Ik ben Vera Steenput
Ik ben een vrouw en woon in Dendermonde (België) en mijn beroep is Lerares Volwassenenonderwijs.
Ik ben geboren op 12/01/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Kijk bovenaan deze blog..
Een sfeerbeeld van de uitreiking van de 14de Prudens Van Duyseprijs door de Marnixring Dendermonde Ros Beiaard aan stadsdichter Christina Guirlande ter bekroning van haar rijke loopbaan als dichter, auteur en vertaalster. Met medewerking van jeugdkoor Jeko uit Appels.
Zondag 18 september was een prachtige, zonovergoten dag. Vooral in Maldegem, waar het Belgisch kampioenschap orgeldraaien werd gehouden. Winnaar werd Johnny Claes uit Willebroek die het orgel van Björn Isebaert maximaal tot zijn recht liet komen. De tweede plaats was terecht voor Pieter Van Puyvelde die niet enkel zijn orgel maar ook zijn heldere stem en zijn charisma in de strijd gooide. Zelf eindigde ik met plezier op de derde plaats met mijn 2 orgels : de enige orgels uit het deelnemersveld die in Duitsland werden gebouwd en niet aangedreven worden door boeken maar door rolletjes. Proef de atmosfeer van die dag en geniet van de filmpjes!
Voor de publicatie van mijn gedicht "Smeekschrift" in de bundel "De Grote Geus Ontwaakt: "Vertelsels van Vrijstad Vianen" (zie het bericht van 23 augustus op deze blog) werd mij gevraagd om een zeer korte biografie te schrijven. Het werd een bio à la Frank Sinatra : "I did it my way..." Hier komt ze :
Vera Steenput ♥ zag het levenslicht in Brussel (1961) ♥ schuilnaam : dichter bij de stad ♥ minnares en doorgeefster van de Nederlandse taal ♥ orgeldraaister ♥ eigenzinnig creatief ♥ meestal gelukkig ♥www.blog.seniorennet.be/steenput/
Op 31 augustus verscheen een boek waar ik toch even wil bij stilstaan. Onderstaande tekst komt van de website van boekhandel De Standaard, de foto's komen uit Humo.
Omschrijving
De kerel staart me aan en vervolgens spreekt hij drie woorden uit, benadrukt door een punt na elk woord: "Dik. Lelijk. Wijf." Even stopt de wereld met draaien."
Veel tijdschriften staan vol met hoe je je lichaam kan perfectioneren: hoe je gewicht kan verliezen, hoe je dunner kan lijken, hoe je imperfecties kan wegwerken. Een acteur die op korte tijd veel bijkomt, krijgt een stroom aan negatieve commentaren over zich heen. Een mager meisje is meteen een anorexiapatiënt. Bodyshaming is de norm, en daar worden we ons nu pas bewust van.
Dat we daar schoon genoeg van hebben, bewees journaliste, schrijfster en fervent blogger Anke Wauters met het succes van haar blogbericht over bodyshaming en hoe dat je zelfbeeld beïnvloedt. Haar tekst ging onmiddellijk viraal en werd door meer dan een half miljoen mensen gelezen en gedeeld. In haar boek diept zij het onderwerp op een eerlijke en compromisloze manier uit.
'Dik. Lelijk. Wijf.' is een boek over de lelijke kant van schoonheidsidealen, de mythe van het magere meisje en leven in een kleine wereld. Anke schrijft bodyshaming, overgewicht, eetstoornissen en depressie van zich af. En zo verkent ze op een openhartige manier onze gedeelde angsten over uiterlijk, gewicht en schoonheid.
ISBN: 9789089316448 Publicatiedatum: 31/08/2016 Pagina's: 192 Uitgever: Borgerhoff & Lamberigts Ondertitel: over bodyshaming en zelfbeeld Gewicht: 381 gr Uitvoering: Met zachte kaft Afmetingen: 231 mm x 150 mm x 22 mm Editie: 1e editie
Op korte tijd kreeg ik goed nieuws in verband met 2 gedichten die ik schreef.
1. Mijn gedicht "Katelijne huilt" over het begijnhof van Dendermonde wordt gepubliceerd in de dichtbundel "Stadshart - gedichten overstad, streek en dorp." Ik deel deze eer met velen die deelnamen aan de stadsgedichtenwedstrijd, georganiseerd door Stichting Poëtikos in Nederland. De bundel zal worden uitgegeven door uitgeverij Kontrast. ISBN 978-94-92411-08-2 +/- 232 pagina's € 17,95
Katelijne huilt
Geroepen door God en de Heilige Geest op een bijzondere dag zocht ik een ingetogen leven van bidden en werk en toen ik het Dendermondse begijnhof zag groeide mijn devotie dubbel zo sterk
Op deze plaats wou ik leven Daar was mijn Heer nabij en voelde ik mij wijs Dus heb ik al mijn middelen gegeven voor het scheppen van mijn eigen paradijs
De fundamenten op de ruïnes van ’t convent een kelder, een washok, een keuken voor potten en kannen een bovenverdieping vanwaar ik gebeden zend en daarop een zadeldak met nieuwe pannen
Timmerman Joos die steekt de kinderbalken - als ik thuis kom van de metten kan ik hem zien Meester metser Merten staat de gevel wit te kalken en bekroont zijn werk met cijferankers 16-10
Hier bleekte ik de lakens en brouwde ik bier maakte ik werkjes van stro en las in mijn brevier warmde mijn voeten op de stoof en wijdde mij met gans mijn hart aan het geloof
400 jaar rust mijn gebeente onder een aarden mat maar de tranen van mijn ziel smaken zo zout bij ‘t zweven over mijn huis in mijn geliefde stad ik richt mijn bede aan schepenen en schout :
Draag zorg voor uw verleden en weet : gij moogt fier zijn op uw begijnhof eerste klas Besteed hier uw gelden gelijk ik het deed en toon mij weer de schone plek waar ik zo gelukkig was.
Dichter bij de stad
(Heilige Geestconvent of Achtersten convent, Begijnhof 28, 9200 Dendermonde Door een schenking van begijn Katelijne De Keyser in 1606 hersteld en opnieuw als convent gebruikt. Verbouwingswerken van 1609 tot 1612 onder leiding van meester metser Merten Marien, timmerman was Joos de Costere. Bron : Inventaris onroerend erfgoed)
2. Mijn gedicht "Smeekschrift" over edelman en politicus Hendrik van Brederode (Eedverbond der Edelen, 80-jarige oorlog) wordt gepubliceerd in de dichtbundel "De Grote Geus Ontwaakt: Vertelsels van Vrijstad Vianen", die op 28 oktober zal verschijnen bij Haes Producties. ISBN nummer nog niet bekend +/- 64 pagina's intekenprijs : € 7,5 na verschijnen : € 10,-
De jury van de Brederodeschrijfwedstrijd selecteerde "Smeekschrift" als één van de drie winnende gedichten. Ik vertoef in het goede gezelschap van de Belgische dichter, langeafstandsloper en straatmuzikant Geert Viaene met het gedicht "Papavers in de polder" en de Nederlandse vertaler, schrijver en dichter Wim Hartog met het gedicht : "Vandaag wanen we ons Brederodes".
Smeekschrift
In tijden van volksverhuizing
spreekt men beter niet OVER de hoofden
vanuit dure torens
maar gebruikt men heldere taal
voor wederzijds begrip
het liefst nog
met een glimlach op het aangezicht
want ook in verre landen
leeft het verlangen
naar zorgeloosheid
en weer kunnen schertsen
om niets
Alleen zo
kunnen we samen een liedboek maken
simpel en warm
We breken het ijs
om er niet door te zakken
en beleven het leven
in al zijn varianten
Smeekschrift
Hendrik van Brederode stond aan het hoofd van de 200 edelen die op 5 april 1566 hun veroordeling van de inquisitie aanboden aan Margaretha van Parma. Maar evengoed is mijn tekst een smeekschrift voor tolerantie aan alle zijden van onze maatschappij.
volksverhuizing
Slaat natuurlijk op migratie : zowel in deze tijden als bij de val van Antwerpen op 17 augustus 1585. Als gevolg hiervan kwam vanuit deze stad een vluchtelingenstroom richting noord (Amsterdam, Haarlem) op gang.
niet over de hoofden spreken
Als leerkracht Nederlands voor anderstaligen is duidelijke taal voor mij prioriteit. In bepaalde takken van onze maatschappij (politiek, justitie, administratie) is er nog veel werk aan de winkel op het gebied van klare taal. Ook in mijn poëzie vind ik toegankelijkheid belangrijk.
dure torens
Een vingerwijzing naar Europa (Brussel, Luxemburg en Straatsburg) maar in het geval van Hendrik van Brederode kan dit evenzeer het Brusselse paleis van Margaretha van Parma als het Escorial van Filips II in de buurt van Madrid zijn.
wederzijds
begrip
Alweer een verwijzing naar tolerantie en goede communicatie.
glimlach / schertsen
Dit is een verwijzing naar de blijspelen en kluchten van de schrijver Bredero (leefde grotendeels in dezelfde eeuw als Hendrik van Brederode) maar het kan natuurlijk ook een pleidooi zijn om de oorlogszucht te vervangen door bevrijdende humor.
liedboek
refereert naar het “Groot Liedboeck” van Bredero
simpel en warm
De queeste naar geluk van de mens door de eeuwen heen.
het ijs
Hendrik van Brederode heeft geprobeerd om het ijs van het hoogste gezag te breken om het leven leefbaarder te maken voor iedereen, ongeacht het geloof dat men aanhangt. Blijft actueel...
Maarten Inghels, stadsdichter van Antwerpen, wandelt van 28 juni tot 8 juli langs de oevers van de Schelde, beginnend bij de bron. Meer hierover kan je lezen op zijn website :
http://www.maarteninghels.be/
In dit verband stuurde ik hem een mail in naam van Zinspiratie, onze groep van poëzieliefhebbers.
Geachte heer Inghels
of mogen we dichter bij de dichter komen
- dichters onder elkaar -
en dan “Beste Maarten” zeggen?
Wat een droomproject : van bron tot monding langs de stroom.
Daarom post ik vandaag een gedicht van Monique Jacobs, lid van Zinspiratie in Dendermonde, als eerbetoon aan de vele anonieme mantelzorgers die elke dag tot het uiterste gaan voor anderen.
Canvas, 20u55, Bekendmaking van de Fintro Literatuurprijs 2016.
Wie meer wil weten over de 5 genomineerden, kan klikken op de link onder dit bericht.
Mijn persoonlijke favoriet is Connie Palmen.
Er is maar één ding dat ik jammer vind : ik had liever de oude naam van de wedstrijd behouden. "De Gouden Boekenuil" klinkt toch zoveel mooier dan het steriele "Fintro". Maar ja, ook in deze wereld is sponsoring en product placement belangrijk.
Vandaag wordt Bob Dylan 75. Wie meer wil horen, kan de hele dag terecht bij Radio 1.
Om te beseffen hoe uitgebreid zijn werk is, kan u onderstaande recensie lezen.
Bob Dylan, Liedteksten 1962-1973; 1974-2001
Imposant naslagwerk
Het imposante repertoire van ‘Baawb' heeft vorm gekregen. Nijgh & Van Ditmar brengen de liedteksten van de protestzanger immers uit in de boekhandel. De lekker dikke boeken zijn nog het best te vergelijken met de Gouden Gids, maar dan met een nóg interessantere inhoud.
Boek één (Liedteksten 1962-1973) bestaat uit 559 pagina's, boek twee (Liedteksten 1974-2001) uit 521 pagina's. Dat Dylan in zijn leven ontelbaar veel songs had geschreven, was al geweten. Dat Dylan ook stuk voor stuk meesterwerkjes schreef, blijkt uit de 1.080 pagina's. De ene tekst pakkender dan de andere, maar steeds weer de nagel op de kop. Hoewel zijn songs het best met de historische context in het achterhoofd gelezen worden, staan heel wat songs van de man ook nu nog als een huis.
Minder indrukwekkend zijn de vertalingen van Dylans teksten door Bindervoet & Henkes. Hoed af voor de poging, maar het vernederlandsen van Dylaneske woordspelingen zijn zo goed als onbegonnen werk. Het is dan ook aan te raden enkel de Nederlandse tekst te lezen als handleiding bij de sublieme teksten van Dylan zelf. Af en toe merken we zelfs schrijffouten op in de Nederlandse teksten. Zo wordt ‘The groom's still waiting at the altar' vertaald naar ‘The bruidegom wacht aan het altaar'. Zoals gezegd, chapeau voor de poging. Maar Dylans teksten blijken zo goed als onvertaalbaar naar het Nederlands.
Niettemin is dit verzameld werk een imposant stukje muziekgeschiedenis. Ideaal om op de salontafel te hebben liggen terwijl ‘Blonde on blonde' in de woonkamer weerklinkt. Bekijk wel eerst eens of je salontafel groot en sterk genoeg is vooraleer je de twee loodzware goudklompen bij de afstandsbediening plaatst.
DETAILS NON-FICTIE
Auteur:Bob Dylan
Vertaler:Erik Bindervoet, Robbert-Jan Henkes
Copyright afbeeldingen:Nijgh & Van Ditmar
Uitgever:Nijgh & Van Ditmar
Jaar:
2009
Zelf ben ik niet zo'n fan maar dat komt grotendeels door onwetendheid. Vandaag doe ik dus een poging om daar iets aan te doen.
Na een ziekenhuisopname ben ik weer thuis en in revalidatie.
Vanaf nu komen er dus regelmatig weer berichtjes.
We beginnen met een tip :
Toerist in eigen stad
Fiets- of wandelroute
Voor inwoners van Dendermonde. Ga op stap als ‘Toerist in eigen stad’ en bezoek 12 verborgen parels van tuinen! In sommige tuinen draagt een lokale auteur voor uit eigen werk, in een andere wordt muziek gebracht, maar ook beeldende kunst komt aan bod.
De tuinen worden opgedeeld in twee routes. U hebt op 22 mei de keuze uit: - een fietstocht langs 7 tuinen in de deelgemeenten (open van 11 tot 18 uur) - een wandeling langs 5 tuinen in de binnenstad (open van 14 tot 18 uur)
Om de thematochten vlot te laten verlopen, wordt er gevraagd om de opgegeven volgorde van het parcours te respecteren. In iedere tuin worden maximum 30 personen toegelaten per sessie. Voor een bezoek wordt per tuin ongeveer een half uur voorzien. Om het parcours volledig af te leggen, is het aangewezen om de fietstocht om 11 uur te starten en de wandeling ten laatste om 15 uur.
De deelname is gratis, maar inschrijven is verplicht (enkel aan de balie van Toerisme Dendermonde, Stadhuis, Grote Markt, waar u ook meteen de folder met het parcours en de beschrijving van de locaties ontvangt).
Inschrijven voor Jardins d’amis kan op zaterdag 21 mei van 10 tot 18 uur en op zondag 22 mei van 10 tot 14 uur.
Verder ook nog 2 foto's van de poëzieprijs Boontje : één van Leen Van Den Abeele en mezelf met Jo Boon, zoon van... De andere van een (z)inspirerende dame voor wie ik het volgende gedichtje schreef :
Deze voormiddag werd in Zele de schrijver Henri van Daele herdacht in aanwezigheid van familie, collega-auteurs, vrienden en sympathisanten. Ondanks het koude weer werd het een hartverwarmende samenkomst met dank aan het organiserend comité. (Hilde van Kerckhove) Er waren toespraken van schepen Guy de Roover, auteur Marita de Sterck en ondergetekende (zie verder). De Zeelse belleman en fanfare De Leerzuchtige Broeders maakten het compleet. De plechtigheid werd beëindigd door de onthulling van een gedenkplaat en een drankje en hapje achteraf.
Een geweldig initiatief, een voorbeeld en een stimulans voor andere organisatoren. Veel Vlaamse auteurs verdienen een dergelijk evenement!
Hierna volgt de tekst die ik bracht en wat sfeerfoto's.
Zele, 23 april 2016 Geachte heer van Daele… of mag ik Henri zeggen? Nee, wacht, eerst moet ik mijzelf aan u voorstellen, vanzelfsprekend. Want u hebt natuurlijk helemaal geen idee wie ik ben.
Ik ben dan ook niet geboren in Zele, maar in het verre Brussel; “ik zen nen echte keekefretter.” Maar mijn kindertijd speelde zich af aan de Brusselse westrand, mijn dorp lag nog juist in het Pajottenland, de streek van Urbanus en de stevige Belgische trekpaarden, goeie werkers gelijk ikzelf… Ik groeide op tussen de weelderige kweekbedden met asters, tulpen, narcissen, duizendschoon en nog tientallen andere snijbloemensoorten. Op lome zomerdagen, wanneer de lucht trilde van de hitte, ving ik in mijn bokalen betoverende vlinders of schraapte ik met een stok overal de letter “Z” in de aarde zoals ik Zorro dit had zien doen op de televisie. En binnen schreef ik met kleurkrijt lessen op mijn schoolbord gelijk mijn twee tante nonnekes dat deden en zuster Dora en zuster Antoinette bij wie ik voor de allereerste keer de woorden “leen, doos, wol” uit mijn pen schudde, samen met enkele inktvlekken. Nu sta ik echt voor de klas en werk ik met een “smartboard”, zodat ik geen stijve arm meer heb van het schrijven. Nee, die rechterarm gebruik ik regelmatig voor het zwengelen aan mijn twee draaiorgels, die ik mij in een koortsige opwelling van nostalgie heb aangeschaft. Ik ben er in een zotte bui helemaal voor naar de Tsjechische grens én naar Berlijn gereden. Voor de rest hou ik mij wat bezig met taal… poëzie schrijven en af en toe al eens een verhaal… Bijgevolg, mijnheer van Daele, kom ik nu op uw terrein terecht. En tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat ik tot een jaar of twee geleden nog nooit van u had gehoord, laat staan een letter van u had gelezen! Tot ik toevallig bij Pitjemoer terechtkwam. Pitjemoer? Die woonde toch in mijn dorp…Sint-Ulriks-Kapelle! Persoonlijk heb ik hem nooit gekend maar wel zijn dochter Wis van Pitjemoer en zijn zoon Jef van Pitjemoer en zijn kleindochter Germaine van Jef van Pitjemoer want die stonden samen met mijn vader op de vroegmarkt aan ’t kanaal in Brussel! Dat boekske van 100 bladzijden is verdomd goed geschreven van u! Zoveel dingen van vroeger vastgelegd voor de volgende generaties, dat was slim gezien. Vorig jaar werd ik uitgenodigd om een workshop poëzie te geven in de bibliotheek van Zele. Ja, mijnheer van Daele, een “workshop” ; tegenwoordig gebruiken ze daar allemaal Engelse woorden voor. Ik dacht bij mezelf : ik moet toch iets meer weten over die gemeente. Dat helpt altijd om de sympathie van de mensen te winnen, hé. En zo viel ik dan weer voor de Zeelse naaldkant. Ik was er zo door gecharmeerd dat ik er een gedicht over schreef. Ik zal het eens voor u lezen : Het kraagje
Zo ijverig dat ze soms vergat te slapen heeft Catharina mij geschapen nog nooit had iemand zo’n fijn stuk gezien - we schrijven zeventientien
Door het licht van d’olielamp beperkt had zij vijf jaar lang gewerkt en diep over mij gebogen vergat ze de pijn aan haar ogen
Ik kreeg gespleten ranken op een grond van stokjes en op de hoeken prijken met picots afgewerkte klokjes plus daar nog arabesken tussendoor en een sluiting middenvoor
Op elke doop en bruiloft en heel bijzondere dagen werd ik met trots door Catharina gedragen En na haar dood gaf men mij met liefde door van moeder op dochter trok ik een spoor
Maar op een dag was er geen dochter meer en legde men mij in een kijkkast neer ; met veel andere werken van kant was ik in het museum beland.
Vanuit de hemel glimlacht Catharina tevreden om ons respect voor het verleden Ik word nog steeds door menigeen bewonderd hopelijk nog een paar jaar of honderd.
Maar Pitjemoer bleef door mijn hoofd spoken. En ik kon hem er alleen maar uit krijgen door ook over hem iets te schrijven! Hier komt het : Henri V.D.
Klompenmaker , herbergier de filosoof van ’t statiekwartier met rood-wit hemd en vest in bruin velours dé man van ‘t dorp : Pitje Moer
Hij schrijdt door straten en stegen het volk staat langs velden en wegen beschreven door dichter, bekeken door boer zo loopt daar de reus Pitje Moer
Soms verpoost hij een stond Kind’ren dansen in ’t rond de fanfare doet ook haren toer maakt muziek naast de reus Pitje Moer
Doch Pit heeft zijn pijp aan een ander gegeven en ook zijn kleinzoon bleef niet in het leven Maar hand in hand gaan ze verder als leesvoer Henri en zijn opa…de reus Pitje Moer
En mag ik nu Henri zeggen? Ha ja, tussen haakjes, ik ben Vera. Aangename kennismaking.
De kunstpaus...je hield ervan of je haatte hem. Dit nieuwtje vond ik toch wel interessant toen ik het hoorde. Ik kan er jammer genoeg niet naartoe, maar u misschien wel?
Artikel geschreven door Ellen Haentjens, overgenomen van de website Bruzz. Foto's : Google
Met zijn flamboyante, charmante persoonlijkheid genoot Jan Hoet zowel binnen als buiten de kunstwereld faam. Als curator kwam hij in contact met honderden kunstenaars, waarmee hij vaak bevriend raakte. Tijdens Art Brussels is een deel van de cadeaus, brieven en herinneringen die hij van hen kreeg, voor het eerst te zien.
Jan Hoet (1936-2014) was ongetwijfeld de belangrijkste pleitbezorger voor hedendaagse kunst in ons land. Zo organiseerde hij in 1986 het baanbrekende project Chambres d’Amis, waarbij kunstenaars bij mensen thuis een werk installeerden, en zorgde hij ervoor dat het Gentse S.M.A.K. werd opgericht. Met veel van de kunstenaars die hij ontmoette, bouwde hij hechte vriendschapsrelaties op. “Het bijzondere aan deze collectie is inderdaad dat mijn vader elke kunstenaar persoonlijk goed kende. Al is het tegelijk niet echt een collectie, aangezien hij de meeste werken cadeau kreeg. Ze zijn dus eerder toevallig samengekomen. Zelf zag hij het meer als een werkinstrument. Meestal lagen de werken dan ook gewoon op de achterbank van zijn auto, en nam hij ze overal mee naartoe,” vertelt Jan Hoet Junior die met zijn ideeënbureau Iets en de organisatie van residenties in het Italiaanse Puglia ook actief is in de kunstwereld.
Tijdens Art Brussels, dat zijn tenten voor het eerst op Thurn & Taxis opslaat, zullen zo’n 500 schilderijen, brieven, foto’s en objecten uit de collectie te zien zijn. “Toen we alles uit het S.M.A.K., het museum van Herford en ons ouderlijk huis samenbrachten, zijn we eigenlijk zelf geschrokken van de omvang van de collectie. Tot dan hadden we er geen goed beeld over, het was een beetje zijn geheim”, stelt Hoet. “Daarom is nog niet alles gearchiveerd. In zijn zogenaamde ‘wunderkammer’ – een kast bij ons thuis waarin hij zijn snuisterijen en herinneringen verzamelde – zit nog heel wat materiaal. Wat daaruit vooral blijkt, is het plezier dat hij haalde uit de relatie met die kunstenaars. En dat is precies waar ook het verzamelen van kunst om zou moeten draaien.”
Geen klassieke tentoonstelling Dat Hoet over een zeer breed en internationaal netwerk beschikte, blijkt uit een blik op de lijst met kunstenaars in de collectie. “Zelf hou ik van de mooie kleine tekeningen op een stukje afvallig papier van David Hammons. Ook omdat ik weet dat mijn vader enorm naar hem opkeek, en dat ze goede vrienden waren. Een ander zeer belangrijk werk is natuurlijk Body (1990) van Luc Tuymans. Mijn vader was een van de eersten om werk van hem tentoon te stellen. Al waren het eigenlijk mijn zus en ik die zijn werk in een Antwerpse galerij zagen, en er helemaal ondersteboven van waren. Toen we dat aan onze vader vertelden, heeft hij Tuymans in zijn atelier bezocht. Want hij had zelf ook via andere kanalen horen waaien hoe talentrijk de toenmalige buitenwipper was.”
Intussen maakt Body deel uit van de collectie van het S.M.A.K. “Mijn vader was allesbehalve materialistisch ingesteld. Volgens hem hoort een meesterwerk thuis in een museum, en niet bij iemand thuis. Daarom heeft hij verschillende werken uit de collectie weggeschonken.”
Voor de expo op Art Brussels vroeg curator Katarina Gregos aan kunstenaar Richard Venlet om een scenografiete bedenken. “Venlet bedacht een ronde afgesloten ruimte, waardoor de bezoekers letterlijk eventjes in een andere wereld terechtkomen. In deze cocon worden de vijfhonderd werken gepresenteerd. Het is dus geen klassieke tentoonstelling. Maar het is ook geen klassieke collectie. En het was geen klassieke persoon,” lacht Hoet
‘Cabinet d’Amis: the accidental collection of Jan Hoet’ is te zien tijdens Art Brussels, van 22 tot 24 april, Thurn & Taxis.
Vier prijzen voor volwassenen : drie prijzen gingen naar mannen; een vrouw schoot de hoofdvogel af.
Het winnende gedicht :
Ik haal mijn moeder uit de was. Ze lijkt gekrompen maar ik zeg er niets van, we zien elkaar al zo weinig.
Met haar tong kort ze mijn meerderjarigheid in. Haar woorden strijken applicaties op de sleetplekken van mijn broek.
Dat ik voorzichtiger moet zijn nu ik niet meer buiten speel en dat het huis, ja, vooral dat het huis.
Ze heeft soep mee (het potje moet ze terug) en spijs voor het spaarvarken van mijn kind. Ook dat mag meer gespekt.
Ze gaat niet zitten, ruimt een lege tafel af. Er kleeft een verleden aan het laken. Haar handen zijn als washandjes
en ik hou mijn armen omhoog alsof ik schuld beken aan krimpende moeders.
(Jana Arns, Sint-Niklaas)
Ook "Witgoed" (tweede prijs) van Herwig Verleyen uit Brugge en "Tweespraak" (vierde prijs) van Eddy Vaernewyck uit Sint-Martens Latem konden mij erg bekoren!