27 aug 1910 Moeder Teresa, geboren als Agnes Gonxha Bojaxhiu (Skopje, 27 augustus 1910 – Calcutta, 5 september 1997), was een wereldbekende en controversiële katholieke zuster, stichteres van de Missionarissen van Naastenliefde en Nobelprijswinnares voor de vrede. Zij zette zich in onder de armsten der armen in India. De congregatie die ze in 1950 stichtte telde in 1995 meer dan 3.500 leden met 300 tehuizen in 25 landen.[bron?] In 2003 werd ze zalig verklaard en op 4 september 2016 heilig. Agnes Gonxha Bojaxhiu werd geboren in het toenmalige Ottomaanse Rijk (nu Macedonië) en groeide op in een prominent Albanees-katholiek gezin. Op 17-jarige leeftijd trad ze in de orde van Onze lieve vrouw van Loreto in Rathfarnham, Ierland. Een jaar later vertrok ze naar Calcutta in India waar ze onderwijzeres werd aan een meisjesschool. Zij koos daar de naam Moeder Teresa in verwijzing naar Theresia van Lisieux. Getroffen door het lot van de talloze dakloze zieken en stervenden, zwervende kinderen, hongerigen en leprozen besloot zij zich te wijden aan deze armsten der armen. Ze verliet met toestemming van Pius XII haar klooster en zette in Calcutta een wereldwijd bekend werk onder armen op, dat zij tot kort voor haar dood leidde. Ze stichtte de orde van de Missionarissen van Naastenliefde, een religieuze orde voor zusters in Calcutta. Een Nederlands tehuis van de Missionarissen van Naastenliefde, opgericht in 1977, bevindt zich te Rotterdam; een Belgisch tehuis werd in 1980 te Gent opgericht. In 1979 ontving zij voor haar werk de Nobelprijs voor de Vrede. In 2002 erkende het Vaticaan de genezing van een kwaadaardige tumor in de buik bij de Indiase Monica Besra als een wonder. Monica Besra getuigde dat zij, toen zij naar de mis ging, bij het binnengaan van de kerk een foto van Moeder Teresa zag en dat er lichtstralen uit haar ogen kwamen. Hierna voelde zij zich duizelig worden en werd ze door zusters in bed gelegd. De zusters legden een medaillon van Maria op haar gezwel. Zes uur later was ze genezen.[1] Hiertoe werden 113 getuigen gehoord en 35.000 pagina's aan documentatie verzameld. Er bestaat echter controverse over de waarheidsgetrouwheid van deze getuigen en documentatie.[2] [3] [4] Besra's artsen zeggen dat haar cyste en tuberculose door hun behandeling zijn genezen.[5] Op 19 oktober 2003 werd Moeder Teresa zalig verklaard door paus Johannes Paulus II. Bij de zaligverklaring op het Sint-Pietersplein in Vaticaanstad waren onder anderen de Franse premier Raffarin, de Franse presidentsvrouw Bernadette Chirac, koningin Fabiola van België en president Rugova van Kosovo aanwezig.[6] Op 4 september 2016, negentien jaar na haar overlijden, werd Moeder Teresa door paus Franciscus heilig verklaard tijdens een speciale mis op het Sint-Pietersplein.[7] Moeder Teresa werd zowel geprezen als bekritiseerd voor haar standpunten op het vlak van verantwoord ouderschap en de beschermwaardigheid van het ongeboren leven. De Belgische atheïst en filosoof Etienne Vermeersch schreef kritisch over Moeder Teresa omdat ze zich tegen kunstmatige contraceptie uitsprak, maar kreeg op zijn beurt kritiek van filosoof Herman De Dijn. [8] Journalist Christopher Hitchens schreef een kritisch boek over Moeder Teresa: The Missionary Position: Mother Teresa in Theory and Practice (1995), waarop de Belgische sinoloog en literator Simon Leys in 1997 reageerde. Eerst gebeurde dit via de lezersrubriek van de New York Review of Books[9] en nadien in een uitgewerkt essay The Hall of Uselessness (2011) waarin hij Hitchens' gebrek aan kennis van de christelijke traditie hekelde. In een artikel uit 2003 beweerde Hitchens dat Moeder Teresa gestolen geld zou hebben aangenomen van de Haïtiaanse dictator Jean-Claude Duvalier (in ruil waarvoor ze zijn bewind zou hebben geprezen) en van Charles Keating, een Amerikaanse bankier, die in 1989 door het faillissement van de spaarbank Lincoln Savings and Loan duizenden Amerikanen van hun spaargeld beroofde.[10] Onderzoekers van de Universiteit van Montreal hebben 300 documenten geanalyseerd en daarin details gevonden die zij in strijd achten met het positieve imago van Moeder Teresa.[5] Moeder Teresa is vele malen onderscheiden, onder meer met de volgende prijzen: 1962 - Ramon Magsaysay Award 1971 - Paus Johannes XXIII-vredesprijs 1971 - John F. Kennedy Award 1972 - Nehru Award 1973 - Templetonprijs 1978 - Balzanprijs 1979 - Nobelprijs voor de Vrede 1980 - Bharat Ratna 1984 - Damian Dutton Award 1992 - UNESCO-prijs voor Vredeseducatie 1996 - Ereburger van de Verenigde Staten Een veel door Moeder Teresa gebruikt motto: De vrucht van stilte is het gebed. De vrucht van het gebed is geloof. De vrucht van het geloof is liefde. De vrucht van liefde is dienstbaarheid. De vrucht van dienstbaarheid is vrede. Bij wijze van eerbetoon zijn heel wat zaken naar Moeder Teresa genoemd, met name in de Albanese wereld, waaronder de luchthaven van Tirana en het Sheshi Nënë Tereza in Tirana, de Bulevardi Nënë Tereza in Pristina, de Rruga Nënë Tereza in Pejë (Kosovo) en de Rruga Nënë Tereza in het eveneens Kosovaarse Gjakovë. De kathedraal van het bisdom Sapë in het Noord-Albanese Vau i Dejës heet eveneens de Moeder Teresakathedraal. Een McDonnell Douglas MD-11 toestel (registratie PH-KCI) van de KLM was vernoemd naar Moeder Teresa.[11] De Moeder Teresakerk in Hengelo is de enige Nederlandse kerk die naar haar vernoemd is. In 1969 maakte Malcolm Muggeridge voor de BBC een documentaire getiteld Something beautiful for God. Muggeridge raakte onder de indruk van het werk van Moeder Teresa, die voor deze documentaire werd gefilmd. Voor deze documentaire maakte men opnamen in een gebouw waar Moeder Teresa werkte, genaamd Het huis van de stervenden. De cameraman, Ken McMillan, gebruikte voor de opnamen binnen in dit huis een nieuw type Kodakfilm, dat hij nog niet eerder had gebruikt. Terug in Engeland bekeek men de opnamen en viel het op dat de beelden gemaakt in Het huis van de stervenden van zeer goede kwaliteit waren en elk detail zichtbaar was. De cameraman zei dat hij dat verbazend en buitengewoon vond en wilde vervolgens uitleggen dat de kwaliteit te danken was aan de nieuwe Kodakfilm. Muggeridge stelde dat het hier goddelijk licht betrof. Hij was ervan overtuigd dat hij getuige was geweest van een wonder en getuigde hierover in de media.[12]
|