Vroeger vereerde men vandaag de Heilige Bruno, dat was de stichter der Karthuizers die vroeger in ons land verschillende kloosters bezaten, onder andere te Gent, Geraardsbergen, Lier en Leuven, waaruit grote geleerden gesproten zijn. Hij wordt (werd?) door de landman aanroepen tegen de masscher van de tarwe (zwamsoort). Men las een gebed over het graan ter ere van deze heilige. Uit Limburg gaat (ging?) men te Luik "beevaren" in de kerk van Sinte Foy tegen de mazelen.
Vroeger sprak men bijvoorbeeld van "VUUR IN DEN BUIK" wat neerkwam op pijn in de onderbuik brandend als vuur. Het kon gaan om tal van aandoeningen maar meestal ging het om een blindedarmontsteking. Een ander middel dan ijs leggen was er niet, doch dit was buiten de vorstperiode slechts in een ijskelder te vinden. Tegen buikpijn werd algemeen een druppel jenever gedronken, maar zoals in veel wanhopigen gevallen liet men de ziekte aflezen met een dergelijke spreuk : Al zo waarachtig als God, de drie goddelijke personen en Jezus en Maria en Jozef naar Egypte zijn gevlucht met hunne ezel beladen met buikpijn. Alzo zeer zal door het aanroepen van de H. Drievuldigheid, alzo zeer worden deze pijnen genezen. In veel gevallen volgde na een korte periode de dood.
Vroeger vereerde men vandaag de H. Remigius, BB. Deze heilige was bisschop te Reims toen hij Clodowich en 3000 man van zijn leger doopte. Hij wordt (werd ? ) te Beersel(Antw.) gediend tegen de Kinkhoest met volgende zeer oude spreuk of gezegde :
" Soeckt in Beersel voor uw Qualen medecyn Remigius sal hier een seker hulpe syn voor die den kinkhoest quelt. "
Vroeger vereerde men op deze dag Franciscus van Assisië. Deze heilige, stichter der orde, genaamd de Minderbroeders stierf in 1226. In ons land zijn er verschillende kloosters van die orde onder verschillende namen gekend : De Conventuele die in grote kloosters of conventen leven, de Observantynen die in de eenzaamheid verblijven, uit deze rank spruiten de Capucienen die een kap droegen. Frans, François en ook Swatje zijn vandaag aan hun naamfeest toe.
Vroeger vereerde men vandaag de heilige Gerardus, hoveling van den graaf van Namen, op jacht zijnde, verliet hij het gezelschap, om in eene kapel te bidden. Hij leerde er zijn roep kennen en verliet het hof om in eenzaamheid te leven. Hij stichtte de abdij van Brogne bij Namen en hervormde talrijke kloosters in Vlaanderen. Hij werd door Graaf Arnould den Oude naar Gent geroepen om de abdijen te Gent te hervormen en verbleef er eenige tijd. Hij wordt gediend tegen het steen, waarvan hij den graaf Arnould verloste. Hij wordt (of werd) ook nog vereerd door vrouwen die zwanger waren of dit wilde worden
Vroeger ging in ons land het zaaien met allerlei gebruiken gepaard. Sommige hadden wel iets van wangeloof en superstitie, doch algemeen erkende men het vroom geloof van den landman die in de algever hoopte om de oogst te laten gedeien. In sommige streken werd het Sint Jans Evangelie gebeden bij het bereiden van het zaaigraan; men voegde er ook processiestrooisel aan toe tegen het zwart, evenals eieren op Witte donderdag of Goede vrijdag gelegd. Het zaaigraan werd gewijd op Sint Denijsdag (9 oktober) en alvorens men dan begon te zaaien, maakte ze een kruisteken en zeiden ze :
"God zijn macht, is boven den duivel zijn kracht."
Het zaaien gebeurde altijd zwijgend of biddend. Hoe hoger men het graan wierp, hoe hoger het zou worden. Dit gelde ook voor het vlas en als grondregel bij het zaaien diende dan volgende spreuk :
" Zaait de rogge dat zij stuift, zij zal dragen dat zij buigt. Zaait de tarwe dat zij plakt, zij zal dragen dat zij zwakt. "
Zaaien deed men best op een dins-, woens-, of zaterdag, nooit op een vrijdag. Men zaaide liefst op de dag waarop kerstdag viel, dan zou men geen zwart hebben. Men mocht ook nooit zaaien bij een nieuwe maan, zij moest ten minste een vrijdag gehad hebben want :
Zaait gij in 't wassen van de maan, dan zal meest het kruid inslaan. Maar wat gij in 't afnemen zaait, de kracht haar in de wortels laait.
Wanneer het land bezaaid was, dan sloeg de boer met zijn spade een kruis op de laatst bezaaide hoek.
Oktober wordt de ZAAIMAAND genoemd. Karel de Grote noemde ze Wijnmaand en de Vlamingen gaven haar de naam van Reuzel; - Aarzel, en ja zelfs Eikelmaand. Reuzel omdat deze maand met het slachten werd begonnen. Aarzel omdat deze maand aarzelt tussen twee seizoenen. In kerkelijke kringen spreekt men van de Rozenkransmaand. Best noemt men ze zaaimaand naar het werk op de akker !