Foto
Inhoud blog
  • verjaardagen
  • 2 juni
  • 2 juni
  • 2 jui
  • 1 juni
  • mei 31
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep tupac shakur
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 13 sep 1942 lee dorman
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 1992 anthony perkins
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 2003 johny cash
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1926 paul janssen
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • vandaag jaren terug 12 sep 1944 barry white
  • WAT WEET JE OVER VOETBAL
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 2001 new york
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1883 asta nielsen
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 lorne greene
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • vandaag jaren terug 11 sep 1987 peter tosh
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • WAT WEET JE OVER FRIET
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1989 eliabeth van beieren
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1935 paul van vliet
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1938 karl lagerfeld
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • vandaag jaren terug 10 sep 1945 jose feliciano
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • WAT WEET JE OVER EIEREN
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1901 toulouse loutrec
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1828 leo tolstoj
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 sep 1924 rik van steenbergen
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • vandaag jaren terug 09 ser 1941 otis redding
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • WAT WEET JE OVER ETEN MET STOKJES
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1946 richard strauss
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1830 frederic mistral
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • vandaag jaren terug 08 sep 1925 peters sellers
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • WAT WEET JE OVER EEN VLIEGTUIGMAALTIJD
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1979 rita hovink
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1936 buddy holly
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • vandaag jaren terug 07 sep 1930 koning boudewijn
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • WAT WEET JE OVER PLAKBAND
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1978 adolf dassier
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 1990 tom fogerty
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • WAT WEET JE OVER PLASTIC
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • WAT WEET JE OVER DE VUILBAK
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 ser 1886 geronimo
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1981 beonce
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • vandaag jaren terug 04 sep 1888 kodak
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • WAT WEET JE OVER VERKEERSBORDEN
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
  • vandaag jaren terug 03 sep 1967 zweden
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    toen

    06-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti

     

    06-09-2018 om 12:23 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 06 sep 2007 luciano pavarotti

    06 sep 2007 Luciano Pavarotti (Modena, 12 oktober 1935 – aldaar, 6 september 2007) was een van de beroemdste operazangers ter wereld en volgens velen de beste tenor van zijn generatie Pavarotti was de enige zoon van bakker Fernando Pavarotti en Adele Venturi, arbeidster in de plaatselijke tabaksfabriek. Als kind hield hij meer van voetbal dan van muziek en zijn eerste (lokale) bekendheid verwierf hij als lid van een plaatselijke voetbalclub. Zingen deed hij voor het eerst in een plaatselijk kerkkoor, samen met zijn vader, die gek was op opera en zelf geen onverdienstelijke amateurtenor was. Toen dit "Rossini Mannenkoor" de eerste prijs won in de Llangollen International Singing Competition in Wales, besloot de jonge Luciano zich volledig aan de muziek te wijden. Zijn officiële debuut volgde op 29 april 1961, toen hij Rodolfo, een van de grote klassieke tenorrollen in Puccini's La Bohème, vertolkte in het operatheater van Reggio Emilia. Na zijn aanvankelijke succes in Italië volgden engagementen in Amsterdam, Wenen, Zürich en Londen elkaar in hoog tempo op. In 1965 maakte hij in Miami zijn Amerikaanse debuut, met tegenspeelster Joan Sutherland in Donizetti's Lucia di Lammermoor – het begin van wat zou uitgroeien tot een historisch partnerschap. Zijn doorbraak bij het Amerikaanse publiek volgde zeven jaar later, op 17 februari 1972, toen hij iedereen verbaasde met zijn schijnbaar moeiteloze hoge noten in Donizetti's La fille du régiment in de Metropolitan Opera te New York. Televisieoptredens waren vanaf dat moment welhaast aan de orde van de dag. Pavarotti sleepte gedurende zijn carrière talrijke Grammy Awards in de wacht en hij grossierde in platina en gouden platen. Voor het grote publiek werd hij een échte wereldster toen zijn uitvoering van de aria 'Nessun dorma' uit Turandot van Puccini gebruikt werd als herkenningsmelodie van het wereldkampioenschap voetbal 1990. In de verdere jaren 90 werd Pavarotti bekender dankzij zijn goed bezochte openluchtconcerten. Zijn op de televisie uitgezonden concert in het Hyde Park in Londen was het eerste concert in de geschiedenis van het park met klassieke muziek en had een opkomst van bijna 150.000 mensen. In juni 1993 verzamelden meer dan 500.000 luisteraars zich voor zijn concerten op het Grote Gazon van Central Park in New York, terwijl miljoenen via de televisie meekeken. In september van datzelfde jaar zong hij bij de Eiffeltoren in Parijs voor een geschatte menigte van 300.000 mensen. Zijn beroemdste optreden is dat van De Drie Tenoren: Pavarotti samen met Plácido Domingo en José Carreras. De opnamen en video's van dit concert overtroffen in verkoopcijfers die van Michael Jackson, Elvis Presley en de Rolling Stones. Pavarotti zong voor het laatst in het openbaar toen hij op 10 februari 2006, tijdens de opening van de Olympische Winterspelen in het Italiaanse Turijn, zijn favoriete aria 'Nessun dorma' ten gehore bracht. Pavarotti's eenmalige uitstapje naar de wereld van de film, een romantische komedie met de titel Yes, Giorgio (1982), werd door de critici ronduit neergesabeld. Hij kwam daarentegen aanzienlijk beter uit de verf in Jean-Pierre Ponnelles adaptatie voor televisie van de opera Rigoletto, eveneens uit 1982, of in zijn meer dan 20 live operavoorstellingen die tussen 1978 en 1994 voor televisie werden opgenomen, de meeste ervan met de Metropolitan Opera en vrijwel allemaal beschikbaar op dvd. In juli 2006 werd bij Pavarotti alvleesklierkanker geconstateerd. Hij onderging een operatie en verdere optredens in dat jaar werden opgeschort ten behoeve van zijn herstel.[1]Tijdens de zomer van 2007 zou de zanger, op vakantie in zijn villa aan de Adriatische kust, ademhalingsproblemen hebben gekregen. Sinds zijn operatie van 2006 had hij een vijftal chemotherapiekuren ondergaan.[2] Omdat zijn toestand tegen het einde van de zomer verder verslechterde, werd hij begin augustus opnieuw in een ziekenhuis opgenomen, waar hij op 25 augustus, na een reeks van onderzoeken, weer werd ontslagen.[3] Vanaf dat moment werd hij thuis, in het Noord-Italiaanse Modena, door familie en vrienden verzorgd. Begin september 2007 werd bekend dat zijn toestand, die als "zeer ernstig" werd
    omschreven, zienderogen achteruitging.[4] Ongeveer tezelfdertijd maakte de Italiaanse regering bekend dat aan Pavarotti als eerste een speciale, nieuwe onderscheiding was toegekend voor zijn ongeëvenaarde promotie van de Italiaanse cultuur.
    Op 6 september 2007 overleed Pavarotti. Tegen de avond werd het lichaam van de zanger overgebracht naar de kathedraal van Modena, waar hij werd opgebaard om het publiek in de gelegenheid te stellen voor een laatste afscheid voorafgaand aan zijn begrafenis op zaterdagmiddag 8 september 2007. De plechtige uitvaartmis, in aanwezigheid van de Italiaanse premier Romano Prodi, werd geleid door kardinaal Tarcisio Bertone, staatssecretaris van het Vaticaan, en rechtstreeks uitgezonden door zowel de Italiaanse televisie als CNN. De blinde Italiaanse tenor Andrea Bocelli zong Mozarts Ave Verum Corpus en er werd een video vertoond van het Panis angelicus (Brood der engelen), door Pavarotti zelf, samen met zijn vader Fernando, in 1978 in dezelfde kathedraal gezongen. Pavarotti's familie had eigenlijk liever een besloten ceremonie gehad, maar door de aanwezigheid van duizenden bewonderaars, politici, beroemdheden als de tenoren Plácido Domingo en José Carreras, U2-zanger Bono, voormalig VN-secretaris-generaal Kofi Annan en talrijke televisiecamera's had het gebeuren uiteindelijk meer weg van een staatsbegrafenis. Het stuntteam Frecce Tricolorivan de Italiaanse luchtmacht schreef de groen-wit-rode Italiaanse vlag tegen de hemel bij het overvliegen van de kathedraal. De zanger werd in besloten kring begraven in de onmiddellijke nabijheid van eerder overleden familieleden, onder wie zijn ouders en zijn doodgeboren zoontje Ricardo, op een kerkhof dicht bij zijn huis in Modena. In oktober 2007 werd het operahuis in zijn stad Modena omgedoopt tot Teatro Comunale Luciano Pavarotti.
    Pavarotti heeft vier dochters achtergelaten: Lorenza (1962), Cristina (1964) en Giuliana (1967) (alle drie van zijn eerste vrouw Adua Veroni, met wie hij 34 jaar gehuwd was) en de in januari 2003 geboren Alice (van zijn tweede vrouw Nicoletta Mantovani, die 10 jaar lang zijn persoonlijke assistente was alvorens ze in 2003 met hem in het huwelijk trad). Alices tweelingbroer Ricardo overleed bij de geboorte. In april 2002 werd de maestro voor het eerst grootvader. In datzelfde jaar overleden Luciano's beide ouders: eerst zijn 86-jarige moeder Adele Venturi Pavarotti, nog geen vijf maanden daarna gevolgd door zijn 89jarige vader Fernando Pavarotti. Op 20 oktober 2007 berichtte de Italiaanse krant La Repubblica dat Pavarotti voor 18 miljoen euro aan schulden had achtergelaten. Daartegenover staan mogelijk ongeveer 20 miljoen aan royalty's.[5]





    06-09-2018 om 12:22 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders

     

    06-09-2018 om 12:20 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 06 sep 1963 geert wlders

    06 sep 1963 Geert Wilders (Venlo, 6 september 1963) is een Nederlands politicus. Hij is partijleider van de Partij voor de Vrijheid (PVV) en namens deze partij fractieleider in de Tweede Kamer. Doordat de PVV gedoogpartij was van het kabinet-Rutte I, een minderheidskabinet bestaande uit VVD en CDA, was hij in 2010 betrokken bij de totstandkoming hiervan. Wilders begon zijn politieke carrière in 1997 in de Utrechtse gemeenteraad. Een jaar later werd hij Tweede Kamerlid namens de VVD, waarvan hij in 1989 lid was geworden. Op 3 september 2004 stapte hij uit deze fractie en richtte zijn eenmansfractie op, de Groep Wilders. De voortzetting daarvan werd de PVV, waarvan Wilders tot op heden enig lid is. Na de Tweede Kamerverkiezingen van november 2006 werd hij fractievoorzitter. Wilders staat bekend als een felle criticus van de islam. Verder is hij bekend vanwege zijn uitgesproken standpunten met betrekking tot de Europese Unie, de euro, immigratie en de vrijheid van meningsuiting. Wilders is van oorsprong rooms-katholiek, maar hij liet zich uitschrijven uit de kerkelijke registers toen hij meerderjarig werd en is nu een agnost.[ Zijn vader is geboren te Maasbree, zijn moeder in Soekaboemi (toenmalig Nederlands-Indië) en haar moeder is telg van de Indisch-Nederlandse familie Meijer.[6] Hij komt uit een gezin van vier kinderen. Na de voltooiing van zijn mavo- en havo-opleiding aan het St. Thomas College in Venlo, volgde Wilders een opleiding bij de Stichting Opleiding Sociale Verzekeringen te Amsterdam. Over zijn militaire dienst verklaarde Wilders "blij te zijn" dat hij "nooit met de Duitsers één tent" had hoeven delen tijdens gezamenlijke NAVO-oefeningen met West-Duitse troepen; deze afkeer van Duitsers kwam direct voort uit de oorlogservaringen van Wilders' vader die adjunct-directeur bij Océ was.] Wilders werkte vervolgens tussen 1980 en 1982 in Israël in een mosjav en daar zag hij hoe "het land vocht voor zijn bestaansrecht"[], waar hij zich naar eigen zeggen onmiddellijk geheel thuis voelde.[] Met het in Israël verdiende geld reisde hij door de Arabische landen in de regio, waarbij hem "de grove onderdrukking door niet-democratische leiders", de angst voor hen en de haat ten aanzien van Israël bij zou blijven.[] Na zijn terugkomst in Nederland haalde hij een aantal deelcertificaten voor rechtsgeleerdheid aan de Open Universiteit. Ook werkte hij enkele jaren bij de Ziekenfondsraad en de Sociale Verzekeringsraad. In 1990 werd hij beleidsmedewerker bij de VVD. Hij behandelde de terreinen sociale zaken en sociaaleconomisch beleid en werd speechschrijver voor de Tweede Kamerfractie. Hij deed dit tot hij in augustus 1998 Tweede Kamerlid voor de VVD werd. Daarnaast zat hij van 1 oktober 1997 tot april 1998 in de Utrechtse gemeenteraad. Als Tweede Kamerlid kwam hij in de landelijke publiciteit middels het inzenden van stukken voor de opiniepagina's van de landelijke dagbladen. Deze ingezonden stukken gingen onder meer over het buitenlands beleid inzake het Midden-Oosten, Israël en Iran, maar ook over binnenlandse sociaaleconomische onderwerpen. Hij schreef deze stukken alleen of samen met onder andere VVD-Tweede Kamerleden Frans Weisglas [12] en Ayaan Hirsi Ali.[ In de stukken keerde telkens een waarschuwing terug voor een toegeeflijke houding ten aanzien van islamitisch extremisme.[]
    Bij zijn entree als parlementariër kwam Wilders in het voorjaar van 1999 in de publiciteit met plannen om de uitkeringsrechten van WAO'ers met psychische klachten in te perken, waarmee hij een reputatie van "rechtse liberaal" verwierf. Met zijn kritiek joeg hij niet alleen de oppositie tegen zich in het harnas, maar ook de paarse coalitiegenoten PvdA en D66. Inkomensafhankelijke subsidies voor langdurig werklozen, zoals de individuele huursubsidie, zouden volgens hem moeten worden verlaagd, als prikkel om de werklozen aan de slag te krijgen. Wilders hield vol dat zijn voorstellen niet "asociaal" waren, maar juist "uiterst sociaal". Met betrekking tot de hardheid van zijn formuleringen verklaarde hij "geen diplomaat, maar politicus" te zijn.
    In december 1999 toonde Wilders zich in een Kamerdebat bezorgd over moslimextremisme in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Turkije, Afghanistan, de Kaukasus en Centraal-Azië.[18] Welgestelde individuen en stichtingen in Saoedi-Arabië zouden terroristische groeperingen financieel steunen. Internationale samenwerking zou vereist zijn om dit te bestrijden. Wilders heeft overigens als VVDKamerlid van de bestrijding van de islam als zodanig niet altijd een punt gemaakt. Hij zei in een uitzending van Barend en Van Dorp van 24 september 2001 dat hijzelf en de VVD "niets tegen de islam" hadden en noemde de oproep van Pim Fortuyn tot een Koude Oorlog tegen de islam "een verwerpelijke opmerking, omdat deze daarmee alle moslims op een hoop gooit". In de uitzending, die later als YouTube-filmpje tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 weer opdook, verklaarde Wilders dat er met de islam "niets mis" is. Hij noemde de islam destijds een "te respecteren godsdienst". Gevraagd naar een reactie, zei Wilders hierover dat hij destijds "nog gebukt ging onder het juk van Van Aartsen en Dijkstal". Dijkstal bestreed echter dat Wilders door de VVD in zijn vrije meningsuiting zou zijn beperkt. Wilders legde voorts in de uitzending uit 2001 uit dat hij zich alleen richtte tegen "het kleine stukje moslimextremisme dat je in veel islamitische landen aantreft".[20]Bezorgdheid van VVD-zijde om de internationale ordening kwam in die tijd voort uit het belang van Nederland 'als middelgrote handelsnatie' bij 'een stabiele internationale omgeving'.[21] Wilders kreeg van het GPV bijval; D66 zei nog niet te zien waar het Wilders precies om ging binnen 'de totale problematiek van het MiddenOosten en het vredesproces aldaar'; ook GroenLinks ging in debat.
    Na de aanslagen op 11 september 2001 groeide de aandacht voor Wilders' standpunten ten aanzien van de islam.[22] In november 2001 stelde Wilders samen met partijgenoot Frans Weisglas dat, naast Afghanistan, ook Saoedi-Arabië, Iran en Syrië "bakermatten van intolerantie, extremisme en terrorisme" zijn, bijvoorbeeld wegens het financieren van "islamitisch-extremistische en terroristische organisaties". [23] Hij profileerde zich in deze tijd als fel gekant tegen islamitisch terrorisme, maar kreeg weinig bijval. Voor de Tweede Kamerverkiezingen van mei 2002 had de kandidatencommissie – waarvan de latere premier Mark Rutteéén van de leden was – Wilders op nummer 30 geplaatst. Zodoende was hij na de verloren verkiezingen Kamerlid af, om na januari 2003 met een eervolle veertiende plek op de kieslijst – lager dan staatssecretaris Rutte op 11 – als mentor van Rutte terug te keren. Als enig Kamerlid vroeg Wilders steeds weer aandacht voor wat hij zelf "de risico's van moslimterreur" noemde. Ook stelde hij er tijdens debatten vragen over.[ Ondanks verzet van de fracties van PvdA, GroenLinks en de SP wist Wilders een meerderheid te verwerven voor een motiewaarin de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Van Aartsen werd gevraagd een analyse te maken van het moslimextremisme, inclusief "de mogelijke gevolgen voor Europa en Nederland". Die analyse bleef daarop lang uit[25], maar uiteindelijk volgde in december 2001, twee jaar nadat de motie werd aangenomen en drie maanden na de aanslagen in de VS, alsnog de notitie Islamitisch radicalisme. Zowel Wilders als zijn partijgenoot Frans Weisglas uitten harde kritiek op wat Wilders "een teleurstellend stuk" noemde. Wilders stelde vervolgens honderd vragen, een ongebruikelijk hoog aantal voor een stuk van vijfentwintig kantjes. Wilders stelde dat Van Aartsen "in feite bleef steken en weinig visie gaf." Hij vroeg de minister of hij de regeringen van SaoediArabië, Syrië en Iran "ooit had durven aanspreken" op hun directe steun aan Hamas, de Islamitische Jihaden Hezbollah, volgens hem terroristische organisaties.[ Binnen de VVD voer Wilders steevast een uitzonderlijk conservatief-liberale koers, wat wrijving veroorzaakte met partijgenoten.[bron?] Op 26 maart 2003 stelden Wilders en Ayaan Hirsi Ali schriftelijke Kamervragen aan de regering over ronselen in Nederland voor de Jihad. De minister antwoordde op 16 april.[27] Kort voor 10 april 2003, toen de Amerikanen in de oorlog in Irak Bagdad al hadden veroverd, vroeg Wilders om een spoeddebat over moslimfundamentalisme en moslimextremisme in Nederland.[28]Tegenover de Volkskrant sprak[28] hij over het gevaar van Iran, Saoedi-Arabië en Syrië voor Europa. Een groot deel van het Westen, Nederland incluis, zou dat onderschatten. Als voorbeeld noemde hij de vermeende ontwikkeling van langeafstandsraketten door Iran. Wilders rekende Saoedi-Arabië tot de "as van het kwaad", wegens de steun van dit land aan extremistische organisaties. De radicalisering van de bevolking in Iran, Saoedi-Arabië en Syrië en elders zou volgens Wilders toenemen door de oorlog in Irak, een ontwikkeling die op haar beurt "de enorme migratiestromen van islamieten naar Europa" tot een zorgelijke kwestie zou maken.
    Op 12 april 2003 stelde Wilders met Ayaan Hirsi Ali dat de islamitische gemeenschap in Europa en in Nederland in hoog tempo radicaliseerde en terreurdaden aan het voorbereiden zou zijn in Europa en Nederland.[29] In juli 2003 wekte hij bij sommigen de indruk een tweeledige missie te hebben: enerzijds het moslimfundamentalisme bestrijden, anderzijds voorkomen dat links aan de macht kwam. In een gesprek met de Volkskrant in november 2003 zei Wilders dat de VVD een "ruk naar rechts" zou moeten maken. Ook hekelde hij de vakbonden en het "laffe" standpunt van het kabinet inzake de Irakcrisis (wel politieke, geen militaire steun). De aanwezigheid van moslims in Nederland noemde hij een "multicultureel drama". Wilders werd in juni 2004 gepasseerd voor de functie van staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.[32] In juli 2004 publiceerden Wilders en zijn VVD-fractiegenoot Gert-Jan Oplaat een op persoonlijke titel opgesteld manifest met tien stellingen "bedoeld voor de interne discussie binnen de VVD". Ze wilden de partij een rechtsere koers laten varen en haar het behoudendegezicht teruggeven. Ze stelden onder meer dat radicale moslims Nederland moeten worden uitgezet. Verder pleitten zij voor het principe van three strikes and you're out, waarbij wetsovertreders na drie misdrijven levenslang zouden moeten krijgen, zouden de uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking moeten worden gehalveerd, moest de maximumsnelheid op de Nederlandse wegen omhoog en zou de VVD op geen enkele wijze medewerking moeten verlenen aan de vorming van een derde paars kabinet in de toekomst. Ook stelden zij dat Turkije nooit lid zou mogen worden van de Europese Unie. Ze namen met hun stellingen ook afstand van het pleidooi van de sociaal-liberale staatssecretarissen Rutte en Schultz van Haegen om van de VVD juist een sociaalliberale partij te maken. Eind augustus 2004 kwam het tot een confrontatie als gevolg van twee gebeurtenissen. Ten eerste, door het manifest dat Wilders met Oplaat publiceerde en, ten tweede, door Wilders' daadwerkelijke weigering in te stemmen met de officiële mening van zijn fractie dat Turkije, wanneer dit land aan bepaalde voorwaarden voldoet, ooit EU-lid zou kunnen worden. Wilders wilde Turkije op basis van culturele verschillen uitsluiten van de EU en weigerde zich te onderwerpen aan de fractiediscipline. Dit was een principieel punt, want de VVD deelde haar mening met een ruime Kamermeerderheid, en Wilders' tegenstem zou de besluitvorming niet beïnvloeden. Fractievoorzitter Van Aartsen dreigde Wilders uit de fractie te zetten: Wilders moest zich in zijn publieke optredens matigen of anders zijn Kamerlidmaatschap opgeven. Enkele weken voor het reces had hij een interview aan het weekblad HP/ De Tijd gegeven waarin hij aankondigde hoofddoekjes "rauw te lusten". Wilders reageerde fel op het ultimatum en eiste een gesprek met Van Aartsen, maar de fractieleider wees op het aangekondigde jaarlijks evaluatieweekeinde van de fractie. Van Aartsen ontkende als zou de VVD Wilders pootje willen lichten. Mocht Wilders uit de fractie stappen, dan zou Oplaat hem niet volgen, zo liet deze weten Op 2 september 2004 werd de breuk tussen Wilders en de rest van de VVD-fractie een feit,[44] na de gerezen verwikkeling die ook leidde tot allerlei speculaties over de kracht van de partij,[45] terwijl ook geopperd werd dat hij meer had kunnen bereiken indien hij lid van de fractie en de partij was gebleven. Wilders' positie was onhoudbaar geworden. Hij besloot verder te gaan als eenmansfractie en koos daarvoor de naam Groep Wilders. Dit besluit viel niet goed bij de VVD. Omdat Wilders bij de verkiezingen onvoldoende voorkeurstemmen had verkregen om direct te zijn verkozen, vond een deel van de VVD dat hij zijn zetel moest afstaan aan de partij. Toen hij dat weigerde werd hij beschuldigd van "zetelroof". Binnen de partij was er echter ook kritiek op de wijze waarop de wrijving tot een breuk had geleid met dit Kamerlid wiens standpunten duidelijk de rechtsere achterban sterk aanspraken. Oud-minister Nijpels stelde dat Wilders met zijn standpunten "een extreem-rechtse partij, zoals Janmaat heeft gehad" wilde oprichten.[ Zelf zei Wilders een nieuwe partij of beweging te willen oprichten, maar daarbij niet de fouten van de LPF te willen herhalen.[ ] In opiniepeilingen bleek de eenmansfractie met deze aangekondigde maar nog niet bestaande partij bij eventuele verkiezingen op meerdere Kamerzetels te kunnen rekenen: daags nadat Maurice de Hond vier zetels voorspelde, berichtte NIPO dat het er zelfs negen zouden kunnen worden.[57] Bijna twee weken later kon hij rekenen op twaalf zetels indien hij zou meedoen aan verkiezingen, zo bleek uit een peiling van Maurice de Hond.[58] Aanvankelijk werd verondersteld dat de Groep Wilders een eenmansfractie zou blijven.[ Wilders richtte zich tot het publiek middels een ingezonden stuk in de Volkskrant. Daarin gaf hij zijn uitgesproken mening over de politieke toestand in Nederland en stelde dat er ruimte zou zijn voor een
    nieuwe politieke partij, die zou kunnen worden aangevoerd door Wilders zelf, Joost Eerdmans (toen LPF), Marco Pastors (Leefbaar Rotterdam) en Bart Jan Spruyt van de Edmund Burke Stichting.[62]
    Wilders ontwikkelde snel het idee verder uit van een eigen partij of "beweging", waarvan de door hem bezet gehouden zetel in de Tweede Kamer het begin zou moeten zijn.[63]Zijn fractiemedewerker werd Martin Bosma. Hij kondigde aan campagne te zullen voeren tegen de Europese Grondwet en een EU-lidmaatschap voor Turkije.[ Om aan zijn streven uitdrukking te geven, liet Wilders zijn eenmansfractie vanaf 13 september 2004 naar buiten treden als "Groep Wilders - Partij voor de Vrijheid". Officieel bleef de fractie in het parlement Groep Wilders heten, omdat de Kamerreglementen een naamswijziging niet toestaan. Al snel werd hij binnen de VVD herkend als een "concurrent" die bij volgende verkiezingen het rechtsere electoraat sterk zou aanspreken en stemmen bij de VVD zou weglokken, wat leidde tot discussies over hoe de VVD zich dan zou kunnen profileren. Wilders oogstte veel steunbetuigingen met het door hem geuite voornemen een eigen partij te beginnen. Inmiddels was in het Nederlandse politieke klimaat de discussie over de islam opgelaaid, met name na de moord op Theo van Gogh. Zelf benadrukte Wilders dat het hem niet alleen om de islam ging, maar ook om "de Haagse cultuur".[67] Toch domineerden zijn standpunten over de islam de commentaren. Wilders werd in oktober 2004 met onthoofding bedreigd in een islamitische video, die werd verspreid via een jihadistische site op het internet. Op de video werd Wilders, onder begeleiding van Arabische muziek, een "afgod" genoemd die wegens "spotten met islam" door onthoofding ter dood moest worden gebracht. "Beloning voor deze opoffering is het paradijs", zo meldde de video, waarop ook Ayaan Hirsi Ali werd afgebeeld.[77] In verband met de vele bedreigingen die ook reeds eerder tegen hem waren geuit in verband met zijn uitspraken over de islam[78] werd Wilders vanaf 14 oktober 2004 beveiligd, naar aanleiding van de internetvideo. Hij vond dat hij zijn werk als parlementariër niet meer kon doen en ook dat hij gehinderd werd in zijn streven de door hem beoogde partij gestalte te geven. Hij werd ondergebracht op een "geheime extra beveiligde locatie", waarover later werd gepubliceerd dat het Kamp Zeist zou zijn geweest. De bedreigingen weerhielden Wilders er niet van zijn standpunten verder uit te dragen. Er kon volgens De Volkskrant een verharding in zijn standpunten worden opgemerkt.[87]Later in oktober 2004 publiceerde hij samen met Spruyt een stuk in Het Parool waarin zij betoogden dat de islam een bedreiging zou vormen voor de Nederlandse rechtsstaat. Nadat Wilders eerder had verklaard alleen "de excessen" van de islam te willen bestrijden, stelde hij nu de gehele religie ter discussie.[ ] Kort hierna werd Theo van Gogh vermoord. Wilders reageerde met de mededeling zich daardoor niet te laten afschrikken. Hoewel hij eerder had aangekondigd te willen wachten tot de volgende Tweede Kamerverkiezingen, liet Wilders in het tv-programma Nova weten dat hij reeds met Bart Jan Spruyt van de conservatieve Edmund Burke Stichting had gesproken over de oprichting van een "liberaalconservatieve partij".[ ] Niet alle conservatieven bleken even gecharmeerd van de gedachte met Wilders in zee te gaan.[93] Enkele CDA-prominenten verlieten hierop deze stichting. Zowel Wilders als Spruyt ontkenden stellig gezamenlijk een politieke partij te willen oprichten.[Spruyt trad wel op als adviseur van Wilders.[97] De niet door iedereen even gewenste associatie met Wilders bleef de stichting nog lang bezighouden.[ Kort daarna werd in het Haagse Laakkwartier een terroristische cel opgerold. Jason W. en Ismail A. waren volgens bronnen bij justitie van plan Hirsi Ali en Wilders te vermoorden. De Dienst Nationale Recherche besloot de twee op te pakken nadat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) de tip had doorgespeeld wat de twee van plan waren. Meerdere fundamentalistische moslimjongeren zouden volgens de AIVD voorbereidingen hebben getroffen voor aanslagen op politici, waarbij vooral Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders doelwit zouden moeten worden.[100] Dezelfde maand nog richtte Wilders de Stichting Groep Wilders op en begon hij met een inzameling voor die nog op te richten partij, waarover hij beloofde in 2005 meer bekend te zullen maken. Eind november 2004 stond Wilders in de peilingen voor de Tweede Kamer op een zeteltal van circa dertien, wat vooral ten koste ging van de VVD die op dat moment slechts op zo'n 22 zetels uitkwam. In
    december 2004 liet Wilders weten zich niet veilig te voelen in de Tweede Kamer. Zijn zetel, op de laatste rij recht onder de balustrade van de publieke tribune, achtte hij te gemakkelijk bereikbaar voor kwaadwillenden. In de Kamer werd het aanbrengen van kogelvrij glas tussen de publieke tribune en de vergaderzaal geopperd, om zo de veiligheid van parlementariërs te garanderen.] Hij kreeg hierop een andere plek toegewezen, verder naar voren.[
    In maart 2005 maakte Wilders in een "onafhankelijkheidsverklaring" van 19 pagina's bekend wat zoal de programmapunten van zijn partij zouden zijn bij volgende verkiezingen. Daarbij somde hij een reeks rechtse standpunten op, waaromtrent hij zelf stelde dat ze niet nationalistisch waren, maar "patriottisch".[111] In de commentaren werd vooral gewezen op de overeenkomsten met de standpunten van Pim Fortuyn en de LPF.[112] [113] Met zijn programma wilde Wilders aantonen dat de partij die hij bezig was op te richten, "geen anti-islampartij" zou zijn. Hij had het stuk in de ik-vorm geschreven en het gegoten in de vorm van een onafhankelijkheidsverklaring, die hij vergeleek met de Acte van verlating uit 1581. Wilders verklaarde zich "onafhankelijk van de elite". Het land zou opnieuw worden geregeerd door een politieke elite van "incompetente" en "laffe en bange mensen" die het land zouden hebben "geschaakt" en die "onvoldoende opkomt voor het behoud van onze democratische rechtsstaat, onze veiligheid, onze welvaart en onze onafhankelijkheid".[ In de opiniepeilingen bleef Wilders' nog niet bestaande partij stijgen. Jan Nagel (oprichter van Leefbaar Nederland) adviseerde Wilders hierop om een "heel streng selectiebeleid" te voeren bij het vormen van een kandidatenlijst. Peter Langendam (voormalig LPF-voorzitter) vreesde dat weinig Nederlanders bereid zouden zijn om zich aan te sluiten bij een politicus die zwaar beveiligd wordt.[115] Eind maart 2005 begon Wilders middels een dagbladadvertentie met de werving van kandidaten voor de volgende verkiezingen[116] en in april 2005 publiceerde hij zijn boek Kies voor vrijheid. Hoewel het boek was uitgevoerd in geel en blauw, de kleuren van de LPF, schreef hij dat hij wilde voorkomen een 'LPF 2' te worden.[117] Later zou hij dan ook niet ingaan op hints door een overstap naar de LPF deze zieltogende partij nieuw leven in te blazen.[118] In mei 2005 begon Wilders met zijn eigen politieke campagne gericht tegen de Europese Grondwet.[
    In februari 2006 publiceerde Wilders cartoons over de islamitische profeet Mohammed uit de Deense krant Jyllands-Posten op zijn website, nadat deze opschudding hadden veroorzaakt onder moslims in verschillende landen. Dit leverde hem bedreigingen op. De belagers bedreigden volgens de berichten niet alleen Wilders zelf, maar ook "zijn naasten". Zeker twee van zijn bedreigers bleken op de hoogte te zijn van een voormalig woonadres van hem. De haatpost zou zelfs uit Marokko komen, volgens de krant het AD, dat mails had ingezien. De meeste dreigmails leken afkomstig van moslims die zich door hem beledigd voelden. Ook enkele "autochtonen" zouden hem doodsbedreigingen hebben gezonden. Wilders plaatste naar eigen zeggen de cartoons om "op te komen voor de vrijheid van meningsuiting en de Denen een hart onder de riem te steken" in de cartoonaffaire. Later die maand maakte Wilders bekend dat de Groep Wilders de naam voor een overgangsperiode zal veranderen in Groep Wilders/Partij voor de Vrijheid en uiteindelijk, na de Tweede Kamerverkiezingen van 2006, enkel nog Partij voor de Vrijheid zou gaan heten.[126] In maart 2006 werd het verkiezingsprogramma bekendgemaakt, getiteld Klare wijn. Onder de nieuwe naam Partij voor de Vrijheid nam de partij van Wilders deel aan de Tweede Kamerverkiezingen 2006. Bij de Provinciale Statenverkiezingenvan maart 2007 deed Wilders' partij nog niet mee. Begin 2007 diende Wilders een motie van wantrouwen in tegen de staatssecretarissen Nebahat Albayrak en Ahmed Aboutaleb vanwege hun dubbele nationaliteit.[127] D66-leider Pechtold zei daarop op 21 maart 2007 in de Volkskrant dat Wilders duidelijkheid moest scheppen omtrent het feit of zijn vrouw haar Hongaarse nationaliteit nog had.[128]Wilders zei dat familieleden van politici geen onderwerp van discussie horen te zijn, tenzij er tevens sprake zou zijn van een functionele relatie. Hij voegde hieraan toe dat wat hem betreft afschaffing van de dubbele nationaliteit voor iedereen zou gelden.[129]
    In december 2007 maakte voorzitter van de HBO-raad en oud-vakbondsvoorzitter Doekle Terpstra zijn plannen bekend om een tegenbeweging op te richten om Wilders' ideeën over onder andere allochtonen te stoppen. Terpstra noemde Wilders eerder al "het kwaad dat gestopt moet worden".[130] Het initiatief werd "Nederland benoemt en bouwt" genoemd en kreeg vorm toen op 2 januari 2008 op de voorpagina van Trouw paginabreed een oproep werd geplaatst namens Terpstra en
    enkele tientallen medestanders, om "problemen in de samenleving te benoemen, aan te pakken en op te lossen, zodat burgers zich met elkaar verbinden".[131] Wilders, die niet met name werd genoemd in de advertentie, noemde het initiatief 'walgelijk' en omschreef de ondertekenaars als "onnozele en naïeve dwazen" en als "dhimmi's".[132] Een jaar later bood Terpstra zijn excuses aan omdat hij Wilders als "het kwaad" bestempeld had.
    In november 2007 maakte Wilders via De Telegraaf bekend te werken aan een film over de Koran. Op 9 februari 2008 maakte Wilders de naam van de film bekend: Fitna, dat staat voor "beproeving" en "het kwaad" in het Arabisch. Nog voordat de film uitkwam veroorzaakte deze veel opschudding; onder andere de ministers Ernst Hirsch Ballin (Justitie), Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) en Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken) wezen Wilders op de gevolgen die de film volgens hen zou kunnen hebben.[135] Zowel in binnen- als buitenland maakt men zich zorgen dat de inhoud van de film kwetsend voor moslims zou kunnen zijn, en risicovolle reacties zou kunnen oproepen op het gebied van openbare orde, veiligheid en economie. Het kabinetbereidde zich voor op de mogelijke gevolgen die uitzending van de film zou kunnen hebben in het binnen- en buitenland.[136] Wilders gaf in een reactie op 22 januari 2008 in Nova hierop aan dit "te zot" en "onbegrijpelijk" te vinden, omdat nog niemand de inhoud van de film kende. [137] In januari 2008 werden GroenLinks-Tweede Kamerlid Tofik Dibi en zeven activisten van de Internationale Socialisten (IS) gearresteerd nadat zij op de Dam in Amsterdam demonstreerden tegen Wilders waarbij zij posters verspreidden waarop Wilders werd afgebeeld met de bijgaande tekst "Extremist - brengt u en de samenleving ernstige schade toe".[138] Wilders vond dat de politie hen niet had mogen oppakken, wel verklaarde hij de IS "een abjecte club" te vinden en merkte hij op dat dit soort uitlatingen een sfeer kon creëren die tot geweld tegen hem kon leiden. Fitna verscheen op 27 maart 2008 op Liveleak, maar werd kort daarna verwijderd na bedreigingen richting medewerkers van Liveleak. De film was toen al verspreid naar onder meer YouTube, RapidShare en The Pirate Bay. Na de vertoning van Fitna ging Wilders op 1 april een debat met de Tweede Kamer aan. Behalve zijn eigen fractie hadden alle fracties forse kritiek op Wilders. Ook de ministers Balkenende, Hirsch Ballin en Ter Horst zaten tijdens het debat in het regeringsbankje. Volgens deze ministers had Wilders reeds in november 2007 de hoofdlijnen van zijn film aan hen kenbaar gemaakt, waarbij hij ook gezegd zou hebben aan het eind van de film bladzijden uit de Koran te laten verscheuren en te verbranden. Wilders noemde deze opmerkingen van de drie ministers "klinkklare onzin"[140] en kondigde aan het vertrouwen in het kabinet-Balkenende op te zeggen. De aantekeningen bleken gebaseerd te zijn op andere bronnen dan het gesprek van 7 november 2007. Op 23 juli 2008 kwam Elsevier naar buiten met de informatie dat drie PVV-Kamerleden begin maart in het geheim naar Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb) Tjibbe Joustra waren gestapt met het verzoek om bescherming uit angst voor de reacties op de film. Om het verzoek kracht bij te zetten, verstrekten zij - en dus niet Wilders - informatie over de inhoud van Fitna.[141] De Volkskrant meent daarentegen, op basis van een analyse van het Tweede Kamerdebat, dat mogelijk niet de regering maar Wilders loog in de kwestie rond de inhoud van Fitna.[142] Wilders ging niet in op het voorstel van Femke Halsema (GroenLinks) een parlementair onderzoek in te stellen. Nadat op 30 juni 2008 het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam oordeelde dat Wilders niet vervolgd zou worden wegens discriminatie, kondigde hij een dag later, op 1 juli, aan te overwegen een tweede Koranfilm uit te brengen.[143] Tegen de beslissing van het Openbaar Ministerie om niet tot vervolging over te gaan werd door acht klagende partijen een Artikel 12 Sv-procedure begonnen. De uitkomst van deze procedure was dat op 21 januari 2009 het gerechtshof van Amsterdam aan het Openbaar Ministerie beval om Wilders te vervolgen[144] wegens het aanzetten tot haat en discriminatie tegen moslims en hun geloof.[145] Volgens Wilders was dit een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. [146] Het Openbaar Ministerie had eerder nog besloten Wilders niet te vervolgen. Wilders kondigde aan tegen de beslissing van het Gerechtshof Amsterdam in beroep te gaan bij de Hoge Raad,], waarop het Openbaar Ministerie in Amsterdam meteen liet weten het onderzoek voor de vervolging niet te zullen opschorten. Op 20 mei 2009 werd bekend dat het Openbaar Ministerie verder zou gaan met de in januari 2009 aangekondigde vervolging. Mr. J.W. Fokkens, de procureur-generaal bij de Hoge Raad wees het
    verzoek om de vervolging te staken af. Wilders legde op 20 januari 2010 bij de rechtbank in Amsterdam verantwoording af over zijn islamuitspraken tijdens de zogeheten regiezitting.[154] In oktober 2010 begon het proces. Wilders maakte gebruik van zijn zwijgrecht en werd verdedigd door advocaat Bram Moszkowicz, die tijdens het proces tweemaal een aanvraag tot wraking indiende tegen de rechtbank. De tweede maal, op 22 oktober 2010, werd het wrakingsverzoek toegewezen omdat de schijn van partijdigheid was gewekt. De rechtbank weigerde toen getuige Hans Jansen, die in de zaal aanwezig was, te verhoren. Aanleiding voor dit verhoor was dat een van de rechters van het Amsterdamse Gerechtshof die had bevolen het proces tegen Geert Wilders te starten, Tom Schalken, zou hebben gepoogd de arabist en getuige-deskundige Hans Jansen te beïnvloeden tijdens een etentje bij Bertus Hendriks. In februari 2011 werd het proces hervat met nieuwe rechters, waarna in mei bekend werd dat het OM opnieuw vrijspraak eiste voor Wilders.[157] Er werd geoordeeld dat Wilders zich niet schuldig had gemaakt aan het beledigen van moslims en het aanzetten tot haat en discriminatie, omdat hij zich slechts had uitgelaten over de islam en niet over de belijders van deze religie. Op 23 juni spraken de rechters hem daarom vrij van alle aanklachten.[158] De advocaat Gerard Spong verzocht hierop de procureur-generaal bij de Hoge Raad, namens een aantal cliënten, om een vordering tot cassatie in het belang der wet in te stellen, maar dit verzoek werd afgewezen.
    In februari 2009 werd Geert Wilders uitgenodigd door Lord Pearson – lid van het Britse Hogerhuis namens UKIP – om de vertoning van zijn film Fitna bij te wonen. Wilders ontving voor zijn vertrek echter een brief van de Britse ambassade, met de mededeling dat hij het Verenigd Koninkrijk niet in mocht.[160] Wilders besloot toch naar Londen te reizen en vloog in gezelschap van zo'n 50 verslaggevers naar de Londense luchthaven Heathrow. Bij aankomst werd hij tegengehouden door de Britse immigratiedienst, die hem na een korte detentie met het eerstvolgende vliegtuig terug naar Nederland stuurde. Volgens de Britse autoriteiten vormde de aanwezigheid van Wilders een mogelijk gevaar voor de openbare orde en veiligheid. De Nederlandse regering en sommige politici reageerden met afkeuring op de beslissing van de Britse regering.[162] In het Verenigd Koninkrijk waren de meningen verdeeld. Er kwam vanuit verschillende hoeken afkeuring op grond van de vrijheid van meningsuiting, maar er waren ook berichten waarin de Britse regering juist werd bijgestaan.[163] [164] Het Verenigd Koninkrijk ontzegde Wilders de toegang op basis van een wet uit 2001, die was uitgevaardigd om het weren van terroristen en andere extremisten mogelijk te maken. De Britse regering hield vast aan haar beslissing en zei tegen alle vormen van extremisme op te treden.[165] Een volgende poging van Wilders om het land binnen te komen zou in beschouwing worden genomen, aldus een woordvoerster van het ministerie.[166] [167] Wilders maakte bekend later opnieuw te zullen proberen Engeland binnen te komen en kondigde ook een bezoek aan Denemarken aan, om aldaar een conferentie bij te wonen over vrijheid van meningsuiting en radicalisering, waarop daar toen ook stemmen werden gehoord die ervoor pleitten hem de toegang te weigeren. Onder meer had de Deense premier Lars Løkke Rasmussen zich tijdens een persconferentie aldus uitgelaten, hoewel Wilders zou zijn uitgenodigd door leden van zijn eigen liberale partij. Door alle ophef werd de conferentie verplaatst naar het najaar van 2009. Wilders liet in een reactie weten, zonder daarbij in details te treden, dat hij 'hoe dan ook' binnenkort naar Denemarken zou gaan om er een toespraak te zullen houden over de islam en de vrijheid van meningsuiting.[168] [169] Op 9 juli 2009 diende in Londen zijn beroep tegen de eerdere weigering van de Britse autoriteiten hem toe te laten, in februari 2009.[170] Het Britse Hof van Beroep oordeelde in oktober dat Wilders ten onrechte de toegang tot het land was ontzegd.[ Op 15 juni 2009 stelde Wilders – nadat zijn partij bij de Europese Parlementsverkiezingen 2009 de op een na grootste Nederlandse partij was geworden[173] – op de Deense televisiezender DR2 dat alle moslims (volgens hem miljoenen of tientallen miljoenen) die criminaliteit pleegden of erover dachten de sharia in te voeren Europa moesten worden uitgezet.[174] Eberhard van der Laan, de Nederlandse minister voor Wonen, Wijken en Integratie, verklaarde in een reactie dat Wilders "onzin uitkraamt", en voegde eraan toe dat er in Europa slechts 20 miljoen moslims woonden.[175] Achteraf bleek dat Van der Laan en Wilders de term "Europa" beiden verschillend interpreteerden: Wilders was uitgegaan van het gehele continent Europa, terwijl minister van der Laan doelde op de aantallen binnen de Europese Unie.
    Op 10 oktober 2009 verklaarde Wilders zich bereid tot een gesprek met FNV-leider Agnes Jongerius om te bezien of zij samen zich konden verzetten tegen de kabinetsplannen met betrekking tot de AOW-plannen.[176] Dit werd echter door de FNV afgewezen.
    Na de Nederlandse gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 maakte Wilders op 8 maart, toen bleek dat hij 13.000 voorkeurstemmen had gekregen, bekend dat hij zitting zou nemen in de Haagse gemeenteraad ondanks eerdere toezeggingen dat hij dit niet zou doen. Op 1 juli 2010 verliet hij de Haagse gemeenteraad in verband met zijn werkzaamheden in de Tweede Kamer. In mei was Gabriëlle Popken aangesteld als de parlementaire medewerkster van Wilders. In maart 2010 zei Wilders zijn komst af naar de wereldwijde première in Los Angeles van een film die over hem was gemaakt (Islam Rising: Geert Wilders' Warning to the West), nadat hij erachter was gekomen dat de producent, Christian Action Network, een homofobe organisatie was die onder andere in de jaren negentig beledigende uitspraken had gedaan over homoseksuelen.[ Bij de Tweede Kamerverkiezingen 2010 steeg de PVV van 9 naar 24 zetels. Tijdens de daaropvolgende kabinetsformatie schoof Wilders ten tijde van de sterke politieke versplintering de mogelijkheid naar voren van een centrum-rechts minderheidskabinet (VVD en CDA), waarbij zijn partij gedoogsteun zou verlenen mits een aantal PVV-standpunten zouden worden opgenomen. Deze gedoogconstructie zou uiteindelijk werkelijkheid worden. Begin september sprak Wilders op Ground Zero in New York om er tijdens een demonstratie van de beweging Stop Islamization Of America te ageren tegen de bouw van een islamitisch centrum in de buurt ervan. Van tevoren werd gevreesd voor radicale uitspraken die zouden kunnen leiden tot reputatieschade voor Nederland in het buitenland en daarmee tot problemen bij de kabinetsformatie, maar Wilders hield een relatief gematigde toespraak, waarna het formatieproces voort werd gezet. In september 2010 werd bekend dat Wilders de Vlaming Paul Belien, de man van Vlaams BelangKamerlid Alexandra Colen, als persoonlijk adviseur had aangesteld. Over het feit dat de militante katholiek Belien bekendstaat als tegenstander van homorechten, verklaarde Wilders daarop dat zijn standpunten niet overeenkomen met die van de partij. In juli 2011 nam Wilders in het openbaar en met veel nadruk afstand van de hoofdverdachte van de aanslagen in Noorwegen, Anders Breivik [179] , die zich kort daarvoor een groot bewonderaar van de PVV en Wilders had verklaard.[ In mei 2012 spande Wilders een kort geding aan tegen de Nederlandse staat om het permanente noodfonds voor de euro (ESM) van tafel te krijgen. Wilders noemde het onrechtmatig wanneer een demissionair kabinet bevoegdheden aan Brussel zou overdragen zonder dat de Nederlandse kiezer zich hierover kon uitspreken. Hij eiste dat een besluit over het ESM pas na de verkiezingen zou worden genomen. In een eerdere hoofdelijke stemming in de Tweede Kamer kreeg de PVV steun van 41 Kamerleden, een "substantiële minderheid" volgens Wilders, voor dit plan.[181] Begin juli ontstond nog meer leegloop bij zijn PVV. Nadat eerder Hero Brinkman al afhaakte en op eigen benen was gaan staan, stapten ook de ex-fractieleden Marcial Hernandez en Wim Kortenoeven uit onvrede over de gang van zaken binnen de PVV op.
    In februari 2013 bracht Wilders, op uitnodiging van Q Society, een bezoek aan Australië om daar enkele lezingen te houden over "islam, het Westen en vrijheid van meningsuiting". Hij had dit al voor het najaar van 2012 gepland, maar moeten uitstellen omdat hij geen visum kreeg.[183] Wilders hield een toespraak in Sydney en een in Melbourne, die werd voorafgegaan door een valse bommelding. Een geplande derde toespraak in Perth moest worden afgelast omdat Wilders hiervoor geen zaal kon vinden. Wilders' komst naar Australië leidde tot diverse demonstraties en de Australische politici weigerden hem te ontmoeten. Veel ophef veroorzaakte Wilders in maart 2014 door de gebeurtenissen tijdens de uitslagenavond van de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 op 19 maart 2014, waarbij de PVV meedeed in de gemeenten Den Haag en Almere. In een café vol PVV-aanhangers sprak hij de aanwezigen toe,
    waarbij hij vroeg of ze meer of minder Marokkanen wilden. Het publiek scandeerde "minder, minder", waarop Wilders antwoordde: "dan gaan we dat regelen". Na de Europese verkiezingen sprak Wilders op 30 mei 2014 zijn ambitie uit om plaats te nemen in het Europees Parlement. Hiervoor wilde hij zijn zetel in de Tweede Kamer niet opgeven, alhoewel een dergelijk dubbelmandaat wettelijk is verboden. Wilders was op uitnodiging van staatssenator van Tennessee Bill Ketron in juli 2016 aanwezig bij de Republikeinse Partijconventie 2016 in Cleveland, Ohio waar Donald Trumpwerd gekozen als de presidentskandidaat van de Republikeinse Partij, met de gouverneur Mike Pence als running-mate. Zo gaf hij een speech op een feestje voor homoseksuele Republikeinen ("LBGTrump").[
    Naar aanleiding van de gebeurtenissen in Den Haag in maart 2014 werd door veel personen aangifte gaan. Het Openbaar Ministerie besloot in december 2014 om Wilders vanwege de "Minder Marokkanen"-uitspraak opnieuw te vervolgen.[188] Het OM koos voor een brede aanklacht, omdat Wilders een groep mensen zou hebben beledigd en zou hebben aangezet tot haat en discriminatie. De aanklacht bestond uit vier verschillende juridische varianten: medeplegen, plegen, uitlokking en doen plegen.[189] Wilders werd bijgestaan door advocaat Geert-Jan Knoops. Op 9 december 2016 veroordeelde de rechtbank Den Haag Wilders wegens groepsbelediging en aanzetten tot discriminatie. Hij werd vrijgesproken van aanzetten tot haat. De rechtbank legde geen straf of maatregel op.
    In de media lieten zich in 2009 en 2010 regelmatig voor- en tegenstanders horen van de opvatting dat de ideeën van Wilders tot het rechts-extremisme of fascisme gerekend moeten worden.
    Wilders stelde zelf een keer dat hij geen moslims haatte, maar wel de islam.[194] Deze godsdienst is door hem bestempeld als "Het Kwaad",[195] een "gewelddadige religie"[196] en een "intolerante en fascistische ideologie". Al tijdens zijn lidmaatschap van de Tweede Kamer voor de VVD stelde Wilders herhaaldelijk de islam in Nederland aan de orde, destijds samen met VVD-lijsttrekker Zalm. Het kabinet zou een onderzoek moeten instellen naar de financiering van moslimorganisaties in Nederland. De Tweede Kamer nam een motie aan om geldstromen vanuit het buitenland naar "ultraorthodoxe organisaties" te verbieden. De uitvoering van die motie zou dan moeten leiden tot sluiting van "radicale moskeeën" of de aanstelling van een meer liberaal moskeebestuur.[198] Ook islamitische scholen werden zijn doelwit. Samen met fractiegenote Ayaan Hirsi Ali bepleitte hij in april 2003 de sluiting van de omstreden El Tawheed-moskee in het Amsterdamse stadsdeel Oud-West en de daaraan gelieerde islamitische basisschool As Siddieq in De Baarsjes. Zij hadden geen vertrouwen in het onderzoek van de gemeente Amsterdam dat gaande was naar As Siddieq. In deze moskee zou een streng-fundamentalistische versie van de islam worden gepredikt. In maart 2006 verklaarde Wilders dat hij artikel 1 van de Grondwet (het non-discriminatiebeginsel) wilde afschaffen, de grenzen te willen sluiten voor zeker vijf jaar voor niet-westerse immigranten en een verbod op nieuwe islamitische scholen en moskeeën voor eveneens vijf jaar. Verder wilde hij een preekverbod voor buitenlandse imams en een verbod op het preken in een andere dan de Nederlandse taal.[201] Begin 2007 haalde Wilders opnieuw de krantenkoppen, nadat hij had geopperd dat moslims de helft uit de Koran moesten scheuren als ze in Nederland wilden blijven. Er stonden immers "genoeg verschrikkelijke dingen" in de Koran, aldus Wilders. Op 8 augustus 2007 pleitte Wilders in een ingezonden brief in de Volkskrant voor een verbod op de Koran.[193] Hij noemde het een fascistisch boek en "het islamitische Mein Kampf". Volgens Wilders zou de Koran verboden moeten worden omdat het boek zou aanzetten tot geweld tegen joden en nietmoslims. Verder sprak hij van "de islamitische invasie", wilde hij "geen moslimimmigrant er meer bij" en zou de politiek "meewerken aan de transformatie van Nederland in Nederabië als provincie van de islamitische superstaat Eurabia". Ongeveer een maand later, op 6 september 2007, noemde Wilders de
    toenmalige minister Ella Vogelaar (Wonen, Wijken en Integratie) tijdens een debat over wereldwijd islamitisch activisme in de Tweede Kamer "knettergek". Die kwalificatie bezigde hij naar aanleiding van een interview met de bewindsvrouw enkele maanden eerder, waarin zij had gezegd het voorstelbaar te achten dat er over een paar eeuwen gesproken zou worden van de joods-christelijke-islamitische tradities van Nederland.[202] [203] Op 15 januari 2010 gaf André Rouvoet, minister van Jeugd en Gezin, hierop een waarschuwende reactie waarin hij stelde dat politici als Wilders de joods-christelijke cultuur gebruiken om zich te keren tegen de islam. In augustus 2009 noemde Wilders in Kamervragen de profeet Mohammed een "zieke pedofiel" en vergeleek hem met een varken. Deze vergelijking maakte hij naar aanleiding van het feit dat de autoriteiten in Saoedi-Arabië een 10-jarige bruid terugstuurden naar haar 80-jarige man, in vragen over de gevluchte bruid aan minister van Buitenlandse Zaken Verhagen. Tegenover het weekblad Elsevier zou hij zich op dergelijke wijze hebben geuit. Op 16 september 2009, bij de algemene politieke beschouwingen, pleitte Wilders er in de Tweede Kamer voor dat voor het dragen van een hoofddoek vanuit het islamitische geloof een vergunning verplicht zou worden gesteld die € 1000 per jaar zou kosten, ter ontmoediging. Hij noemde het de "kopvoddentaks". Desgevraagd verzekerde hij de Kamer dat dit een serieus voorstel was.[209] Hij kreeg echter geen steun van andere partijen en heeft ook nooit een initiatiefwet hiervoor ingediend.[ Hoewel Geert Wilders voor zo weinig mogelijk moskeeën is, heeft hij zich in oktober 2010 op twitter wel uitgesproken tegen het geweld tegen moskeeën. In een interview met de NOS eind 2012 verklaarde Wilders de strijd tegen de islam tot zijn dood vol te willen houden.[212] In een interview met diezelfde omroep op 22 februari 2016 met Michiel Breedveld, terugkijkend op tien jaar PVV, verklaarde Wilders dat hij al voor de opkomst van ISIS en Al-Nusra had aangegeven waartoe de islam volgens hem toe kan leiden in Europa.
    Wilders omschreef Israël als "de voorhoede van het Westen"[214] en noemde Jordanië "de enige Palestijnse staat die er ooit zal komen".[215] Wilders heeft van zijn zeventiende tot zijn negentiende in Israël gewoond. Gedurende vijfentwintig jaar heeft hij naar eigen zeggen dit land zo'n veertig maal bezocht,[216] [217] waarbij hij o.a. Ariel Sharon en Ehud Olmert ontmoet heeft. Wilders heeft Ariel Sharon, samen met de Britse oudpremier Margaret Thatcher (Iron Lady), tevens als een van zijn voorbeelden genoemd.[11] Oorspronkelijk wilde Wilders verhuizen naar de Joodse staat, omdat hij vond dat je daar nog 'kon werken voor je geld'.[218]Wilders werkte aldaar in broodfabrieken en een mosjav,[219] om met zijn verdiende geld rond te reizen in Israël en omliggende landen. In een verkiezingstoespraak in Tel Aviv in 2003 verklaarde hij zich speciaal verbonden te voelen met Israël.[218] Hij voelde zich, naar eigen zeggen, in dit land onmiddellijk thuis; tegenover Der Spiegel sprak Wilders ook over de "mogelijk" joodse achtergrond van zijn voorouders. In juni 2009 zei Wilders in gesprek met de Israëlische krant Haaretz dat Israël de "voorhoede" van het Westen is en in die hoedanigheid de eerste verdedigingsgordel van Europa tegen de "oprukkende islamiseringsgolf". Hij voegde hieraan toe dat Europa dit niet besefte en de EU "eenzijdig tegen Israël" bleef. Ook verklaarde hij "geschokt" te zijn over uitspraken van Barack Obama in Caïro waarin toenadering van het Westen tot het Oosten werd voorgestaan, en zich zorgen te maken over de afbrokkelende steun aan Israël. Hij liet zich daarnaast uit over de tweestatenoplossing en de Israëlische minister Avigdor Lieberman van Jisrael Beeténoe. [214] Daarbij verwees hij naar Winston Churchills plan uit de jaren 20. Op 11 november 2009 voerde Wilders met Lieberman overleg om de banden tussen beide partijen te verstevigen. Wilders verklaarde op 8 mei 2008 – naar aanleiding van nieuwe mediaberichten over vrede tussen Israël en de Palestijnen – geheel achter de opvattingen van het revisionistisch zionisme te staan.[221] Naast sympathisant van Ze'ev Jabotinsky, grondlegger van het revisionistisch zionisme, en tegenstander van het gedeeltelijk teruggeven van land aan de Palestijnen voor een onafhankelijke staat Palestina, verklaarde Wilders nogmaals, dat de westerse vrije volken "diepe dankbaarheid" tegenover Israël zouden moeten tonen.
    Op 23 oktober 2010 gaf Wilders via Twitter zijn mening over de toekomst van de door Israël bezette gebieden, die in de toekomst een Palestijnse staat zouden vormen. Hij noemde Jordanië "de enige Palestijnse staat die er ooit zal komen".[215] Aanleiding voor Wilders’ uitlatingen was de opmerking van Richard Falk, VN-vertegenwoordiger voor de mensenrechten in de Palestijnse gebieden, die zei somber te zijn gestemd over de mogelijkheid van de vorming van een Palestijnse staat, juist vanwege de vele Joodse nederzettingen in het bezette gebied. Medio jaren negentig van de vorige eeuw brak Wilders als beleidsmedewerker voor de VVD een lans voor de positie van Hongaren in Oost-Europese landen als Roemenië, Slowakije, Servië en de Oekraïne. Volgens Wilders cs. werden etnische Hongaren in die landen onderdrukt.[224] De VVD nam in oktober 1996 afstand van de Hongarije-werkgroep waar Wilders lid van was, na vragen van diplomaten uit Slowakije.[] De visie van Wilders en de PVV, zoals gepubliceerd in het verkiezingsprogramma voor de verkiezingen van 2006, omvat verder onder meer een belastingverlaging van 16 miljard voor burgers en ondernemers en het afschaffen van het vmbo, de Eerste Kamer en het Europees Parlement en het gedoogbeleid. Eind 2007 uitte Wilders zijn ergernis over de kersttoespraak van koningin Beatrix, omdat die volgens hem tegen de PVV zou zijn gericht.[227] Hij opperde dat koningin Beatrix geen deel meer mocht uitmaken van de regering en nog uitsluitend ceremoniële taken zou moeten vervullen.[228] Vanaf 2008 begon Wilders ook op het vlak van sociaal-economisch beleid uitgesproken standpunten in te nemen. In september 2009 sprak hij zich expliciet uit tegen de door het kabinet-Balkenende IV geplande verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar, tegen de verlaging van de werkloosheidsuitkeringen, tegen verlaging van pensioenen, tegen verlaging van gehandicaptenuitkeringen.[229] [230] Wilders heeft zich gedefinieerd als man van een "volkspartij". Hij heeft gepleit voor het in de overheidsbegroting afschaffen van zaken als immigratie, ontwikkelingshulp en klimaatbeleid.[229] Middels een bezoek aan de Doema in Moskou pleitte hij voor herstel van de vriendschapsbanden met Rusland.[231]
    Wilders heeft enkele neologismen en staande uitdrukkingen in de Nederlandse taal gemunt die blijk geven van zijn politieke overtuiging. bedrijfspoedel: jegens PvdA-leider Job Cohen, die 'aan het lijntje' van het kabinet-Rutte I zou lopen. Cohen wierp tegen dat Wilders als gedoogpartner het kabinet elk moment kon laten vallen als hij het ermee oneens was (21 september 2011).[232] kopvoddentaks: een belasting op het dragen van hoofddoeken (16 september 2009). tuigdorp: een buurt waar veelplegers geïsoleerd kunnen wonen (10 februari 2011). woestijngodsdienst: verwijzend naar de islam, een "ideologie die voortkomt uit de woestijn en alleen maar woestijnen kan voortbrengen omdat ze de mens geen vrijheid gunt." In Trouw repliceerden religiedeskundigen dat het christendom en jodendom dan ook "uit de woestijn" kwamen; bovendien is de islam feitelijk eerder in stedelijke dan woestijnachtige gebieden ontstaan en ontwikkeld (11 februari 2011). Henk en Ingrid: Wilders' ideaalbeeld van een doorsnee Nederlands echtpaar. Wilders was twintig jaar oud toen hij voor het eerst trouwde. Het huwelijk duurde niet lang.[234] Op 31 juli 1992 trad hij voor de tweede keer in het huwelijk, ditmaal met de joods-Hongaarse diplomate Krisztina Marfai Arib in Boedapest.[235] [236] Zij hebben geen kinderen.[237] In juni 2011 werd bekend dat Geert Wilders ruim een jaar eerder een privébedrijf had opgericht (OnLiberty BV) dat was gericht op het "verwerven en exploiteren van rechten van intellectueel eigendom", echter zonder te voldoen aan de wettelijke verplichting dit in de openbare registers van de Tweede Kamer te laten opnemen. Als vestigingsadres had Wilders het adres van de Tweede Kamer opgegeven, hoewel het niet gebruikelijk is dat daar een privébedrijf is gevestigd. Als verklaring voerde Wilders aan uit veiligheidsoverwegingen te hebben gehandeld. Verder verklaarde hij dat de activiteiten van OnLiberty BV niets met de PVV te maken hadden. In september 2011 verhuisde OnLiberty BV formeel naar Breda.
    Vooral sinds Wilders in de media kwam, na zijn pamflet, wordt hij bedreigd. Een eerdere bedreiging dateert echter al van 10 oktober 2003[241] waarop de bedreiger gearresteerd[242] en schuldig verklaard werd. Echter sinds zijn afsplitsing van de VVD is er sprake van een stroom bedreigingen.
    Wilders, hier met partijgenoot Fleur Agema, wordt permanent beveiligd vanwege vele bedreigingen aan zijn adres Na de moord op Theo van Gogh op 2 november 2004, werd Wilders in het geheim meegenomen naar een schuiladres, omdat de politie het risico voor Wilders te groot achtte. Sindsdien wordt hij 24 uur per dag bewaakt. In de eerste weken die volgden werd Wilders elke dag, en soms meerdere keren per dag, naar nieuwe locaties gebracht. Op 15 december keerde Wilders voor de eerste keer terug in de Tweede Kamer. Enkele weken later kreeg hij een vaste, toentertijd geheime, locatie in een gevangeniscel op Kamp Zeist. Op 18 februari 2005 maakte collega-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali van de VVD in een interview met NRC Handelsblad de verblijfplaats van haarzelf en Wilders bekend. Ze zei dat ze opgesloten zat in een kazerne in Amsterdam en eiste een gewone en goed beveiligde woning. Wilders was het daarmee eens. Een week later kreeg ze die toegewezen; Wilders moest nog enkele weken meer geduld opbrengen. Nog regelmatig doet Wilders aangifte van bedreigingen, die onder meer via sociale media worden geuit.[243] Op 20 september 2007 tijdens de tweede dag van de Algemene Beschouwingen kreeg Wilders de Klare taal-prijs overhandigd door Seloua Ouladhaddou van de Nationale Jeugdraad voor zijn heldere taalgebruik tijdens die beschouwingen. Op 15 december 2007 werd Wilders door de NOS-radio tot Politicus van het Jaar 2007 uitgeroepen. De parlementaire pers roemde hem om zijn vermogen "de politieke discussie te overheersen", het "debat naar zich toe te trekken" en de "publiciteit te halen met goed getimede one-liners".[244] Omdat Wilders de enige was die zowel bij pers als publiek hoog scoorde, is hij door de redactie tot uiteindelijke winnaar uitgeroepen.[245] In 2008 eindigde hij als derde in de Politicus van het Jaar-verkiezing, achter Wouter Bos(PvdA) en Alexander Pechtold (D66). In 2008 werd hem de Freedom Award toegekend voor zijn inzet voor de vrijheid van meningsuiting [246] door de American Freedom Alliance, een organisatie die zich bezighoudt met "het identificeren van bedreigingen tegen de westerse beschaving".[247] Voor hetzelfde jaar riep het conservatieve Amerikaanse instituut Horowitz Freedom Centre Geert Wilders uit tot man van het jaar. [248] In 2010, 2013, 2015 en 2016 verkoos het publiek van EenVandaag hem tot politicus van het jaar.[249] Op 17 september 2015 kreeg hij de Debatprijs Algemene Politieke Beschouwingen 2015 van het Nederlands Debat Instituut als beste debater mede vanwege zijn interrupties bij andere fractievoorzitters. Premier Rutte eindigde als tweede.[250] In samenwerking met het Christian Action Network (CAN) heeft PRB Films de documentaire Islam Rising: Geert Wilders' Warning to the West gemaakt, die in 2010 is uitgekomen. Vanwege homofobe uitspraken die aan één van de producenten van het CAN worden toegeschreven, weigerde Wilders de première van de documentaire te bezoeken. Hierop werd de speciale première in het geheel afgeblazen. Pamela Geller en Robert Spencer van het Freedom Defense Initiative verklaarden dat zij geen verkeerde indruk wilden wekken over hun agenda of die van Geert Wilders: "Het Freedom Defense Initiative staat, net als Geert Wilders, voor de mensenrechten van iedereen, ongeacht religie, huidskleur of seksualiteit in de strijd tegen de mondiale jihad die dagelijks tracht om discriminerende beperkingen gebaseerd op de Sharia op te leggen aan vrije mensen".[251] Op 2 juli 2004 publiceerde Wilders, samen met zijn toenmalige partijgenoot Gert-Jan Oplaat, tien stellingen voor de vergadering van de VVD-afdeling voor Limburg op 11 september 2004. Op 31 januari 2005 publiceerde Wilders zijn Rotterdam-speech[252] op de Groep Wilders-website. Hierin zette hij onder andere zijn politieke standpunten uiteen.
    Op 13 maart 2005 publiceerde Wilders zijn 'Onafhankelijkheidsverklaring'.[253] Hierin werd door Wilders uiteengezet waar zijn partij voor staat. Op 19 april 2005 ging de eerste druk van Wilders' boek 'Kies voor Vrijheid' in de verkoop. Het boek is een korte autobiografie, die de nadruk legt op zijn leven vanaf zijn tienpuntenplan. Tevens is hierin de eerder genoemde 'Onafhankelijkheidsverklaring' opgenomen. In mei 2012 werd zijn boek Marked for Death: Islam's War Against the West and Me uitgebracht. Naar verluidt zou Paul Belien hiervoor als ghostwriter hebben gefungeerd. Wilders is een groot fanaat van attractiepark De Efteling en dan met name de attractie Droomvlucht. Verder is hij een groot fan van Donald Duck en een groot bewonderaar van oud-voetballer Johnny Rep





    06-09-2018 om 12:18 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAT WEET JE OVER PLASTIC

     

    05-09-2018 om 09:53 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAT WEET JE OVER PLASTIC

    Kunststoffen of (Engels) "plastics", zijn chemische verbindingen die door nietnatuurlijke scheikundige processen worden vervaardigd. Kunststof is materiaal dat is opgebouwd uit zeer grote moleculen, die ontstaan door synthese (een reactie waardoor er een nieuwe stof ontstaat) vanuit natuurlijke grondstoffen. De grondstoffen van de 'plastic-chemie' zijn koolwaterstoffen, afkomstig uit de olieraffinage. Deze grondstoffen gaan tijdens de chemische synthese covalente of ionaire bindingen aan en vormen zo amorfe of kristallijne stoffen. Er zijn drie soorten kunststoffen: Thermoplasten: synthetische polymeren gevormd uit lineair geschakelde monomeren; 92% van alle geproduceerde plastics zijn thermoplasten. Het betreft materialen die door blootstelling aan druk en/of warmte vloeibaar worden gemaakt en vervolgens in een gietvorm worden geperst. Thermoplasten kunnen meerdere malen gerecycled worden. Thermoharders en Elastomeren Twee laatstgenoemde materialen kunnen slechts eenmalig tot product worden verwerkt. Opnieuw verhitten leidt tot ontbinding. Soms worden kunststoffen versterkt, bijvoorbeeld met glasvezel, of met kunststofvezels zoals kevlar, twaron en dyneema.
    Natuurlijke polymeren Cellulose Rubber Polymelkzuur (PLA) Kunstmatige polymeren Aramide Bakeliet Nylon (polyamide, PA) Polyester Polyetheen (PE) Polyethyleentereftalaat (PET) Polyethyleentereftalaatglycol (PETG) Polyisocyanuraat (PIR) Polymethylmethacrylaat (PMMA, Plexiglas, Limacryl of Perspex) Polypropeen (PP) Polystyreen (PS) Polyurethaan (PUR) Polyvinylchloride (PVC) Polytetrafluoretheen (PTFE of Teflon) Polycarbonaat (PC)
    Kunststoffen hebben een breed toepassingsgebied. In de loop der jaren hebben kunststoffen toepassing gevonden waar voordien gebruik werd gemaakt, bijvoorbeeld in plaats van hout (tuinmeubelen), stenen (tegels), leer (kleding) , metaal (verpakkingdozen), glas (flessen). Kunststoffen zoals epoxy worden bijvoorbeeld toegepast voor vloerafwerking, PVC wordt onder meer in kozijnen toegepast en andere bouwmaterialen. Thermoplasten gebruikt in verpakkingen, worden gemaakt door blaasvormen (zoals de halfdoorzichtige containertjes voor melk of sap uit de supermarkt), met spuitgieten(zoals in ijsbakjes),
    met extrusie (zoals in buizen en profielen), met vacuümvormen (bloempotten, koffiebekers) en rotatiegieten (bijvoorbeeld een glijbaan). PVC wordt onder meer gebruikt voor de productie van kunststof kozijnen. Deze kozijnen worden na gebruik gerecycled waarna de kunststof korrels worden gebruikt voor de productie van kunststof gronden waterkeringen zoals beschoeiingen en damwanden. Het gebruik van kunststof geeft aanleiding tot afval en dientengevolge ook tot milieuverontreiniging. Een voorbeeld van grootschalige vervuiling in de oceanen heeft de naam 'plasticsoep' gekregen. Sommige kunststoffen kunnen worden hergebruikt. Thermoplasten door het opnieuw verhitten en in een nieuwe gewenste vorm persen. Wanneer het hergebruik, ook bekend als recycling, leidt tot een materiaal van mindere kwaliteit dan spreekt men van downcycling. Sommige producten kunnen worden gemaakt van biodegradeerbare kunststoffen, die zijn dan biologisch afbreekbaar. Een andere ontwikkeling is die van bio-based plastics. Dit zijn kunststoffen die worden gemaakt van plantaardige biomassa. Deze plastics zijn echter niet biologisch afbreekbaar. Vanaf 1 januari 2016 is het niet meer toegestaan om plastic tassen gratis mee te geven er dient een vergoeding voor te worden gevraagd.[1] De lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht om maatregelen te nemen om het verbruik van plastic tassen te verminderen. Nederland heeft gekozen voor een brede aanpak voor draagtassen, die zich richt op preventie, hergebruik en op de juiste manier van afdanken van draagtassen. Het verbod op gratis plastic draagtassen is een onderdeel van deze aanpak, om zwerfvuil tegen te gaan en verspilling van grondstoffen te voorkomen.[2] Winkeliers mogen wel papieren, stoffen en jute tassen gratis meegeven.





    05-09-2018 om 09:50 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac

     

    05-09-2018 om 09:48 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 sep 1957 kerouac

    05 sep 1957 On the Road van Jack Kerouac verschijnt. Jack Kerouac was een van de progressieve schrijvers van de BEAT-Generation. Uiteindelijk werd deze term toegepast op een hele generatie jonge mensen die zich aangesproken wisten door de schrijvers: De Beatniks Jean-Louis Lebris de Kerouac (Lowell, 12 maart 1922 – Saint Petersburg, 21 oktober 1969) was een Amerikaans schrijver. Jack Kerouac is geboren en getogen in Lowell, in de Amerikaanse staat Massachusetts. Hij groeide op in een gezin waar de voertaal Frans was en leerde Engels toen hij eenmaal naar school ging. Hij was goed in sport en kreeg een beurs aangeboden voor de universiteit. Hij ging naar New York, maar de universiteit, waar hij één van vele getalenteerde atleten was, interesseerde hem niet zo. Uiteindelijk stopte hij met zijn studie en had verschillende baantjes, voordat hij William S. Burroughs en Allen Ginsberg ontmoette. Hij ging deel uitmaken van wat nu de Beat Generation heet, maar wat toen bekendstond als The Libertine Circle. Het was door deze groep dat hij zijn muze leerde kennen, Neal Cassady. Hij was de man die zijn avonturen over het hele continent met hem deelde en die de inspiratie werd voor het boek On the Road. De Beat Generation was een goede naam voor deze groep schrijvers. Er wordt gezegd dat Kerouac de term bedacht heeft: Beat, eerst naar aanleiding van het feit dat zij onderdrukt werden en later om de term Beatific (gelukzalig) aan te duiden. Hun filosofie was die van ontdekkingsreizen en de aantrekkingskracht van het onbekende, het verbodene. Kerouac wilde het leven van de Amerikaanse reiziger vastleggen en ontwikkelde een spontane stijl van proza dat de essentie van beweging probeerde vast te leggen in een oneindige stroom rauwe gedachten en observaties. Zijn boek On the Road uit 1957 is hier het beste voorbeeld van. Hij schreef de eerste, nog ruwe en expliciete versie van dit boek in 1951 in minder dan drie weken tijd op een enorme rol papier van ruim 36 meter lang.[1] Kerouac is niet vaak van Amerikaanse bodem geweest, omdat hij altijd dicht bij zijn familie wilde zijn. Uiteindelijk verhuisde hij terug naar Massachusetts, nadat zijn moeder verlamd was geraakt na een hartaanval. Samen met haar en zijn derde echtgenote Stella Sampas verhuisde Kerouac naar Florida waar het weer beter was voor de conditie van Mémère. De schrijver was in politiek opzicht uitgesproken conservatief geworden en moest niets hebben van de hippiecultuur die in de jaren 1960 tot bloei kwam, onder andere geïnspireerd door On The Road en de Beat Generation. Kerouac overleed op 21 oktober 1969 aan interne bloedingen, veroorzaakt door cirrose. Hij werd 47 jaar oud. Jack Kerouac werd begraven in zijn geboorteplaats Lowell. Uit zijn tweede huwelijk heeft Kerouac een dochter, schrijfster Jan Kerouac. Haar ouders gingen al voor haar geboorte uit elkaar en Jan en Jack ontmoetten elkaar slechts twee keer. Jan Kerouac overleed in 1969 op 44-jarige leeftijd aan een nierziekte. In november 2008 verscheen En de nijlpaarden werden gekookt in hun bassins (geschreven samen met William Burroughs) in de Nederlandse vertaling.





    05-09-2018 om 09:47 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers

     

    05-09-2018 om 09:44 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 sep 1920 fons rademakers

    05 ser 1920 Alphonse Marie (Fons) Rademakers (Roosendaal, 5 september 1920 – Genève, 22 februari 2007) was een Nederlandse acteur , filmregisseur en filmproducent. In 1960 werd zijn eerste speelfilm genomineerd voor een Oscar. In 1987 kreeg hij een Oscar voor De aanslag (1986). Rademakers werd geboren als zoon van de plaatselijke gemeentesecretaris. Hij was aanvankelijk acteur en toneelregisseur. In 1955 wist hij echter voor zichzelf een beurs van de overheid voor een buitenlandse filmstage te regelen (de Filmacademiebestond in die tijd nog niet). Met de kennis die hij opdeed op de set bij Vittorio De Sica in Rome, en later bij Jean Renoir en Joris Ivens in Parijs, wilde hij bij thuiskomst een Nederlandse speelfilmindustrie helpen opzetten. Rademakers debuteerde met Dorp aan de rivier (1958), de eerste Nederlandse speelfilm die werd genomineerd voor een Oscar. Hij ontwikkelde een voorliefde voor verfilmingen van Nederlandstalige literaire meesterwerken. In 1963 maakte hij onder de titel Als twee druppels water een filmversie van W.F. Hermans' De donkere kamer van Damokles. In 1971 zorgde Rademakers voor opzien - althans in conservatief Vlaanderen - met zijn "gewaagde" verfilming van Stijn Streuvels' roman De Teloorgang van de Waterhoek. De film kreeg als titel Mira, naar het gelijknamige hoofdpersonage dat vertolkt werd door de debuterende Willeke van Ammelrooy. Enkele jaren later draaide hij in Nederland en Indonesië Max Havelaar (1976), een verfilming van de Multatuli-klassieker. In 1987 kreeg hij een Oscar in de categorie Beste buitenlandse film voor de film De aanslag naar de gelijknamige roman van Harry Mulisch. In 1998 werd de Bert Haanstra Oeuvreprijs aan hem uitgereikt. Rademakers had meer op met de Bourgondische mentaliteit van de Belgen, Fransen en de Italianen dan met de protestantse ernst van boven de Nederlandse rivieren. Stijlvond hij belangrijk, maar altijd in dienst van het verhaal. Bij Rademakers stond het drama voorop, en zijn films waren altijd gericht op het grote publiek. Behalve als regisseur was hij ook actief als filmproducent. Naast zijn eigen films produceerde hij enkele films van zijn echtgenote Lili Rademakers-Veenman, met wie hij sinds 1955 was gehuwd, en een film van Ate de Jong. Ook was hij te zien in films van anderen, onder meer in De vijanden (1968) en Vrijdag (1981) van Hugo Claus, Keetje Tippel (1975) van Paul Verhoeven, alsook in Mysteries (1978) van Paul de Lussanet. In 2004 eindigde Rademakers op nr. 198 in de verkiezing van de Grootste Nederlander. Rademakers was tijdens de Tweede Wereldoorlog enige tijd gehuwd met Josephine van Gasteren. In de jaren vijftig trouwde hij met Lili Veenman. Hij woonde aan het eind van zijn leven in Rome en later in de Franse plaats Thoiry, en overleed op 86-jarige leeftijd in een Zwitsers ziekenhuis aan de gevolgen van longemfyseem





    05-09-2018 om 09:40 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury

     

    05-09-2018 om 09:38 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 05 sep freddy mercury

    05 sep 1946 Freddie Mercury, geboren als Farrokh Bulsara (Gujarati: ફારોખ બલ્સારા‌બલ્સારા‌) (Stone Town (Zanzibar), 5 september 1946 – Londen, 24 november 1991), was een Britse rockmusicus. Hij werd bekend als de zanger en 'frontman' van de groep Queen en groeide uit tot een van de beste en populairste rockartiesten en popzangers aller tijden.[1] Hij stond bekend om zijn extraverte podiumpersoonlijkheid en zijn explosieve optredens. Hij staat ook in de boeken als de man met een stembereik van vier octaven, wat buitengewoon is voor een mannelijke zangstem. Farrokh Bulsara werd geboren op Zanzibar waar zijn vader werkte als kassier voor de Britse koloniale overheid. Zijn voorouders waren oorspronkelijk Parsi (Perzen die na de islamitische verovering van Iran in de 7e eeuw naar India gevlucht waren, en het Zoroastrisme waren blijven aanhangen, de staatsgodsdienst van het pre-islamitische Perzië). Zijn vroege jeugd bracht Bulsara door in Panchgani, India. Daarna (1963) verhuisde zijn familie naar Engeland en woonde hij in Middlesex. Na zijn middelbare school bezocht hij de kunstacademie waar hij afstudeerde in design. Naast zijn kunststudie leerde hij zichzelf ook pianospelen en trad hij in zijn vrije tijd op in gelegenheidsbandjes. Hoewel Mercury's spreekstem binnen het baritonbereik viel, zong hij de meeste liedjes binnen het tenorbereik. Zijn vocale bereik reikte van F2 tot F6: hij kon alles zuiver zingen van bas tot en met sopraan. Hij kon belten tot F5. Biograaf David Bret beschrijft zijn stem als een "escalatie binnen een paar maten uit het diep kelig, rock-gegrom naar een tedere, levendige tenor, en dan omhoog naar een hoge, perfecte coloratuur, puur en kristalhelder in het bovenste bereik". De Spaanse sopraanzangeres Montserrat Caballé, met wie Mercury een album opnam, zei over Freddie: "Het verschil tussen Freddie en bijna alle andere rocksterren was dat hij zijn stem verkocht". Ze voegde eraan toe: "Zijn techniek was verbluffend. Problemen met tempo had hij niet, hij zong met een scherp gevoel voor ritme, en zijn vocale plaatsing was zeer goed en hij kon ook nog moeiteloos van het ene in het andere register glijden. Hij was ontzettend muzikaal. Zijn frasering was subtiel, delicaat en lieflijk, of energiek en explosief. Hij kon de juiste kleur en expressieve nuance vinden voor elk woord." In het verloop van Queens carrière veranderde Freddie in live-uitvoeringen de hoogste noten van hun nummers steeds vaker, steeds harmoniserend met secunden, tertsen of kwinten in plaats van de studioversie. Er werd van hem gezegd dat hij "de vreselijkste zangersknobbeltjes" had; hijzelf beweerde nooit zangles te hebben gehad. In 1968 besloten Brian May en Tim Staffell, beiden student aan het London's Imperial College, een muziekgroep te vormen. Brian plaatste een advertentie op het collegeprikbord voor een "Ginger Baker Type"-drummer. Een medisch student, Roger Taylor genaamd, deed auditie en kreeg de plaats achter de drums. Ze noemden de groep Smile. Tim Staffell was student aan het Ealing College of Art met als goede vriend ene Farrokh Bulsara die zich inmiddels Freddie noemde, en introduceerde hem bij de band. Freddie werd al snel een fan van de band. In 1970 besloot Tim Staffell er de brui aan te geven, want het leek niets te worden met Smile. Tim vertrok en sloot zich aan bij een band genaamd Humpy Bong. En Farrokh Bulsara ging van zijn band Wreckage over naar die van Brian en Roger.
    In 1971 was de band compleet door de komst van bassist John Deacon. De naam Queen en het repertoire bestonden al, dus Deacon hield zich gedeisd en studeerde braaf de nummers in. Inmiddels had Farrokh Bulsara zich de artiestennaam Freddie Mercury gegeven. Verguisd door de Britse pers, maar aanbeden door een steeds groter wordende schare fans, werd Queen een van de bekendste rockgroepen van de jaren zeventigen tachtig van de vorige eeuw. De muziek van Queen in de jaren zeventig werd sterk beïnvloed door klassieke muziek (een van Mercury's favorieten was Chopin), maar ook door onder meer Jimi Hendrix en The Beatles. Mercury's opmerkelijke kostuums waren onder andere geïnspireerd door de Ballets Russes van rond 1910 met Vaslav Nijinsky als grote ster. De piano van Mercury en de zelfgebouwde gitaar van May vormden
    het herkenningsgeluid van de groep. De Queenhit Bohemian Rhapsody werd geadverteerd met de eerste videoclip die met een videocamera werd opgenomen, en gold lange tijd als een van de langste videoclips. Eind jaren zeventig verdween het klassieke element grotendeels en gebruikte de groep voor het eerst discoritmes en werd er soms explicieter over seks gezongen.
    De biseksuele geaardheid van Mercury was voor niemand een geheim, al had Mercury dit aanvankelijk jaren ontkend. In de jaren tachtig leek hij dit niet meer te willen verbergen. De soms haast mystieke uitstraling van de zanger (lang zwart haar, zwarte nagellak, Japanse kimono's etc.) maakte plaats voor een dikke snor, leren broeken en petjes, en de feesten die de groep geregeld gaf waren meer dan berucht. Ironisch genoeg zorgden de dikke snor en leren kleding in Latijns-Amerika voor een groeiende populariteit van zowel Freddie als Queen, omdat deze kenmerken daar een macho imago hebben. In het begin van de jaren tachtig leek de groep snel Europese fans te verliezen, terwijl in Amerika de fans juist toestroomden. In 1984 bleek de groep in Europa weer toe te gaan slaan. I Want to Break Free, geschreven door bassist John Deacon, werd begeleid door een videoclip waarin de leden van Queen als vrouw verkleed waren. In tegenstelling tot wat veelal verondersteld wordt, was dit geen idee van Mercury, zo bleek achteraf, maar van drummer Taylor, als parodie op de Britse televisieserie Coronation Street. In Amerika werd deze grap niet als zodanig gewaardeerd en Queen verloor daardoor juist veel Amerikaanse fans. Desondanks werd The Works uit 1984 Queens bestverkopende album tot dan toe. In 1985 vond Mercury de tijd om, los van Queen, een aantal persoonlijke nummers te schrijven en op plaat te zetten. Resultaat is het album Mr. Bad Guy. Saillant detail is dat hij in de linernotes de overige leden van Queen hartelijk dankte voor "not interfering".
    In juli 1985 gaf de groep een spectaculair optreden tijdens Live Aid. Er werd aangenomen dat Mercury naderhand samen met Roger Taylor het nummer One Vision schreef, waarop hij zijn bewondering voor de saamhorigheid van artiesten en publiek op Live Aid aangeeft. Dit is echter niet waar. Het nummer One Vision is ontstaan in de Musicland-studio in München na een ruw idee van drummer Roger Taylor die aanvankelijk een ode wilde schrijven aan Martin Luther King. Van de oorspronkelijke tekst is echter alleen "I had a dream" overgebleven wat in de brug van het nummer is te horen. Achteraf bleek het optreden op Live Aid ook bij het publiek een enorme kick te hebben gegeven. Vanaf 1986 werden hun albums (onder andere The Works, A Kind of Magic) weer goed verkocht, ook in Europa, en in 2004 werd Queen's Live Aid optreden bij een opiniepeiling van Radio 2 verkozen tot beste optreden aller tijden. Ook buiten Nederland is men lovend: in een enquête onder muzikanten door het Britse Channel Four werd Queen's Live Aid concert verkozen tot het beste concert aller tijden.[2] In 1986 was de groep op tournee die eindigde in het Knebworth Park in Stevenage. Op 9 augustus 1986 waren 350.000 toeschouwers getuige van het, zo bleek achteraf, laatste liveoptreden van Queen met Freddie. Mercury verklaarde lachend dat niemand meer zat te wachten op oude mannen op het podium (hij werd dat jaar 40). Tevens schoor hij zijn snor af en millimeterde hij zijn haar. Hij was inderdaad ouder geworden, rustiger ook, en de verhalen van wilde feesten in onder andere München verdwenen. Opmerkelijk was zijn duet in Barcelona met Montserrat Caballé, de wereldberoemde operadiva, gevolgd door het gelijknamige album. Toen Queen in 1989 het album The Miracle uitbracht, verscheen er dan ook voor het eerst geen tour. Ook toen verklaarde Freddie dat hij en de andere bandleden te oud waren om nog te touren, maar dat was niet de werkelijke reden. De werkelijke reden was dat Freddie toen al problemen met zijn gezondheid had.
    Inmiddels werden de geruchten dat Mercury aan aids leed steeds sterker, mede vanwege het feit dat hij zelden in het openbaar te zien was. In 1990 kreeg Queen een Brit Award voor hun uitzonderlijke bijdrage aan de Britse muziek. Dit was Mercury's laatste verschijning in het openbaar. In de laatste 2 jaar van zijn leven werd hij continu gestalkt door fotografen, die op een gegeven zelfs via het WC-raam probeerden een glimp van Mercury op te vangen. Het Engelse tabloid The Sun beweerde continu dat hij ernstig ziek was; met name een artikel van november 1990 met een foto van een verwilderd kijkende Mercury (met uitpuilende ogen van de moeheid) samen met de kop "It's official - Freddie is seriously ill." In de zomer van 1991 verscheen de videoclip van I'm Going Slightly Mad, waarin Mercury wel weer te zien was. Maar ondanks make-up en pruik was duidelijk dat hij sterk vermagerd was. Hierna kwam Headlong uit. In deze clip was de vermagering goed te zien. De video van These are the Days of Our Lives werd voor het eerst uitgezonden op de BBC2, twee dagen na zijn overlijden, als afsluiting van een haastig in elkaar gezette herdenkingsspecial. De videoclip was Mercury's laatste. De laatste in het nummer door Mercury gefluisterde woorden zijn "I still love you", wat een persoonlijke ode van Mercury was aan de fans die Queen steunden en bleven steunen. Mercury uitte deze woorden ook vaak tijdens liveoptredens, meestal na het nummer Love of My Life, waar deze tekst ook in voorkomt. Na het maken van de clip kreeg Mercury steeds meer last van zijn ziekte. Mary Austin kwam daarom regelmatig bij hem langs. Mercury kreeg elke dag meer pijn, begon zijn zicht te verliezen en zijn desoriëntatie was zo overweldigend dat hij niet uit bed kon komen. Hij verloor bijna zijn gehele voet. Op een dag stopte hij met zijn medicijnen; hij was bereid om te sterven. Op 23 november 1991, één dag voor zijn overlijden, maakte Mercury officieel wereldwijd bekend dat hij leed aan aids. Dat deed hij door middel van een kort persbericht gemaakt op zijn sterfbed. De tekst die Mercury op 23 november 1991 om 14.50 uur, ongeveer 28 uur voor zijn dood, via de pers naar buiten bracht: "Na de enorme speculaties in de pers wil ik bevestigen dat ik hiv-positief getest ben en aids heb. Ik vond het juist om deze informatie niet eerder naar buiten te brengen ter bescherming van de privacy van de mensen om mij heen. Nu is het echter tijd dat mijn vrienden en fans over de hele wereld de waarheid horen. En ik hoop dat iedereen zich bij mij, mijn artsen en allen ter wereld die tegen deze verschrikkelijke ziekte vechten willen voegen. Mijn privacy is altijd al heel bijzonder voor mij geweest en ik ben beroemd om mijn gebrek aan interviews. Gelieve te begrijpen dat dit zo zal blijven. I still love you, Jullie Freddie." Mercury stierf op 24 november 1991 om 18:48 uur in zijn geliefde Londense huis aan een longontsteking, ten gevolge van aids. Hij werd 45 jaar oud. Freddie is in kleine kring gecremeerd in Londen. In de laatste maanden van zijn leven voltooide hij met wilskracht enkele nummers voor de laatste Queen-cd, Made In Heaven. Het laatste nummer dat Mercury gezongen heeft was Mother Love in Montreux. Hij bleek alleen fysiek niet in staat om ook het laatste couplet in te zingen. Hij ging terug naar Londen en dacht later nog wel terug te komen om het af te maken. Hij kwam nooit terug. Brian May heeft uiteindelijk het laatste couplet ingezongen. Het nummer is verschenen op het laatste Queen-album, Made In Heaven. Deze cd kwam vier jaar na zijn overlijden uit, in november 1995. Het hele album werd gemaakt als een ode aan Freddie. In 1997 maakten de overgebleven Queen-leden nog een laatste ode aan Freddie, No-One but You (Only the Good Die Young). In 2000 verscheen nog een cd-box met onder andere repetities met Montserrat Caballé en Michael Jackson. Hoewel hij tijdens optredens een flamboyante persoonlijkheid was, was Mercury in werkelijkheid een zeer verlegen en bescheiden man, met name in aanwezigheid van mensen die hij niet goed kende. Mercury: "Wanneer ik optreed, lijk ik een extravert persoon, maar van binnen ben ik een volledig andere man." Hij heeft ook relatief weinig interviews gegeven.
    Freddie Mercury was biseksueel. Hoewel sommige critici beweren dat hij zijn geaardheid expres verborg voor het publiek, beweren anderen juist weer dat hij openlijk homo was. In december 1974 vroeg een journalist van de New Musical Express direct, "Hoe is het om homo te zijn?", waarop Mercury antwoordde: "U bent een crafty cow. Laten we het op deze manier zeggen; Er waren tijden dat ik jong en groen was. Het zijn dingen die schooljongens doorlopen. Ik heb mijn aandeel schooljongensstreken gehad. Maar ik ga hier verder niet op in." Homoseksualiteit werd pas in 1967 gelegaliseerd in het Verenigd Koninkrijk, slechts zeven jaar voor dit voorval. In de jaren tachtig zou hij tijdens openbare evenementen zelfs vaak afstand hebben genomen van zijn partner Jim Hutton.
    In de vroege jaren zeventig had Mercury een lange relatie met Mary Austin, die hij had ontmoet via gitarist Brian May. Hij leefde een paar jaar met haar samen in West Kensington. Tegen het midden van de jaren zeventig begon de zanger echter een affaire met een mannelijke Amerikaanse platenproducent van Elektra Records, wat uiteindelijk resulteerde in het einde van zijn relatie met Austin. Toch bleven Mercury en Austin door de jaren heen goede vrienden, Mercury vaak verwijzend naar haar als zijn enige echte vrouw. In een interview in 1985 zei Mercury het volgende over Austin: "Al mijn minnaars vroegen me waarom ze niet in de plaats van Mary konden komen, maar dat is gewoon onmogelijk. De enige vriend die ik heb is Mary en ik wil dat helemaal niet met iemand anders. Voor mij is ze mijn vrouw. Voor mij was het een echt huwelijk. Wij geloven in elkaar, dat is genoeg voor mij." Hij schreef ook een aantal liedjes over Austin, de hoogst aangeschreven hit daarvan is Love Of My Life. In zijn testament gaf Mercury zijn huis, Garden Lodge, in Londen aan Austin, in plaats van aan zijn toenmalige partner Jim Hutton. Zeggende: "Je was mijn vrouw, dus het behoorde jou toch al toe, lieverd". Austin woont tot op vandaag de dag nog steeds in Garden Lodge. Mercury was de peetoom van de oudste zoon van Mary, Richard. Freddie heeft zelf voor zover bekend geen eigen kinderen. In de vroege jaren tachtig had hij een korte relatie met Barbara Valentin, een Oostenrijkse actrice, die optrad in de video It's A Hard Life. Ook zou Mercury een korte relatie hebben gehad met wijlen Carrie Fisher. In 1985 kreeg hij een relatie met een kapper, Jim Hutton. Hutton, die zelf hiv-positief is getest in 1990, woonde met Mercury samen in de laatste zes jaar van zijn leven en verpleegde hem tijdens zijn ziekte. Ook was hij aanwezig aan zijn sterfbed. Hutton beweerde later dat Mercury bij het sterven een trouwring droeg, die Hutton hem zou hebben gegeven. Hutton overleed zelf aan kanker ten gevolge van aids op 1 januari 2010. Op paasmaandag 20 april 1992 organiseerden de drie overgebleven leden van Queen een herdenkingsconcert ter nagedachtenis aan Freddie Mercury in het Londense Wembley Stadion, The Freddie Mercury Tribute Concert. Met dit concert moest geld ingezameld worden voor de Mercury Phoenix Trust, een fonds opgericht ter nagedachtenis aan de zanger en met als doel de bestrijding van aids door medisch onderzoek en publieke voorlichting. Onder andere traden de bands Metallica, Def Leppard, Guns N' Roses en Extremeop en vertolkten artiesten als Robert Plant, Liza Minnelli, Elton John, Roger Daltrey, Paul Young, David Bowie, Annie Lennox, George Michael en Seal bekende nummers van Queen. Op 25 november 1996, vijf jaar na zijn dood, werd een standbeeld van Freddie Mercury onthuld in Montreux, waar hij bijzonder graag kwam en ook enige tijd heeft gewoond. Queen kwam er voor het eerst in 1978 voor opnames voor het album Jazz in de Mountain Studios. De band kocht de studio in 1979.[3] Het bronzen beeld kijkt uit over het Meer van Genève en heeft zijn rechterarm opgeheven, een houding die Freddie tijdens zijn concerten vaak aannam als hij wilde dat het publiek meezong. In 1997 kwamen de overgebleven leden van Queen nog één keer bij elkaar, en namen een single op ter nagedachtenis aan Mercury, genaamd No One but You (Only the Good Die Young). Na deze single stopte bassist John Deacon met optreden, maar hij is nooit officieel uit de band gestapt. Ook is hij nog steeds betrokken bij financiële zaken van de band.
    Sinds 2003 wordt er in Montreux jaarlijks het Freddie Mercury's Montreux Memorial Day muziekfestival georganiseerd in het weekend dat het dichtst bij Freddies verjaardag valt. In 2006, zijn 60e verjaardag, waren hierbij zijn moeder, Jer Bulsara, en zuster, Kashmira Cooke, aanwezig. Ook in 2006, op 5 september, was in Londen een groot feest georganiseerd met een speciale uitvoering van de musical We Will Rock You inclusief gastoptredens en een veiling voor de Mercury Phoenix Trust. Een dag eerder werden er een nieuwe cd The Very Best of Freddie Mercury en een dubbel-dvd Lover of Life, Singer of Songsuitgebracht. De dubbel-dvd bevat Freddies solovideo's en zijn verhaal, verteld door vrienden en familie. Op 1 september is zijn solohit Love Kills opnieuw als single uitgebracht. Ten slotte is 11 september het audioboek Freddie Mercury A Life In His Own Wordsverschenen. Tijdens de sluitingsceremonie van de Olympische Spelen in Londen 2012 werden, tijdens het gedeelte met de ode aan de Britse popmuziek, bewerkte beelden van Freddie Mercury getoond op vier grote schermen in het centrum van het stadion van het live-optreden in Wembley. Dit was de inleiding tot een optreden van Queen (Brian May en Roger Taylor) met als gastzanger Jessie Jwaarmee de ode aan de Britse popmuziek werd afgesloten. In 2016 werd op 4 september bekendgemaakt dat een planetoïde is vernoemd naar Mercury.[4] Op de dag van zijn 70ste verjaardag (5 september 2016) is er een verzamelbox uitgekomen met zijn 13 hits, zowel op dubbel-cd als 13 gekleurde vinylsingles. De titel van deze compilatie is Messenger of the Gods. In 2013 werd de kikker-soort Mercurana myristicapalustris beschreven. De geslachtsaanduiding Mercurana betekent vrij vertaald 'Mercury's kikker' en is een eerbetoon aan Freddie Mercury.[5] "Ik word geen popster, ik word een Legende!" "Ik word bemind door duizenden, maar ik voel me de eenzaamste man ter wereld." "Al mijn partners vroegen waarom zij Mary niet konden vervangen, maar dat is gewoonweg onmogelijk. De enige vriendin die ik had was Mary en ik wil niemand anders. Voor mij was ze mijn officiële vrouw. Voor mij was het een huwelijk. We geloven in elkaar, en dat is genoeg voor mij. Ik kon niet verliefd worden op een man zoals op Mary." "Een interview? Doe toch niet belachelijk." "Ik ben zo machtig op het podium dat het lijkt alsof ik een monster heb gecreëerd. Wanneer ik optreed ben ik buiten mezelf, maar binnenin ben ik een heel andere man." "Ik wist dat we groot zouden worden, en dat werden we." "Ik hou ervan als mensen weggaan na een Queen-show en helemaal geëntertaind zijn. Ik denk dat de Queen-songs puur escapistisch zijn, vergelijk het met het zien van een goede film." "Ik ben een muzikale prostituee, mijn beste!" "Met geld kun je geen geluk kopen, maar het kan jou wel vervloeken." "Hoe groter, hoe beter - en dat geldt voor alles." "Ik heb nooit geld bij me, net zoals de echte koningin. Als ik iets wil, vraag ik het aan iemand van onze staf." "Ik heb geen moeite gedaan om een gitaarheld te worden omdat ik verdomme geen gitaar kan spelen." "Hallo, mijn naam is Kim Basinger ... eh, Freddie Mercury." "Ik ben een heel emotioneel persoon, iemand van grote extremen, en dat is vaak niet goed voor mezelf en anderen." "Ik vind het leuk om een bitch te zijn. Ik vind het leuk om het gezelschap van andere bitches te zijn. Eentonigheid is de grootste bedreiging van de wereld, m'n beste. Soms denk ik dat er meer moet zijn in het leven dan rond de wereld te trekken als een gek die onverschillig is." "Jij bent de laatste persoon tegen wie ik praat, dus jij krijgt misschien wel het beste interview... Zo, je hebt het op tape. Gebruik het."
    "Ik wil de wereld niet veranderen. Voor mij is geluk het allerbelangrijkste, en als ik gelukkig ben, dan wordt dit getoond in m'n werk." "Op het einde betekenen al mijn fouten en excuses niets voor me. Ik vind het leuk om te voelen dat ik m'n eerlijke zelf ben." "Ik wil voor zover het kan zo veel mogelijk genieten van het leven in de jaren die ik nog heb." "Ik heb mezelf nooit gezien als een leider. Als belangrijkste persoon, misschien." "De reden waarom we zoveel succes hebben is mijn charisma natuurlijk." "Moge jullie allemaal champagne hebben bij jullie ontbijt." "Als het gepland is, is het saai." "Ik ben gewoon mezelf, je weet wel. Soms ben ik slordig, soms stipt... Ik ben gewoon mezelf." "Ik leef mijn leven ten volle. Elke dag is het Fasching (Duits voor carnaval) voor me." "Ik heb enkele goeie vrienden, een groot huis en ik kan gaan naar waar en wanneer ik wil... Maar hoe meer geld je hebt, hoe bedorvener je wordt. En ik heb gewoon veel geld." "Laat ze met rust, als ze het maar niet kunnen snappen." "Waarom de gans doden die het gouden ei heeft gelegd?" "Ik ben niet bang om m'n mening te zeggen, of om te zeggen wat ik wil doen, of om de dingen te doen die ik wil doen, dus eh, ik denk dat op het einde enkel hetgeen wat natuurlijk en rein is overwint." "Als ik dit niet doe, dan heb ik niets om te doen, weet je. Ik kan niet koken, ik ben niet goed in een huisvrouw zijn." "Zolang de muziek er is, en zolang mensen die muziek kopen, is het oké. Wanneer ze stoppen met onze platen te kopen, kap ik ermee en doe ik iets anders. Een strip-ster worden of zo iets" "Ik wil niet naar de hemel, ik ga liever naar de hel. Denk eens aan al die interessante mensen die je daar ontmoet. Jij zult daar ook zijn."





    05-09-2018 om 09:37 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAT WEET JE OVER DE VUILBAK

     

    04-09-2018 om 09:11 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.WAT WEET JE OVER DE VUILBAK

    Een vuilnisbak of vuilcontainer is een bak of een container waarin afval en alles wat men niet meer nodig heeft, wordt verzameld. Onderscheid kan gemaakt worden tussen vuilnisbakken voor huisvuil die aan de straat worden gezet om geleegd te worden, afvalbakken voor bedrijfsafval en puin (soms ook tijdelijk aan de straat geplaatst bij een verbouwing), en publieke afvalbakken voor mensen die onderweg zijn. Eind 20e eeuw werd op grote schaal begonnen met het scheiden van afval. Afvalstromen zijn: Papier- en kartonafval. Glas Metaal Groente-, fruit- en tuinafval (GFT) Klein chemisch afval (KCA) Restafval De vuilnisbak werd door de Fransen uitgevonden[bron?]; in de 19e eeuw stelde de prefect van de Seine, Eugène Poubelle, voor dat men afval niet meer zomaar op de straten mocht laten liggen en dat men het in een soort van container moest steken. Het voorstel van Poubelle werd ingevoerd. Poubelle besliste ook dat op regelmatige tijdstippen het afval opgehaald moest worden. Men begon toen ook al aan het sorteren van het afval.[1] Een vuilnisbak om het huishoudelijk afval weg te gooien. Een speciale vuilnisbak voor glas en gebroken aardewerk. Een speciale vuilnisbak voor mosselen en oesterschelpen Vanaf de introductie werd het voorwerp door de Le Figaro, een Franse krant, bekritiseerd. Al snel noemde de krant het "la poubelle" aangezien de naam van de uitvinder Poubelle is. Het woord "poubelle" werd in 1890 opgenomen in een supplement van de Grand dictionnaire universel du XIXe siècle.
    Vroeg tot mid 20 eeuw werd door huishoudens gebruik van vuilnisemmers gemaakt van verzinkt of gegalvaniseerd plaatstaal. In de vuilnisemmer werd soms nog hete as van de met kolen, hout of turf gestookte kachels gegooid. De emmers werden in de jaren zeventig vervangen door de kunststofvuilniszak. Die waren lichter en men kon zo nodig meer dan één zak gebruiken. Naast het gebruik van kunststofzakken ontwikkelde zich het gebruik van containers op wieltjes die op de verzameldagen aan de weg werden geplaatst om geleegd te worden. Huishoudens hadden soms vuilnisbakken voor verschillende soorten afval. Vaak grijze bakken voor restafval en groene voor groente-, fruit- en tuinafval. Een gevolg van het per soort legen van de bakken was dat de frequentie van ophalen verschoof van eens per week naar eens per veertien dagen. In de ene week wordt het gft-afval opgehaald, in de andere het restafval. In sommige gemeenten worden de bakken ook gebruikt voor papier- en kartonafval. Begin 21e eeuw werden in veel gemeenten ondergrondse containers geplaatst waar meerdere huishoudens gebruik van maken. Het periodiek leegmaken van deze containers is minder arbeidsintensief en kostenbesparend. In diverse gemeenten werd ook gebruikgemaakt van een relatief kleine af te sluiten bak (de zogenaamde chemobox) voor klein chemisch afval (KCA). Deze werd in de regel maar één keer per maand geleegd. Vaak moeten mensen chemisch afval zelf naar een verzamelpunt brengen. Synoniemen voor vuilnisbak zijn:
    afvalbak afvalemmer asemmer vuilbak (in België) vuilcontainer of vuilniscontainer vuilnisemmer vuilnisvat De meeste onderdelen voor de kunststof afvalbakken worden gemaakt door het spuitgietproces en later samengevoegd. Rijkswaterstaat plaatst in heel Nederland afvalbakken langs de rijkswegen, op de bijbehorende parkeerplaatsen en bij de overgangen naar de Nederlandse stranden. In 2013 is hiervoor een nieuwe afvalbak ontwikkeld.[2] Treinen hebben vaak bij de zitplaatsen een afvalbak. Afvalbakken staan vaak in stations, bij tram- en bushaltes, bij bankjes, en aan de straat. De gemeente Arnhem verwijderde vanaf 2011 honderden afvalbakken uit de buitenwijken om op het legen te besparen.[3][4] Een hond zonder duidelijk ras wordt wel een vuilnisbakkenras of vuilnisbakkie genoemd. Het televisieprogramma Jiskefet is genoemd naar het Friese woord voor "prullenbak".[5] Letterlijk betekent dit woord echter "asbak" of "asvat". Jiske is Fries voor as.





    04-09-2018 om 09:10 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg

     

    04-09-2018 om 09:09 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 04 sep 1907 grieg

    04 sep 1907 Edvard Hagerup Grieg (Bergen, 15 juni 1843 - aldaar, 4 september 1907) was een Noors componist en pianist uit de Romantiek. Door werken als het Pianoconcert in a-mineur, de Lyrische Stukken voor piano, zijn liederen en de Peer Gynt-suites geldt hij als de belangrijkste Noorse componist. Grieg werd door de invloedrijke dirigent Hans von Bülow ook wel "de Chopin van het Noorden" genoemd.[1] Grieg stamde uit een familie die van oorsprong Schots was en eigenlijk Greig heette. Zijn overgrootvader Alexander Greig, een koopman uit Aberdeen, had zich in 1746 in Bergen gevestigd, meer om economische dan politieke redenen. Hij veranderde zijn achternaam in Grieg, overeenkomstig de Schotse uitspraak van de ei-klank. Zijn zoon John en zijn kleinzoon Alexander, vader van Edvard Grieg, waren beiden consul in Bergen van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland. [2] Edvard zag het daglicht in een muzikale familie. Zijn moeder, Gesine Judith Hagerup (1814 - 1875), was zeer artistiek (en had ook piano en zang gestudeerd) en zijn vader, Alexander Grieg (†1875), koopman en Brits diplomaat te Bergen, musiceerde in zijn vrije tijd. Grieg had verder een broer (John) en drie zussen, die ook muzikaal begaafd waren.[3] [4] Op 6-jarige leeftijd kreeg Grieg les van zijn moeder in piano en theorie.[4] Op tienjarige leeftijd leerde hij voor het eerst volksmuziek kennen, wat grote invloed zou hebben op zijn latere leven. Zijn eerste werken waren 'Duits' van karakter, vooral omdat zijn moeder veel bewondering had voor componisten als Chopin, Weber en Mendelssohn. In latere tijd verzette zal hij zich tegen deze Duitse invloed.[5] Zijn eerste compositie Variaties op een Duitse melodie voor piano, schreef hij op twaalfjarige leeftijd.[3] Hij nam het werk mee naar school, maar werd ervoor gestraft, en het manuscript werd verbrand.[6] Grieg had geen prettige schoolperiode: hij spijbelde vaak en werd ook gepest. In 1858 leerde Grieg de vioolvirtuoos Ole Bull kennen, die zijn familie wist over te halen hem aan het Conservatorium te Leipzig te laten studeren. Nog in oktober van dit jaar werd hij als student ingeschreven.[3] Grieg werd er opgeleid tot een uitstekend pianist, maar bereikte nooit een virtuozenstatus bereiken. In 1860 moest hij het conservatorium verlaten vanwege een ernstige vorm van pleuritis, waardoor zijn rechterlong zodanig aangetast raakte, dat deze niet meer functioneerde. Als gevolg hiervan had hij zijn leven lang ademhalingsproblemen.[7] Het herstel nam de nodige tijd in beslag: pas na de zomer kon hij verder studeren.[4] Toen hij in 1862 het conservatorium verliet sloot hij af met een concert waarbij hij zijn tekortkomingen leerde kennen. Bij deze gelegenheid speelde hij zijn opus 1: Vier stukken voor piano, waarvoor hij veel lof oogstte.[6] Toen hij kennismaakte met Rikard Nordraak (1842-1866), die hem de basis toonde van de nationale muziek waarop hij kon voortbouwen, leerde hij zijn ware roeping kennen: een kunstenaarschap toegewijd aan de muziek van de Noorse nationale romantiek.[8] Grieg documenteerde zijn studie aan het Leipziger conservatorium in de vorm van drie omvangrijke notatieboeken, waarin zowel zijn ontwikkeling als student is gedocumenteerd als, in afgeleide vorm, de onderwijsmethodiek van deze eertijds beroemde muziekonderwijsinstelling.
    Op 11 juni 1867 trouwde Grieg met zijn nicht Nina Hagerup (1845-1935), een begaafde zangeres, die in het bijzonder vanwege haar liederenvoordracht werd geroemd,[3] [8] en een kundig pianiste. Nog voor zijn huwelijk had Grieg het verzoek gekregen "Het Philharmonisch Gezelschap" te dirigeren, naar aanleiding van een concert met de violiste Wilma Norman-Neruda. Dankzij deze uitnodiging had hij nu voldoende financiële middelen om een gezin te stichten en te onderhouden. Daarnaast bleef hij privéles geven en componeren. "De Philharmonie" was overigens een zeer matig orkest met een amateuristisch koor. Al slaagde Grieg erin het Requiem van Mozart en de ouverture "Elias" van Mendelssohn uit te voeren, toch schonk het concerteren hem niet veel voldoening.[9] In 1869 kwam Edvard en Nina's enige kind, Alexandra, op de leeftijd van slechts één jaar te overlijden. In hetzelfde jaar kreeg Nina een miskraam; voor hen beiden een enorme klap.[3] In december 1869 kreeg Grieg een brief uit Rome van Franz Liszt (1811-1886), die veel bewondering toonde voor de Vioolsonate op. 7. Dit had tot gevolg dat de Noorse regering hem een stipendium verleende om naar Rome te reizen om Liszt te bezoeken.[10] Voor deze bijzondere gelegenheid nam hij zijn pas gecomponeerde Pianoconcert opus 16 mee. Liszt had er grote bewondering voor. "Ga zo voort", zei Liszt, en "ik zeg u, ge hebt er de gave voor - en laat u niet afschrikken!"[11] Aan zijn ouders schreef Grieg op 9 april 1870 dat dit bezoek voor hem van "oneindige betekenis" is geweest. Ter
    gelegenheid van dit bezoek schreef Grieg Foran Sydens Kloster(Vooraan een Kloosterpoort) opus 20, voor vrouwenkoor en orkest, dat hij aan Liszt opdroeg (1870).[12] In 1871 ontmoette hij de jurist Frants Beyer met wie hij lange wandelingen hield en voor de rest van zijn leven zou corresponderen. Na zijn terugkeer uit Rome richtte Grieg in Kristiania (Oslo) de "Musikforeningen" ('muziekvereniging') op, die hij samen met Johan Svendsen tot 1873 heeft geleid. Veel genoegen heeft hij er echter niet aan beleefd.[11] Tussen 1865 en 1866 kwam Grieg vaak in contact met de toneelschrijver Henrik Ibsen, voor wie hij liederen op diens teksten componeerde. In 1874 schreef Grieg Peer Gynt, voor een drama van Ibsen, waardoor hun vriendschap nog inniger werd. Na een jaar was het werk klaar. Op 24 februari 1876 vond de première plaats. In 1888 en 1891 bewerkte Grieg de toneelmuziek tot twee orkestsuites, die tot zijn bekendste werken zouden gaan behoren.
    Vanaf 1877 zonderde Grieg zich af in de bergen, waar hij veel inspiratie opdeed. Dit hield hij enkele jaren vol, maar na enige tijd verloor hij zijn interesse in de omgeving en raakten zijn ideeën uitgeput. In 1885 verhuisden Grieg en zijn vrouw naar Bergen, om zijn zwakke gezondheid. Daarin kwam nu verbetering. Hij liet er een huis bouwen, dat de naam Troldhaugen kreeg.[3] Grieg bleef zijn composities in het buitenland uitvoeren, wat zijn gezondheid niet ten goede kwam. Uiteindelijk werd zijn leven een strijd tegen zijn ziekte. In 1903 kreeg Grieg een borstbeeld en een stapel gelukwensen voor zijn verjaardag. Hij bleef ook naar het buitenland gaan voor concerten, maar dat nam gestaag af. Zijn vrouw zorgde al die tijd voor hem. In 1905 gaf Grieg ter gelegenheid van de onafhankelijkheid van Noorwegen een concert voor koning Haakon VII van Noorwegen.[3] Zijn laatste werk Fire salmer (Vier psalmen), gebaseerd op volksmuziek, heeft hij in de zomer-herfst van 1906 gecomponeerd. Ondanks zijn bijzonder slechte gezondheidstoestand, ondernam hij in zijn laatste levensjaar diverse concertreizen, onder andere naar Kopenhagen. Op 3 september 1907 moest hij - direct na een concertreis door Engeland - worden opgenomen in het ziekenhuis te Bergen.[13] Daar aangekomen zei hij: "Saa dette skulde bli min Bane" ("Dit zou dus mijn einde zijn").[14]
    In de morgen van 4 september 1907 stierf Grieg op 64-jarige leeftijd. De begrafenis vond op 9 september plaats. Het volk treurde en de begrafenisstoet in zijn woonplaats trok meer dan 50.000 mensen. Onder de klanken van zijn eigen treurmars voor Nordraak werd de kist ter crematie geleid.[3] [15] Zijn as - en, vele jaren later, die van zijn vrouw - werd bijgezet in een bergcrypte vlak bij zijn villa Troldhaugen.[3] Hij liet 65.000 dollar na aan de stadsbibliotheek te Bergen,[16], evenals andere nalatenschappen, zoals composities en archivalia (brieven, handschriften, dagboeken en foto’s).[17] Grieg is voor het grootste gedeelte aan te merken als miniaturist - zijn grote kracht lag in het schrijven van kleine muziekvormen met een vaak ongecompliceerd verloop, hetgeen vooral tot uitdrukking komt in zijn pianomuziek. Zijn vroegste werk behoort tot de Duitse romantiek. Zijn latere composities worden gekenmerkt door ogenschijnlijk eenvoudige melodieën met een heel eigen subtiel chromatische en harmonische stijl, waarbij hij veelal putte uit de Noorse volksmuziek - met name de Noorse volksliederen en dansen.[18] Röntgen[18] merkt hierbij op dat de mening dat Grieg volksmuziek in zijn composities heeft gebruikt, op een wijdverbreid misverstand berust. Bijna alles wat hij componeerde was van eigen vinding. Op een paar uitzonderingen na heeft hij geen grote muziekstukken zoals symfonieën en opera’s gecomponeerd, ofschoon hij daarvoor eerzuchtig genoeg was.[19] Veel van zijn muziek - met name liederen en de Lyrische Stukken voor piano - heeft ingang gevonden in menig muzikaal gezin. Zijn muziek is dan ook mede hierdoor wijdverbreid geraakt.[20] De Ballade, opus 24 - eigenlijk variaties op een Noors volkslied - is een van Griegs grootste en tevens belangrijkste werken voor piano, dat door Brahms zeer geprezen werd. Het werk behoort tot het concertrepertoire van veel pianisten.[21]
    Zijn villa Troldhaugen kan in Bergen nog steeds worden bezichtigd, alsmede de hut waar hij zich dikwijls terugtrok om te componeren. Er is een museum naast gebouwd. In de jaren 90 werd een sfeer-/ promotiefilm over Noorwegen gemaakt, waarbij Griegs muziek als achtergrond werd gebruikt. Grieg componeerde zijn opus 66, negentien Noorse Volksliederen, in het "Fossli Hotel", gelegen bovenaan de Vøringsfossen-waterval, aan de rand van Hardangervidda. Hij was goed bevriend met de Nederlands - Duitse componist Julius Röntgen. Van diens hand verscheen in 1930 een biografie,[22] waarin rijkelijk wordt geciteerd uit hun correspondentie. Griegs Morgenstemning uit de Peer Gynt-toneelmuziek werd gespeeld tijdens de bijzetting van koningin Juliana der Nederlanden op het moment dat de kist met haar stoffelijk overschot afdaalde in de Delftse grafkelder. Muziek van Grieg wordt bijzonder vaak gebruikt voor films, radio- en televisieprogramma's. Een honky-tonkversie van het openingsthema van zijn pianoconcert onder de titel Grieg One[23] diende als tune voor een populair programma van Joost den Draaijer op Radio Veronica. Geert Wilders gebruikte in zijn film Fitna Aases dood uit Peer Gynt als achtergrondmuziek





    04-09-2018 om 09:08 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer

     

    04-09-2018 om 09:06 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 04 sep 1965 a sweitzer

    04 sep 1965 Albert Schweitzer (Kaysersberg, 14 januari 1875 – Lambaréné (Gabon), 4 september 1965) was een Frans-Duitse arts, lutherse theoloog , filosoof en musicus. Albert Schweitzer werd in 1875 geboren in Kaysersberg, in de noordelijke, toen Duitse Elzas, het tegenwoordige Franse Haut-Rhin-departement. In 1951 ontving hij de prestigieuze Vredesprijs van de Duitse Boekhandel voor zijn protest tegen kernproeven en in 1952 de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn filosofie 'Eerbied voor al het leven'[1]. Hij is, behalve door zijn medisch werk in Afrika, vooral bekend geworden door zijn filosofie over cultuur en ethiek, en als musicus door zijn studies en interpretatie op orgel en piano van de muziek van Johann Sebastian Bach. Albert Schweitzer was de tweede zoon van Ludwig Schweitzer, predikant bij de Evangelische gemeente. De naam van zijn moeder was Adele, zij was een dochter van de dominee van Mühlbach. Samen met een oudere broer en drie zussen beleefde hij - naar eigen zeggen - een gelukkige jeugd. Albert Schweitzer was een ziekelijk kind, wat men aan de sterke, gezonde man van later niet zou afzien. Hij was ook, en dat is nog vreemder, laat met lezen en schrijven, en leerde slecht. Hij noemde zichzelf een traag en dromerig kind. Daarom dwong hij zichzelf, toen hij opgroeide, om juist die onderwerpen te leren beheersen die moeilijk voor hem waren, zoals Hebreeuws. Daarbij werd hij onder andere gemotiveerd door zijn klassenleraar uit de derde, Dr Wehmann, die hem zelfvertrouwen gaf. Op muzikaal vlak was hij wel zeer begaafd. Toen hij zeven jaar oud was had hij reeds een psalm gecomponeerd en speelde hij op het harmonium koraalmelodieën met zelfgevonden harmonieën. Op zijn achtste begon hij op kerkorgels te spelen, een hartstocht die hij van zijn grootvader geërfd had. Hij volgde het gymnasium te Mülhausen, met dank aan een oudoom die directeur was van de volksscholen daar en bereid was hem in huis te nemen. Zijn vader had dit onderwijs voor hem waarschijnlijk nooit kunnen betalen. In huis bij zijn oudoom kwam Albert onder strenge tucht te staan, waarvoor hij later zijn diepe dankbaarheid uitte. Op 18 juni 1893 haalde hij met tamelijk middelmatige eindcijfers zijn eindexamen.
    In oktober dat jaar ontving hij orgelles van de grote Parijse organist Charles-Marie Widor, bekostigd door een oom die koopman in Parijs was. Er ontstond een bijzondere vriendschap tussen Widor en Schweitzer. Eind oktober 1893 begon hij filosofie en theologie te studeren in Straatsburg. Slechts onderbroken door zijn militaire dienstplicht in 1894 stortte hij zich in zijn studie en verdiepte zich de eerste jaren intensief in het Nieuwe Testament en het leven van Jezus. Hij bleef ook op muzikaal vlak bezig, als orgelbegeleider bij Bachconcerten van het St. Wilhelm-koor. Ook leerde hij hier de opera's van Wagner kennen. Na zijn eerste staatsexamen theologie in 1898 besloot hij zich - gesteund door een beurs - op de filosofie toe te leggen. Daartoe verhuisde hij naar Parijs, waar hij opnieuw orgellessen van Widor volgde en zich verdiepte in de filosoof Immanuel Kant. In de zomer van 1899 reisde hij af naar Berlijn, om zich nader te verdiepen in de filosofie. Hier leerde hij onder andere de theoloog Adolf von Harnack en de psycholoog Carl Stumpf kennen, evenals de bredere academische wereld en geestelijke kringen in Berlijn. De toen nog niet al te grote stad beviel hem zeer, behalve de nieuwere orgels. De klank was dreunend en droog, vond Schweitzer. Eind juli dat jaar keerde hij terug naar Straatsburg en promoveerde op Kant.
    Hij besloot zich voor langere tijd te vestigen in Straatsburg, en wel in de studentenkamer aan de Thomaskade waar hij eerder met veel plezier had gewoond. Hij sloeg een aanbod om filosofie-docent te worden af, omdat het dan niet gewaardeerd zou worden als hij bleef prediken. Als predikant - zijn tweede examen ternauwernood gehaald op 15 juli 1900 - verzorgde hij de middagdiensten op zondag en catechisatielessen aan jongens. Ieder jaar kon hij gerust drie maanden vrij nemen om zich te concentreren op verdere studie en reisde hij nog regelmatig naar Parijs. Daar hield hij - in het Duits - colleges over filosofen als Friedrich Nietzsche en Arthur Schopenhauer, schrijvers als Gerhart Hauptmann, Hermann Sudermann en Goethes Faust. In 1900 behaalde hij de graad van doctor in de
    theologie, met zijn werk over het Avondmaal. In 1902 begon hij colleges te geven aan de theologische faculteit in Straatsburg en in 1905 publiceerde hij in het Frans een biografie over Johann Sebastian Bach. In 1905 voltooide hij een studie over de bouw van het orgel waarna hij met zijn studie medicijnen begon, om tropenarts in Afrika te worden. Al langer liep Schweitzer rond met het idee iets te doen aan het voor hem onbegrijpelijke gegeven dat hij een gelukkig leven leiden mocht, terwijl er zoveel mensen met leed en zorg kampten. In zijn vriendenkring werd zijn voornemen niet goed ontvangen: men betoogde hem dat hij uiteindelijk meer goeds kon doen door vanuit Europa zijn wetenschappelijke kennis te verspreiden. Maar Schweitzer hield voet bij stuk en begon in oktober 1905, op zijn dertigste, aan de studie medicijnen en bood zijn diensten aan aan het Parijzer Zendingsgenootschap. Drukke jaren braken aan want naast zijn studie medicijnen bleef hij werkzaam als orgelspeler in Parijs en Barcelona, predikant en docent in de theologie in Straatsburg. Wel legde hij in 1906 zijn functie als directeur van het theologische seminarium naast zich neer. Desalniettemin had hij regelmatig een moeheidscrisis, met name tijdens examendagen. In oktober 1911 volbracht hij zijn medisch staatsexamen, waarna hij nog slechts een jaar in een kliniek moest werken en een dissertatie moest schrijven om als arts aan het werk te mogen. Voor zijn dissertatie onderzocht Schweitzer vanuit medisch oogpunt of Jezus' messiasverwachting ontsproot uit een geestesziekte. Dat was niet zo, volgens Schweitzer. Tijdens het schrijven van deze dissertatie, begon hij zich voor te bereiden op zijn reis naar Afrika. In 1912 stopte hij colleges te geven en nam hij ontslag als predikant van de St. Nicolaïkerk. Ook trouwde hij met de dochter van een Straatsburgse historicus, Helene Breslau, die hem hielp bij het afronden van al het literaire werk voor het vertrek naar Gabon. In de lente van dit jaar trok hij andermaal naar Parijs, ditmaal om tropische ziekten te bestuderen en alle nodige inkopen te doen om zijn werk in de tropen te doen. Nadat hij het Parijzer Zendgenootschap had overtuigd dat hij enkel als arts en niet als onorthodox christen en predikant naar Afrika af zou reizen, en nadat het Franse ministerie van Koloniën toestond dat een arts met enkel een Duits diploma uitgezonden kon worden, kon hij - met zijn echtgenote - op reis.
    Een groot deel van zijn leven heeft Albert Schweitzer doorgebracht in Afrika vanaf 1913, om precies te zijn nabij Lambaréné aan de rivier Ogooué in Gabon om daar een ziekenhuis te bouwen, in de buurt van een sinds 1872 bestaande zendingspost van het Amerikaanse Presbyteriaanse Zendingsgenootschap. Hij beloofde niet als zendeling, maar alleen als arts op te treden. Daar heeft hij duizenden mensen behandeld en geopereerd. Er was voorheen in die regio nog geen arts voorhanden en jarenlang was Schweitzer de enige arts in het hele ziekenhuis.
    In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en omdat hij Duitser was op Frans territorium werd hij officieel krijgsgevangen verklaard. Na een aantal maanden huisarrest mocht hij, omdat de mensen nu van medische zorg verstoken waren, zijn werk in het ziekenhuis hervatten. Zijn moeder werd in 1916 op straat overreden door paarden van militairen en stierf. In 1917 werden hij en zijn vrouw alsnog als krijgsgevangenen geïnterneerd in Frankrijk - aanvankelijk in een klooster in Monléon-Magnoac en later, in 1918, in Saint-Rémy-de-Provence, eveneens in een oud klooster met ziekenhuis, waar eerder Vincent van Gogh een tijdlang opgenomen was geweest. Schweitzer nam al zijn gedwongen rustperioden te baat om verder te werken aan onder andere zijn boek "Cultuur en Ethiek". Hij zag deze wereldoorlog als een teken van verval van de toenmalige beschaving, als een bewijs van zijn overtuiging dat een onverschillige, onnadenkende mensheid geregeerd wordt door de strijd om kennis en macht ten koste van anderen, en daarmee steeds meer
    schuld op zich laadt. Hij trachtte begrippen als 'liefde', 'toewijding', 'medelijden', 'deelgenootschap' en 'solidariteit' weer op de agenda krijgen, om de mensheid te stimuleren tot leven op een hoger plan. Na het einde van de oorlog, in 1918, kreeg hij een baan als medisch assistent in het Burgerziekenhuis in Straatsburg. Daarnaast hervatte Schweitzer zijn oude baan als hulpprediker in de St. Nicolaikerk. In 1923 voltooide hij het boek "Cultuur en Ethiek". Reeds in 1919 werd hij door Nathan Söderblom uitgenodigd om na Pasen in 1920 op de Universiteit van Uppsala te komen spreken over cultuur en ethiek. Hij had er groot succes mee en vele spreekbeurten in heel Europa volgden. Zijn spreekbeurten en ook orgelconcerten dienden overigens niet alleen voor het verbreiden van zijn gedachtegoed, maar ook om de nodige financiële middelen bijeen te brengen voor het werk in Lambaréné. Zijn eigen spaarpot had hij voor dat doel al ruimschoots aangesproken. In 1924 keerden Schweitzer en zijn vrouw naar Lambaréné terug. Daar moest hij allereerst het intussen vervallen ziekenhuis weer opknappen, waarna hij zijn medische werk hervatte. Na enige tijd kreeg hij hulp van andere artsen en kon hij naar Europa gaan wanneer hij werd uitgenodigd voor spreekbeurten of orgelconcerten. Geleidelijk kreeg zijn werk overal grote bekendheid en ook erkenning. Behalve zijn filosofische denken sprak vooral zijn werk in Afrika wereldwijd tot de verbeelding.
    Van 1939 tot 1948 werd Schweitzer wegens de oorlogssituatie in Europa gedwongen in Lambaréné te blijven.[bron?] Vanaf 1948, drie jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, kon hij weer vrij reizen, spreken en concerten geven, niet alleen in Europa, maar ook in de Verenigde Staten. Afgewisseld met zijn werk in Lambaréné is hij dit, voor zover zijn gezondheid het toeliet, blijven doen tot zijn dood in 1965. Schweitzer kreeg in 1952 de Nobelprijs voor de Vrede. Met de geldprijs die daaraan verbonden was kon hij eindelijk zijn lepradorp afbouwen. In 1954 werd hij opgenomen in de exclusieve Duitse Orde "Pour le Mérite". De laatste twee decennia van zijn leven sprak hij zijn bezorgdheid uit over de wapenwedloop in de wereld en het gevaar van een atoomoorlog. Hij stierf op 4 september 1965 in Lambaréné, 90 jaar oud. In Deventer bij de Brink voor het Nederlands Albert Schweitzer-centrum is in 1975 een bronzen standbeeld van Schweitzer onthuld van Pieter de Monchy door de kleindochter van Schweitzer.[2]
    1893 - Studeert filosofie en theologie aan de Universiteiten van Straatsburg, Berlijn en Parijs 1900 - Hulpprediker in de St. Nicolaikirche in Straatsburg 1901 - Hoofd van het Theologisch Seminarie in Straatsburg 1905-1913 - Studeert medicijnen en chirurgie 1913 - Zendingsarts in Lambaréné in Gabon, Afrika, begint met de bouw van een hospitaal 1917 - Internering in Frankrijk 1918 - Medisch assistent en assistent-pastor in Straatsburg (St. Nicolaikirche) 1919 - Eerste grote voordracht over "Cultuur en Ethiek", aan de Universiteit van Uppsala in Zweden 1924 - Terugkeer als zendingsarts in Lambaréné; bouw van een nieuw hospitaal aan de Ogooue rivier 1927-1939 - bezoekt Europa regelmatig voor spreekbeurten en concerten 1939-1948 - Lambaréné, strijdende troepen respecteren de neutraliteit van het ziekenhuis 1949 - Bezoekt voor het eerst de Verenigde Staten 1953 - Bouw van het lepraziekenhuis in Lambaréné 1954-1965 - reizen door Europa worden afgewisseld met verblijven in Gabon Schweitzer als denker en als mens kunnen eigenlijk niet worden opgesplitst in segmenten. Daarvoor waren zijn denken, overtuiging en handelen te veel één. Voor een goed overzicht echter is het toch handig zijn theologische, musicologische, filosofische en medische werk apart te beschrijven. Het boek Geschichte der Leben-Jesu-Forschung, dat hij als jong theoloog publiceerde, vestigde zijn reputatie als nieuwtestamenticus. Het verscheen voor het eerst onder deze titel in 1906. In deze studie
    van eerdere levensbeschrijvingen van Jezus Christus interpreteerde hij het spreken en handelen van Jezus in het licht van diens eschatologische overtuiging. Hij schaarde zich daarmee grotendeels aan de zijde van Johannes Weiss en diens werk Die Predigt Jesu vom Reiche Gottes (1892). Schweitzer kwam in zijn boek tot de slotsom dat Jezus niet zozeer om zijn leer het navolgen waard is (hoewel hij de morele waarde van bijvoorbeeld de Bergrede hoog aansloeg) maar om zijn wilskracht, om een willen dat volgens Schweitzer vooral gericht is op de morele vernieuwing van de mensheid. Hij vergrootte zijn reputatie met een aantal andere nieuwtestamentische studies, zoals Die Mystik des Apostels Paulus (1930). Hieruit blijkt temeer zijn belangstelling voor de Bijbelse Messiaanse verwachting, christelijke eschatologie, verlossing van het lijden en de vervulling van de belofte van het Koninkrijk van God. Overigens wordt zijn werk ook gekleurd door een enigszins pantheïstischeinslag en door zijn belangstelling voor filosofieën.
    Albert Schweitzer was in zijn tijd een beroemd organist. Hij was bijzonder geïnteresseerd in de muziek van Johann Sebastian Bach en bestudeerde onder andere de religieuze elementen in diens muziek. Daaruit voortvloeiend ontwikkelde en publiceerde hij een eenvoudige, onopgesmukte stijl van uitvoeren, waarvan hij vond dat dat meer paste bij Bach en zijn tijd. Dit werkte hij uit in het boek Johann Sebastian Bach, dat hij in 1905 schreef op verzoek van de Parijse organist en componist Charles–Marie Widor. Schweitzers boek zette een trend in die zeer lange tijd de stijl van uitvoeren van Bachs muziek heeft beïnvloed. Hij stond ook bekend om zijn actieve belangstelling voor de constructie van het orgel. In 1951 instigeerde hij, in samenwerking met de vaste organist ter plekke George Stam, in de vrijzinnigprotestantse Leeuwenberghkerk te Utrecht de bouw van een nieuw orgel. Dit werd enkele jaren later opgeleverd uit de werkplaats van de Zaanse orgelmaker Flentrop met wie hij reeds eerder had samengewerkt. Dit instrument is het enige blijvende markeringsobject in Nederland van Schweitzers visie op de moderne orgelbouw, die vele jaren eerder in de Elzasser Orgelreform tot uitdrukking was gekomen. Tevens was hij orgeladviseur van de Somerville College Chapel, de kapel van Somerville College in Oxford.
    . Het kernpunt van Schweitzers filosofie is de term "eerbied voor het leven". In zijn ogen was de beschaving in verval vanwege een algemeen gebrek aan de wil om lief te hebben. Naar zijn stellige overtuiging moet men al het leven eerbiedigen en daarmee ook liefhebben. Hiermee ging hij lijnrecht in tegen de dan vooral bij jongeren populaire filosofie van Friedrich Nietzsche. Hij had meer op met de denktrant van de Russische schrijver Leo Tolstoj, wiens werk hij bewonderde. Sommige tijdgenoten vergeleken Schweitzers denken met dat van Franciscus van Assisi, wat hij niet tegensprak. Zijn persoonlijke credo was "Ik ben leven dat leven wil, te midden van leven dat leven wil".
    Met 'leven' bedoelde hij elk levend mens, dier en ding in de gehele kosmos. Hij bepleitte een soort spirituele verhouding tot het grote geheel, zag dat als een vorm van overgave aan het leven en aan de liefde tot al wat leeft. Op deze overtuiging bouwde hij zijn meest bekende theorie over "cultuur en ethiek", waarover hij zijn hele verdere leven bij allerlei gelegenheden sprak. Hij hoopte dat hij daarmee wezenlijk bijdroeg aan een nieuwe renaissance van de mensheid, een mensheid, bepleitte hij, die nadenkt en zich daardoor bewust wordt van zijn context, het omringende leven, en dat met een nieuwe liefde en met nieuwe wilskracht daarnaar zou handelen. Autonoom nadenken over de waarheid, de essentie van het leven, zou volgens Schweitzer resulteren in het verkrijgen van de noodzakelijke innerlijke kracht tot het doen van nobele, verheven daden ten gunste van al wat leeft. Schweitzer werd alom gerespecteerd voor het in praktijk brengen van zijn eigen theorie.





    04-09-2018 om 09:05 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon

     

    04-09-2018 om 09:03 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vandaag jaren terug 04 sep 1989 georges simenon

    04 sep 1989 Georges Joseph Christian Simenon (Luik, 13 februari 1903 - Lausanne, 4 september 1989) was een (Franstalige) Belgische schrijver . Hij schreef aanvankelijk ook onder de pseudoniemen Georges Sim, Christian Brulls, Gom Gut, Georges d'Isly, Jean du Perry, Jean Dorsage, Jacques Dorsonne, Luc Dorsan, Georges- Martin- Georges en Gaston Vialis. Simenon werd bij het grote publiek vooral bekend als de schrijver van 75 detectiveromans en 28 korte verhalen over Maigret. Daarnaast schreef hij nog eens 136 psychologische romans en honderden andere verhalen. Georges Simenon werd geboren te Luik, Rue Léopold 26 (nu nummer 24) als zoon van Désiré Simenon en Henriette Brühl. De voorouders van zijn vader waren afkomstig uit Wallonië, die van zijn moeder uit Nederland en Duitsland. Zijn vader was werkzaam als boekhouder bij een verzekeringsmaatschappij. Zijn drie jaar jongere broer Christian zou de favoriete zoon van moeder worden, charmanter en meer open dan de gesloten en zelfstandige oudste, dit tot verdriet van George. Waar vader rust en gemoedelijkheid uitstraalde was moeder gespannen, heel vroom, maar ook angstig, een erfenis van armoede en een faillissement in de familie. Henriette verweet haar man niet hogerop te willen. Zij besloot kamers te verhuren aan studenten in Luik om het bescheiden inkomen aan te vullen. De arme, meestal uit Oost-Europa afkomstige jongemannen, zouden een voorrangspositie in huis innemen en door hun soberheid en ijver geen positieve indruk op de jonge George maken. In de romans Pedigree en Le locataire is hiervan de weerslag te vinden.[1] George Simenon was solidair met zijn vader. Ze verstonden elkaar, ook zonder woorden. Het type man, dat Simenon in zijn boeken beschrijft (op zichzelf, tevreden met het kleinburgerlijk bestaan, afkerig van verandering) waren even zo vele variaties op zijn vader. In zijn Maigretromans overlijdt de vader van de commissaris op 45-jarige leeftijd aan pleuritis, Désiré Simenon overleed op die leeftijd aan angina pectoris.[2] Hij was goed op school. Vanwege de financiële gesteldheid van zijn ouders mocht hij tegen half geld op het Collège Saint-Louis, een door jezuïeten geleidde middelbare school, en later het Collège SaintServais, studeren. De door zijn moeder voorgestane katholieke opvoeding vond weerklank bij de jongen; hij werd koorknaap. Later zou hij nederigheid als een belangrijke menselijke eigenschap blijven zien. De aangepaste scholier, die erebaantjes kreeg, werd echter een rebel, bewonderd door zijn vrienden. George las graag, vooral De drie musketiers van Alexandre Dumas. Dostojevski en Gogol zouden de geliefde auteurs van zijn volwassen leven worden. Hij breidde zijn belangstelling verder uit met de kennis van een Luiks historicus en die van een bekend Waals dichter in de stad.[3] Een seksuele ervaring met een ouder meisje veranderde zijn leven. Met de ziekte van zijn vader als voorwendsel verliet hij kort daarna opeens de school. Zijn biograaf Pierre Assouline denkt dat de werkelijke reden bij Simenon het gevoel was, dat hij seks in zijn leven niet meer wilde missen, iets dat de katholieke wereld, waarmee hij tot dan verbonden was, niet toeliet.[4]
    Wat doelloos dolen door de stad volgde. Thuis was hij niet graag. De ruzies tussen vader en moeder en hun pijnlijke stiltes ontweek hij liever. Hij dacht niet voor het geluk geboren te zijn en voor alles moeite te moeten doen. Zijn wat gereserveerde karakter werd in deze periode gevormd. Na een paar winkelbaantjes werd hij kort voor zijn zestiende als journalist aangenomen bij de Gazette de Liège, een rechtse katholieke krant, die in 1919 voor het eerst na de Duitse bezetting weer verscheen. De keuze voor het blad was niet toevallig. In Luik bestond een breed spectrum van bladen, van links tot liberaal, maar het klimaat van thuis en zijn eigen overtuiging lieten hem voor behoudend kiezen.[5] Hij stortte zich met grote energie op zijn werk, een tomeloosheid die de vaderlijke hoofdredacteur wist te kanaliseren. Grote belangstelling voor politiezaken, veel drank en bezoekjes aan hoeren, kenmerkten George Simenon als tiener. Zijn salaris verviervoudigde. Hij kon een fiets kopen, die hem als kind door zijn moeder geweigerd was en een Harley Davidson, die hem snel bracht waar hij moest zijn. 'Le petit Sim' werd onmisbaar op de redactie. Met een batterij brandende en uitgedoofde pijpen op het bureau was hij tot laat in de avond bezig nieuwe artikelen te schrijven in de brede categorie Gemengde Berichten. Hij kreeg een eigen rubriek, die eerst Buiten de kipperen en later Laten wij praten heette en die hij ondertekende met Georges Sim of G. Sim, namen die hij ook al voor zijn proefwerken gebruikt had. Zijn baan bracht hem in alle milieus, politiek, theater en op straat. Daar was hij eens getuige van een ruzie, die omsloeg in een volkspsychose, met een onvoorstelbare haat voor een man, die over een dak weg vluchtte. Angst voor de massa zou bij hem blijven en in enkele verhalen vorm krijgen. Simenon was niet alleen een vlotte schrijver, hij toonde ook veel zelfstandigheid. Hij ging
    ook politieke stukken schrijven. In 1921 verscheen, deels onder zijn naam, een lange reeks antisemitische artikelen in de Gazette. De stukken waren zogenaamd gedocumenteerd door de Protocollen van Zion, een stuk dat toen al als vervalsing bekend stond, dat de haat tegen Joden in naoorlogs Europa aanwakkerde door de vermenging van jodendom, elites, kapitaal en communisme aan te tonen. Ook al voerde George mogelijk een redactionele opdracht uit, dan leende hij zich daartoe niet tegen zijn zin. Het negatieve, karikaturale, beeld van de Jood komt herhaaldelijk voor in Simenons populaire en in zijn serieuze romans. In Le petit homme d'Archangelsk, vertaald als De merel in de tuin, geeft hij echter een begrijpend en diepgaand beeld van de Joodse mens.[ Simenon was van jongs af bezig met schrijven. Hij deed dat met groot gemak. Naast artikelen publiceerde hij korte verhalen in de Gazette. Voor meer kritische stukken zocht een uitlaatklep bij andere Waalse periodieken, die soms in de marge van de samenleving stonden. Het leven aan de rand trok hem aan, maar had gevaarlijke kanten. Dat bleek toen een van de leden van het artistiek vriendengroepje waartoe hij behoorde zich verhing aan de deurknop van een kerk in de buurt. Simenon gebruikte dit horrorverhaal, gesitueerd in een milieu van drinkers en ethersnuivers, in een van zijn eerste Maigretverhalen: Le pendu de Saint-Pholien (vertaald als Maigret en het lijk aan de kerkdeur). De eenzaamheid aan de marge joeg Simenon schrik aan. Om zich geborgen te voelen verloofde hij zich op zijn zeventiende jaar met Régine Renchon, studente kunstgeschiedenis, om "me 's avonds met haar achter dat gordijn te bevinden en een van die schaduwen te zijn."[7] Als auteur debuteerde Simenon in 1921 met een door vrienden geïllustreerde, licht satirische sleutelroman over Luik: Au pont des arches (Bij de bogenbrug). De brug vormt de verbinding tussen het oude stadscentrum en de zuidelijke oever, de wijk Outre-meuse, waar hij met zijn ouders woonde. Een tweede boek werd hem door zijn hoofdredacteur, Joseph Demarteau, dringend afgeraden. Satire was niet de echte creatieve kwaliteit van Simenon, was de mening. Simenon typeerde zich in de Gazette eens als "een eeuwige jongeling die met de neus in de wind en de handen in de zakken loopt, terwijl hij de geuren van de kades en de steegjes opsnuift."[7] In november van dat jaar overleed Désiré Simenon aan de gevolgen van zijn ziekte. Georges was in een shock, zei geen woord. Zijn vader, die penningmeester was geweest van een vereniging voor stille armen, had te weinig geld nagelaten om de begrafenis te kunnen betalen. Daarvoor zorgde de hoofdredacteur van de Gazette. De dood van zijn vader maakte George Simenon noodzakelijk volwassen: "Pas als de zoon zijn vader niet meer nodig heeft, begrijpt hij dat hij zijn beste vriend is."[8] Op zijn achttiende werd hij voor dienst opgeroepen en ingedeeld bij het transport, het paardenvolk. In de kazerne kreeg hij een merkwaardige voorkeursbehandeling. Mogelijk was hij door zijn geringe lengte niet echt nodig of wogen de vriendschapsbanden van de overste met de hoofdredacteur van de Gazette zwaar. Hij mocht in ieder geval overdag op de krant blijven en niets stond blijkbaar zijn vertrek naar Parijs, in december 1922, in de weg.
    Met een aanbevelingsbrief van Demarteau bij zich en opgevangen door een kring van kennissen uit het Luiks artistiek milieu kwam George niet als vreemdeling in Parijs aan. Hij werd secretaris van de rechtse publicist, activist en romancier Jean Binet de Valmer, voor wie hij waarschijnlijk onder diens naam twee romans schreef. Simenon had al het idee, dat hij van veelschrijver later een echt auteur zou worden: "Een deel van mijn leven zal ik Fordjes fabriceren en veel geld verdienen. Daarna zal ik voor mijn genoegen Rolls Royces maken!"[9] Régine Renchon, die hij Tigy noemde, kwam over. Op uitdrukkelijke wens van zijn moeder huwden ze eerst katholiek in Luik. Het huwelijk was voor hem een bescherming tegen angst en eenzaamheid. Van zijn inkomen maakte hij geld over aan Henriette, wat zijn broer Christian ook deed. De goede verdiensten als journalist had hij er met zijn levensstijl doorheen gejaagd, net als het kostbare horloge, dat hij een jaar voor het overlijden van zijn vader gekregen had. Het werd de prijs voor een mooie zwarte hoer, die hij niet had kunnen weerstaan. Hij zou het zich zijn hele leven blijven verwijten.[10] Het echte secretariswerk zou hij twee jaar doen bij een connectie van Binet-Valmer, de markies Tracy, eigenaar van een rechtse krant voor Nevers en omgeving, die op een het kasteel-landhuis, Paray-Le-Fresil in het departement Allers, woonde. Een arrogante lastige oude heer, die niet toestond, dat Simenons echtgenote bij hem introk. Een zekere fascinatie voor adel en kastelen zou Simenon blijven houden, al zou hij deze klasse met zijn rituelen nooit helemaal aanvoelen. "Ik leerde ten slotte een man te worden die nergens en overal thuis is, de man die ik in mijn dromen vaag had willen worden."[11] De onzekerheid en de angst om te falen zaten echter diep. Alle jongemannen in zijn latere romans zijn door dit onvermogen getekend. Zo volgt Michel Maudet in Het einde van een gentleman zijn onzeker lot als secretaris van een oude grillige man, die hij toch als een soort vader gaat zien.
    Terug in Parijs leefde hij van artikelen, spot en erotiek, voor verschillende blaadjes met namen als Paris-Flirt en Le sourire, drie stukjes per dag. De huisvesting met Tigy was sober, op een kamertje waar ze niet mochten koken. Bij het dagblad Le Matin probeerde Simenon ook verhalen te slijten. De toen bekende schrijfster en journaliste Colette, die aan de krant verbonden was, gaf hem het advies geen literatuur te schrijven. Na twee pogingen had hij het in de vingers: geen verfraaiingen maar eenvoudige woorden. Bij het schrijven zou hij zich dit advies blijven herinneren.[12] De Simenons werden welvarender; ze huurden een appartement aan de Place des Vosges en gingen graag uit in de wijk Montparnasse. Simenon leverde nu met de regelmaat van de klok volksromans, meer dan één per maand, aan verschillende uitgevers onder een groot aantal pseudoniemen, zoals Christian Brulls, de voornaam van zijn broer met de verbasterde achternaam van de moeder, Jean du Perry en Georges-Martin-Georges. Lichte, sentimentele en avonturenromans, met zich opofferende heldinnen, gejaagde jongemannen, de aristocraat in zijn kasteel en de onbarmhartige geldschieter. Voor pikante details hoefde hij alleen maar terug te grijpen op zijn Luikse jaren. In deze leertijd en kans om geld te verdienen, tussen 1924 en 1931, publiceerde hij 190 romans. Deze "secretaresseromans", zoals hij ze zelf noemde, zagen er niet uit – eerder een brochure dan een boek.[13] Het productieteam werd al gauw versterkt met een secretaresse naast Tigy, aan wie hij al improviserende een verhaal dicteerde. De twintigjarige Henriette Liberge kwam als huishoudster, een Normandische vissersdochter, blond, mollig en eenvoudig. Simenon noemde haar "Boule" (bolletje) en zij zou haar "kleine mooie meneer" altijd vergezellen. Tussen hen bestond een oprechte, liefdevolle, erotische verhouding.[14]   Simenon was zakelijk en koelbloedig. Je kon gerust een roman van een bepaalde lengte bestellen tegen een vaste prijs, die hij dan op tijd leverde tussen andere verhalen door. Op de burelen van de uitgeverijen Ferenczi, Fayard en Gallimard verscheen hij regelmatig, vaak zwierig gekleed in een kostuum van geruite stof, platte pet en plusfours, net als de jonge journalist en detective Rouletabile uit de feuilletons van schrijver Gaston Leroux. Simenons onuitputtelijkheid en discipline wekten verbazing. Een journalist van het dagblad France-Soir bezocht hem en schreef "Negen uur. De typiste zit achter haar typmachien. Bedenk wel dat hij voor de middag twee lichte verhalen, een tragisch verhaal en de schets voor een populaire roman moet hebben gedicteerd. En vanavond zal hij opnieuw schrijven. En na middernacht veroorlooft hij zich het genoegen echt te schrijven.[15] Hij vatte opnieuw het koortsachtige uitgaansleven van cafés, cabarets, moderne concerten en prostituees op. Hij verkeerde in moderne artistieke kringen, ontmoette schilders en schrijvers als Maurice de Vlaminck, Pablo Picasso, André Gide en Max Jacob. Hij was zo'n uitgaansprominent, dat hem gevraagd werd de Sovjet-Russische volkscommissaris van Onderwijs Anatoli Loenatsjarski, zelf trouwens ook auteur van toneelstukken, tijdens diens bezoek door Parijs te leiden. In dat nachtleven ontmoette Simenon de Amerikaanse zwarte naaktdanseres Josephine Baker, met haar prachtige achterste. Vriendschap, liefde en een korte gepassioneerde verhouding volgden. Hij nam zaken voor haar waar, maar verbrak de relatie toen hun omgeving hem als een soort knechtje van de beroemde ster ging zien. Simenons aan het maniakale grenzende schrijfvaardigheid dreigde een circusnummer te worden toen de uitgever van een krant als publiciteitsstunt de schrijver in 1927 voorstelde in een glazen kooi op het terras van Moulin Rouge in drie dagen en drie nachten een roman te schrijven, waarvoor het publiek de hoofdpersonen en de titel mocht kiezen. George ging op het voorstel in en bedong een vorstelijke beloning. De pers sabelde deze vertoning, een schrijver onwaardig, echter neer. De uitgever kreeg financiële problemen en de politie had uit oogpunt van openbare orde ook bezwaren. George probeerde nog twee uitgevers te interesseren, maar er kwam niets van terecht. Toch streek hij een aardig bedragje op en verdween voor een tijdje naar een eilandje voor de kust van La Rochelle. De mythe dat hij in een glazen kooi voor het publiek een roman zou hebben geschreven bleef echter in stand.[16] De periode van het aan de lopende band produceren van "Fordjes" nam langzaam een eind. Tussen 1921 en 1934 schreef hij onder zeventien verschillende namen in totaal 358 romans en korte verhalen. [17] Canada, Arizona en een echtscheiding gevolgd door een nieuwe echtgenote annex secretaresse (Denyse Quimet) en een tweede zoon, betekenden een nieuw begin. Sommige romans zijn duidelijk door Amerika geïnspireerd, zoals Trois chambres à Manhattan (Drie kamers op Manhattan) en Maigret
    in New York, maar de meeste spelen zich in Frankrijk af, zoals Lettre à mon juge (Brief aan mijn rechter), Les volets verts (De groene luiken) en L’horloger d’Everton (De horlogemaker van Everton). Hij bleef ook bij zijn uitgevers in Frankrijk. Zijn nieuwe woning, de Shadow Rock Farm in Lakeville, Connecticut, dicht bij de bossen, gaf hem de ruimte zich in gedachten naar Frankrijk te verplaatsen. Aan zijn werkwijze veranderde niets: zes uur op, gordijnen dicht, pijpen, koffie, en nu ook cola. Niemand mocht hem storen. In 1952 maakte hij, onder grote belangstelling van de pers, een reis naar Engeland, België en Frankrijk. Een jaar daar voor was zijn trouwe vriend en criticus André Gide overleden, een van de weinigen aan wie hij zijn diepste gevoelens had geuit. Zo bleek dat onder zijn optimisme vaak 'een kille en heldere wanhoop' schuilging. Gide erkende in Simenons romans 'het verschrikkelijk gevoel van angst', dat de romanpersonen ontleenden aan hun middelmatigheid.[18] Na vijf jaar was het weer tijd om te vertrekken voor, wat zijn biograaf Assouline noemde, deze 'chronisch instabiele man'. Eerst reisde hij met gezin langs de plaatsen in Frankrijk, die een belangrijk thuis waren geweest, La Rochelle, Nieul-sur-Mer en omgeving en het eiland Porquerolles, bij Toulon. Cannes, waar onder meer de roman Striptease speelt, bood te weinig afzondering. Die vond hij wel in een kasteeltje bij Échandens, in het Zwitserse kanton Vaud, een type huis dat hij eerder bewoond had. Daarna was het 'business as usual': schrijven en het behartigen van zijn auteursrechten, waarin hij een niets ontziend zakenman was – meer uit principe en trots dan vanwege een gehechtheid aan geld, want hij gaf het net zo gemakkelijk uit als hij het verdiende. Wel sloeg een vermoeidheid toe, die ook de romanpersonen uit die tijd tekenen, waaraan het gebruik van drank, net als bij hun schepper, niet vreemd was.[19] Halverwege de jaren zestig verhuisde het gezin (Simenon, echtgenote, zoons Marc, Jean en Pierre en dochter Marie-Jo) met het huispersoneel van meer dan tien personen naar een villa die Simenon in Épalinges, bij het Meer van Genève, had laten bouwen, met ruimte voor zijn vijf luxe auto's. De stormachtige verhouding met zijn echtgenote Denyse kwam tot een eind door haar drankzucht en instabiliteit, waar hij ook zijn kinderen, tegen moest beschermen. Na haar vertrek naar een kliniek nam de Italiaanse huishoudster Theresa haar plaats in. De zelf onevenwichtige schrijver had een steun nodig. De band met zijn eerste echtgenote werd weer aangehaald. Ondanks het hectische levenspatroon was Simenon een man van de klok en had een passie voor zindelijkheid in het huis.[20] Na 1972 zou Simenon geen romans meer schrijven. Wel verschenen autobiografische teksten, die hij niet had geschreven maar op een bandrecorder had opgenomen, met uitzondering van Lettre à ma mère (Brief aan mijn moeder). Pijnlijk was de verwijdering van zijn tweede vrouw, die een belastend boek over hem liet schrijven. Traumatisch was de zelfdoding, op 25-jarige leeftijd, door zijn dochter Marie-Jo, die in Parijs was gaan wonen, maar erfelijk belast al vroeg symptomen van een neurose begon te vertonen. De aanbidding van haar vader en de spanningen die er thuis tussen haar vader en moeder waren, deden geen goed. Haar pogingen om in muziek of als actrice iets te betekenen werden gefnuikt door haar angsten. De lijvige autobiografie Mémoires intimes, die Simenon als een monnik, op vaste tijden, in een heel klein handschrift op ruitjespapier geschreven had, werd goed verkocht. Verhuisd naar een huis bij Lausanne, met Théresa en Boule, zou hij op 4 september 1989 sterven.[21]
    Simenon maakte in zijn romans gebruik van zijn kennis van Nederland. In Maigret in Holland beschrijft hij een café te Delfzijl, met zijn jeneverlucht, bierviltjes en schuifdeuren naar de achterzaal voor feesten en partijen. Hij noteert de geraniums op de vensterbank, de moderne boerderij en het feit dat nogal wat personen goed Frans spreken. Het type man dat hij beschrijft is een gevestigde man van aanzien, zakenman of arts, uit een burgerlijk milieu. Op een gegeven moment raken ze los van zichzelf, begaan een misdaad, vluchten, of blijven blijkbaar gelaten de gevolgen van hun daad afwachten. Het zijn typische Simenon-mannen: ontworteld en fatalistisch. In L’homme qui regardait passer les trains (De man die de treinen voorbij zag gaan) vlucht de Groningse, van fraude beschuldigde zakenman Kees Popinga naar Amsterdam, doodt in een vlaag van woede de maîtresse die hem afwijst en belandt in Parijs. Eenmaal gearresteerd sluit hij zich als een gek op in zwijgen en zal hij zijn dagen eindigen in een Groningse psychiatrische instelling. In L'assassin (De moordenaar) situeert de schrijver een zelfde "vluchteling" in Sneek: de arts Hans Kuperus koopt in Amsterdam, waar hij voor een artsencongres is, een wapen, waarmee hij op de terugweg zijn overspelige vrouw en diens geliefde doodt. Hij verlaat Sneek niet, maar begeeft zich zoals gewoonlijk onder zijn kring van vrienden in het café Onder de
    Linden. Hij "vlucht" naar binnen en spot soms met zijn lot door gewaagde uitingen. Het leven herneemt zijn oude gang. De dienster Neel heeft ondertussen de plaats van zijn echtgenote ingenomen. Georges Simenon was niet een auteur in afzondering. Hij schreef reportages van reizen door WestEuropese landen en Afrika voor het dagblad France-Soir en interviewde als bekend journalist de uitgeweken voormalige Sovjetleider Trotski. Simenon, niet wars van publiciteit, accepteerde een verzoek van deze krant om als Maigret een onderzoek in te stellen naar de verdachtmakingen en doden in het schandaal rond de Joodse oplichter Stavisky, dat in 1934 in Frankrijk tot een zware politieke crisis leidde. Zijn inmenging als amateur in dit mijnenveld was niet zonder risico, maar hij kwam er zonder kleerscheuren vanaf. Het criminele milieu reageerde niet, het waardeerde hem als schrijver van misdaadromans. Simenon was politiek rechts georiënteerd. In de groeiende spanningen werkte hij voor een royalistisch blad, als alternatief voor het fascisme. Hij was betrokken bij een op verzoening gerichte publieksactie: het dragen van speldjes met vredessymbolen en de letters SH (Sans Haine - Zonder Haat).[22] Toen de Duitsers België binnenvielen meldde Simenon, nog steeds Belgisch staatsburger, zich bij de ambassade. Legerdienst was minder waarschijnlijk, wel was hij geschikt met zijn connecties in La Rochelle de toestroom van Belgische vluchtelingen naar deze plaats te organiseren. Dit ging hem goed af. Na overgave en wapenstilstand keerden de vluchtelingen naar huis terug. De romans Vlucht uit Oostende en De trein bewaren een herinnering aan deze tijd. Tijdens de bezetting hield hij zich verder alleen bezig met het schrijven en de verfilming van zijn boeken. De Duitse filmmaatschappij Continental, een firma waar overigens ook Franse regisseurs en acteurs voor werkten, verwierf de rechten. Simenon tekende de Ariërverklaring. Hij publiceerde verhalen in Belgische en Franse collaborerende bladen. In zijn contacten maakte hij geen onderscheid maken tussen links, rechts en de bezetters. Hij probeerde in een goed blaadje bij de Duitsers te komen om reispasjes te krijgen. In een brief aan zijn moeder begin '41 schreef hij dat hij hoopte dat Engeland geen stand zou houden tegen het Duitse offensief, mogelijk in de hoop dat de oorlog dan over zou zijn en hij rustig zijn gang kon gaan. Simenon kon zeker een opportunist genoemd worden.[23] Ironisch voor een man, die in zijn woorden vaak blijk had gegeven van een zeker antisemitisme, werd hij er van beschuldigd een Jood te zijn – een aanklacht die later werd ingetrokken. Voor Radio Vichy schreef hij een hoorspel, dat zeer succesvol was. Niets in zijn werk verried de aanwezigheid van de oorlog, maar het verzet dat vanaf 1943 in kracht toenam kende hem wel. Een gaullistisch blad schreef dat de schrijver na de bevrijding zou worden gearresteerd.[24] Er konden hem geen concrete daden tegen Frankrijk worden verweten, maar hij had door zijn manier van leven een verkeerde indruk gewekt. Na een jaar van toe- en afnemend arrestatiegevaar besloot hij in augustus 1945 met zijn vrouw, zoon en huishoudster naar Amerika te vertrekken, net voor een Frans uitreisbevel. Zijn broer Christian, die als lid van de Belgische fascistische Rexbeweging leiding had gegeven aan een wraakactie tegen links, waarbij veel slachtoffers waren gevallen, kon de doodstraf verwachten. Simenon adviseerde hem zich bij het Franse Vreemdelingenlegioen aan te sluiten, wat hij deed. Later zou hij sneuvelen in de Franse koloniale oorlog tegen de Vietnamezen.[25] Als dertiger beschrijft Simenon vaak de eenling, een jongeman, gejaagd op zoek naar een plaats in het leven, een identiteit. Bij het ontbreken daarvan accepteren ze de dood, als straf voor een zinloos begane misdaad, een absurde daad, te vergelijken met het handelen van personen, gecreëerd door de existentialistische auteur Albert Camus. Als de gruwelijk eenzame Frank Friedelmayer in La neige était sale (Het bloedspoor in de sneeuw) gevangen zit in afwachting van de doodstraf, is het alsof hij in de cel een plek voor zichzelf gevonden heeft en de dood voor hem niet een einde is: "Hij is klaar. Hij hoeft zijn jas niet aan te trekken. Hij is op de hoogte. Hij haast zich. Hij wil de drie anderen die het koud hebben niet laten wachten (...) Kijk! Hij heeft de kraag van zijn jasje opgeslagen, net als de anderen! En hij heeft vergeten naar het raam te kijken, hij vergeet te denken. Het is waar dat hij later alle tijd zal hebben." Later zijn de hoofdpersonen minder wanhopig. Het zijn 'kleine' mannen en vrouwen, die veelal thuis werken: een klokkenmaker, een reclametekenaar, de chef van een klein stationnetje. Ze willen niet opvallen, maar door omstandigheden worden ze gedwongen aan het leven deel te nemen, zoals in de romans De weduwnaar, De neger en De trein. Hoewel Georges Simenon veel vrouwen heeft gehad, meestal in korte, betaalde, relaties, speelt erotiek als zodanig in zijn boeken nauwelijks een rol. De jonge hoofdpersonen hebben naast zich een jonge vrouw die hen in praktische aanleg de baas is. De echtgenotes in latere verhalen heten plichtmatig
    Jeanne, in een huwelijk uit gewoonte. De grote liefde is van oudere mannen voor jonge vrouwen, bijna meisjes nog, zoals scheepseigenaar Chatelard die in La Marie du port koestert voor de dienster Marie in een Bretons havencafeetje. Ondanks zijn onrust en herhaaldelijk verhuizen, koos Simenon vaak voor locaties in zijn romans, waar hij zich bijzonder thuis voelde: Parijs, La Rochelle en Bretonse vissersplaatsjes. Zo'n dorpje wist hij met gevoel voor sfeer en detail te beschrijven. "Het was dinsdag en de vijf of zes trawlers die de hele week op de Engelse kust vissen waren 's ochtends teruggekeerd. Zoals gewoonlijk waren ze in de voorhaven afgemeerd, dicht bij de vismarkt, en nu alleen, bij hoog tij, opende men voor hen de draaibrug. Oktober versnelde de val van de dag en zijn getijden van dood water likten nauwelijks de voet van de klippen. De vaargeul, ter hoogte van de brug, was dicht bezet met de lage woningen van Port-en-Bessin, met grijze gevels en daken van harde leisteen." Nadat hij zijn boot had verkocht en zich dan in Parijs, dan weer op het platteland gevestigd had, ging hij in de jaren dertig reizen en deed daar op zijn niet-politieke manier journalistiek verslag van. Hij trok met zijn vrouw door West-Europa, naar Afrika en voer door het Panamakanaal. Het donkere continent zou het thema van een aantal romans worden, zoals Le coup de Lune, te vertalen als Maanziek, dat zich in Gabon afspeelt. In Panama situeerde hij onder meer de roman Negerwijk (Quartier nègre).
    In zijn beginjaren had Simenon zich een bijna mechanische discipline eigen gemaakt. Als hij meester over eigen tijd is, zet hij de omstandigheden naar zijn hand: een busje met fijn geslepen potloden, een aantal gestopte pijpen, de geelbruine envelop met namen en verhaallijnen, als geheugensteun, en vooral de afzondering. Regelmatige wandelingen, om hem in een “staat van genade” te brengen. De overgave aan de persoon, die hij in zich voelt. Schrijven, typen, het hele creatieve proces, moet binnen een beperkte tijd zijn beslag vinden, uiterlijk een maand. De romans van Simenon zijn nooit lang, compact, wat ze een grote mate van echtheid geeft, als uit het leven. Wanneer hij zich niet sterk genoeg voelt voor een roman, schrijft hij een Maigretdetective, maar in wezen is hij romanschrijver. Hij betreurt daarom dat de lezers hem vooral kennen als schepper van deze beroemde rechercheur. Alles is intuïtie bij George Simenon. De persoon is de kern, waar omheen de omgeving “kleeft als een nat kledingstuk”. De mannen en vrouwen uiten zich in hun woorden altijd eenvoudig. Gedachten en psychologisering maken, daarvan is de schrijver overtuigd, de personen niet authentiek. Hij zal dan ook geen intellectuelen opvoeren in zijn boeken. De intrige komt op de tweede plaats. Dit geldt zowel voor zijn romans als voor de Maigretverhalen. Belangrijk is de persoon, die in een crisis verkeert, op het randje leeft. Het gevaar komt niet van buiten, maar zit in de personen zelf. De aantrekkingskracht van het werk van Simenon is niet het onderwerp, maar de wijze van schrijven, de stijl, waarvan hij zelf heeft gezegd, dat de stijl het ritme is. De zinnen van Simenon lopen in een lichte gang. Het aroma van zijn taal bestaat uit eenvoudige woorden, materiële woorden, zoals hij ze noemde, die iedereen kent. De omgeving, straat, een haven, de trein, worden treffend met enkele woorden aangeduid, overtuigend gehuld in een atmosfeer van regen of die van een bleke winterdag. Op plaatsen waar hij graag was – op het platteland, in de stad, aan boord van een schip, in een café, met kaartspelers – analyseerde hij niet, maar zoog zich vol indrukken. Simenon was geen auteur met een onbeperkte fantasie; veel van wat terug te vinden is in zijn romans nam hij persoonlijk waar.[26] Overlezen en corrigeren was niet aan hem besteed. Zijn manier van werken was instinctief, zodat hij eigenlijk niet precies wist hoe een boek tot stand was gekomen. Het moest daarom zo blijven als het was, met alle kwaliteiten en fouten. Op vragen van de gearriveerde auteur André Gide antwoordde hij, dat als hij zichzelf zou analyseren hij niet meer zou kunnen schrijven.[27] Ondanks zijn intuïtieve manier van werken, documenteerde Simenon zich regelmatig. Voor sommige romans maakte hij gebruik van het materiaal van juridische processen. Bij het schrijven van Les anneaux de Bicêtre (De klokken van Bicêtre), dat in een Parijs hospitaal speelt, wilde hij precies de gang van zaken daar weten. Het in een verhaal verwerken van mensen en plaatsen, die hij gekend had, leidde nog al eens tot herkenning, met soms de dreiging van een proces tot gevolg.
    Typerend voor Simenon was zijn belangstelling voor de mens. Maigret is een speurder met begrip voor de dader, een politieman, die als een soort dokter naar diens zwakten zoekt. De schrijver bezat een levendige belangstelling voor criminele, medische en psychologische diagnostiek en las mede daarom ook Tsjechov en William Somerset Maugham, auteurs die arts waren geweest. Die belangstelling was wederzijds: de beroemde psychiater Carl Gustav Jung had het volledige romanwerk van Simenon, met aantekeningen, in zijn kast staan.[28]
    Het succes van zijn boeken bracht Simenon een uitgever in een hoger literair echelon: Gallimard. Hoewel deze door de snelle productie van de schrijver nauwelijks de tijd kreeg reclame voor de titels te maken, verkochten deze goed. De omzet van zijn psychologische romans was beduidend minder. In literaire kring werd hij maar met moeite geaccepteerd: hij schreef te gemakkelijk, het kon daarom niet goed zijn. Waarschijnlijk had deze weerwil te maken met het feit, dat een belangrijke literatuurprijs, de Prix Renaudot, voor de roman Le Passagier de Polarys, aan zijn neus voorbijging. Maar de kracht van zijn verhalen viel op. In 1938 stond gemiddeld elke dag een artikel over hem in de Franse pers. Daar verscheen ook een aantal van zijn romans eerst als feuilleton. Ook buitenlandse uitgevers ontdekten hem. Eind jaren dertig was hij de meest vertaalde levende Franse auteur. Internationaal was hij dit begin jaren vijftig.[29] André Gide, André Thérive en Robert Brasillach behoorden tot de eerste schrijvers die hem erkenden als groot auteur. André Gide was gefascineerd door de creativiteit van Georges Simenon en begon na hun ontmoeting met hem te corresponderen. Hij volgde Simenons ontwikkeling als schrijver nauwgezet vanaf het ogenblik dat deze succes oogstte met zijn politieromans. Hij bestudeerde zijn schrijfstijl en technieken en plaatste notities in de marges, tot hij ten slotte in 1941 verklaarde: "Simenon est un romancier de génie et le plus vraiment romancier que nous ayons dans notre littérature d'aujourd'hui" ("Simenon is een geniaal romanschrijver en de meest waarachtige romancier uit de hedendaagse literatuur"). In Frankrijk werd hij opgenomen in het Legioen van Eer. In 1951 werd Simenon verkozen tot lid van de Académie royale de langue et de littérature françaises de Belgique. Een teken van grote waardering was ook zijn benoeming tot voorzitter van de Mystery Writers of America. Maar Frans kandidaat voor de Nobelprijs voor Literatuur werd hij niet, al was daar wel herhaaldelijk sprake van. Sinds 2003, het jaar waarin Simenon 100 jaar zou zijn geworden, worden zijn boeken uitgegeven in de beroemde Pléiade-reeks. Naast de detectives over Maigret schreef Simenon een groot aantal andere romans. In totaal wordt zijn oeuvre op zo'n 500 boeken geschat. Simenon is een van de meest gelezen auteurs van de twintigste eeuw en ook een van de meest verfilmde. Zijn romans hebben ondertussen een half miljard lezers gevonden.[30]
    Het personage "commissaris Maigret" maakte zijn debuut in 1929. Simenon publiceerde toen op verzoek van Joseph Kessel een reeks van detectiveverhalen in La Maison de l'inquiétude. Een van de eerste zes romans van de serie die hij aan uitgeverij Fayard aanbood, was Pietr-le-Letton (1931), in 1930 geschreven aan boord van de Ostrogoth. Niet alleen is dit het boek waarin Maigret zijn eerste officieel onderzoek leidt, het is ook de eerste roman die Simenon onder eigen naam publiceerde. In totaal schreef Simenon 103 romans en korte verhalen over Maigret. Volgens de overlevering[31] creëerde Simenon het personage Maigret in Delfzijl tijdens een van zijn bootreizen in 1929. In september 1929 arriveert Simenon, in het gezelschap van zijn vrouw Tigy, met zijn schip Ostrogoth in Delfzijl. Vanwege een lek in het schip brengt Simenon de boot voor reparatie naar een scheepswerf aan het Damsterdiep. Een vervallen schip in het Damsterdiep wordt daarna zijn werkkamer. Hier ontstaat zijn eerste boek in de Maigretreeks: Pietr-le-Letton (Maigret en de onbekende wreker). Deze versie over de geboorte van het romanpersonage Maigret wordt echter weersproken door een interview dat Simenon gaf op 1 juli 1932 in La République.[32]Daarin vertelt hij dat het idee voor het scheppen van een Franse commissaris ontstond tijdens een bootreis naar Noorwegen.[33] Uitgever Fayard liet de eerste Maigret eerst in 13 delen verschijnen (in de periode van 19 juli tot 11 oktober 1930) in zijn weekblad Ric Rac, voordat hij publicatie in boekvorm overwoog. Het boek
    verscheen ten slotte in het voorjaar van 1931. Simenons laatste 'Maigret' (Maigret et monsieur Charles) werd in 1972 gepubliceerd. In totaal verschenen 103 titels, romans en korte verhalen.
    In de periode 1931-1972 verschenen er in totaal 117 romans durs van Simenon. Het zijn meer literair geconstrueerde en stilistisch verfijnde romans, waarin Maigret niet voorkomt en Simenon zijn personages meer psychologische diepgang geeft. Le passager du Polarlys (1930) Le Relais d’Alsace (juli 1931) La maison du canal (1933) Les fiançailles de M. Hire (1933) Le coup de lune (1933) L’homme de Londres (1934) Quartier nègre (1935) Ceux de la soif (1935) 45° à l’ombre (1936) Les demoiselles de Concarneau (1936) L’assassin (1937) Le testament Donadieu (1937) L’homme qui regardait passer les trains (1938) La Marie du port (1938) Le bourgmestre de Furnes (1938) Les sœurs Lacroix (1938) La veuve Couderc (1940) La vérité sur Bébé Donge (1940) Malempin (1940) Les rapports du gendarme (1941) Le voyageur de la Toussaint (1941) Pedigree (1943) L’aîné des Ferchaux (1943) La révolte du Canari (1944) Le deuil de Fonsine (januari 1945) Madame Quatre et ses enfants (januari 1945) Le cercle des Mahé (1945) La maison des sept jeunes filles (1945) Trois chambres à Manhattan (1946) Un certain monsieur Berquin (augustus 1946) L’escale de Buenaventura (augustus 1946) Le petit restaurant des Ternes (januari 1947) Le petit tailleur et le chapelier (maart 1947) Le clan des Ostendais (1947) La neige était sale (1948) Les fantômes du chapelier (1949) Le temps d’Anaïs (1950) Les volets verts (1950) Un nouveau dans la ville (1950) Sept petits croix dans un carnet (september 1950) La mort de Belle (1951) Antoine et Julie (1952) Le grand lot (1953) Le grand Bob (1954)
    Le châle de Marie Dudon (1954) Le petit homme d'Arkhangelsk (1956) Les gens d'en face (1957) Le passage de la ligne (1958) Dimanche (1958) La vieille (1959) Le veuf (1959) Le roman de l'homme (1959) Betty (1960) Le train (1961) Les anneaux de Bicêtre (1962) Le petit saint (1964) La chambre bleue (1964) Le train de Venise (1965) La mort d’Auguste (1966) Lettre à mon juge (1967) Le riche homme (1970) Quand j’étais vieux (1970) Lettre à ma mère (1974)
    103: De horlogemaker van Everton (L’horloger d’Everton) 115: De man van Oebangi/Het einde van een gentleman (L’aîné des Ferchaux) 147: De zoon (Le fils) 148: De neger (Le nègre) 168: In geval van nood (En cas de malheur) 188: Striptease (Strip-tease) 206: De president (Le président) 250: Zondag (Dimanche) 278: De merel in de tuin (Le petit homme d’Archangelsk) 281: De begrafenis van meneer Bouvet (L’enterrement de monsieur Bouvet) 297: De oude dame (La vieille) 344: De weduwnaar (Le veuf) 399: De roman van de mens (Le roman de l'homme) 404: Het zwarte balletje (La boule noire) 410: De teddybeer (L’ours en peluche) 455: Tante Jeanne (Tante Jeanne) 456: Brief aan mijn rechter (Lettre à mon juge) 499: Betty (Betty) 517: De trein (Le train) 545: De gebroeders Rico (Les frères Rico) 546: Het bloedspoor in de sneeuw (La neige était sale) 569: Drie kamers op Manhattan (Trois chambres à Manhattan) 570: De deur (La porte) 619: Over de scheidslijn (Le passage de la ligne) 620: Schele Marie (Marie qui louche) 650: De spoken van de hoedemaker (Les fantômes du chapelier) 681: De anderen (Les autres) 682: Antoine en Julie (Antoine et Julie) 699: De klokken van Bicetre (Les anneaux de Bicêtre) 715: Vier fatale dagen (Les quatre jours du pauvre homme) 738: De groene luiken (Les volets verts)
    791: De blauwe kamer (La chambre bleue) 792: Stoplicht (Feux rouges) 812: De man met het hondje (L’homme au petit chien) 853: De ijzeren trap (L’escalier de fer) 854: Leven met Anais (Le temps d’Anais) 883: Als een nieuw begin (Un vie comme neuve) 884: De zaak Louis Bert (Cours d’assises) 956: Voortvluchtig (L’évadé) 957: 45 graden in de schaduw (45 à l’hombre) 982: De bananen toerist (Touriste de bananes) 999: Negerwijk (Quartier nègre) 1000: Het kasteel van Roodezand / Maigret en de zaak Nahour 1001: De trein uit Venetië (Le train de Venise) 1057: De dood van Auguste (La morte d’Auguste) 1078: De moordenaar (L’assassin) 1103: De schipbreukelingen (Les rescapés du Télémaque) 1104: De man die de treinen voorbij zag gaan (L’homme qui regardait passer les trains) 1124: De verdwijning van meneer Monde (La fuite de M. Monde) 1143: De verhuizing (Le déménagement) 1144: De drie misdaden van mijn vrienden (Les trois crimes de mes amis) 1202: Doodlopende weg (Chemin sans issue) 1203: De meisjes van Concarneau (Les demoiselles de Concarneau) 1226: De schokgolf (Le coup de vague) 1227: De hand (La main) 1251: De medeplichtigen (Les complices) 1252: De weduwe Couderc (La veuve Couderc) 1299: De rode ezel (L’âne rouge) 1300: Grote Bob (Le grand Bob) 1325: Ongestrafte misdaad (Crime impuni) 1362: November (Novembre) 1363: De man uit Londen (L’homme de Londres) 1390: De dood van Belle (La mort de Belle) 1403: De rijkaard (Le riche homme) 1442: De verdwijning van Odile (La disparition d’Odile) 1443: Een nieuweling in de stad (Un nouveau dans la ville) 1466: Uitgeput (Au bout de rouleau) 1477: De glazen kooi (Le cage de verre) 1478: Donkere regen (Il pleut bergère) 1498: De waarheid over Bebe Donge (La verite sur Bébé Donge) 1499: De poes (Le chat) 1509: De schuldelozen (Les innocents) 1543: Het huis aan de overkant (La fenêtre des Rouet) 1544: De vogelvrije (L’outlaw) 1806: Het geval de muis (Monsieur la souris) 2105: De burgemeester van Veurne (Le bourgmestre de Furnes)
    Simenon is geboren op vrijdag de 13e, maar zijn bijgelovige moeder heeft de 12e februari laten aangeven. Dit is beschreven in de autobiografische roman Pedigree. Op 2 maart 1922 werd de 24-jarige Joseph Jean Klein gevonden, met een strop opgehangen aan de deurklink van de Sint-Foillankerk te Luik. Deze Klein maakte met Simenon deel uit van een
    kunstenaarsgroep "La Caque". Deze groep van bohémiens experimenteerde met verdovende middelen en grensoverschrijdend gedrag. Klein was daarbij vaak het slachtoffer van psychologische drukmiddelen. Simenon was degene die Klein de voorgaande avond voor het laatst had gezien, toen hij hem naar zijn schamele behuizing had gesjouwd. Klein was door drank en verdovende middelen onmachtig geweest. De jonge Simenon schreef reeds diezelfde ochtend een artikel in de "Gazette" over de zelfmoord. Later verwerkte hij deze gebeurtenissen in de Maigret-roman Le pendu de SaintPholien (Nederlandse titel: Maigret en het lijk aan de kerkdeur). Op 3 september 1966 onthulde Simenon in Delfzijl een standbeeld van 'commissaris Maigret', gemaakt door de Hilversumse beeldhouwer Pieter d'Hont. Bij de onthulling van het beeld waren Maigretvertolkers uit vier landen aanwezig, waaronder de Nederlander Jan Teulings.[34] Simenon heeft langs moederskant nog banden met Limburg. Zo heeft hij een aantal dagen in een huis in Elen gelogeerd, wat hem geïnspireerd heeft tot de roman La Maison du canal (Het huis aan het kanaal). In dit boek situeert hij het huis foutief in Neeroeteren(het ligt wel vlak bij de gemeentegrens). Dat zijn voorouders langs vaderszijde tevens lang in de streek van het Belgisch Limburgse Riemst (voornamelijk hier in de dorpen Riemst, Herderen, Vlijtingen en Lafelt) hebben gewoond, was voor hem een verrassing. In Riemst leefden de Simenons geconcentreerd in Vlijtingen, waar ze tweehonderd jaar lang Nederlands spraken, Vlaamse namen droegen en trouwden met plaatselijke meisjes. In een van zijn honderden romans vermeldt Georges Simenon wel dat zijn familie voor haar vestiging in Luik afkomstig was van Vlijtingen maar volgens hem was zijn verste voorvader hier een Franse soldaat uit Bretagne of Normandië, die tijdens krijgsverrichtingen in de Napoleonse periode zijn hart zou hebben verloren aan een Vlijtingse schone. Dit blijkt evenwel niet kloppen. Omstreeks 1875 verhuisde zijn grootvader Christiaan (in Luik verfranste Christiaan zijn naam in Chrétien; geboren in 1841 te Vlijtingen) samen met zijn broer Lambertus naar het Luikse. Onder impuls van zijn vrouw Marie Catherine Moors (tevens geboren in Vlijtingen) werkt Chrétien zich in enkele jaren tijd op van ongeletterde dagloner tot gebrevetteerd hoedenmaker, een handelaar met enig aanzien in Outre-Meuse. De Luiks-Limburgse afstammingshaard van de Simenons bevindt zich in een regio die zich uitstrekt van de stad Luik en zo verder in noordelijke richting, over Herstal en Rocourt, de Jekervallei tussen Glons en Eben-Emael, tot in de Limburgse streek met de driehoek van de dorpen Riemst-HerderenVlijtingen. In 2005 werd Simenon genomineerd voor de titel van De Grootste Belg. In de Vlaamse versie eindigde hij op nr. 77, in de Waalse op nr. 10. Op 18 april 2007 bracht de veiling van de collectie Menguy € 121 000 op. Menguy was een kenner van Simenons werk. De geveilde collectie omvatte fotomateriaal, autogrammen, 75 romans en persoonlijke zaken van de auteur.[35] Het boek Les Dossiers de l'Agence "O" (1943) van Simenon werd bij Bruna uitgebracht als Georges Simenon Omnibus in 1968 met op de band de titel Het Agentschap O, Veertien Maigretverhalen. Maigret komt echter in deze verhalen in het geheel niet voor: de directeur van agentschap O is de exinspecteur van de Parijse recherche Joseph Torrence. Ooit beweerde Simenon tegenover de filmer Federico Fellini dat hij een vrouwenliefhebber was en met meer dan tienduizend vrouwen het bed had gedeeld





    04-09-2018 om 09:02 geschreven door rami

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (1)


    Archief
  • Alle berichten

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !

    Archief
  • Alle berichten

    Hoofdpunten blog blankenbergsstadsbeeld
  • fotowandeling 20
  • HARMONIE
  • WORDING
  • fotowandeling 20
  • LIPPENS & DE BRUYNE

    Hoofdpunten blog einstein
  • ACHT EN TWINTIG
  • ACHT EN TWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • VIJFENTWINTIG
  • DRIE EN TWINTIG

    Hoofdpunten blog mijnroots
  • Van al diegenen die niets te zeggen hebben, zijn de meest aangename mensen diegenen die zwijgen
  • Ik heb geconstateerd dat mensen van gedachten houden die niet tot denken dwingen.
  • Tijd hebben alleen diegenen, die het tot niets gebracht hebben en daarmee hebben ze het verder gebracht dan alle anderen.
  • Depressies kan je bestrijden door op je arm geleund in het niets te staren. Bij zware depressies van arm wisselen.
  • Een kus is een mooie truc van de natuur om het praten te stoppen als woorden overbodig zijn.

    Hoofdpunten blog automobile
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • 2020
  • mclaren


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!