Ik ben Vera Steenput
Ik ben een vrouw en woon in Dendermonde (België) en mijn beroep is Lerares Volwassenenonderwijs.
Ik ben geboren op 12/01/1961 en ben nu dus 63 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Kijk bovenaan deze blog..
Na een ziekenhuisopname ben ik weer thuis en in revalidatie.
Vanaf nu komen er dus regelmatig weer berichtjes.
We beginnen met een tip :
Toerist in eigen stad
Fiets- of wandelroute
Voor inwoners van Dendermonde. Ga op stap als ‘Toerist in eigen stad’ en bezoek 12 verborgen parels van tuinen! In sommige tuinen draagt een lokale auteur voor uit eigen werk, in een andere wordt muziek gebracht, maar ook beeldende kunst komt aan bod.
De tuinen worden opgedeeld in twee routes. U hebt op 22 mei de keuze uit: - een fietstocht langs 7 tuinen in de deelgemeenten (open van 11 tot 18 uur) - een wandeling langs 5 tuinen in de binnenstad (open van 14 tot 18 uur)
Om de thematochten vlot te laten verlopen, wordt er gevraagd om de opgegeven volgorde van het parcours te respecteren. In iedere tuin worden maximum 30 personen toegelaten per sessie. Voor een bezoek wordt per tuin ongeveer een half uur voorzien. Om het parcours volledig af te leggen, is het aangewezen om de fietstocht om 11 uur te starten en de wandeling ten laatste om 15 uur.
De deelname is gratis, maar inschrijven is verplicht (enkel aan de balie van Toerisme Dendermonde, Stadhuis, Grote Markt, waar u ook meteen de folder met het parcours en de beschrijving van de locaties ontvangt).
Inschrijven voor Jardins d’amis kan op zaterdag 21 mei van 10 tot 18 uur en op zondag 22 mei van 10 tot 14 uur.
Verder ook nog 2 foto's van de poëzieprijs Boontje : één van Leen Van Den Abeele en mezelf met Jo Boon, zoon van... De andere van een (z)inspirerende dame voor wie ik het volgende gedichtje schreef :
Deze voormiddag werd in Zele de schrijver Henri van Daele herdacht in aanwezigheid van familie, collega-auteurs, vrienden en sympathisanten. Ondanks het koude weer werd het een hartverwarmende samenkomst met dank aan het organiserend comité. (Hilde van Kerckhove) Er waren toespraken van schepen Guy de Roover, auteur Marita de Sterck en ondergetekende (zie verder). De Zeelse belleman en fanfare De Leerzuchtige Broeders maakten het compleet. De plechtigheid werd beëindigd door de onthulling van een gedenkplaat en een drankje en hapje achteraf.
Een geweldig initiatief, een voorbeeld en een stimulans voor andere organisatoren. Veel Vlaamse auteurs verdienen een dergelijk evenement!
Hierna volgt de tekst die ik bracht en wat sfeerfoto's.
Zele, 23 april 2016 Geachte heer van Daele… of mag ik Henri zeggen? Nee, wacht, eerst moet ik mijzelf aan u voorstellen, vanzelfsprekend. Want u hebt natuurlijk helemaal geen idee wie ik ben.
Ik ben dan ook niet geboren in Zele, maar in het verre Brussel; “ik zen nen echte keekefretter.” Maar mijn kindertijd speelde zich af aan de Brusselse westrand, mijn dorp lag nog juist in het Pajottenland, de streek van Urbanus en de stevige Belgische trekpaarden, goeie werkers gelijk ikzelf… Ik groeide op tussen de weelderige kweekbedden met asters, tulpen, narcissen, duizendschoon en nog tientallen andere snijbloemensoorten. Op lome zomerdagen, wanneer de lucht trilde van de hitte, ving ik in mijn bokalen betoverende vlinders of schraapte ik met een stok overal de letter “Z” in de aarde zoals ik Zorro dit had zien doen op de televisie. En binnen schreef ik met kleurkrijt lessen op mijn schoolbord gelijk mijn twee tante nonnekes dat deden en zuster Dora en zuster Antoinette bij wie ik voor de allereerste keer de woorden “leen, doos, wol” uit mijn pen schudde, samen met enkele inktvlekken. Nu sta ik echt voor de klas en werk ik met een “smartboard”, zodat ik geen stijve arm meer heb van het schrijven. Nee, die rechterarm gebruik ik regelmatig voor het zwengelen aan mijn twee draaiorgels, die ik mij in een koortsige opwelling van nostalgie heb aangeschaft. Ik ben er in een zotte bui helemaal voor naar de Tsjechische grens én naar Berlijn gereden. Voor de rest hou ik mij wat bezig met taal… poëzie schrijven en af en toe al eens een verhaal… Bijgevolg, mijnheer van Daele, kom ik nu op uw terrein terecht. En tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat ik tot een jaar of twee geleden nog nooit van u had gehoord, laat staan een letter van u had gelezen! Tot ik toevallig bij Pitjemoer terechtkwam. Pitjemoer? Die woonde toch in mijn dorp…Sint-Ulriks-Kapelle! Persoonlijk heb ik hem nooit gekend maar wel zijn dochter Wis van Pitjemoer en zijn zoon Jef van Pitjemoer en zijn kleindochter Germaine van Jef van Pitjemoer want die stonden samen met mijn vader op de vroegmarkt aan ’t kanaal in Brussel! Dat boekske van 100 bladzijden is verdomd goed geschreven van u! Zoveel dingen van vroeger vastgelegd voor de volgende generaties, dat was slim gezien. Vorig jaar werd ik uitgenodigd om een workshop poëzie te geven in de bibliotheek van Zele. Ja, mijnheer van Daele, een “workshop” ; tegenwoordig gebruiken ze daar allemaal Engelse woorden voor. Ik dacht bij mezelf : ik moet toch iets meer weten over die gemeente. Dat helpt altijd om de sympathie van de mensen te winnen, hé. En zo viel ik dan weer voor de Zeelse naaldkant. Ik was er zo door gecharmeerd dat ik er een gedicht over schreef. Ik zal het eens voor u lezen : Het kraagje
Zo ijverig dat ze soms vergat te slapen heeft Catharina mij geschapen nog nooit had iemand zo’n fijn stuk gezien - we schrijven zeventientien
Door het licht van d’olielamp beperkt had zij vijf jaar lang gewerkt en diep over mij gebogen vergat ze de pijn aan haar ogen
Ik kreeg gespleten ranken op een grond van stokjes en op de hoeken prijken met picots afgewerkte klokjes plus daar nog arabesken tussendoor en een sluiting middenvoor
Op elke doop en bruiloft en heel bijzondere dagen werd ik met trots door Catharina gedragen En na haar dood gaf men mij met liefde door van moeder op dochter trok ik een spoor
Maar op een dag was er geen dochter meer en legde men mij in een kijkkast neer ; met veel andere werken van kant was ik in het museum beland.
Vanuit de hemel glimlacht Catharina tevreden om ons respect voor het verleden Ik word nog steeds door menigeen bewonderd hopelijk nog een paar jaar of honderd.
Maar Pitjemoer bleef door mijn hoofd spoken. En ik kon hem er alleen maar uit krijgen door ook over hem iets te schrijven! Hier komt het : Henri V.D.
Klompenmaker , herbergier de filosoof van ’t statiekwartier met rood-wit hemd en vest in bruin velours dé man van ‘t dorp : Pitje Moer
Hij schrijdt door straten en stegen het volk staat langs velden en wegen beschreven door dichter, bekeken door boer zo loopt daar de reus Pitje Moer
Soms verpoost hij een stond Kind’ren dansen in ’t rond de fanfare doet ook haren toer maakt muziek naast de reus Pitje Moer
Doch Pit heeft zijn pijp aan een ander gegeven en ook zijn kleinzoon bleef niet in het leven Maar hand in hand gaan ze verder als leesvoer Henri en zijn opa…de reus Pitje Moer
En mag ik nu Henri zeggen? Ha ja, tussen haakjes, ik ben Vera. Aangename kennismaking.
De kunstpaus...je hield ervan of je haatte hem. Dit nieuwtje vond ik toch wel interessant toen ik het hoorde. Ik kan er jammer genoeg niet naartoe, maar u misschien wel?
Artikel geschreven door Ellen Haentjens, overgenomen van de website Bruzz. Foto's : Google
Met zijn flamboyante, charmante persoonlijkheid genoot Jan Hoet zowel binnen als buiten de kunstwereld faam. Als curator kwam hij in contact met honderden kunstenaars, waarmee hij vaak bevriend raakte. Tijdens Art Brussels is een deel van de cadeaus, brieven en herinneringen die hij van hen kreeg, voor het eerst te zien.
Jan Hoet (1936-2014) was ongetwijfeld de belangrijkste pleitbezorger voor hedendaagse kunst in ons land. Zo organiseerde hij in 1986 het baanbrekende project Chambres d’Amis, waarbij kunstenaars bij mensen thuis een werk installeerden, en zorgde hij ervoor dat het Gentse S.M.A.K. werd opgericht. Met veel van de kunstenaars die hij ontmoette, bouwde hij hechte vriendschapsrelaties op. “Het bijzondere aan deze collectie is inderdaad dat mijn vader elke kunstenaar persoonlijk goed kende. Al is het tegelijk niet echt een collectie, aangezien hij de meeste werken cadeau kreeg. Ze zijn dus eerder toevallig samengekomen. Zelf zag hij het meer als een werkinstrument. Meestal lagen de werken dan ook gewoon op de achterbank van zijn auto, en nam hij ze overal mee naartoe,” vertelt Jan Hoet Junior die met zijn ideeënbureau Iets en de organisatie van residenties in het Italiaanse Puglia ook actief is in de kunstwereld.
Tijdens Art Brussels, dat zijn tenten voor het eerst op Thurn & Taxis opslaat, zullen zo’n 500 schilderijen, brieven, foto’s en objecten uit de collectie te zien zijn. “Toen we alles uit het S.M.A.K., het museum van Herford en ons ouderlijk huis samenbrachten, zijn we eigenlijk zelf geschrokken van de omvang van de collectie. Tot dan hadden we er geen goed beeld over, het was een beetje zijn geheim”, stelt Hoet. “Daarom is nog niet alles gearchiveerd. In zijn zogenaamde ‘wunderkammer’ – een kast bij ons thuis waarin hij zijn snuisterijen en herinneringen verzamelde – zit nog heel wat materiaal. Wat daaruit vooral blijkt, is het plezier dat hij haalde uit de relatie met die kunstenaars. En dat is precies waar ook het verzamelen van kunst om zou moeten draaien.”
Geen klassieke tentoonstelling Dat Hoet over een zeer breed en internationaal netwerk beschikte, blijkt uit een blik op de lijst met kunstenaars in de collectie. “Zelf hou ik van de mooie kleine tekeningen op een stukje afvallig papier van David Hammons. Ook omdat ik weet dat mijn vader enorm naar hem opkeek, en dat ze goede vrienden waren. Een ander zeer belangrijk werk is natuurlijk Body (1990) van Luc Tuymans. Mijn vader was een van de eersten om werk van hem tentoon te stellen. Al waren het eigenlijk mijn zus en ik die zijn werk in een Antwerpse galerij zagen, en er helemaal ondersteboven van waren. Toen we dat aan onze vader vertelden, heeft hij Tuymans in zijn atelier bezocht. Want hij had zelf ook via andere kanalen horen waaien hoe talentrijk de toenmalige buitenwipper was.”
Intussen maakt Body deel uit van de collectie van het S.M.A.K. “Mijn vader was allesbehalve materialistisch ingesteld. Volgens hem hoort een meesterwerk thuis in een museum, en niet bij iemand thuis. Daarom heeft hij verschillende werken uit de collectie weggeschonken.”
Voor de expo op Art Brussels vroeg curator Katarina Gregos aan kunstenaar Richard Venlet om een scenografiete bedenken. “Venlet bedacht een ronde afgesloten ruimte, waardoor de bezoekers letterlijk eventjes in een andere wereld terechtkomen. In deze cocon worden de vijfhonderd werken gepresenteerd. Het is dus geen klassieke tentoonstelling. Maar het is ook geen klassieke collectie. En het was geen klassieke persoon,” lacht Hoet
‘Cabinet d’Amis: the accidental collection of Jan Hoet’ is te zien tijdens Art Brussels, van 22 tot 24 april, Thurn & Taxis.
Vier prijzen voor volwassenen : drie prijzen gingen naar mannen; een vrouw schoot de hoofdvogel af.
Het winnende gedicht :
Ik haal mijn moeder uit de was. Ze lijkt gekrompen maar ik zeg er niets van, we zien elkaar al zo weinig.
Met haar tong kort ze mijn meerderjarigheid in. Haar woorden strijken applicaties op de sleetplekken van mijn broek.
Dat ik voorzichtiger moet zijn nu ik niet meer buiten speel en dat het huis, ja, vooral dat het huis.
Ze heeft soep mee (het potje moet ze terug) en spijs voor het spaarvarken van mijn kind. Ook dat mag meer gespekt.
Ze gaat niet zitten, ruimt een lege tafel af. Er kleeft een verleden aan het laken. Haar handen zijn als washandjes
en ik hou mijn armen omhoog alsof ik schuld beken aan krimpende moeders.
(Jana Arns, Sint-Niklaas)
Ook "Witgoed" (tweede prijs) van Herwig Verleyen uit Brugge en "Tweespraak" (vierde prijs) van Eddy Vaernewyck uit Sint-Martens Latem konden mij erg bekoren!
Dit was het winnende gedicht in de categorie "jeugd" van de gedichtenwedstrijd van CC Boontje 2016 :
vast in mijn cel groeit een dagboek ik plagieer de woorden van wanden op mijn pagina's ik sluit ze op tussen de regels ik hou ze in een lettergreep in mijn bladen gegraveerd en vastgeketend
(Esther Bouton, Westouter)
Zelf vond ik de vierde prijs ook heel mooi :
Weggegomd
een gedicht met een paar snelle stijlfiguren, is natuurlijk niet gemaakt in lange uren, maar zolang de inspiratie blijft duren, kan ik er met verzinsels op los vuren
het meest originele, allerpuurste idee snel weggegomd voor een beter gewaande nummer twee want wat precies moet de auteur ermee, het impulsieve, gebrekkige eerste le premier
terwijl u de ironie zeker niet is ontgaan ontsnapt mij een berouwvolle traan want de woorden die hier hadden kunnen staan daar kan niemand ooit nog aan
Net terug van de prijsuitreiking van de 22ste poëziewedstrijd van de Culturele Centrale Boontje in het stadhuis van Sint-Niklaas.
Hier alvast wat sfeerbeelden van de winnaars en de jongedames Zenica Van der Linden en Judith Van Brackel die met hun begeleiders Dirk Pluim en Koenraad Van Der Gucht zorgden voor de muzikale omlijsting.
Poëzie, proza, muziek, accordeon, draaiorgel, kunst, handwerk, lezingen, spreekbeurten, workshops, optredens...een persoonlijke mozaïek. Gelieve de berichten met als titel "eigen werk" niet zonder mijn toestemming over te nemen. Mijn nummer : 0474 400 924
Een samengaan van visuele kunst , muziek en poëzie : een mooi initiatief van het Stedelijk Museum Zwijgershoek in Sint-Niklaas en bovendien gratis.
Activiteiten SteM Opdonder4-evenement: museumcafé met performance bij Archipelgebeuren Podium & literatuur, Theater & Dans Poëzie als onderdeel van Archipel, onder leiding van Nelly Maes. Een organisatie van de vriendenvereniging Opdonder4.
Waar Stedelijke musea Sint-Niklaas - afdeling SteM Zwijgershoek, Zwijgershoek 14, 9100 Sint-Niklaas Wanneer do 28/04/16 van 20:00 tot 22:30
Dichter(s) bij SteM
Met Daan Antheunis, Ludo Colman, Christina Guirlande, Willem Persoon, Frank Pollet en Leen Van Den Abeele.
De Opdonder4-formule: elke vierde donderdag van de maand voor iedereen, zonder afspraak, bijeenkomst in het museum SteM. Er is telkens een kort, uniek, origineel evenement met een link naar het museum. Daarna is er tijd voor een babbel en het heffen van een glas. Eventueel kunt u nog een bezoekje aan de vaste collectie van SteM brengen. Niet in december, juni, juli en augustus.
Vandaag is het Slow Art Day ! Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen gemiddeld 17 seconden naar een kunstwerk kijken. Daar wil slow art day iets aan doen. Het is de bedoeling dat je vandaag eens naar 1 kunstwerk kijkt maar dan veel langer; met aandacht voor de details, filosoferend over wat je ziet, denkend aan de kunstenaar die het werk heeft gecreëerd.
Zelf heb ik dit onlangs gedaan met een klein schilderijtje dat in het Rijksmuseum van Amsterdam hangt. Ik heb er namelijk een gedicht bij geschreven. Dan ben je wel verplicht om goed te kijken. Meer vertel ik hier nog niet over want ik heb dit gedicht ingezonden voor een poëziewedstrijd. In het najaar worden de winnaars bekend gemaakt.
Voor de lezers van mijn blog koos ik de 2 volgende werken :
Slavers throwing overboard the Dead and Dying - Typhon coming on ("The Slave Ship") van William Turner, 1840; Oil on canvas, 90.8 x 122.6 cm; Museum of Fine Arts, Boston
en
Moses / The Nucleus of Creation van Frida Kahlo, 1945 Medium Oil on masonite, Private Collection Dimensions 24 x 30 cm 61 x 75.6 cm
Gisterenavond hadden we onze maandelijkse bijeenkomst van het dichters- en schrijverscollectief "Zinspiratie" waar ik deel van mag uitmaken. Er werd gewerkt rond het thema "sprookjes" en er waren zeer gevarieerde bijdragen te horen. Ik vind het zeer boeiend om te merken hoe elk lid het opgegeven onderwerp telkens via een geheel eigen invalshoek benadert.
Als gedicht van de maand werd er geluisterd naar en geassocieerd rond "Het vak" van Remco Campert. (bron : http://www.poezie-leestafel.info )
Het Vak
Langzaam groeit in mij de ander die in niets op mij lijkt en toch alles in zich heeft van mij die hem baren moet
dan rijst het doek dat me scheidt van mijn tijd die nu gekomen is de zaal opent zich veelvuldig gespiegeld vlees en bloed
even is het alles stilte wachtend op het eerste woord dat het schouwtoneel de wereld tot leven beven doet
côté jardin: de geliefde werpt haar mantel af côté cour: de moordenaar komt aangezet
Remco Campert: in Nieuwe herinneringen. (De Bezige Bij, 2007).
Dichters : breekbare lieden, observators van het leven en de tijd maar hopelijk toch geen trendsetters. Op minder dan 10 maanden tijd maakten 3 Nederlandse dichters - allen vijftigers - een eind aan hun leven. Een overzicht. Bron : Wikipedia
1. Robert Gabor Charles (Rogi) Wieg
(Delft, 21 augustus 1962 – Amsterdam, 15 juli 2015)
was een Nederlands schrijver, dichter, beeldend kunstenaar en muzikant. Zijn ouders vluchtten in 1956 uit Hongarije. Zij vestigden zich een jaar later in Nederland. Wieg kreeg tijdens zijn jeugd een klassieke muzikale opleiding, maar koos op zestienjarige leeftijd voor de bluesmuziek en het Nederlandse chanson. Hij werkte onder meer voor Liesbeth List. Wieg was redacteur van de literaire bladen Tirade en Maatstaf. Hij was tussen 1986 en 1999 als poëziecriticus verbonden aan Het Parool. In 1999 begon Wieg met schilderen en tekenen. Als beeldend kunstenaar was hij autodidact. Samen met Mari Alföldy vertaalde Wieg poëzie uit het Hongaars. Zijn leven werd getekend door ernstige depressies. Hij werd regelmatig opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen, onderging elektroshocktherapie en deed driemaal een poging tot zelfmoord. Wieg trouwde op 29 december 2014 met beeldend kunstenares Abys Kovács, die de gedichtenbundel Khazarenbloed illustreerde. Wieg overleed op 15 juli 2015 op 52-jarige leeftijd. Hij had gekozen voor euthanasie wegens ondraaglijk psychisch en lichamelijk lijden.
I WANT TO TALK ABOUT YOU God, geef mij nog een laatste gedicht. In Uw metaforen beveel ik mijn lichaam en geest. Laat mijn dood een bloemlezing zijn van iemand en iets. God, maak van mijn pijn een bloementrompet en maak van mij een vuurzee van water. Zo zal ik niet sterven, maar ga ik alleen een beetje dood. In mijn ruggenmerg strooit U confetti en daaruit zullen vleugels groeien. Zo zal ik gezelschap voor U zijn en U vliegensvlug voorlezen uit oude boeken. Mijn God, ik zal U niet verlaten. [Amsterdam, 16 mei 2015]
2. Johannes Jacobus Willebrordus (Joost) Zwagerman (Alkmaar, 18 november 1963 – Haarlem, 8 september 2015) was een Nederlands schrijver, dichter, essayist en columnist. Zwagerman was het kind van ouders die in het onderwijs werkzaam waren. Als dertienjarige was hij al met teksten bezig en maakte hij een handgeschreven en geïllustreerd tijdschriftje, de Zwagergids. Dit stelde hij samen uit teksten en foto's die hij uit de VARAgids haalde en vervolgens naar zijn eigen ideeën bewerkte. Zwagerman ging naar de Rijksscholengemeenschap Noord-Kennemerland in Alkmaar. Na afronding daarvan ging hij naar de Pedagogische Academie. Hij studeerde ook nog Nederlandse taal- en letterkunde, maar stopte daar voortijdig mee. In zijn studententijd schreef hij al diverse artikelen. Na zijn studie volgde hij een cursus creatief schrijven bij Oek de Jong. Joost Zwagerman trouwde met een jeugdvriendin met wie hij drie kinderen kreeg. Hij woonde vanaf 1984 in Amsterdam en vanaf december 2012 in Haarlem. Zwagerman leed aan een auto-immuunziekte, de ziekte van Bechterew, en aan depressies. Opmerkelijk: in 2005 publiceerde Zwagerman Door eigen hand, een boek over zelfdoding. De schrijver was gefascineerd door het thema omdat zowel zijn vader als zijn beste vriend een zelfdodingspoging overleefden. In zijn thuisland zette hij zich ook in voor de preventie van zelfdoding. Op 8 september 2015 maakte zijn uitgeverij De Arbeiderspers bekend dat Zwagerman op 51-jarige leeftijd in zijn woonplaats Haarlem een eind aan zijn leven had gemaakt.
Dood
God die eenzaam is. Zichzelf verafschuwt. In een impuls zelfmoord pleegt. Omdat hij zijn aanstaande schepping vreest.
God, in één keer dood door eigen hand. Dat moet de oerknal zijn geweest.
3. Wim Brands (Brummen, 29 maart 1959 – Amsterdam, 4 april 2016) was een Nederlands dichter, journalist en presentator. Brands was werkzaam voor de Nederlandse omroep VPRO vanaf 1987. Hij was een van de bedenkers en presentatoren van het radioprogramma De Avonden. Hij was het bekendst als presentator van het televisieprogramma Boeken. Een programma in vergelijkbare vorm op Radio 1 was Brands met boeken, eveneens onder zijn leiding. Brands maakte zijn debuut als dichter in 1978 op 19-jarige leeftijd in het Hollands Maandblad van K.L. Poll. Zijn werk verscheen in literaire tijdschriften en hij publiceerde de dichtbundels Inslag (1985), Koningen, de gehavende (1990), Zwemmen in de nacht (1995), In de metro (1997), De schoenen van de buurman (1999), Ruimtevaart (2005), Neem me mee, zei de hond (2010) en 's Middags zwem ik in de Noordzee (2014). Op 26 januari 2012 verscheen bij Compaan Uitgevers zijn bloemlezing De vijftig beste gedichten van Wim Brands. Brands werkte als journalist voor het Leidsch Dagblad en Vrij Nederland. Vanaf september 2012 verzorgde hij, na Marcel Möring en Pieter Steinz, voor Donner in Rotterdam het boekenprogramma Brands in Donner. Op 4 april 2016 maakte Brands op 57-jarige leeftijd een einde aan zijn leven. Hij leed sinds kort aan een depressie.
In de eerste nacht nadat ik had gehoord dat hij ziek was schrok ik wakker.
Het waaide buiten. Het waait, zei jij, die nog geen oog dicht had gedaan, en je glimlachte.
Ik begreep het pas later.
Wat er ook is, het zal de natuur een zorg zijn.
Het waait, het waaide – buiten klonk de troost van de onverschilligheid. uit: ''s Middags zwem ik in de Noordzee', 2014.
Vandaag ben ik begonnen met het schrijven van een misdaadverhaal. De bedoeling is om met dit verhaal deel te nemen aan een wedstrijd. Er is geen geldprijs aan verbonden; enkel publicatie in een boek als het verhaal goed wordt bevonden.
Gisteren naar Kinepolis Brussel geweest om Opera in de Cinema te zien. Ondanks de roerige tijden zat de zaal zo goed als vol. Live vanuit de Metropolitan in New York konden in Brussel 2 zalen meegenieten van Madama Butterfly van Puccini. Regisseur Anthony Minghella koos voor een vrij traditionele produktie met als bijzonder element dat de rol van het kind werd ingevuld door een pop, bediend door 3 poppenspelers. Deze keuze verwijst naar de aloude Japanse methode van poppenspelen, bunraku genaamd. Christine Opolais nam de zware hoofdrol op verdienstelijke wijze voor haar rekening. Roberto Alagna vervulde de rol van de ontrouwe Pinkerton en Dwayne Croft speelde een overtuigende Consul. Maar voor mij was het Maria Zifchak die de kroon spande met haar overtuigende vertolking van Suzuki.
Op de foto's ziet u een babydekentje dat ik samen met mama zaliger heb gemaakt : ik haakte de granny squares en mama deed de assemblage.
Ik heb er een jonge mama blij mee gemaakt maar de foto's geven mij nog altijd een lentegevoel. Als u goed kijkt dan ziet u onder één van mijn orgels een gelijkaardige doek, eveneens een product van mezelf en mijn moeder.