De afgelopen vier dagen heb ik regelmatig gedacht aan de Willy Voets en de Jef Bidons uit het peleton. Maar ook een beetje aan Patrick Lefevere en Johan Bruyneel. Samen met Walter zijn wij immers zowat de soigneurs en ploegleiders tegelijk. Bij het begin van de rit spreken we meestal af in welk dorp we het eerste café gaan bezoeken, maar de realiteit wijst uit dat daarvoor (eerlijk gezegd tot onze spijt) eerder weinig tijd rest (alhoewel
) : we moeten de weg verkennen (remember : mannen en kaartlezen
!), om eten gaan in een of andere plaatselijke marché, assistentie verlenen bij pech, schaduwrijke rustplaatsen zoeken, drinkpullen vullen, enz. Van verveling is zeker geen sprake, zeker niet met de tonen van de plaatselijke zenders Fun en NRJ op de autoradio. Vooral bij beklimmingen, als het peleton uit elkaar valt, moeten we er ons gedacht bij houden. Een beetje de renners moed inspreken ook, door te zeggen dat het niet ver meer is en van dat soort zaken, terwijl wij soms al beter weten
De volgende keer zouden we met oortjes willen werken
Gisteren dan de apotheose met de klim van de Mont Ventoux, als de persoonlijke volger van Erik en Patrick. Naarmate de top naderde werd de afstand tussen beide helden wat groter, zodat ik wat moest schipperen van voor naar achter. Van mijn tien liter water was er op het einde van de klim niet veel meer over, zo verschroeiend heet was het. Het zweet droop de renners af en zelfs ik deelde vanuit de volgwagen in de brokken. Gelukkig was er aan Chalet Renard even tijd om in één zwelg een pintje te drinken
en dan weer op zoek naar de renners. Patrick deed het in de stijl die we van hem gewend zijn : rustig, op het zadel blijvend, soepele tred, gelijkmatig tempo, zelfs nog tijd voor een grapje aan het stuur, al moest hij vanaf het monument van Simpson uitzonderlijk ook wel op zoek naar het kleinste verzet. Erik dan weer vaak en danseuse al viel het mij op dat hij toch meer blijft zitten dan vroeger. In ieder geval had ook hij zijn krachten goed gedoseerd, want binnen de verwachte tijd zagen we hem vanop de top traag maar gestadig de bergwand opschuiven. Zelden iemand zo content gezien, geluk dat uiteraard via sms onmiddellijk met onze hoofdsponsor diende gedeeld te worden. Met al dat geluk en al die tevredenheid vloeide er s avonds uiteraard nog meerder gerstenat, maar dat valt vanzelfsprekend onder mijn beroepsgeheim, al waren er ditmaal wel enkele toevallige Lembeekse getuigen (ra ra ra). Ciao en tot binnenkort!
Filip
|