Gisteren vertelde ik dat de kinderen op de dag van Sint - Jan aan ieder huis gingen zingen. Overal waar ze kwamen kregen ze wat, en kregen niets, dan riepen ze : " Morgen komt de duivel in huis." Wat ze kregen staken ze in een blaas of ze legde het op een karretje dat van boven tot onder met bloemen versierd was en waarin het kleinste kindje gezeten was. In sommige streken b.v. aan de Maas, bestond het gebruik op S. Jansdag een rivierbad te nemen of ten minste het hoofd en de handen te wassen, soms ook wel de benen. Het water was dan gewijd. Ook nog een gebruik uit de tijd van toen, was de meervoudige kracht die men aan sommige planten gaf die rond deze dag in bloei stonden. Zo werd het Sint Janskruid op het dak van het huis en de stal gestoken, of men hing het aan de zoldering om van onweer bevrijd te zijn. Het was de huisvader of moeder die de tak plaatste terwijl de huisgenoten gezamelijk het S. Jans Evangelie bidden. Vroeger legde men ook bijvoet in de schoenen, dat vergemakkelijkte de gang, terwijl ijzerkruid dan weer bevrijde van breuken. Morgen vertel ik over het wangeloof op deze dag en ik kan u nu al zeggen dat dit ook weer 't een en 't ander is hoor, tot morgen dan ?
|