De Duitse wielrenner Erik Zabel en oud-wielrenner Rolf Aldag geven op een persconferentie toe dat ze in de jaren negentig epo hebben gebruikt. Een dag later volgt voormalig Tourwinnaar Bjarne Riis. Op een persconferentie op 24 mei 2007 maakte Zabel bekend eenmalig, vlak voor de Ronde van Frankrijk 1996, een week epo te hebben gebruikt. Omdat het niets voor hem was en bovendien veel te gevaarlijk was, aldus Zabel, is het daar bij gebleven. Ook zijn teamgenoten Bjarne Riis, Rolf Aldag, Udo Bölts en Christian Henn legden dergelijke bekentenissen af. Wielerfans reageerden vooral geschokt op de bekentenis van Zabel omdat juist hij bekendstond als een renner die tegen doping is, getuige ook zijn bijnaam Mr.Clean.[4] In 2013 werden de bloedstalen uit de Ronde van Frankrijk van 1998 getest op epo. Hieruit bleek dat Zabel ook in dat jaar epo gebruikte Op 28 juli 2013 verklaarde Zabel dat hij regelmatig doping gebruikte in de periode van 1996 tot 2003. Rolf Aldag (Beckum, 25 augustus 1968) is een voormalig Duits wielrenner, die actief was van 1991 tot 2005. Tegenwoordig werkt Aldag als ploegleider. In 1991 begon hij zijn profcarrière bij Team Helvetia. In 1993 kwam hij bij Telekom terecht en reed daar alle grote wedstrijden naast grote namen als Erik Zabel en Jan Ullrich. Alleen al aan de Tour de France nam Rolf Aldag tienmaal deel. Bij de Tour van 2005 maakte hij echter geen deel uit van de selectie van T-Mobile. Op 24 mei 2007 maakte Aldag bekend enige tijd doping (epo) te hebben gebruikt. Ook zijn voormalige ploeggenoten Erik Zabel, Udo Bölts en Christian Henn gaven toe doping te hebben gebruikt. Hoewel Riis nooit op doping is betrapt, is hij veelvuldig van dopinggebruik beschuldigd. In 1994 en 1995, het jaar waarin hij zijn eerste podiumplaats in de Tour behaalde, reed Riis bij Gewiss-Ballan, de ploeg die bekendstaat als de eerste wielerploeg waar structureel en georganiseerd epo werd gebruikt. Een van de ploegdokters was Michele Ferrari, die later werd verbannen uit de wielersport. Riis' bijnaam in het peloton zou monsieur 60% zijn geweest, naar zijn (kunstmatig) hoge hematocrietgehalte. "Eigenlijk had zijn bijnaam 'Monsieur 64%' moeten zijn," aldus Telekom-verzorger Jef D'Hont.Volgens de verhalen was zijn bloed zo dik dat hij 's nachts enkele malen moest worden gewekt om te voorkomen dat hij zou komen te overlijden aan een hartstilstand. Riis maakte op vrijdag 25 mei 2007 in een persbijeenkomst te Kongens Lyngby een einde aan de twijfels, en bekende dat hij de Ronde van Frankrijk in 1996 op doping had gewonnen. Hij gebruikte epo tussen 1993 en 1998. Riis, op het moment van de bekentenis ploegleider van CSC, verklaarde dat hij de epo zelf kocht en injecteerde, en dat zijn coach er niet van op de hoogte was. Riis gaf toe dat het een fout was die hij niet meer zou maken als hij de tijd zou kunnen terugdraaien. Overigens blijft Riis wel in de boeken staan als Tourwinnaar van 1996, omdat ten tijde van zijn bekentenis de verjaringsperiode van acht jaar reeds verlopen was, en de UCI hem zijn zege niet meer kon afnemen. De Tourorganisatie schrapte hem echter wel uit de lijst van voormalig Tour-winnaars. Hij deed de uiteenzetting na dopingbekentenissen van enkele van zijn oude ploeggenoten bij Team Telekom in de voorafgaande week (Christian Henn, Udo Bölts, Erik Zabel en Rolf Aldag) . Ook tijdens zijn carrière als ploegleider is Riis geassocieerd met doping. Zo gaf Tyler Hamilton in zijn geauthoriseerde biografie aan dat Riis degene was die hem in contact bracht met dopingarts Eufemiano Fuentes. Ook CSC-renners Ivan Basso en Fränk Schleckwaren betrokken bij de zaak-Fuentes, die Operación Puerto wordt genoemd. Basso werd hiervoor in 2007 geschorst. Schleck gaf later toe dat hij bijna 7000 euro overmaakte naar Fuentes, maar is hier niet voor vervolgd. Ook de Deense oudrenner Michael Rasmussen gaf aan dat Riis volledig op de hoogte was van het dopinggebruik van zijn renners[
|