17 aug 1834 Petrus Leonardus Leopoldus (Peter) Benoit (Harelbeke, 17 augustus 1834 - Antwerpen, 8 maart 1901) was een Vlaams componist en muziekpedagoog. Benoit kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader en studeerde nadien piano en orgel bij Pieter Carlier. Hij studeerde vanaf 1851 aan het Koninklijk Conservatorium in Brussel bij directeur FrançoisJoseph Fétis. In de vakken harmonieleer en compositie haalde hij het diploma in 1854 met een 1e prijs. Nadien vervolmaakte hij zich verder in de orkestratie en de orkestdirectie bij Karel Lodewijk Hanssens, toenmalig directeur van de Muntschouwburg. Hij kreeg eveneens een 1e prijs in de befaamde wedstrijd Prix de Rome voor zijn cantate Le Meurtre d'Abel. In het jaar 1858 was hij in Duitsland, waar hij Keulen, Bonn, Leipzig, Dresden, Berlijn en München bezocht. In 1862 verhuisde hij naar Parijs, waar hij dirigent werd van het door Jacques Offenbach geleide Théâtre des Bouffes Parisiens. Een jaar later nam hij reeds ontslag, en vestigde zich te Brussel(Sint-Joost-ten-Node). In 1867 werd hij directeur van de Vlaamse muziekschool, die in 1898 tot Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen opgewaardeerd werd. In 1890 stichtte hij het Nederlands Lyrisch Toneel dat in 1893 de Vlaamse Opera werd. Hij overleed te Antwerpen in 1901. De muziekacademie in zijn geboortestad Harelbeke werd naar hem genoemd. Tot zijn leerlingen behoorden Lodewijk Mortelmans, Edward Keurvels, Emile Wambach en Jan Blockx. De laatstgenoemde was zijn opvolger als directeur van het conservatorium. Van Benoit, zoals van meer bekende Belgen in de 19e eeuw, is vaak gezegd en geschreven dat hij vrijmetselaar was, maar een bewijs daarvan is nooit geleverd. Onderzoekers noemen het verhaal zeer twijfelachtig. Sedert 1882 was Benoit lid van de Koninklijke Academie. Peter Benoit heeft een opvallend praalgraf, naar een ontwerp van beeldhouwer Arthur Pierre. Het bevond zich origineel op de begraafplaats van het oude Kiel (Antwerpen), waar nu het Kielpark zich bevindt, waarna het is verhuisd naar de vermaarde Antwerpse begraafplaats Schoonselhof. In Harelbeke bevindt zich het Stedelijk Museum Peter Benoit dat gewijd is aan het leven en werk van Benoit. In het Harmoniepark te Antwerpen bevindt zich het Peter Benoit-monument ontworpen door Henry Van de Velde. Dit gedenkteken, dat ter gelegenheid van Benoits honderdste geboortejaar in 1934 werd ingehuldigd op het plein voor het operatheater, is na een grondige restauratie op 28 mei 2017 na jaren van verloedering in oude glorie hersteld. In navolging van Wagner creëerde Peter Benoit een muziekkunst die de eigen Vlaamse volksaard ten volle uitdrukte. Om zijn ideeën tegen het Belgische muziekestablishment te verdedigen, schreef Benoit als een van de eersten binnen de Europese beweging van het muzieknationalisme doorwrochte essays en polemieken. Het gebruik van de moedertaal in de muziekopvoeding beschouwde hij als essentieel. En omdat hij ervan overtuigd was dat de volksaard het zuiverst geconserveerd blijft in het volkslied, wilde hij zijn nieuwe Vlaamse muziek daarop baseren. Hij pleitte onder andere voor een vernederlandsing van het muziekonderwijs, voor religieuze muziek in de volkstaal, voor een Vlaamse opera en een Vlaams festival, voor Vlaams muziektheater in kleine steden en voor culturele samenwerking met Nederland Werken voor orkest 1858 Danse des spectres, voor orkest 1859 Le Roi des aulnes 1864 Concert voor fluit en orkest symfonisch gedicht, opus 43a 1866 Concert voor piano en orkest symfonisch gedicht, opus 43b 1879 Humoristische jubelgroet, voor orkest Werken voor harmonie- en fanfareorkest 1856 Ouverture Fantastique Derde Fantasie Lied der Vlamingen (onder andere uitgevoerd onder Benoits leiding bij de onthulling van het monument voor Jan Breydel en Pieter de Coninck in 1887) Rubensmars Van Rijkswijkmars Missen en gewijde muziek 1858 Ave Maria, opus 1 1858 Kleine Mis 1859 "Twee en dertig Latijnsche gezangen" (motetten). 1871 Ave Maria, Huldigingsmars. Geestelijke muziek voor de concertzaal Tetralogie (1859-1863), bestaande uit: 1859 Kerstmis 1860 Messe solennelle 1862 Te Deum 1863 Requiem 1871 Drama Christi 1871 Onze Vader Oratoria 1857 Abels moord. Gedicht van Clemens Wytsman. 1865 Prometheus. Gedicht van Emanuel Hiel. 1865 Lucifer. Gedicht van Emanuel Hiel. 1868 De Schelde. Tekst van Emanuel Hiel. 1873 De Oorlog. Gedicht van Jan Van Beers. 1889 De Rijn. Gedicht van Julius De Geyter. Cantates 1857 Le Meurtre d'Abel 1874 De Vlaamsche Leeuw. Gedicht van Edmont Van Herendael. 1874 Feestmarsch (toneelcantate). Gedicht van Emanuel Hiel. Voor de eerstesteenlegging van de Nederlandse Schouwburg te Antwerpen. 1875 De Leie. Gedicht van Adolf Verriest. 1877 Vlaanderens kunstroem (Rubenscantate). Gedicht van Julius De Geyter. 1878 De Wereld in! (kindercantate). Woorden van Julius De Geyter. 1880 Hucbald. Gedicht van Julius De Geyter. 1880 Breidel-marsch. Woorden van Karel Victor Hippoliet de Quéker. 1880 Triomfmarsch (De Genius des Vaderlands). Woorden van Julius De Geyter. 1880 De muze der geschiedenis. Woorden van Julius De Geyter. 1882 Hymnus aan de Schoonheid. Gedicht van Emanuel Hiel. 1884 Kinderhulde aan een Dichter (Van Rijswijck-cantate). Woorden van Julius De Geyter. 1885 Feestzang (Hymnus aan de Vooruitgang). Woorden van Jan Van Beers. 1885 Domine salvum fac regem en Brabançonne. 1886 Treur- en triomfzang, (Conscience-cantate). Gedicht van Victor Alexis de la Montagne. 1887 Stichting van het Gemeentehuis van Schaarbeek. Symphonisch gedicht. Gedicht van Emanuel Hiel. 1888 Heilgroet aan den Hoogachtbaren Heer Polydore De Keyser, Lord-Mayor van Londen, in zijn vaderstad Dendermonde. Tekst van Emanuel Hiel. 1888 Welkom der Stad Brussel aan den Hoogachtbaren Heer Polydoor De Keyser, Lord-Major van Londen, op 9 oktober 1888. Gedicht van Emanuel Hiel. 1893 Goedheil. Woorden van Dr. Constant Jacob Hansen. 1897 Volkshulde aan een Dichter (Ledeganck-cantate). Gedicht van Jan Bouchery.
|