij water (flessenwater). De bouillon
wordt diezelfde avond gedurende twee à drie uur op een zacht vuurtje
gekookt enveneens in twee liter van dat zacht water (vroeger was dat in
zuiver regenwater, maar waar vinden we dat nog in onze tijd?), ge moet
daar een takje rozemarijn in doen, wat verse tijm, twee ajuintjes, een
teen look en een laurierblad. 's Anderendaags, glimlachend denkend
aan de aartsvaders, de bouillon zeven en ontvetten, het soepvlees eruit
puren en opzij leggen. Nu uit uw diep onderbewuste laat ge de
oeroude kookkunst de bovenhand nemen. De linzen met het weekvocht
zachtjes koken in de pure bouillon gedurende ruim twee uur. Dan de
selder, ajuin en wortel in centimeterblokjes gesneden toevoegen, samen
met het rode pepertje (enkele zaadjes laten zitten aub), een
laurierblad, rozemarijn en de fijngestampte of geperste look. Het
soepvlees toevoegen en nog een halfuurtje laten pruttelen. Vlak voor het opdienen, de soep mag dan geen blaasjes meer maken, er een lepeltje balsamicoazijn doorroeren. In
grote diepe schotels opdienen en voor iedere persoon, van welke
gezindheid ook, een dikke lepel yoghurt op de eveneens dikke soep
leggen. Nu moet er nog matses (Joods brood) ter beschikking staan,
want dit is natuurlijk een maaltijdsoep, maar Turks of Marokkaans brood
is ook goed. Dat moet ge smeren met zachte geitenkaas. Smakelijk dopen dus, en geef mij een seintje wat ik allemaal moet komen ophalen bij jullie.
Een mier die in een chocopot gevallen is moet ongeveer hetzelfde
voelen, denk ik, als een mens die een halve dag voor zijn TV gezeten,
probeert de kleverige feuilletons te verwerken. En dan mag het nog
zondag zijn, een herfststorm buiten, op tafel koekjes en bier, sigaren
binnen handbereik en de zetel zo gemakkelijk dat men, na enkele uren,
te lam is om op te staan, ook al zou dat echt wel eens moeten!
Mijn vrouw en ik gingen na zon zondag slapen. Zelfs naar boven gaan leek al een hele karwei. Ik
ontkleedde me langzaam en stond me in de spiegel een beetje verveeld
aan te gapen. Ik zag mijn handen over mijn bolle buik krabben, was dat
allemaal van mij geworden? Mijn vrouw had zich ondertussen
omgetoverd van de deftige zondagse versie, in een exemplaar uit
Duizend en één nacht, en verdween tussen de lakens. Traag begon ik
mijn laatste kous uit te trekken, toen mijn echtgenote een giller
plaatste die vrouwen alleen maar uitstoten in levensgevaar of bij het
zien van een spin.
Het was een spin. Een kanjer van een beest, men kon ze bij wijze
van spreken horen lopen! En ze bewoog zich op het plafond boven ons
echtelijk bed. Pak ze!! schreeuwde mijn vrouw. Pak ze dan toch! Nu
is een slaapkamer, en zeker de onze, niet ingericht voor een jacht op
groot wild. Ik stond dus, alhoewel tot actie bereid, toch eventjes
besluiteloos. Ik kon er gewoon niet aan, het plafond was te hoog. Een man die, zoals ik, in een moeilijke situatie verkeert en zijn vrouw in gevaar weet, is echter niet te stuiten. Ik frommelde mijn kous tot een soort sneeuwbal, mikte en ja hoor: RAAK!!!
Kous en spin vielen in een mooi boogje precies in bed, naast het hoofdje van mijn vrouw. Die
zette terug die giller aan, zo mogelijk nog versterkt. Zij voelde zich
nu echt in doodsnood. In hetzelfde moment vloog zij het bed uit, begon
mij uit te schelden voor, nou ja, ik kan hier niet alles vertellen, en
tegelijkertijd lag ze in mijn armen om bescherming te zoeken. t Was
een effect van regen en zon in dezelfde stond.
Na een tijdje realiseerden wij ons dat wij stonden te rillen en dat wij uit bed waren en de spin erin! Voorzichtig sloeg ik de lakens open, keek onder de kussens, mijn kous vond ik maar van de spin was niets, niemendal te zien. Uiteindelijk
hebben we dan al het beddengoed eraf gehaald, opnieuw en met de meeste
aandacht het bed opgemaakt, maar niks hoor! Het ondier had zich, laat
ons zeggen, onzichtbaar gemaakt. Teneinde raad en blauw van de kou, zijn we zelf ook in bed gegaan.
Toen wij zo stilaan een beetje op temperatuur kwamen hadden we nog
altijd de indruk dat we niet alleen waren. Bovendien stelde ik vast dat
ik mijn bedgenoot met geen vinger kon aanraken, telkens opnieuw begon
ze te gillen. En tot slot heb ik de zaak helemaal verkorven en mijn
huiselijke vrede voor meerdere dagen verbroken, door te zeggen: Vreemd
toch, dat is nu de eerste keer dat wij met drie in één bed liggen!
Verkeersslachtoffers tellen of tellen ze niet mee?
Waarom tellen die niet mee?
Verkeer maakt dubbel zoveel slachtoffers als gedacht.
De Morgen, 4 oktober 2006
Het aantal verkeersslachtoffers in ons land ligt dubbel zo hoog als de statistieken melden.
Bij zwakke weggebruikers is de kloof nog opmerkelijker. Zo wordt slechts één van de vijf zwaar gewonde fietsers in
de ongevallenstatistieken opgenomen. Dat blijkt uit een studie van verkeersdeskundige Johan De Mol (Universiteit Gent).
Het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling van de Universiteit Gent, vergeleek het aantal ernstig gewonde verkeersslachtoffers in twee ziekenhuizen
(AZ Sint-Dimpna in Geel en AZ Sint-Jozef in Turnhout), met het aantal slachtoffers dat opduikt in de statistieken
van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) voor die regio’s. Die laatste cijfers zijn vooral gebaseerd op de informatie van politie en parket.
De conclusie van de vergelijking die gepubliceerd werden in het Tijdschrift ‘De Verkeersspecialist’,
zijn verrassend.
Naar gelang het ziekenhuis vindt slechts 44 tot 57 procent van de verkeersslachtoffers zijn weg naar de officiële statistieken. Zo blijkt slecht één op de vijf ernstig gewonde fietsers ook op te duiken in de NIS-statistieken (113 op 575 ziekenhuismeldingen). Bij de voetgangers ligt het aantal rond zowat één op drie, bij de bromfietsers bedraagt het aantal officieel vermelde ernstig gewonden net niet de helft.
De cijfers voor zwakke weggebruikers staan in schril contrast met die voor autobestuurders, waar ruim 99 procent van de ernstig gewonden daadwerkelijk geregistreerd wordt.
Auteur Johan De Mol wijst op de nefaste gevolgen van de cijfers. “Dat betekent dat ons verkeersbeleid gebaseerd is op foute gegevens. De onderrapportering bij fietsers wijst er bijvoorbeeld op dat we veel meer aandacht zouden moeten besteden
aan die soort weggebruikers.”
De Mol pleit voor een automatische koppeling van ziekenhuisinformatie met politiegegevens.
Het Belgisch Instituut voor verkeersveiligheid (BIVV) erkent dat er een probleem is met onderrapportering. ”De kwestie is verder onderzoek waard”, zegt afdelingshoofd Miran Scheers, die erop wijst dat ook andere landen met onderrapportering te kampen hebben (zou dat de miserie van slachtoffers verzachten? JV).
Federaal mobiliteitsminister Renaat Landuyt (SP.A) ziet in de studie geen behoefte om een ander beleid te voeren.
“Zwakke weggebruikers zijn nu ook al een prioriteit”.
En daarmee kunnen de vele niet-meegetelde zwaargewonde voetgangers en fietsers van vroeger, nu, en morgen het weeral stellen (JV)
Senioren maken de helft uit van de doden onder voetgangers!
De Standaard, 20 oktober 2006
De helft van de voetgangersdoden in het verkeer zijn 65-plussers en in totaal is bijna één op de vijf verkeersdoden een senior.
In 2005 kwamen 186 senioren om in het verkeer. Dat blijkt uit cijfers die het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid heeft bekend gemaakt.
Vooral vanaf 75 jaar stijgt het risico op een ongeval. Eén van de voornaamste oorzaken is de grotere fysieke kwetsbaarheid...
Tot daar 'De Standaard'.
Gelukkig beschikken ook de senioren volgens federaal minister Landuyt zelf, over een minister die de zwakke weggebruikers prioriteit verleent.
Alleen is het toch een merkwaardig feit dat nog nooit een beleidsprogramma tot stand kwam van al die bezorgde ministers (inclusief Landuyt), die bijvoorbeeld senioren de moeilijkheden en voorrangsregels uitgelegd heeft, bij het oversteken van wegen beschermd door zebrastrepen, met en zonder verkeerslichten. En gezien de overtalrijke wegmarkeringen is het niet moeilijk voor oudere mensen om zich te vergissen.
Eigenlijk is dit een schande.
Ik beweer dat minstens de helft van de dode senioren nog zouden leven, met ministers die echt bekommerd zouden zijn over en met senioren...
Federaal mobiliteitsminister Renaat Landuyt (SP.A) ziet geen behoefte om een ander beleid te voeren. “Zwakke weggebruikers zijn nu ook al een prioriteit”.
Jef Vergif
Renaat Landuyt, Federaal Verkeersminister
Kathleen Van Brempt, Vlaams Verkeersminister
Aan het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV) afd. Gedrag en Beleid. 17-10-06
Eén van mijn trouwe lezers en een goede vriend tevens, bezorgde mij per post volgende bijdrage:
Laat mij u toelichten dat ik als consulent, jarenlang werkzaam ben geweest – vanuit Frankrijk – voor de autoindustrie en dan hoofdzakelijk voor de grotere Europese merken (Daimler Benz, Opel, Porsche, Audi, Volkswagen, PSA en Renault).
Ik heb altijd moeten vaststellen dat de industrie absoluut niet geïnteresseerd is in veiligheid buiten deze van de bestuurder van hun eigen voertuig. Een vaststelling die toch wel tragisch is te noemen, maar overeenstemt met gebrek aan
verantwoordelijkheid, zoals we dat ook terugvinden bij de chemische-, de farma- en andere industrietakken.
Sta me toe uiting te geven aan mijn groeiende ergernis over het feit dat België, in alles wat de verkeersveiligheid betreft, een gigantische achterstand heeft tegenover de overige landen binnen de Europese Gemeenschap. Het zal u meer dan bekend zijn hoe wij achteraan bengelen met alle tragische gevolgen van dien.
Het feit dat onze verkeersstatistiek laattijdig is en niet de werkelijkheid weergeeft is daarvan slechts één aspect. “Rome is inderdaad niet op één dag gebouwd”, maar als je 10 – 12 jaar achterloopt op je buren is het wél meer dan schandalig.
Er is meer. Bij de opdrachten van het BIVV hoort onderzoek naar de (verkeers)leefbaarheid.
Ik vind dat het instituut daarin te kort schiet. Veel van het werk – dat binnen het BIVV verricht wordt – draait rond het ‘driver enforcement’, rond de verbetering van de bestaande (chaotische) verkeerssituatie. Dat is een volkomen onrealistische doelstelling.
Het is toch duidelijk dat er een verkeersinfarct op komst is. Enerzijds een parlement en een regering die alles doet om het autoverkeer aan te moedigen, met lagere belastingen, lagere verzekeringspremies voor de jeugd, weigering van de werkelijke prijs van het verkeer te rekenen (of zelfs bekend te maken), weigering tolheffing, enz. Daardoor groeit het autopark nog steeds aan. Volgens de media wordt 2006 het beste jaar ooit voor de autoverkoop in België! Anderzijds neemt de verkeersdrukte in ons land dergelijke vormen aan dat er meer en meer van verkeersstilstand kan gesproken worden. Ten slotte is het heel waarschijnlijk dat de EU-overheid binnen zeer korte tijd stringente milieubelastingen zal gaan invoeren, waardoor er heffing per kilometer zal komen die het gebruik van de auto voor privégebruik, echt problematisch zal maken.
Zoals bekend zijn onze buurlanden actief bezig met het stimuleren via sociale en fiscale maatregelen om het autoverkeer minder aantrekkelijk te maken.
In Zweden, ook in Zwitserland, is er zelfs een nul-visie (www.zero-vision.com) vooropgesteld wat verkeersdoden of zwaargewonden in steden en dorpen betreft. Men vertrekt daar niet van wat de autohandel, chauffeurs en hun bonden aanvaardbaar vinden, maar wat technisch haalbaar is, en vandaar dat die landen uitkomen voor een realistische nuloptie voor doden en gewonden in hun straten.
Er dienen radicale oplossingen aangereikt, road pricing (rekening rijden) is er één van, maar er zijn vele andere om het autoverkeer terug te brengen tot een schaal die minder offers vragen van mens en milieu.
Dat is allemaal bekend en toch doet BIVV er niets aan. Want alleen fundamentele oplossingen kunnen redding brengen. Alle andere aanbevelingen zijn geknutsel in de marge en onrealistisch.
Met vriendelijke groet,
D.L.
Aan Mevrouw Kathleen Van Brempt,
Vlaams minister Mobiliteit. 24-10-06
En nog van dat uit dezelfde zeer betrouwbare bron.
Betreft: persactie van Febiac en VAB gericht tegen uw openbaarvervoer-beleid.
Ik kan maar niet begrijpen hoe het mogelijk is dat u zo halfslachtig en zonder enig gefundeerd argument reageert op een laffe aanval van beide organisaties. Het is duidelijk dat het hier gaat – bij deze instellingen – om een volledig verzonnen verhaal, dat er alleen maar toe dient om de autoverkoop op zijn huidig peil te houden. Het is eveneens duidelijk dat de zogenaamde wetenschappelijke onderzoeken gekocht zijn en niet op ernstige wijze uitgevoerd. Dat is op zichzelf een misdrijf, maar het is vooral ergerlijk dat u deze populistische actie niet weerlegt met juiste cijfers.
Uw ministerie heeft tot op heden nog nooit een tabel gepubliceerd van alle automerken en hun werkelijke kostprijs op jaarbasis en per kilometer. U hebt evenmin een studie laten verschijnen met de volledige kostprijs voor het Rijk, van het autovervoer – zowel privé als zakelijk – en dat zowel voor het milieu als voor de mens. U hebt verder nooit een onderbouwd advies gegeven aan het parlement, over de noodzaak van alternatieven waaronder road pricing en dergelijke.
Ik betreur al deze leemten die ruimte laten, zoals blijkt, voor invulling met schadelijke en vervalste informatie.
Met vriendelijke groet.
D. L.
Reclame op trams en bussen
Aan mevrouw K. Van Brempt, minister van Mobiliteit.
Geachte minister,
Op 9 juni 2006 ontving ik van u een zeer positief antwoord op mijn brief in verband met de sterk storende reclame op trams en bussen. Ik heb dat hoopgevend antwoord ook gepubliceerd in mijn vriendenkring.
U schreef mij ondermeer dat:
“Vanaf september 2006, het contract van De Lijn met de huidige reclameregisseur – NV Streep – afloopt. Als voogdijminister heb ik van deze gelegenheid gebruik gemaakt om te garanderen dat De Lijn een voorbeeldrol zal spelen op het vlak van reclamevoering.”
Ondertussen, waarde minister, zijn we over de helft van oktober en tot mijn spijt zit ik op de tram nog altijd met pijnlijke ogen te turen door de fijne tralies, die de reclame nog steeds aanbrengt op de ruiten.
Vandaar dat ik u vriendelijk, maar toch met nadruk, vraag wanneer het eindelijk gedaan zal zijn met deze schadelijke en wansmakelijke graffiti die de reclamemensen nog steeds mogen aanbrengen op het openbaar vervoer.
Antwoord:
We vragen bij De Lijn een gedetailleerde stand van zaken op en berichten u zo gauw we het resultaat hebben.
Dank voor uw begrip en geduld.
Met vriendelijke groeten
Mike Torck. Medewerker Algemeen Beleid.
Ik vind dat september 2006, de maand waarin de reclame zou verdwijnen,
buitengewoon lang duurt bij minister Van Brempt.
Dyson, het Britse merk van de knappe stofzuiger-zonder-zak, stelde in Londen een heel nieuwe handendroger voor.
Elektrische handendrogers zoals je die vindt in wc’s van cafés en restaurants zijn onhygiënisch, verbruiken veel stroom en leveren geen goed werk. Vaak lopen mensen de toiletruimte uit met halfnatte handen.
Nu is er een nieuwe handendroger van Dyson op de markt: de Airblade.
Deze droogt de handen in tien seconden via een luchtstroom die met een snelheid van 560 km per uur de huid gewoon droog blaast.
Een luchtfilter maakt de aangezogen lucht voor 99,7 procent kiemvrij en gezien er geen warmte aan te pas komt, verbruikt het toestel 83 procent minder elektriciteit. Vergeleken met de milieuonvriendelijke papieren handdoekjes kan de Airblade een besparing van 99 procent per toilet per jaar opleveren!
Natuurlijk was Jef Vergif daar als de kippen bij om deze nuttige uitvinding te optimaliseren.
Waarom alleen de handen zo kraakproper maken? Waarom ook niet, laat het ons allemaal maar toegeven, het strontvuile achterwerk na de gedane prestatie?
Vandaar dat ik jullie, als primeur, het toestel in werking toon op mijn bloedeigen kont.
Nooit voelde ik mij zo fris schoon (geveegd) gewaaid!
Ik verwittig u, ik heb er patent op gevraagd, al zoek ik nu nog enkele proefpersonen die mijn positief resultaat nog kunnen versterken.
Een woordje uitleg: u kan het kruiswoordraadsel als volgt invullen.
U plaatst uw cursor in een vakje. Dan ziet u net boven het
kruiswoordraadsel de opgave. Het rode vakje en de grijze vakjes geven
aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. Het antwoord typt u
gewoon in. U kan doorheen het rooster bewegen met de pijltjestoetsen,
of met de muis. Als u alles correct hebt ingevuld, ziet u de foto
verschijnen van de politicus die wij zoeken.
Natuurlijk heeft CAP (Comité voor een andere politiek) overschot van gelijk.
Er leeft bij de bewuste mensen een grote en terechte wrevel over de nu al jarenlange gevoerde politiek, vooral van de zogezegd linkse partijen. Dat werd zeer duidelijk op Europees vlak waar de Europese Grondwet gelukkig door het volk in de grond geboord werd.
Maar op de top van Lissabon in december 2000 werd de 'Lissabon-strategie' goedgekeurd. Hiermee werd door 15 Europese leiders de weg naar een Amerikaans competitief Europa ingeslagen, waarbij de economie nog minder ten dienste staat van de mens, en onze sociale verworvenheden terug moeten gedraaid worden om de winst te vergroten voor enkelen. De strijd gaat niet meer om onze sociale vooruitgang te realiseren in landen en bij mensen die daar wanhopig naar streven, maar integendeel, om ons niveau, plus de sociale strijd af te bouwen naar minder loon, langere uren en minder sociale rechten.
Binnenlands toont de vergrijzing met het Generatiepact ook duidelijk waar het in wezen om te doen is: de vakbeweging wordt zoveel mogelijk buiten spel gezet en als ‘conservatief’ afgeschilderd. Het recht op stakersposten wordt betwist. Rechters leggen dwangsommen op om stakingen te breken. Men wil gewoon de macht van de vakbonden afbouwen.
Tevens wordt alles wat mediamacht heeft, ingezet om de solidariteit tussen oud en jong te breken. De valse indruk wordt versterkt dat de senioren massaal potverteren op kosten van de actieve bevolking. Terwijl de realiteit is dat precies de gewone gepensioneerden achteruit boeren, en velen op het randje van de armoe balanceren. De senioren worden daarbij zorgvuldig buiten de politiek gehouden.
Allemaal waar dus.
Dat werd nog sterker aangevoeld toen in de provincies, ter voorbereiding van de grote volksvergadering die CAP op 28 oktober 2006 ging houden, meerdere vergaderingen doorgingen.
Er waren daarbij tal van actieve mensen betrokken, die het hadden over syndicale rechten en democratie, werkloosheid bij jongeren en ouderen, ecologie, sociale zekerheid, armoede, huisvesting, racisme, vrouwenrechten, internationale solidariteit, enz.
Telkens opnieuw moest men vaststellen dat de deelnemers niet uitgepraat raakten over de vele onrechtvaardigheden in en buiten het beroepsleven, en tevens hoe hopeloos het is om er bij de gevestigde politieke partijen een redelijk uitzicht tot een oplossing te bekomen.
Op 28 oktober werd dat door zowat 500 deelnemers nog eens herhaald. Het waren overvolle containers met meer dan terechte grieven.
De gevoerde politiek van de huidige politieke partijen behandelt deze problematiek niet en sterker, ze willen die ook niet behandelen!
Eigenlijk was zowat iedereen het daarover eens.
Dus was het besluit snel – veel te snel – genomen: CAP gaat zelf een politieke partij worden die deelneemt (waar ze kunnen) aan de federale verkiezingen van volgend jaar!
Maar daar krijg ik het nu van op mijn heupen.
Om zo’n massa containers onrecht op een spoor te krijgen naar een betere maatschappij toe, is waarschijnlijk wel een politieke partij nodig als voertuig. Maar dan moet zo’n vehikel beantwoorden aan de strengste eisen wat betreft democratie, efficiëntie en tevens bekwame stuurlui. Niet één stuurman, maar een bemanning die, opgeleid, regelmatig de taken kan opnemen en ook doorgeven. We hebben daarbij nood aan controle aan mogelijkheden tot bijsturen, aan kansen en een apparaat om onderling vrede te bewaren en om wie niet deugt aan de kant te zetten. We krijgen dan een politieke partij over wiens structuur nog uitvoerig dient gediscussieerd te worden. Want we hebben al TV-sterren en BV’s genoeg in ons land, we willen niet enkele een ‘andere’ politiek, maar vooral een betere politieke partij die zelf ook beantwoordt aan onze eisen van rechtvaardigheid.
Maar dat kan niet in een half jaar tijd verwezenlijkt worden.
De ontgoocheling anders zou heel groot kunnen zijn. En er lopen al meer dan genoeg misnoegden en zuurpruimen rond.
We moeten naar een nieuwe betere politieke partij, om een integere politiek waar te maken, die de mensen uitzicht biedt op een hoopvolle toekomst. Laat ons dat alstublieft dan ook goed doen.
Dat kan niet op zes maanden tijd.
Ge hebt al negen maand nodig om een nieuwe mens te maken, een goeie partij mag minstens het dubbele van die tijd kosten, hoewel langer ook niet nodig is, want er moet een vooruitzicht zijn, een haalbare datum.
Tegen nieuwjaar 2009 moet het kunnen!
Christendemocraten, liberalen én socialisten hebben dit beslist in het Europees Parlement. Totnogtoe mocht de daggrens voor fijn stof jaarlijks 35 keer overschreden worden. Nu wordt dat 55 keer! Bovendien krijgen de lidstaten tot zes jaar uitstel om de limietwaarden voor fijn stof te behalen.
Dat is onbegrijpelijk. België was door de OESO juist goed en wel op de vingers getikt in verband met zijn slechte resultaten op het vlak van luchtvervuiling, en nu keuren Vlaamse Europarlementariërs goed dat er nog meer fijn stof in de lucht mag zijn!
Jaarlijks sterven in Europa nochtans 350.000 mensen voortijdig door fijn stof.
De luchtvervuiling in Europa kost ons jaarlijks 189 miljard euro aan gezondheidszorg.
Dit is pure struisvogelpolitiek.
Fijn stof doet de gemiddelde levensverwachting van mensen dalen met acht maanden. Jaarlijks wordt het inademen van deze fijne deeltjes verantwoordelijk geacht voor 350.000 voortijdige sterfgevallen in Europa. Een OESO-rapport over de milieugesteldheid in België neemt de luchtkwaliteit zwaar op de korrel.
Maar ook de Vlaamse christendemocraten, liberalen en socialisten in het Europees Parlement menen blijkbaar dat dit soort gegevens onvoldoende zwaar weegt. Dat het EP de bestaande regelgeving inzake luchtkwaliteit aanzienlijk verzwakt, is een levensgroot schandaal. Voor het eerst neemt het Parlement zelfs een zwakkere positie in dan de Europese Raad van Milieuministers.
Ook het economische aspect - veel minder uitgaven aan medische zorgen - kan het EP blijkbaar niet overtuigen. Tot 2020 kost de luchtvervuiling door ozon en door fijn stof Europa jaarlijks nochtans minstens 189 miljard euro.
De criteria van het Europees parlement rond de PM10-stofdeeltjes zijn aanzienlijk zwakker dan de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Toch blijken de WGO-aanbevelingen haalbaar in grote steden in industrielanden.
PROBLEMEN OPGELOST VOOR ZWIJNDRECHT?
Erger nog is dat het EP de lidstaten de kans biedt om het aantal dagen met een overschrijding van de grenswaarde voor fijn stof (PM10-stofdeeltjes) uit te breiden van 35 tot 55.
Met enig cynisme zou je kunnen stellen dat bijvoorbeeld de problemen van Zwijndrecht op deze manier van de baan zijn. In deze Antwerpse gemeente waren de jaarlijkse grenswaarden voor fijn stof al overschreden in maart. Groen!-burgemeester Willy Minnebo verkreeg daarop dat Vlaanderen extra inspanningen zou leveren om het fijn stof rondom Zwijndrecht – en zelfs in heel Vlaanderen – te bekampen.
Christendemocraten, liberalen en socialisten in het Europees Parlement hebben simpelweg beslist dat de inwoners van Zwijndrecht veel meer schadelijke lucht mogen inademen. Meer nog: ze zullen 20 dagen langer moeten wachten vooraleer de overheid alarm slaat. Hetzelfde geldt voor 22 andere Belgische gemeenten waar de lucht dit jaar al meer dan 35 dagen meer fijn stof telde dan door Europa toegelaten! Ook dit is pure struisvogelpolitiek.
De Europese Groenen zijn blijkbaar niet de enigen die zich zorgen maken. Ze krijgen ook steun uit onverwachte hoek: zelfs Europees milieucommissaris Dimas is maar matig tevreden met de stellingnames van het EP.
Een strengere aanpak is nochtans haalbaar. Dat bewijzen de VS die al in 1997 een jaarlijkse grenswaarde van 15 µg/m3 voor PM2,5 uitvaardigden. *Die limiet moet uiterlijk tegen 2010 worden gehaald. Een staat als Californië gaat nog verder. Daar geldt sinds 2003 een grenswaarde van 12 µg/m3. Het EP houdt het bij 20 µg/m3 te halen tegen 2015.
Het is nu aan de Europese milieuministers om deze verzwakking van de voorstellen niet te nemen. Als zij onvoldoende tegengewicht bieden moet de Europese Commissie het voorstel terugtrekken.
Bart Staes
Europees Parlementslid voor Groen! Persbericht EP
* Bronnen van luchtvervuiling
Natuurlijke bronnen zijn:
Vulkanen
Stof, bijvoorbeeld bij stofstormen in droge gebieden
Gassen, zoals methaan van natuurlijke oorsprong, bijvoorbeeld uit het darmstelsel van vee.
Rook van bosbranden.
Bronnen van menselijke oorsprong zijn:
Stof en chemicaliën van de landbouw, zoals in Nederland vooral ammoniak vanuit mest en kunstmest.
Allerlei industrie, waaronder ook elektriciteitscentrales.
Het verkeer door de verbrandingsmotoren, remmen- en bandenslijtage.
Verbrandingsovens.
Dampen uit bijvoorbeeld verf.
PM10 = stofdeeltjes met een aërodynamische diameter kleiner dan 10 µm.
De aërodynamische diameter van een stofdeeltje is gelijk aan de diameter van een bolvormig deeltje dat in de omgevingslucht hetzelfde gedrag vertoont als dat stofdeeltje. (info:
Wikipedia).
Roetfilters kunnen vervuiling erger maken.
Open filters beperken de uitstoot van dieselroet,
maar produceren met nieuwe brandstoffen juist meer schadelijke roetdeeltjes.
Europarlementariërs zien het wel zitten: hoe eerder roetfilters voor dieselauto's verplicht worden gesteld, hoe beter. Dieselmotoren produceren veel roet en algemeen wordt aangenomen dat ze voor een aanzienlijk deel bijdragen aan de hinderlijke en schadelijke concentraties fijn stof. Onder aanvoering van de Nederlandse europarlementariër Dorette Corbey, wordt de Europese Commissie opgeroepen om al vanaf volgend jaar roetfilters verplicht te stellen voor dieselauto's met een cilinderinhoud van tenminste 1,9 liter.
Maar uit nieuwe experimenten van de Technische Universiteit
in Delft blijkt dat het gebruik van moderne brandstoffen in combinatie met roetfilters wel minder roetmassa geeft, maar tot een uitstoot van meer kleine roetdeeltjes leidt. En het zijn juist de kleine deeltjesfracties in uitlaatgassen die dieper in de longen komen en de meeste longschade kunnen veroorzaken.
Een mier die in een chocopot gevallen is moet ongeveer hetzelfde voelen, denk ik, als een mens die een halve dag voor zijn TV gezeten, probeert de kleverige feuilletons te verwerken.
En dan mag het nog zondag zijn, een herfststorm buiten, op tafel koekjes en bier, sigaren binnen handbereik en de zetel zo gemakkelijk dat men, na enkele uren, te lam is om op te staan, ook al zou dat echt wel eens moeten!
Mijn vrouw en ik gingen na zo’n zondag slapen.
Zelfs naar boven gaan leek al een hele karwei.
Ik ontkleedde me langzaam en stond me in de spiegel een beetje verveeld aan te gapen. Ik zag mijn handen over mijn bolle buik krabben, was dat allemaal van mij geworden?
Mijn vrouw had zich ondertussen omgetoverd van de deftige zondagse versie, in een exemplaar uit ‘Duizend en één nacht’, en verdween tussen de lakens.
Traag begon ik mijn laatste kous uit te trekken, toen mijn echtgenote een giller plaatste die vrouwen alleen maar uitstoten in levensgevaar of bij het zien van een spin.
Het was een spin.
Een kanjer van een beest, men kon ze bij wijze van spreken horen lopen! En ze bewoog zich op het plafond boven ons echtelijk bed.
“Pak ze!!’ schreeuwde mijn vrouw. “Pak ze dan toch!”
Nu is een slaapkamer, en zeker de onze, niet ingericht voor een jacht op groot wild. Ik stond dus, alhoewel tot actie bereid, toch eventjes besluiteloos. Ik kon er gewoon niet aan, het plafond was te hoog.
Een man die, zoals ik, in een moeilijke situatie verkeert en zijn vrouw in gevaar weet, is echter niet te stuiten.
Ik frommelde mijn kous tot een soort sneeuwbal, mikte en … ja hoor: RAAK!!!
Kous en spin vielen in een mooi boogje precies in bed, naast het hoofdje van mijn vrouw.
Die zette terug die giller aan, zo mogelijk nog versterkt. Zij voelde zich nu echt in doodsnood. In hetzelfde moment vloog zij het bed uit, begon mij uit te schelden voor, nou ja, ik kan hier niet alles vertellen, en tegelijkertijd lag ze in mijn armen om bescherming te zoeken. ’t Was een effect van regen en zon in dezelfde stond.
Na een tijdje realiseerden wij ons dat wij stonden te rillen en dat wij uit bed waren en de spin erin!
Voorzichtig sloeg ik de lakens open, keek onder de kussens, mijn kous vond ik maar van de spin was niets, niemendal te zien.
Uiteindelijk hebben we dan al het beddengoed eraf gehaald, opnieuw en met de meeste aandacht het bed opgemaakt, maar niks hoor! Het ondier had zich, laat ons zeggen, onzichtbaar gemaakt.
Teneinde raad en blauw van de kou, zijn we zelf ook in bed gegaan.
Toen wij zo stilaan een beetje op temperatuur kwamen hadden we nog altijd de indruk dat we niet alleen waren. Bovendien stelde ik vast dat ik mijn bedgenoot met geen vinger kon aanraken, telkens opnieuw begon ze te gillen.
En tot slot heb ik de zaak helemaal verkorven en mijn huiselijke vrede voor meerdere dagen verbroken, door te zeggen: “Vreemd toch, dat is nu de eerste keer dat wij met drie in één bed liggen!”
Om de zes maand moet de wijzer, wijzer,
voor of na, een heel uur rond.
Bij een uurwerk van oud ijzer, ijzer.
Of digitaal terzelfder stond.
Refrein: Hey, ze prutsen aan de uren, uren.
Nee, dat kan niet blijven duren! duren!
Winter, zomer en daartussen, tussen,
willen wij hetzelfde uur.
Drie, vier, vijf te doen beneden, beneden.
Boven minstens evenveel.
Het nu wordt toekomst of verleden, verleden.
De staande klok werd het teveel.
Refrein: Hey, ze prutsen ...
Huilende baby zoekt met t mondje, mondje,
s morgens vroeg naar mamas borst.
Pa en ma doen menig rondje, rondje.
Dat uur heeft heel de dag vermorst.
Refrein: Hey, ze prutsen ...
Een kras oud vrouwtje viel van t trapje, trapje,
toen ze d horloge regelen wou.
Ze brak haar heup, en das geen grapje, grapje.
Haar zomeruur bleef in de kou.
Refrein: Hey, ze prutsen ...
Biologisch hapert t klokje, klokje.
t Goed gevoel toch van een mens.
In kasteel of in een kotje, kotje.
is tijd uiteindelijk de grens.
Israëlisch bombardement bezorgt Libanon grootste milieuramp
Israëlisch bombardement bezorgt Libanon grootste milieuramp.
(Persagentschap AP).
Na een bombardement van Israël, midden juli 2006, op de
elektriciteitscentrale in Jyyeh (Zuid-Libanon) vloeide meer dan
vijftienduizend ton olie in de Middellandse Zee.
Het gaat om de grootste milieuramp in Libanon. Ruim 150 kilometer van
de Libanese en Syrische kuststrook is zwaar vervuild. De olievlek
bedreigt nu ook de Cypriotische en Turkse kusten.
De vervuiling wordt vergeleken met de ramp met de olietanker Erika voor
de Franse kust in 1999. Toen belandde dertienduizend ton olie in de
Atlantische oceaan.
Nu het staakt-het-vuren blijkt stand te houden tussen Israël en de
Hezbollah, kan eindelijk werk worden gemaakt van de opruiming.
Op initiatief van de Verenigde Naties zaten internationale
experts en ministers uit Libanon, Turkije, Cyprus en Griekenland op 17
augustus bijeen in Athene, om een dringend actieplan uit te werken.
Ze waarschuwden dat de kosten van de operatie kunnen oplopen tot vijftig miljoen euro.
De OPEC maakte bekend 156.000 euro vrij te maken voor dit actieplan.
Pogingen om de olievlek eerder op te ruimen werden tegengehouden door een blokkade van de Israëlische zeemacht.
Achim Steiner, directeur van UNEP, het milieubureau van de Verenigde
Naties zei: De situatie is bijzonder ernstig. Ik kan me niet indenken
dat het ooit eerder vier weken duurde voor men kon beginnen aan de
opruiming van een milieuramp van deze omvang.
Ezio Amato van de ICRAM, een onderzoeksinstelling van UNEP, zegt: Dit
is een immense catastrofe voor de biodiversiteit. De vervuiling heeft
de bodem van de Middellandse Zee bereikt waardoor onder meer de
tonijnpopulatie zwaar wordt bedreigd, aldus Amato.
De Libanese minister van Milieu, Jacob Sarraf, liet al voor het begin
van de internationale vergadering weten dat zijn land een klacht zal
indienen tegen Israël.
Hij zal waarschijnlijk denken dat het principe de vervuiler betaalt hier ook mag en moet gelden.
Dat vinden trouwens ook de meeste mensen waaronder in ieder geval:
(Geschreven, nog in de tijd van eerste minister Tindemans, maar spijtig genoeg actueel gebleven )
Wentel meteen het frivole uit uw gedachten, want eenieder zou toch
kunnen weten dat ik hier mik op het lekkere teefje, op het brood des
levens eigenlijk, onmisbaar in alle tijden.
Natuurlijk, het is waar, met wentelen kunt ge alle kanten uit.
Zo bestaat de mogelijkheid dat tegen de goesting van het volk - er atoomraketten wentelen boven Florennes
Kostelijker nog, president Reagan (ondertussen vervangen door Bush)
spreekt alweer buik door onze geel-blauwe (nu rood-blauwe het is heel
moeilijk om in de kleuren bij te blijven!) vingerpopjes om zijn wrede
vrede bij ons, of boven ons, tot in de sterren met raketten te
bevechten.
In deze godgeklaagde omwenteling wordt, benevens de vredesduif, ook de
democratie genekt. Terwijl de hongerige wereld, die uit is op
kroketten, enkel raketten resten, plus de zegen van de kerken en de
zever van de Tindemansen (vul de huidige dappere leiders nu zelf maar
in).
Strijden moeten we daartegen, jawel.
En daarom ook eten, sober liefst, zoals deze teefjes zijn, gewenteld
eerst in smaakvolle sappigheid en dan nog eens, bronzerend op het vuur.
Kook dus een pijpkaneel in een half litertje melk, kieper er een zakje
vanillesuiker in en laat dat afkoelen. Sla apart, vreedzaam toch in een
diep bord, een ei dooreen met een ietsepietsje zout en een peperpuntje.
Goed, verzamel nu vier sneden oud brood en laat die net zolang baden in
de melkromigheid tot ze, als stevig meisjesvlees, zacht zijn. Echte
teefjes worden het door vlug dopen, één voor één in het bord, goudgeel
door die vochtige kus van het ei.
Bak ze direct met een vleugje olie in een tefal-, of een dikke-bodempan, langs weerkanten pannenkoekbruin.
Harop, mijn dierbaren, zet u haastig, want mijn teefjes willen warm
veroverd en verorberd worden. Strooi er bruine suiker op of smeer
confituur gul en smul. Giet daar dan goeie Max Havelaar koffie
achterna.
Als nagerecht nog, alstublieft, een naïeve gedachte: zou het niet
allemachtig goed zijn voor echte vrede, om dat rakettengeld smakelijk
te gebruiken voor wentelteefjes voor iedereen?
Refrein.
t Zwak puntje is: preisoep met room.
Tomaat gevuld met garnaal.
Dan frietjes met steak, mayonaise op een kroon.
Dame blanche, feestelijk maal!
Eten en drank smaakt u zo wel.
Je groeit in een groter formaat.
Wordt dik dan de hel met een appelsienvel.
Slank af, tot het overgaat.
Kuur één smelt t vet met kilos zo weg.
Belooft men je zwart op wit.
De kuur kost veel geld, maar je buikje moet weg:
t Toilet is je vaste zit!
Kuur twee, drie en vier, zeven pillen per dag.
Zenuwen spannen een boog.
Goesting in van alles en niets dat nog mag.
Je gromt en roept te hoog!
t Zwak puntje is: .
Opgeven? Nee! Je moet op dieet.
Yoghurt en magere kaas.
Rolmops met een ei, tomatenpuree.
De wind vanachter helaas!
Een dagje van thee, op water en brood.
Dag, wortels, selder en raap.
Dan appels en peren, meloen reuzengroot.
Koop kleren in kindermaat!
t Zwak puntje is: .
Verlies wat gewicht maar niet je verstand.
Wandlen en fietsen geeft moed.
Mijd vet en te zoet, probeer iets pikant.
Daarvoor is liefde ook goed!
Goed puntje is: soep zonder room.
Tomaat gevuld met garnaal.
Geen frietjes, wel steak, mayonaise slechts n boon.
Dame blanche, een enkele maal.
Een woordje uitleg: u kan het kruiswoordraadsel als volgt invullen.
U plaatst uw cursor in een vakje. Dan ziet u net boven het
kruiswoordraadsel de opgave. Het rode vakje en de grijze vakjes geven
aan op welke plaats het gezochte woord moet komen. Het antwoord typt u
gewoon in. U kan doorheen het rooster bewegen met de pijltjestoetsen,
of met de muis. Als u alles correct hebt ingevuld, ziet u de foto
verschijnen van de politicus die wij zoeken.