De Wereldtentoonstelling van 1889 was een wereldtentoonstelling die van 6 mei tot 31 oktober 1889 plaatsvond in Parijs. Het Bureau International des Expositions heeft de tentoonstelling achteraf erkend als de 10e universele wereldtentoonstelling. De tentoonstelling is vooral bekend omdat ter gelegenheid ervan de Eiffeltoren werd gebouwd. De tentoonstelling werd gehouden in het jaar dat ook het 100-jarig jubileum van de Bestorming van de Bastille werd gevierd, een symbool dat algemeen gezien wordt als het begin van de Franse Revolutie. Voor de tentoonstelling werd een reconstructie van de Bastille gemaakt, die tijdens de tentoonstelling dienstdeed als bijeenkomstpunt en balzaal. Het totale oppervlak van de tentoonstelling besloeg 0,96 km², inclusief de Champ-deMars, de Palais de Chaillot, de quai d'Orsay, een stuk van de Seine en het Hôtel des Invalides. Transport op de tentoonstelling werd grotendeels geregeld door een 3 kilometer lange spoorlijn van Decauville. De trein op dit spoor zou in zes maanden tijd 6.342.446 passagiers hebben vervoerd. Enkele van de locomotieven werden later in gebruik genomen op de Chemins de Fer du Calvados. Het centrale symbool van de tentoonstelling was de Eiffeltoren, die in 1889 werd voltooid en als toegangspoort diende tot het terrein waar de tentoonstelling plaatsvond. De toren werd ontworpen door Gustave Eiffel. Een ander bekend gebouw dat speciaal voor de tentoonstelling werd gebouwd was het Palais des Machines, ontworpen door architect Ferdinand Dutert (1845-1906) en ingenieur Victor Contamin (1840-1893). Deze werd opnieuw gebruikt tijdens de tentoonstelling van 1900 en uiteindelijk afgebroken in 1910. Het gebouw was 420 meter lang, 115 meter breed en 48 meter hoog. Het was op dat ogenblik het grootste glas-ijzer gebouw ter wereld. Deel 10 van “Studies in the History of Civil Engineering: Structural Iron and Steel 18501900” (gepubliceerd door Ashgate Publishing Limited en redactie door Robert Thorne in 2000), bevat een artikel van John W. Stamper, The Galerie des Machines of the 1889 Paris world’s fair. Hierin meldt Stamper dat het gebouw eigenlijk van staal gemaakt had moeten worden, maar dat men op het laatste moment voor smeedijzer koos. Achitectuurhistorici twisten nog over deze zaak. Ook de Eiffeltoren is gemaakt van smeedijzer. De tentoonstelling bevatte tevens een gebouw van de Parijse architect Pierre-Henri Picq. Dit was een structuur van ijzer en glas, versierd met keramische tegels. Na de tentoonstelling werd het gebouw verscheept naar Fort-de-France en daar opnieuw in elkaar gezet. Daar staat het nu bekend als de Schoelcher bibliotheek als eerbetoon aan Victor Schoelcher, de man die de beweging voor afschaffing van de slavernij op Martinique leidde. Een "Negro village" (village nègre), waar 400 inheemse mensen werden tentoongesteld, was een van de grootste attracties. De Opéra Comique werd officieel geopend op 14 mei 1889, bijna gelijktijdig met het begin van de tentoonstelling. Er werd een opera opgevoerd, Jules Massenet's Esclarmonde, die speciaal voor de tentoonstelling was geschreven. Hierin maakte de Amerikaanse sopraan Sybil Sanderson haar debuut. De voorstelling trok 50 avonden lang bezoekers op de tentoonstelling. Op de tentoonstelling hoorde de Franse componist Claude Debussy voor het eerst Javaanse gamelanmuziek. Dit inspireerde hem voor latere werken en betekende de start van een ambient. William Stroudley, een locomotiefsuperintendent van de London, Brighton and South Coast Railway, stierf terwijl hij op de tentoonstelling was. Hij stelde er een van zijn locomotieven tentoon. Heineken ontving op de tentoonstelling de Grand Prix. Buffalo Bill voerde op de tentoonstelling samen met de Amerikaanse scherpschutter Annie Oakley een 'Wild West Show' op.
|