Sint Bartolemeus, in de volksmond simpelweg Sint-Bartel genoemd is de sporenplanter. Hij doet rond zijn feestdag zijn ronde in de moestuinen en legt malse kroppen in de koolplanten. Niemand mag hem dan ook in zijn werk storen, hetgeen neerkomt dat men heden niet in de koolbedden mag lopen. Sint Bartolemeus bindt de spurrie in de zak en daarmee wil men zeggen dat deze plant (Spergula arvensis) volgroeid is. In het Brabantse noemt men de sloor- of koolzaadplanten welke rond deze dag gezaaid worden, de Bartolomezen . Ook gaat deze heilige met zijn vel rond, doelende op de spinnenwebben, over de braambessen, waardoor ze niet meer deugen; men zegt : Bartolomeus is er overgelopen. Sterke nachtdauw, een gewoon verschijnsel in de tweede helft van augustus, wordt als nadelig beschouwd, zo fel zelfs dat de volksmening wil dat men alsdan de vruchten niet ongewassen mag eten. In de Kempen hebben ze rond deze tijd de Bartolomezen , een soort insekt, dat o.a. de braambessen vergiftigd, meent men ten onrechte. Door het feit dat het rond deze tijd ook wel eens durft hagelen, noemt men in Vlaanderen Sint-Bartel ook wel eens de haverdesser . En wanneer er rond deze dag reeds rijm zou komen dan moet het winterkoren laat gezaaid worden. Waar een boer allemaal al niet moet op letten.
|