De Apis mellifera of de honingbij vormt over de ganse aarde (behalve aan de koude Polen en in de onvruchtbare Sahara) sociaal georganiseerde kolonies van ('s zomers) honderdduizend entiteiten waaronder een koningin, werkbijen en darren die tijdens hun ontwikkeling ook nog eens verschillende functies kunnen vervullen zoals die van wachters en verkenners. In de wintermaanden verkeren zij in een slaapmodus en in de zomer werken zij in vrede maar ruiken zij onraad en worden zij aangevallen, dan gaan zij over van de werkmodus naar de aanvalsmodus: zij worden allemaal soldaat en gaan de vijanden te lijf met een steek van hun gifangel, ook al beëindigen ze daarmee hun eigen individuele leven.
Het op de vlucht slaan of het aangaan van een gevecht wordt een reactie genoemd maar een verandering van de modus zet uiteraard complexe mechanismen in gang en dan vooral daar waar het niet een individu maar een heel volk betreft en voor mensenvolkeren is dat niet anders.
Wij kennen velerlei modi, toestanden van ons lichaam en van onze geest, gemoedstoestanden, toestanden van systemen die onze hele fysiek omvatten maar ook het mentale, het morele en het sociale gebeuren. Er is de spelmodus waarin kinderen zich begeven en waaruit ze gewekt worden door moeder als het etenstijd is, er is de slaapmodus, er is de modus waarin verliefden elkaar brengen als zij uitzien naar een huwelijk en naar de stichting van een gezin; er is de modus van de plechtigheden, die van de ernst, de jachtmodus, de koopmodus, de alertheid, de studie, de rust en ga zo maar door maar onder de modi die een gans volk betreffen en soms de hele wereld, neemt de oorlogsmodus een heel bijzondere plaats in.
Het is niet makkelijk om een volk (laat staan de ganse wereld) in de oorlogsmodus te brengen om dezelfde reden waarom het zo moeilijk is om een zware steen aan het rollen te brengen: traagheid zorgt ervoor dat dit bemoeilijkt wordt omdat een zwaar systeem in beweging ook bijzonder lastig weer te stoppen is. Men moet geen slapende honden wakker maken want wie slapen, willen met slapen doorgaan en wie wakker zijn, kunnen de slaap niet vatten als de uitputting hen niet velt of als zij niet in slaap geholpen worden door rituelen of door eentonige muziek. Men zou het bijvoorbeeld maar moeilijk geloven maar de Goldberg-Variationen van Johann Sebastian Bach danken hun naam aan de klavecinist Johann Gottlieb Goldberg die ze op commando van een graaf speelde ter bestrijding van diens slapeloosheid. Hoe dan ook: om mensen uit hun luie zetel te krijgen is veel meer nodig dan een retorisch pleidooi dat door de band onze neocortex maar matig kan prikkelen, laat staan dat het ons zou kunnen engageren om voor vele jaren ten strijde te trekken naar een front vanwaar men vaak terugkeert in een kist.
Om mensen recht te doen veren, moet men hen op de tenen trappen, angst aanjagen, bijna op de vlucht doen slaan, opjutten met marsmuziek, gevoelens van haat aanpraten, met sociale drukmechanismen bewerken, op hun plichten wijzen, zwaaien met eer, oneer en schande, gevoelens van schaamte en van heldhaftigheid opwekken en tegen elkaar uitspelen, men moet gooien met grof geld, dreigen met honger en met het verlies van al wat hen kostbaar is, men moet hen brengen van de bezonnenheid die een leven lang werd bijgebracht met alle denkbare en ondenkbare moeiten tot de roekeloosheid van het gokken met het eigen leven. Want de oorlog vereist dat alle waarden op hun kop gaan staan: een mensenleven, altijd uiterst kostbaar - er staat immers levenslang op moord - wordt eensklaps compleet waardeloos en doodslag, dan nog met voorbedachte rade, wordt aangemoedigd, ja, verplicht: tot groot jolijt van de moordlustige criminelen wordt van vandaag op morgen het doden van de vijand een heldendaad, de heldendaad bij uitstek!
Om een volk in de oorlogsmodus te brengen, is tijd nodig, veel tijd; er is retoriek nodig vanuit de allerhoogste rangen, emoties, angsten en allerlei dreigementen. In vredestijd lijken vorsten onschuldige en zelfs overbodige burgers, vaak voorwerp van spot, maar dat zij dit niet aan hun hart laten komen, heeft een reden: het christelijke begrip van het 'droit divin' of het 'goddelijk recht' bepaalt dat zij sowieso geen verantwoording verschuldigd zijn tegenover hun onderdanen (die zij derhalve als de bemanning van hun kanonnen naar het front mogen sturen) omdat ze door God zouden zijn aangesteld om als absolute heersers te regeren, zoals bij uitstek Louis Quatorze, wiens megalomanie het volk dermate irriteerde dat het tegen hem in opstand kwam en de Franse Revolutie ontketende met de onthoofding van alleen al in Parijs veertigduizend edelen en klerikalen in één jaar tijd, zoals bekend middels de (door dokter Guillotin) ontworpen guillotine.
Vorsten werden vandaag meestal vervangen door bijzonder tijdelijke heersers, (vaak door het volk verkozen) politici, die alleen nog met (makkelijk veranderlijke) wetten deserteurs kunnen bestraffen die het intussen hebben geschopt tot gewetensbewaarden en pacifisten, zodat achtergebleven culturen een armlengte voorsprong hebben van zodra de achterlijk strijd die de oorlog is, uitbreekt, wat gepaard gaat met de totale vernietiging van het zandkasteel van alle bestaande regels.
De macht komt uit de loop van een geweer, zo drukte Mao het toentertijd uit en het staat in zijn Rode Boekje dat zijn faam ontleent aan het feit dat een massamoordenaar het samenstelde. De mobilisatie zoals tentoongesteld op het toneel in (de vierde act van) de opera “Faust” van Charles Gounod is niet langer lachwekkend totdat de geweren met kogels worden geladen. Zolang zij ongewapend zijn, blijven soldaten robots die belachelijke danspasjes maken op kinderachtige marsmuziek. Hetzelfde geldt voor de potentaten, door de band nitwits die hun tijdelijke macht te danken hebben aan samengeschooide stemmen van een onnadenkende en door hen gepaaide massa en die alleen maar gevreesd worden omdat zij met een simpele druk op een knop de wereld tot ontploffing kunnen brengen. Want in vredestijd, als de hypocrisie regeert, is hij aan het oog onttrokken maar blijft hij desalniettemin onverminderd daar: de stok achter de deur, die de oorlogsmodus in amper een oogwenk op gang kan brengen, even onverwacht als een dief in de nacht.
(J.B., 14 juni 2024)
13-06-2024
Waltzing Matilda
Waltzing Matilda
Passacaille d'Armide de J.B. Lully
Passacaille d'Armide de J.B. Lully
Jan Matejko, “The Battle of Grunwald”
Jan Matejko, “The Battle of Grunwald”
John Singer Sargent – Gassed (1919)
John Singer Sargent – Gassed (1919)
Benjamin West, Death on the pale horse (1817)
Benjamin West, Death on the pale horse (1817)
Albrecht Dürer, De vier ruiters van de Apocalyps (1498)
Albrecht Dürer, De vier ruiters van de Apocalyps (1498)
Lili Marleen
Lili Marleen
Ursula
Ursula
Die Moorsoldaten
Die Moorsoldaten
12-06-2024
Offenbach: Hoffmanns vertellingen
Offenbach: Hoffmanns vertellingen
11-06-2024
Faust soldats
Faust soldats
Kenmerken van een nieuwe dictatuur (deel 2)
Kenmerken van een nieuwe dictatuur (deel 2)
We kunnen het ons nog herinneren van de recente pandemie: van zodra de leiders gaan omroepen dat men enkel nog mag luisteren naar het officiële nieuws, zijn zij gaan vrezen voor kritische stemmen of voor het aan het licht gebracht worden van het eigen ongelijk, de oneer of de schande. Spreek- en schrijfverbod worden dan ons deel, publicatieverbod, het inperken van de bewegingsvrijheid, samenscholingsverbod, zwijgplicht of omerta en regelrechte muilkorverij. Van zodra het spreekverbod van kracht is, mag men er een eed op doen: de leugenaars zijn aan de macht, de werkelijkheid moet een stap opzij zetten, een fictie is in de plaats getreden van de realiteit.
Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel; maar vooraleer dat inhaalmaneuver zich heeft voltrokken, moet de leugen alsnog stand zien te houden en zij doet dat middels het opleggen van een geloofsbelijdenis aan haar slachtoffers - een belijdenis van zekere leugens welke opgezegd moet worden met de regelmaat van de klok, zodat ze deel gaan uitmaken van ons fysiek systeem: de leugens moeten weerklinken op de maat van onze stap en onze hartslag houdt gelijke tred daarmee zodat ze met ons eigen lijf vervlochten raken en aldus uit lijfbehoud ook mét dat lijf verdedigd worden tegen aanvallen van buitenaf.
Of tegen vermeende aanvallen van buitenaf want angst is voor de overheersers altijd al het middel bij uitstek geweest waarmee zij de massa in hun greep wisten te houden: maak iemand bang en hij gaat beven op zijn benen, hij wordt zwak en onderwerpt zich aan de bangmaker die zich zodoende voordoet als de sterkere, meestal zonder het te zijn maar zo werkt nu eenmaal de list. Voor men het wel en goed beseft, marcheert men in 't gelid op de maat van het leugenachtige liedje waarin men trouw zweert aan de vorst, trouw tot de dood, welteverstaan, want vorsten, presidenten, pausen en nog andere potentaten vechten niet, zij spelen alleen maar, maar dan met andermans leven, welteverstaan.
En de verkiezingen zijn nog maar net achter de rug, de lopende zaken dienen nog te worden afgehandeld door de gewezen machthebbers die nu luisteren naar de verzen van Tom Dula: jullie hebben gemoord, “and now you're bound to die” want na het spel komt zoals immer de duivel zijn buit binnen halen, de ziel van Faust of eender welke potentaat met wie hij een pakt sloot. “Kritik der Grundlagen des Zeitalters”1 uit 1973 van Rudolf Boehm is in feite Goethe's Faust van twee eeuwen voordien, in een hedendaags filosofisch jargon, een werk dat naarmate de tijd verstrijkt en het avondland ten onder gaat, verrijst aan de kim als een opgaande zon, zo verblindend dat zij nog het enige is dat in het gezichtsveld valt.
De verkiezingen zijn nog maar net achter de rug of de nieuwe potentaten maken al duidelijk dat de jeugd, na de studietijd, wel iets terug mag doen voor de maatschappij, en zij hebben het over burgerdienst maar zij bedoelen eigenlijk het offer van het jonge leven zelf, wat ook de eis van Jahweh was, in het tijdperk dat werd afgesloten met de aartsvader Abraham, alleen wordt dit offer niet langer gebracht aan Jahweh doch aan Mammon.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 11 juni 2024)
1Boehm, Rudolf. (1977). Kritiek der grondslagen van onze tijd, Het Wereldvenster, Baarn. (Oorspronkelijk: Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973)). Nederlandse vertaling door Willy Coolsaet met een taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier. De integrale tekst van het werk is beschikbaar op het internet op het volgende adres: https://www.marxists.org/nederlands/boehm/1977/kritiek/index.htm
Het is een bijzonder vreemd verschijnsel maar wanneer een zekere partij de verkiezingen wint, wanneer zekere politici verkozen zijn, krijgt het volk de bijna onverzettelijke overtuiging dat deze winnaars het bij het rechte eind hebben, dat ze gelijk hebben, en zowel degenen die kozen voor de overwinnaars als degenen die kozen voor de verliezende partijen voelen dit zo aan. Uiteraard is dat een vals gevoel en het verzet hiertegen groeit naarmate de verkiezingen verder in het verleden komen te liggen en de emoties gerelativeerd kunnen worden want wat eigenlijk gebeurt, is dat men zich neerlegt bij de uitslag omdat men nu eenmaal vooraf heeft afgesproken dat men de spelregels volgt van het spel dat men speelt en dat gedrag heet 'sportiviteit'.
In de opvoeding is het van het grootste belang gebleken dat aan kleuters wordt bijgebracht wat de afspraken zijn, de regels waaraan men zich dient te houden, omdat beloningen en bestraffingen afhankelijk worden gemaakt van het al dan niet volgen van het gewenste gedrag want zo kan men zich schikken in functie van het eigen profijt. Orde, voorspelbaarheid, zekerheid, betrouwbaarheid, zelfbeschikking, vrijheid: daar draait het tenslotte om en om die waarden te vrijwaren moet te allen tijde chaos worden vermeden want chaos is wanorde, onvoorspelbaarheid, onzekerheid, onbetrouwbaarheid, afhankelijkheid van derden en slavernij. De sportiviteit die vereist wordt bij de verkiezingen is niets anders dan een verschijningsvorm van de orde die garant staat voor vrijheid en geluk en wie niet akkoord gaan met de uitslag van de verkiezingen, vergissen zich omdat het niet de verkiezingsuitslag is die in twijfel kan getrokken worden maar wel het spel van de verkiezingen zelf, de afspraak die maakt dat men aanneemt dat in de verkiezingen de meerderheid het altijd bij het rechte eind heeft. Wie het niet eens zijn met de uitslag van de verkiezingen moeten de genoemde afspraak viseren en niet het verkiezingsresultaat: zij moeten dan bijvoorbeeld gaan pleiten voor een wijziging van het stemrecht of voor eender wat hun inziens tot rechtvaardiger resultaten zou kunnen leiden.
De democratie gaat al een eindje mee en levert door de band geen problemen die aanleiding kunnen geven tot het in vraag stellen ervan tot op het ogenblik dat die democratie oorzaak wordt van haar eigen ondergang, wat betekent dat zij afstevent op een dictatuur omdat dan van verkiezingen uiteraard geen sprake meer zal zijn. Alleen blijkt het geen sinecure om op het ogenblik zelf dat zij zich voordoet, een dictatoriale regeringsvorm te herkennen: dat gebeurt pas achteraf, meestal nadat in het zog van de zaak zich de drama's hebben voltrokken die aan deze staatsvorm eigen zijn.
De democratie bestaat rond de verkiezingen met het meerderheidsprincipe maar zij gaat ook samen met de openbaarheid van bestuur en met de cultuur van het open debat, wat in feite inhoudt dat zij niet lichtschuw is, dat zij de transparantie hoog in het vaandel voert, wat in principe immers de beproefde methode is voor de morele kwaliteit van haar verordeningen en beslissingen. Verwerpelijke staatsvormen daarentegen verkiezen in het geheim te bedisselen wat hun plannen zijn, zij complotteren, zweren samen, onttrekken zich aan plichten, treden grondrechten met de voeten en kunnen dat alleen maar doen omdat zij opereren in de duisternis, onttrokken aan het licht en aan het oog van principieel alle burgers. In feite probeert de democratie het voorbeeld te volgen van de wetenschappelijke methode die gekenmerkt wordt door de universaliteit: wat waar is, is dat ook altijd en voor iedereen, niemand wordt uitgesloten van de wetenschappelijke activiteit, iedereen mag kritiek leveren en waar wetenschapslui daar geen oren naar hebben, houden zij simpelweg op met wetenschappers te zijn: wat zij dan doen, is sectair, is aan het licht onttrokken, is geheimdoenerij, is schuw voor kritiek en voor critici die dan maar monddood gemaakt moeten worden en als zij niet ophouden met spreken, dood, zoals Heinrich Heine het verwoord heeft: “Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man auch am Ende Menschen"; op libricide volgt genocide.
De democratie is een bestuursvorm in de lijn van de Verlichting en van de wetenschappelijke werkwijze en zij typeert zich misschien nog het beste door ze in contrast te plaatsen met haar onwetenschappelijke opponent: de dictatuur. In de dictatuur is niet het volk aan de macht maar de dictator, de vorst, de soeverein, de keizer, de vertegenwoordiger van God op aarde, zoals bijvoorbeeld de paus zichzelf noemt, de Japanse keizer, of ook nog de wrede Spaanse dictator Francisco Franco (1892-1975): “caudillo de España por la Gracia de Dios”: “leider van Spanje bij de Gratie Gods”. Dictaturen verwijzen naar de oppergod en naar diens vermeende verordeningen in het voordeel van hun macht, zoals de Bijbel of nog andere heilige geschriften. Dictatoriale staatsvormen zijn verwant met de onwetenschappelijkheid van allerlei vormen van religie, want er zijn meer religies en die spreken elkaar allemaal tegen, terwijl er slechts één wetenschap kan bestaan en dit op grond van haar methode van universaliteit: de waarheid is universeel, zij geldt voor iedereen; principieel iedereen participeert aan een en dezelfde Rede.
En uitgerekend dit dient men in het achterhoofd te houden, wil men nu een dictatuur kunnen herkennen: onvermijdelijk schuwen dictators het licht, zij smeden hun plannen in het geheim en dus per definitie wars van alle wetenschappelijkheid, die uiteindelijk een bijzonder goede parameter blijkt voor het op het spoor komen van het onware dat hand in hand gaat met het immorele. Want met betrekking tot de verkiezingen van gisteren, 9 juni 2024, kon men in de aanloop daarvan getuige zijn van vormen van irrationaliteit die aan de duistere middeleeuwen doen denken en aan de Romeinse brandstapels waarop sterrenkundigen hun einde vonden omdat hun wetenschappelijke bevindingen niet strookten met de heilige katholieke leer. En om het bij slechts één voorbeeld te houden en het niet altijd over racisme te moeten hebben, verwijzen wij naar de uitlatingen van een woordvoerder van de populistische partij Vlaams Belang met betrekking tot de wetenschap omtrent gender die al zeventig jaar bestaat: dankzij het populisme en de tirannie van de meerderheid hebben nitwits zich het recht toegeëigend op een forum dat zij in feite benutten als een tribunaal waarop zij niet alleen de geschiedenis maar nu ook de wetenschap gaan herschrijven en waarbij zij geloven het eeuwen overspannende gedegen onderzoek van wetenschappers wereldwijd gewoon te kunnen vervangen door een meerderheidsbeslissing van een door populisten opgemaakte meute: gender, zo bazuinen zij het uit, is onzin!
Nog vooraleer extreemrechts aan de macht komt, wordt beloofd dat hun regering snel komaf zal maken met de onzin van de wetenschappen: binnen de kortste keren zullen die worden vervangen door allerlei vormen van waanzin en van (bij)geloof zoals uit de Bijbel waarin Jahweh gebiedt dat de vader van elk gezin zijn oudste zoon moet slachten om die aan Hem te offeren en aan wiens onfeilbaarheid niet kan getwijfeld worden: “Man en vrouw schiep Hij hen”. Met het zoeken van zijn toevlucht tot dergelijke vormen van waanzin en van geheimdoenerij sluit men zich dan ook openlijk aan bij het nazisme waarin de waanzin van de ariosofie en van de rassenleer tot wetenschap verheven werd, waarin de artsen werden vervangen door beulen en waarin fabrieken werden opgericht voor het in serie ombrengen van de burgers.
(Wordt vervolgd)
(J.B., 10 juni 2024)
09-06-2024
Het nationalisme en de dood
Het nationalisme en de dood
9 juni 2024
9 juni 2024
08-06-2024
Structurele immoraliteit: de combinatie stemplicht en spreekverbod
Structurele immoraliteit: de combinatie stemplicht en spreekverbod
Gebruik maken van het stemrecht, dat door politici werd omgesmeed tot een stemplicht, is instemmen met de immoraliteit dat men zijn politieke standpunten moet kunnen doen gelden zonder daarvoor aan ook maar iemand verantwoording te moeten afleggen. Echter, wanneer diezelfde politici bovendien verhinderen dat men zijn politieke standpunten doet gelden mét verantwoording - wat zij doen waar zij de vrije meningsuiting fnuiken door middels machtsmisbruik publicaties ontoegankelijk te maken waarin politieke standpunten kenbaar gemaakt worden en tevens verantwoord worden - dwingen zij de betrokkenen die wettig willen kunnen blijven handelen, tot immoraliteit. Het gaat dan nota bene om een immoraliteit die door de wet wordt afgedwongen. Waar deze politici bovendien kennelijk vinden dat zij voor die handelwijze aan niemand verantwoording verschuldigd zijn, aangezien zij zonder waarschuwing, laat staan verantwoording, hun ingreep voltrekken, zou men door het zich akkoord verklaren met de stemplicht niet alleen immoreel handelen maar uiteraard tevens flagrant in tegenspraak met de rede. Uitgerekend degenen die er niet aan denken zich te verantwoorden, maken het voor anderen wettelijk onmogelijk om verantwoordelijk te handelen.
(J.B., 8 juni 2024)
06-06-2024
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 4: Omsk Van Togenbirger en de influencers
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking'
Aflevering 4: Omsk Van Togenbirger en de influencers
– Omsk Van Togenbirger!
OVT: Ook een goeiedag.
– U hier te vinden, aan de supermarkt, ja, maar op een bank?
OVT: Etalagebenen, mijn beste, maar je kan geen half uur aan de etalage staan. En u wilt mij uithoren over de nakende verkiezingen, als ik het goed raad?
– U vergist zich niet.
OVT: U wilt weten voor welke politicus een verstandig mens moet stemmen?
– Wel, ik weet alvast voor wie ik zeker niet moet stemmen...
OVT: Stemmen door eliminatie, ja, wat kan men beter doen in een democratie... En wie schiet dan over?
– Mensen die niet op de lijst staan...
OVT: En waarom?
– Dat iemand zich aangeeft, vind ik al een veeg teken op zich...
OVT: Ik kan u geen ongelijk geven. Kent u Julien Schoenaerts?
– De acteur?
OVT: Wellicht onze grootste acteur ooit. Ik heb toentertijd iemand de verzuchting horen uiten... Schoenaerts zou zich moeten aangeven voor de verkiezingen!
– Was hij dan politiek geëngageerd?
OVT: De geniale man heeft zijn leven lang de Apologie van Socrates vertolkt, als dat geen politiek engagement is!
– Socrates? Over wie Plato schreef?
OVT: Stierf exact 2424 jaar geleden, hij werd zeventig.
– Niet zo oud...
OVT: Hij had veel ouder kunnen worden; Plato, bijvoorbeeld, werd tachtig. Socrates werd ter dood gebracht in Athene, het toonbeeld van de democratie.
– Waarom werd hij dan veroordeeld?
OVT: Drogredenen! Godslastering, het verderven van de jeugd en dergelijke onzin: uitgerekend hij werd voor een leugenaar gehouden...
– Wat betekent apologie?
OVT: Verdedigingsrede. Kent u de achtergrond?
– Eigenlijk niet...
OVT: Socrates was een waarheidszoeker, met zijn gesprekstechniek toonde hij aan dat de waarheid in onszelf zit, we moeten ze alleen leren ter wereld brengen en dat kan middels een eerlijke dialoog.
– Maar wat heeft dat met zijn veroordeling te maken?
OVT: Over Socrates zegde het orakel ooit dat hij de meest wijze man van Athene was. Hijzelf kon dat maar moeilijk geloven en hij testte het uit.
– Hoe heeft hij dat gedaan?
OVT: Hij bezocht allerlei verstandige Atheners en ging met hen in gesprek. Hij vond ze wel verstandig en goed in hun vak.
– Maar?
OVT: Inderdaad: maar! Omdat ze de besten waren in hun vak, dachten ze dat ze ook op andere gebieden de beste waren en dat kan natuurlijk niet waar zijn. Hij besloot dus dat ook die Atheners die voor de meest verstandige mensen werden gehouden, zich grondig vergisten inzake hun eigen kundigheden. Ze bleken zich er namelijk niet van bewust te zijn dat ze buiten het eigen vakgebied in feite onwetend waren.
– En Socrates was dat wel?
OVT: Neen, neen. Socrates zei: ik weet niets, zoals alle anderen, maar in tegenstelling tot die anderen weet ik tenminste dat ik niets weet en dat blijken zij niet te weten.
– Het orakel had dus gelijk.
OVT: Het orakel vergiste zich bij mijn beste weten nooit.
– Maar Socrates kon zichzelf kennelijk niet verdedigen?
OVT: Dat kon hij als geen ander maar de mensen hebben geen oren naar de waarheid: in een democratie telt de waarheid immers niet, zij wordt verkozen, er wordt ook gestemd over schuld en onschuld, de deur naar het verraad staat altijd wagenwijd open. Maar ik wilde het er alleen over hebben om er op te wijzen dat ook toen al de vooraanstaande vaklui dachten dat zij alles wisten.
– En vandaag?
OVT: Zoals vandaag, inderdaad: als er ergens iets gebeurt, spoedt men zich als een hazewind naar bekende figuren om hun mening te vragen, BV's en zo.
– Zoals ik mij telkens naar u begeef met vragen?
OVT: Dat is niet verboden!
– Maar?
OVT: Bekende figuren zijn zogenaamde influencers: zij geven hun mening te pas en ten onpas over zaken waar ze sowieso helemaal niets van af weten. Zo bijvoorbeeld werd in mijn tijd om de haverklap de mening van Brigitte Bardot gevraagd over alles en nog wat. Zij was weliswaar de mooiste vrouw op aarde en zij kon ook zingen.
– En waar wilt u naartoe?
OVT: Politiek, mijn beste! Snapt u? Wat is een politicus? Hebt u ooit gehoord over de portefeuilles die zij geacht worden te beheren? Of die zij onder elkaar verdelen? Vandaag doen zij, ik zeg zomaar iets, onderwijs en migratie... en morgen hebben ze de zorg over landsverdediging en de bejaarden, begrijpt u?
– U bedoelt dat politici alwetend zijn?
OVT: Het lijkt er op dat zij dat denken, inderdaad. Precies zoals de meest verstandige mensen van Athene. Alleen met dat verschil...
– En dat is?
OVT: Die Atheners hadden tenminste een eigen vak waarin zij uitmuntten. Aan een politicus worden in een democratie qua kundigheden helemaal géén eisen gesteld, het volstaat dat ze een meerderheid van stemmen halen, zoals een meerderheid van stemmen volstond om Socrates de gifbeker te laten ledigen.
– Hemeltje!
OVT: Zeg dat wel! Nog drie dagen te gaan en vergeet het best niet want er worden boetes uitgedeeld!
(J.B., 6 juni 2024)
05-06-2024
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking' Aflevering 3: Oorlogspropaganda
De 'proxy-war', WOIII en 'prebunking'
Aflevering 3: Oorlogspropaganda
Ter gelegenheid van de oorlog wordt er duchtig gelogen, zowel over de vijand als over de eigen positie als over de feiten. Dat zou immers noodzakelijk zijn om de inspanningen die een oorlog vergt, te kunnen opbrengen: enerzijds de economische inspanningen, nodig voor de aanschaf van wapentuig, welke zich vertalen in lagere inkomens, hogere prijzen en het slinken van de waarde van het geld maar anderzijds ook de bereidheid van de bevolking om te gaan sneuvelen aan het front want niemand zal zijn leven vergooien als daar geen absolute noodzaak tegenover staat. En die leugens hebben weliswaar een direct effect, bijvoorbeeld op de handhaving van de sociale vrede en op het rekruteren van soldaten, maar op de langere termijn wreken zij zich: door haar leugenachtigheid verliest de regering haar geloofwaardigheid. Dat was ook het geval met betrekking tot de voorbije wereldoorlogen: in de Tweede Wereldoorlog herinnerde het volk zich de leugens uit de Eerste Wereldoorlog, met het gevolg dat de bekendmaking van de genocide in de concentratiekampen niet meteen ernstig werd genomen en eveneens als oorlogspropaganda van de hand werd gedaan. Vandaag is er een sneuvelbereidheid van vijftig percent bij de Nederlandse bevolking1 maar in België zullen die cijfers nog lager liggen aangezien de regering zich in de voorbij jaren alles behalve geliefd heeft gemaakt met een cascade van allerlei politieke schandalen, gaande van plat opportunisme over corruptie en miljardenfraude tot regelrecht landverraad. Vandaar ook moet de denktank die voor de oorlogspropaganda verantwoordelijk is aan de potentiële rekruten voor het front extra prikkels toedienen. Vooreerst moet gehamerd worden op het monsterachtig karakter van de vijand die uiteraard gedemoniseerd zal worden en tegelijk moeten de goede bedoelingen van de eigen strijdkrachten - of beter: die van de aanvoerders daarvan - in de verf worden gezet. Het moet duidelijk worden gemaakt dat er geen enkel alternatief denkbaar is voor de nakende strijd, wat inhoudt dat eventuele stemmen in de richting van vredesonderhandelingen ontkracht moeten worden door er op te hameren dat de vijand hiertoe onwillig is en bovendien onbetrouwbaar: als hij zegt dat hij vrede wil, moet worden uitgelegd dat hij dat doet om onze alertheid te ondermijnen. Bestaat oorlogspropaganda ook eerst en vooral in het verhinderen dat de waarheid aan het licht komt, zoals in het actuele voorbeeld hier onder: het internet lijkt onze communicatiemogelijkheden en onze vrijheid te dienen maar als puntje bij paaltje komt, zorgt Google er wel voor dat ongewenste informatie wordt gefnuikt, zoals getoond hieronder. Voor alle duidelijkheid: de tekst “tijdelijk niet toegankelijk” werd niet door de auteur aangebracht maar door een in Google ingebouwde 'propagandamachine':
Dit boek kan hier gelezen worden met de onderstaande link. (Negeer de waarschuwingen tegen virussen en andere onzin!): (Een artikel over oorlogspropaganda d.d. 30 maart 2022 vindt men pp. 43-46).