De plundering van de Congo en de genocide van 1890 tot 1910
Aflevering 7: Surrealisme
“In april 1885 (…) werd de koning in een rechtszaal in Groot-Brittannië genoemd als één van de cliënten van een voornaam 'huis der zonde' waartegen strafvervolging was ingesteld op aandringen van het Londense Comité voor de Beteugeling van de Continentale Handel in Engelse Meisjes” (1), zo verhaalt Adam Hochschild. Leopold betaalde voor de 'gestage levering' van “jonge vrouwen, van wie sommige tussen de tien en vijftien jaar oud waren en gegarandeerd maagden” (2) en hij werkte met zwijggeld. (3)
De voornaamste afleiding voor de huiselijke ellende van de koning was de Congo waar een paar duizend blanken twintig miljoen zwarten onder de duim hielden dankzij machinegeweren, kinine en de stoomboot. Leopolds schulden liepen op maar hij wist de kerk te winnen voor het propageren van de aankoop van Congo-obligaties die immers de christianisering ten goede kwamen en de bestrijding van de moslim-slavenhandelaars; hij kon zelfs een lening van vijfentwintig miljoen frank losweken van het Belgische parlement (- het equivalent van vijf miljard frank in 1998). (4) In zijn testament draagt hij de Congo over aan België en “zo leek zijn erflating een gulle daad in plaats van onderdeel van een financiële transactie”. (5)
Leopold begon nu ook te dromen van de Nijl. De Sudan (aan de boven-Nijl), onder gezamenlijk Engels-Egyptisch bestuur, kampte met moslimfundamentalisten die de gouverneur-generaal vermoordden. Gouverneur Emin Pasja vroeg Europa om hulp en kreeg die ook: Stanley leidde de reddingsexpeditie, gewapend met machinegeweren waarover hij zei dat het “'waardevolle diensten zou bewijzen om de beschaving te helpen het barbarisme te overwinnen.'” (6) Leopold vroeg Stanley om een voor de koning interessante route te kiezen alsook om de gouverneur met zijn provincie in te lijven binnen de Congostaat. “Op die manier zou er niet alleen een onbekende uithoek van Leopolds grondgebied voor hem worden verkend en wellicht vergroot, maar zou dit allemaal worden gedaan op kosten van anderen.” (7) Maar tijdens de tocht balanceerden Stanley's mannen op de rand van de hongerdood; hij gijzelde vrouwen en kinderen van negerstammen om van hen voedselleveringen te bekomen en wanneer ze tegenstand vreesden “gaf Stanley bevel om alle dorpen in de omgeving plat te branden”. De slachtingen werden beschreven “alsof het een jachtpartij betrof: 'Het was interessant in het oerwoud te liggen en de inboorlingen rustig bezig te zien (…) Ik opende de jacht door één vent door de borst te schieten. Hij viel als een steen neer. (…) Dadelijk regende een salvo op het dorp neer.” (8) Hochschild: “Eén lid van de expeditie pakte het afgehakte hoofd van een Afrikaan in een kist met zout en stuurde het naar Londen om te worden opgezet en geprepareerd door zijn taxidermist in Piccadilly”. (9) “Na Stanleys terugkeer in 1890 ontstond er in Engeland een controverse over het verlies van meer dan de helft van de manschappen van de expeditie en over de gruweldaden die onder zijn bevel waren gepleegd.” (10) Maar “men had geen idee dat het in vergelijking met het bloedvergieten dat nu net in Centraal-Afrika begon een onbeduidend incident was geweest.” (11) In België, het land van het surrealisme, blokt de krant De Standaard van 22 november laatstleden: “Congocommissie zoekt koortsachtig naar eervol slotakkoord”. (12)
(Wordt vervolgd)
(J.B., 30 november 2022)
Verwijzingen:
(1) Adam Hochschild, De geest van koning Leopold II en de plundering van de Congo, Meulenhoff/Kritak 1998 (in een Nederlandse vertaling door Jan Willem Bos). (Oorspronkelijk: King Leopold's Ghost. A Story of Greed, Terror and Heroism in Colonial Africa, Adam Hochschild 1998), p. 94.
(2) Ib., p. 94.
(3) Ib., p. 94.
(4) Ib., p. 100.
(5) Ib., p. 101.
(6) Ib., p. 103.
(7) Ib., p. 103.
(8) Ib., p. 105.
(9) Ib., p. 105.
(10) Ib., p. 106.
(11) Ib., p. 106.
(12) https://www.standaard.be/cnt/dmf20221122_97460252
|