Inhoud blog
  • Bij Pulau Kelapa
  • Koekje?
  • Het jongetje op de koektrommel
  • Compromis "à la Belge"...
  • Julian & Sophia
    Zoeken in blog

     

    .

    sabandari website | foto's | video | english blog |
    13-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dromen over Afrika

    clip_image001

    foto: Flamboyant

    Een combinatie van factoren deed mij de afgelopen weken vaak, in gedachten, teruggaan naar 1977. Dat is 33 jaar geleden maar zo voelt het niet. Het lijkt nog niet zo lang geleden. Niet abnormaal wanneer je een dagje ouder wordt schijnt het, maar het verrast me toch steeds opnieuw.

    Nu we een jaar in Bali zijn, vond ik het tijd worden om ons sociale zekerheidsstatuut aan te passen aan de nieuwe situatie.

    De ‘Dienst Overzeese Sociale Zekerheid’ (DOSZ) stuurde me allerhande formulieren via e-mail die ik dan kon inscannen en terugmailen, na ze behoorlijk te hebben ingevuld welteverstaan. Hierbij bleef het niet; dat zou te mooi en te efficiënt geweest zijn. Neen, de originelen moesten ook nog per post worden opgestuurd naar Brussel. Een aantal weken later kreeg ik een bericht van DOSZ met de vraag of ik vroeger nog bij hen bijdragen had betaald. Ik antwoordde ontkennend. ‘Of ik dat wel zeker wist’, vroeg een vriendelijke mevrouw per kerende mail. ‘Of ik niet ooit, misschien lang geleden, had gewerkt in het buitenland voor een NGO?’ Toen ging er een belletje rinkelen en liet ik weten dat ik, in een grijs verleden, tussen 1977 en 1979 mijn burgerdienst had gedaan in Opper-Volta, het huidige Burkina Faso in West-Afrika. De mevrouw zei dat ik dan toch degene was die bij hen een dossier had. Het ‘Algemeen Bestuur Ontwikkelingssamenwerking’ (ABOS) had twee jaar voor mij premies gestort bij DOSZ. Het zal wel geen vetpot zijn maar het deed toch plezier. Het verzoende me ook weer even met het functioneren van de administratie.

    En dan was er dat meisje van 15 uit Gistel die begin mei overleed aan hersenvliesontsteking. Opnieuw een flashback. Ditmaal naar een klein kamertje in een gebouw in de brousse van Burkina Faso. Achter een paar rieten matten, een groen ijzeren bed met een dunne metalen stang op iedere hoek en daaraan een muskietennet. Het was warm in die kamer, zelfs wanneer je geen koorts had. De zon scheen onbarmhartig op het golfplaten dak en het zuchtje wind kwam linea recta uit de Sahara en bracht geen verkoeling. ‘C’est le palud’, zei pater Boinot, die naast Professeur de Français et Latin, ook infirmier was. Palud is kort voor ‘paludisme’, malaria dus. Daar hadden wel meer van de die oude knarren (mijn collegae in de school waar ik les gaf) af en toe last van. Die woonden dan ook al tientallen jaren in Afrika. Ik voelde me al een aantal dagen niet lekker, moe, overal pijn en wat koortsig. Nivaquinepillen nemen, veel water drinken en rusten was het advies. Dagen heb ik daar gelegen met steeds hoger oplopende koorts, barstende hoofdpijn en pijn in spieren en gewrichten. De nonnetjes brachten me soms wat soep of rijst met saus en wat water. De pilletjes werden op een bepaald moment vervangen door inspuitingen met Flavoquine, een ander middel tegen malaria. ‘Stilstaan!’, zei Boinot, ‘dan voel je er niks van’. Maar ik kon niet stilstaan. Ik daverde verdomme van de koorts!  En elke avond kwamen ze me roepen voor het eten. Zonder twijfel het adagium indachtig ‘Il faut manger l’Afrique, sinon l’Afrique te mange’. Ik mocht niet aan eten denken. Kon geen hap door de keel krijgen. Afrika was bezig me een kopje kleiner te maken, daar was ik zeker van. In mijn koortsdromen zag ik mijn plaatsje, op het kerkhof van Tionkuy, naast de Franse ontwikkelingswerker, waarvan de naam me nu ontsnapt, maar die werkte in het ‘Centre Agricole Rurale’ en die jammer genoeg de windrichting verkeerd had ingeschat bij het besproeien van de gewassen met een uiterst giftig insecticide. Een houten bordje met zijn naam, geboorte- en sterfdatum erop. Dat was het. Op een bepaald moment voelde ik me zo slecht dat het me ook helemaal niets meer kon schelen. Er was geen emotie, geen angst, alleen apathie. Toen mijn nek begon te verkrampen en mijn hoofd wat naar achter trok en ik ook kramp in mijn onderkaak kreeg, begon Boinot toch stilaan zijn diagnose in vraag te stellen. Ik moest me dan maar aankleden en wat toiletspullen bij elkaar zoeken want ze zouden me naar de dichtstbijzijnde stad met een ziekenhuis brengen. In een ambulance zal u denken? Neen, in een Citroën 2pk van net na de oorlog, eigendom van de directeur van de school waar ik les gaf, le Père Nouaille-Degorce, het prototype van de missionaris compleet met witte baard, gekleed in gandoura en op sandalen. De afstand tussen Tionkuy en Nouna was misschien 50 km maar we deden daar uren over. De weg was dan ook niet geasfalteerd maar bestond uit aangestampte, rode aarde met om de haverklap diepe putten en uitgesleten ribbels, net golfplaten, die het onmogelijk maakten om sneller dan tegen een slakkengangetje te rijden. Nouaille was bekend om zijn herstellingen aan motoren allerhande. De meest gebruikte materialen bij die herstellingen waren elastiekjes en ijzerdraad. In mijn koortsnevels was ik steeds weer op zoek naar de volgende baobabboom (zie foto), in de verte, langs de kant van de weg. Daar zou ik naartoe moeten zien te komen als die duivelse 2pk het eindelijk zou begeven. Naar de schaduw, gewoon liggen en wachten.

    clip_image002 Na, wat een eeuwigheid leek, arriveerden we in de missiepost van Nouna. Weer een snikheet kamertje met een zelfde soort bed en een even muf ruikend muskietennet. Boven de 40° koorts, 2 weken bijna niets gegeten en zo verward als een junk, werd me uitgelegd waar het ziekenhuis was en kreeg ik een mobylette om er naar toe te rijden. ‘L’Afrique c’est pour les costauds’. De vriendelijke Zwitserse dokter herinner ik me, die heel snel de diagnose ‘méningite’, hersenvliesontsteking stelde, en een jonge, blanke non in het wit die me een pijnlijke injectie in de bil gaf, en dat het pijn deed wanneer ik daarna met mijn mobylette door al die verdomde putten terug reed naar de missiepost en dan liggen en proberen te slapen en die verdomde ezels met hun keihard gebalk en de metalen velg waarop de paters constant sloegen omdat ze geen kerkklok hadden en de vruchten van de flamboyant die klepperden en klepperden tot je er gek van werd en de cicaden die allemaal tegelijk begonnen te zoemen en dan weer gelijk stopten en de gecko’s die naar elkaar ‘gecko, gecko, geckooooo!’  riepen soms 5 - soms 7 - soms 10 keer en mijn hart dat met zijn koortsig gebons het dak van het muskietennet boven me ritmisch deed bewegen, en nog zoveel meer. Airco?  Vergeet het. Een roestige ventilator, hoog aan het plafond maar die deed het niet. Lakens die lichtrood zagen van het fijne laterietstof dat door alle hoeken en gaten de kamer binnenkwam. En dan het langzame genezen. De eerste nacht weer doorslapen, die eerste douche, opnieuw ‘s avonds buiten eten met de anderen, weer normaal kunnen denken en lopen. Ik was er weer.

    En dan was er Vangheluwe en pater M. Pas jaren later, tijdens een reünie met een aantal van mijn, in Europa en Canada wonende ex-leerlingen, hoorde ik dat M. zich vergreep aan de jongens van de school. M. waarmee we haast elke avond, bij het licht van een petroleumlamp Bravolta bier dronken uit halve liter flessen en kaart speelden tot we omvielen van de slaap. M. die 2 jaar mijn haar (dat had ik toen nog ja) knipte. Ik zat op een ijzeren stoel, met een handdoek over mijn schouders in de mangoplantage, achter onze kamers. M. die ik wel eens hand in hand zag lopen met sommige jongens maar dat is in Afrika de gewoonste zaak van de wereld, dus daar stond ik maar niet bij stil. M. die, naar ik later hoorde, door de zijn orde naar Frankrijk werd gestuurd, toen het allemaal wat te erg werd. M. die het, zoals Vangheluwe, blijkbaar aankon om een dubbelleven te leiden. Hij was nota bene biechtvader en raadsman van een aantal jongens op die school. Ik begrijp niet dat ik tijdens die 2 jaar niets gezien of gemerkt heb terwijl we met z’n tienen, geïsoleerd van de buitenwereld, samenleefden. En Jef Geeraerts in Congo en de sabel van Boudewijn.

    Ik droomde weer over Afrika, in het Frans, zoals toen.

    Nu op Bali hoor ik weer de geluiden van de tropen en voel de warmte van de evenaarszon. Maar we zijn 33 jaar verder en de omstandigheden zijn wat anders. En dat is een gigantisch understatement.

    Dirk

    Ubud Bali

     

    13-05-2010 om 16:08 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:burkina faso, hersenvliesontsteking, afrika, bali, ubud
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    08-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.No-nonsense

    andrew1 Ik hou van no-nonsense mensen.
    Geen rond-de-pot-gedraai.
    Gewoon zeggen waar het op staat.
    En dan ook weer niet teveel zeggen.
    Niet doordrammen en over iets doorzeuren om een punt te scoren.
    Daarom is de ‘Argiope keyserlingii’ dan ook een diertje naar mijn hart.
    Ze geeft geen kik maar maakt aan de andere kant wel heel duidelijk waar het op staat.
    ’Hier ben ik, ik speel geen verstoppertje.
    Je kan precies zien waar ik zit.’
    'En ik heb honger! Honger ja!!'
    'Dus gewoon vliegen naar het punt gemarkeerd met die grote "X".’
    ‘Dan zien we elkaar daar voor de lunch. O.K.?’
    Hoeveel duidelijker kan je zijn?
    Voor de mannetjes ‘A. keyserlingii’ is het ook makkelijk.
    Geen gezoek tussen al die planten, geen gesnuffel naar feromonen.
    Gewoon op zoek naar een kruis en dan bingo!
    Wat die mannetjes zich iets te laat realiseren, gek als ze worden wanneer ze die uitnodigende X daar zien zweven, is dat Madame Keyserlingii vele malen groter is dan zij.
    En dat ze honger heeft, zo’n grote honger.

    Come to mama baby, come to mama…

    andrewred  

    St Andrew's Cross Spider in de bloemen achter het zwembad.

    Dirk in Villa Sabandari

    08-04-2010 om 09:18 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:bali, ubud, spider, boutique hotel, sabandari
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    24-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tina's Taken
    Mijn zus Tina kwam op bezoek en één van haar taakjes bestond uit het aanleren en in praktijk brengen van High Dynamic Range (HDR) fotografie. Onze website was nl. nodig aan een grondige update toe. De foto's dateerden bijna allemaal van voor de ingrijpende verbouwings- en nieuwbouwwerken.
    De vruchten van Tina's arbeid zijn intussen in al hun glorie te bewonderen op de website van Villa Sabandari.
    Niet alleen werden alle banners bovenaan van nieuwe beelden voorzien, ook de fotogalerij werd in een nieuw kleedje gestoken en volgestouwd met mooie foto's.
    Ik gebruikte voor het maken van de fotogalerij 'SlideShowPro', software die ik tot voorheen niet kende. Ik ben dan ook benieuwd naar het resultaat wanneer de galerij wordt geopend in een land met snelle internetverbindingen. In Indonesië laat die snelheid nog wel eens te wensen over. Graag commentaar over de laadsnelheid van de galerij, de vlotheid van de overgangen, in hoeverre alles vloeiend verloopt en of de audio bijvoorbeeld goed doorkomt.
    Dankjewel Tina voor het schitterende werk! (Hoe ze zich van haar andere taakjes heeft gekweten verneemt u in een volgende bijdrage ;-)
    De galerij op de site vind u hier http://www.sabandari.com/gallery.asp  Een stand-alone versie hieronder. De tekst valt in dit formaat wat klein uit. Op de website zelf is dat geen probleem. Enjoy!

    24-03-2010 om 00:00 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    Tags:bali hotels, ubud, bali, boutique hotel
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    23-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een leuke verrassing!

    hln

    We hadden dit weekend onverklaarbaar veel bezoekers op onze website.
    Niet dat ik daar rouwig om was maar mijn autistisch kantje protesteerde omdat ik niet begreep hoe dat dan wel kon komen.
    Na wat zoeken via Google Analytics werd het duidelijk dat het vooral bezoekers uit België waren. Niet duidelijk was het via welke weg die bezoekers dan wel op onze website terechtkwamen.
    De meesten vonden ons rechtstreeks of via een Google search naar “Sabandari.com”. Raar.

    Toen las ik een opmerking op Facebook van de zus van Rudy Kerremans, mijn buurman en de eigenaar van ‘Café des Artistes’ in Ubud.
    Er zou een lovend artikel over hem staan in een weekendbijlage bij ‘Het Laatste Nieuws’. Een vakantiespecial en Rudy stond op blz 80
    Dat deed een hoopvol belletje rinkelen.

    Even buurman gebeld en ja hoor! Hij had Villa Sabandari vermeld tijdens een interview met een journalist van HLN.

    Kom je naar Ubud?


    Voilà.

    Bedankt Rudy!




    Villa Sabandari - boutique hotel Bali

    23-03-2010 om 00:00 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    Tags:café des artistes, ubud, bali, boutique hotel
    » Reageer (1)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    08-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Politiek
    whiteorchidreduced Op 15 januari 2010 zou de wekelijkse stroomuitval op maandag afgelopen zijn.
    Rond 18:15 viel op maandag steeds de elektriciteit uit voor een uurtje of 3. Er werd gewerkt aan de infrastructuur volgens de PLN (PT Perusahaan Listrik Negara), de nationale elektriciteitsmaatschappij.
    Je zou denken dat er op 6 maanden tijd toch wel een en ander kon gerenoveerd worden. Afgelopen maandag gebeurde het ongelooflijke: de hele avond stroom! Ik was bereid mijn visie over de efficiëntie van de Indonesische openbare diensten bij te stellen. Als het goed is mag dat ook gezegd worden.
    Vrijdag 18:30 Listrik mati! (elektriciteitspanne)
    Volgens de PLN was er een probleem op Java. Visie bijstellen? Ik dacht het niet.
    Hoe komt het eigenlijk dat bij het bezoek van de president aan Ambon er geen enkele stroompanne is geweest? En dat terwijl Ambon de officieuze wereldrecordhouder is op het gebied van onregelmatige stroomvoorziening?
    Zou het kunnen dat de centrale overheid de deelgebieden in het gareel houdt via de stroomvoorziening die in handen is van een staatsbedrijf?
    De Belgische eigenaar van een hotel in Sanur had het idee om het overal aanwezige afval te gebruiken als grondstof voor een verbrandingsoven die elektriciteit zou opwekken. Een win-win scenario: minder vervuiling en meer elektriciteit. Je zou denken dat die man een standbeeld zou krijgen in het centrum van Denpasar. Niets is minder waar. Er werd geen bouwvergunning verleend door de centrale overheid. Terug naar af.
    Zou het kunnen dat de overheid stroomtoevoer gebruikt als de ring door de neus van de melkkoe Bali? Ik ben bang van wel. Mocht Bali inderdaad een eigen energiebevoorrading hebben dan bood de staat Indonesië geen enkele toegevoegde waarde meer. Cultureel en religieus is Bali sowieso al de vreemde eend in de bijt.
    Ik schrijf dit bij het licht van een olielamp. Petromax lampen zijn al maanden uitverkocht. Alle Balinese hotels en restaurants van enige omvang hebben een generator (Genset) zodat de gasten haast niets merken van de elektriciteitsproblemen.
    En waarop draait die generator?
    Juist op diesel. En wie levert die diesel? Juist, de staatsoliemaatschappij. De cirkel is rond.
    Vaak moet je het allemaal niet zo ver zoeken.
    Politiek is soms erg eenvoudig.
    foto: orchidee in een gastenkamer van Villa Sabandari in Ubud, Bali

    08-03-2010 om 11:05 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:accommodation, hotel, ubud, bali, boutique
    » Reageer (1)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    09-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joy en Chanel Ne5

    200px-Chanel_No_5Een van de aangenaamste aspecten van het leven in de tropen zijn de warme avonden en nachten.

    De temperatuur in Bali daalt zelden onder de 25°C.

    Wanneer de avondlucht daarenboven geparfumeerd is met heerlijke aroma’s, dan is gewoon buiten zitten al een belevenis.

    Na enig opzoekingswerk kwam ik te weten dat de belangrijkste ingrediënten van de twee best verkopende parfums ter wereld, gemaakt worden van  bloemen uit de Indo-Maleisische regio. De temperatuur, bodem, hoogte en regenval in Ubud blijken dan ook nog eens ideaal te zijn voor de optimale groei en bloemvorming van de twee bomen die deze bloemen voortbrengen.

    Chanel N°5, het meeste succesvolle parfum ter wereld, is gecomponeerd in 1921. Elke 30 seconden zou er ergens ter wereld een flesje van worden verkocht. Een van de basisingrediënten is een olie,  gedistilleeerd uit de bloemen van de Cananga Odorata of ylang ylang boom.jean%20patou%20joy Die boom groeit tot 5 meter per jaar en kan een hoogte van 20 meter bereiken. Per jaar geeft een volwassen boom een opbrengst van circa 100 kg aan heerlijk ruikende, geelgroene bloemen. Om de oogst te vergemakkelijken wordt de hoogte door snoeien beperkt tot 3 meter. Ik heb twee kleine exemplaren van net geen meter geplant. Een bij het pad naar de kamers en een andere naast het zwembad.

     

    Nummer twee op de ranglijst is het parfum ‘Joy’ van het huis Jean Patou.

    Het werd gecreëerd door Henri Alméras in 1935. De bloem van de Michelia Champaca zou aan de basis liggen van de heerlijke geur. De bloemen zijn oranje van kleur. Er bestaat ook een witte variante. De bloemen worden gebruikt in tempelceremoniën of gedragen in het haar door de vrouwen. Vaak worden ze ook, drijvend in een platte schaal met water, gebruikt om een kamer te parfumeren. De bladeren zijn voedsel voor de zijdeworm. De boom wordt in Java gebruikt voor herbebossing van sterk geërodeerde gronden.

    Onze tuin is twee exemplaren rijk, elk circa twee meter hoog. De boom kan tot 50 meter hoog worden en groeit ongeveer 2 meter per jaar. Vanzelfsprekend zullen we ook deze exemplaren door snoei in toom trachten te houden.

    Bij een avondlijke wandeling door de tuin of tijdens het zwemmen onder de sterrenhemel gratis genieten van de twee meest verkochte parfums ter wereld: alleen in Villa Sabandari.

    Vertel het verder.  

    Dirk

    Villa Sabandari - boetiek hotel in de rijstvelden

    Bijlagen:
    http://www.sabandari.com/concept.asp   

    09-02-2010 om 00:00 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    Tags:ubud, bali, boutique hotel, chanel N° 5, Joy perfume
    » Reageer (2)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    24-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwjaar

    Je mag tot einde Januari een gelukkig Nieuwjaar wensen meen ik me te herinneren.
    Dus bij deze: aan alle lezers van deze blog een gelukkig, succesvol en vooral een gezond 2010 toegewenst!
    Zelf heb ik het nooit zo nauw genomen met data. Driekoningen wordt gevierd op 6 januari. Dat heeft me er nooit van weerhouden om met de voorbereidingen van start te gaan ergens tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Er moesten drie kronen geknipt worden uit karton en bedekt met een laagje zilverpapier. Een weckfles moest worden voorzien van een handvat en beplakt met zilveren of gouden sterretjes. Die kocht je toen niet bij de Blokker in een pakje van vijftig, maar moest je zelf uitknippen. Daar gingen toch ook gauw een paar uurtjes in zitten. Wat kaarsvet op de bodem laten smelten en een stompje kaars erin vastzetten en we hadden onze lantaarn. De planning voorzag natuurlijk een paar reserve stompjes, dat spreekt vanzelf. We droegen om beurt de lantaarn om onze verkleumde vingers weer wat op te warmen want het kon flink koud zijn begin januari en van al dat zingen werden je handen heus niet warm. Jongens, wat hebben wij kou geleden tijdens die zangexpedities!
    Er moesten mantels komen voor de koningen natuurlijk. Gelukkig was onze moeder wereldklasse met naald en draad en veranderde ze dat blauw geblokt tafelkleed en dat stuk gebloemd gordijn in gewaden van brokaat en hermelijn. Enfin, dat vonden wij toch.
    De jaren dat vader's hulp werd ingeroepen bij het maken van de ster kon die ook echt draaien boven op de bezemsteel en dit dankzij een ingenieus mechanisme waarop hij (dachten wij) wel het patent moest hebben. Je trok aan een touwtje en de, met goudpapier beplakte, kartonnen ster begon te draaien tot verbazing van onze toehoorders. Dat leverde dan, naast de obligate koekjes of snoepjes toch algauw een extra muntje van een frank of (halleluja!) een stuk van 5 frank op.
    Sinaasappels hadden we niet graag. Veel volume en gewicht dat je de hele tijd maar liep mee te zeulen. Snel opeten die handel.
    Het belangrijkste attribuut was natuurlijk het blikje. Dat was vaak een potje van Kwatta chocopasta want daar zat een deksel op dat goed sloot en waarin je bovenaan een gleufje kon maken. Ook ons geldblikje werd gewikkeld in zilverpapier natuurlijk. De kunst bestond er nu in om tijdens het zingen van:
    Draai keeuninge, draai keeuninge, geft maai ne nieven (h)oed. Menenouwen is verslee-eete, ons moeder magget nie wee-eete. Ons vader hévet geld, oep de rooster geteld.
    discreet maar met nadruk en gevoel voor timing met het blikje te schudden. Voor we thuis vertrokken hadden we er al enkele één frank muntjes ingestoken. Anders heeft in het begin van de avond dat schudden niet veel effect natuurlijk. De mensen konden dan makkelijk denken dat je het gewoon koud had.
    Het gerinkel van de centjes was een subtiele indicatie naar ons publiek toe dat we geen neen zouden zeggen tegen een beperkte hoeveelheid letterkoekjes of van die ronde met gekleurde suiker erop, maar dat het ons eigenlijk te doen was om de pecuniën. Als we dan weer eens, na een doorleefde uitvoering van bovenstaand lied, beloond werden met zo'n zielig bruin muntje van 50 of (godbetert!) 20 centiemen dan zongen we op weg naar het volgende huis: Hoewg huis, leejg huis, der zit een gierige pin in huis. Kwestie van onze frustratie en ontgoocheling even te ventileren en weer met een serene gelaatsuitdrukking bij het volgende huis aan te komen voor een nieuw vokaal hoogstandje.
    Teneinde deze unieke opportuniteit om wat bij te verdienen maximaal te benutten, beperkten we ons natuurlijk niet tot 6 januari. Neen, soms starten we al op 4 januari en gingen dan tot 7 januari door. Dat gaf toch, na opmaken van de eindbalans een omzet die 2.5 tot 3 keer hoger lag dan de losers die alleen op 6 januari gingen zingen. Natuurlijk werd er wel eens deur voor je neus dicht geslagen wanneer je te vroeg of te laat aanbelde, maar dat namen we dan maar op de koop toe.
    Onze omzet lag sowieso hoger omdat we in de voorbereidende fase (tussen kerst en Nieuwjaar weet u wel), onze zangroutes optimaliseerden. Geen straten met vrijstaande huizen en lange oprijlanen: de meeropbrengst woog niet op tegen het tijdverlies. Geen winkels want daar had je de kans dat ze je lieten wachten tot een klant bediend was. Neen, rijwoningen in een degelijke buurt zodat je al op de bel van de buren kon drukken wanneer de vrouw des huizes nog op zoek was naar haar portemonnee. Drie stappen zijwaarts en je kon opnieuw zingen.
    Er zat ook een logica in de te volgen route zodat we op het einde van de avond weer bij ons huis aankwamen. In die vier dagen werkten we een soort spinnewebpatroon af rond huize Weemaes en de buit groeide met de dag.
    Thuis, de schmink nog op onze gezichten, werden de tassen omgekeerd op de tafel en het geld geteld. We voelden ons telkens weer de koning te rijk.

    Dirk Weemaes vanuit Villa Sabandari - boutique hotel Bali

    24-01-2010 om 09:58 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    Tags:bali hotels, ubud, bali, boutique hotel
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    01-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bliksemafleider
    Wanneer u dit leest is het probleem opgelost. Vorige nacht, zo rond de klok van drie, heeft een blikseminslag namelijk het leven gekost aan mijn kabelmodem.
    We zijn van de buitenwereld afgesloten. Geen e-mail, geen kranten lezen online, geen blogs lezen of posten, geen spam verwijderen uit het gastenboek op de website, geen reservaties lezen en ze dan prompt weigeren wegens 'nog niet klaar', geen online betalingen doen (wat dan is dan wel weer positief is ;-) en zo voort. Je merkt pas hoe afhankelijk je bent geworden van het internet als het er plots niet meer is. Dat is toch ook zo met andere dingen zoals gezondheid bijvoorbeeld of mensen die je na aan het hart liggen. Veel dingen zijn vanzelfsprekend tot ze er niet meer zijn. Tot zover dit filosofisch intermezzo. Mijn computerman heeft me beloofd dat hij vandaag een tweedehandsmodem plaatst in afwachting van de nieuwe die besteld is. Hoop doet leven. Heel dit verhaal om te zeggen dat ik niet begrijp hoe dit is kunnen gebeuren. We hebben namelijk een bliksemafleider geplaatst die boven alles uitsteekt en in en straal van 500 meter alle inslagen zou moeten opvangen. Hoe is die modem dan alsnog gesneuveld? Hoe kunnen we dit in de toekomst vermijden? Een vraag voor de technisch geschoolde lezers van dit verhaal. Gebruikt het reactieformulier om dit mysterie op te lossen. Waarvoor bij voorbaat dank.

    dirk weemaes
    villa sabandari - ubud boutique hotel

    01-01-2010 om 07:53 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    Tags:ubud, bali, boutique hotel, sabandari
    » Reageer (1)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    21-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een blad in de rivier
    Een boogscheut van ons verwijderd ligt Maya Ubud Resort & Spa. Ik stuurde een mailtje naar de manager met de vraag om een kennismakingsmeeting. We zijn tenslotte bijna buren.
    Er volgde prompt een lunchinvitatie.
    Zichzelf uitnodigen is normaal de specialiteit van onze zoon Stephan maar hij heeft het niet van een vreemde zoals u merkt.
    Het resort heeft 106 kamers, drie restaurants en het domein is 10 hectare groot. Ons 'intimate boutique hotel' zoals we het dan noemen, verhoudt zich tot Maya Ubud zoals de portierswoning tot het kasteel van de baron in vroegere tijden. Een tikkeltje intimiderend was het wel toen we de oprijlaan opreden.
    De general manager stelde voor te lunchen in het restaurant van de Spa. Na een gezonde wandeling kwamen we bij een lift die ons 30 meter lager voerde , door de rotsen heen, tot vlakbij de Petanu rivier. In de Spa werken 23 vrouwen en er worden tot 50 behandelingen per dag gegeven.
    Het totale personeelsbestand: 297 medewerkers.
    De overigens uiterst beminnelijke manager, heeft 36 jaar Indonesië ervaring, waarvan een groot gedeelte op Bali. Hij schetste een weinig hoopgevend beeld van de problemen waarmee hij sinds de start van het hotel, 11 jaar geleden werd geconfronteerd.
    Het hotel wordt omringd door een aantal dorpsgemeenschappen, banjars. Die stelden allemaal, van tijdens de constructiefase van het hotel, onmogelijke eisen.
    Twee chefs van omliggende banjars presteerden het 2000 sollicitatiebrieven te laten afgeven, met de vermelding dat al deze mensen in dienst moesten worden genomen. De vorige eigenaars van de percelen waarop het hotel werd gebouwd, eisten dat hun familie werd tewerkgesteld omdat het hotel op hun (weliswaar intussen verkochte...) grond stond. Om hun eisen kracht bij te zetten, posteerden zich honderden mensen op de hellingen rond het hotel, voorzien van spiegels waarmee ze de gasten voortdurend probeerden te verblinden. Met de regelmaat van een klok werden, voor zonsopgang, bamboekanonnen afgeschoten om de gasten te irriteren. Intimidatie door grote groepen dorpelingen bij de poort van het hotel was ook geen uitzondering. 'Belligerent' noemde de manager de Balinezen, en dat betekent toch zoveel als 'oorlogszuchtig'...
    Bij de opening had Maya Ubud 10.000 sollicitatiebrieven ontvangen...
    Getalenteerde mensen uit andere dorpen konden niet in dienst komen door de exorbitante eisen die werden gesteld in verband met het percentage 'eigen volk' dat in dienst moest komen. De manager gaf ook het voorbeeld van zijn eigen huispersoneel; 2 mensen komen niet uit het dorp waar hij woont. Maandelijks moet hij daarom een belasting betalen aan de lokale ordedienst, de Pecalang omdat hij 'vreemdelingen' in dienst heeft. Vreemdelingen weliswaar uit een naburig dorp, maar het blijven voor de inwoners van de banjar vreemdelingen.   
    Uiteindelijk draait het allemaal om geld. Op weg naar het restaurant zagen we op een helling een grote oppervlakte bedekt met wasgoed en midden daartussen een grote spiegel. Het is de manier van de vrouw, van wie het grondstuk is, om haar eis om in dienst te worden genomen kracht bij te zetten. 'Geef me werk of ik verpest je uitzicht', dat is wat het wasgoed zegt.
    De politie verleent geen enkele assistentie bij dit soort conflicten. Het zijn sociale problemen en die moet je zelf met de banjar oplossen.
    We moeten vooral oppassen voor de eigenaars van de rijstvelden waarop we uitkijken. Die zullen geld komen vragen voor het uitzicht dat de gasten hebben. Het zijn namelijk hun rijstvelden die zorgen voor het panorama en daar moet voor betaald worden. 
    We mogen ons ook verwachten aan het bezoek van een afvaardiging van de tempel en de vraag naar een substantiële bijdrage.
    Tegenover een bekend hotel 'Ubud Hanging Gardens', staat, aan de andere kant van de vallei een grote tempel. De verantwoordelijken van die tempel hebben grof geld geëist omdat de hotelgasten in zwempak een storende  aanblik boden aan de gelovigen in de tempel. Enkel al gezien de afstand tussen tempel en zwembad is het duidelijk dat dit een vals argument is. Overigens kijk ik vanuit mijn bureau uit op een afwateringskanaal aan de overkant van de sawah, en word ik daar dagelijks vergast op badende Balinezen in meer of mindere staat van ontkleding. Diezelfde goot wordt ook zonder enige gêne gebruikt als openbaar toilet. Maar waag het niet de overflow van je zwembad te lozen in een afwateringskanaaltje! Dan krijg je problemen met 'de subak', de traditionele verantwoordelijken voor de irrigatie van de rijstvelden. De verklaring is dan dat er geen water in de rijstvelden mag komen waarmee mensen zich hebben gewassen (zwemmen = wassen). Bij de blote konten waarop ik dagelijks uitkijk zal het dan waarschijnlijk niet gaan om 'wassen' maar om 'ritueel reinigen' zeker?     
    De manager citeerde een westerse auteur die in de vorige eeuw schreef dat wij westerlingen voor de Balinezen zijn als 'bladeren die voorbij drijven in de rivier', eventjes vervelend, maar ook snel weer weg. 
    Eén ding is zeker, ons talent voor het zoeken naar compromissen en het diplomatisch oplossen van confrontaties zal danig op de proef worden gesteld.

    dirk weemaes
    villa sabandari - boutique hotel bali

    21-12-2009 om 02:50 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    Tags:bali hotels, ubud, bali, boutique hotel
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    29-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dorpspolitiek
    De euforie na de geslaagde socialisatie bleek wat voorbarig.
    De Kelihan, het hoofd van de banjar of dorpsgemeenschap, vroeg een dag na de bijeenkomst of Dewa, onze chauffeur en intussen ook bemiddelaar in Balinese aangelegenheden, bij hem kon komen om een bericht voor mij op te halen.
    Dat bericht was geen schriftelijke nota maar een mondeling overgebrachte eisenbundel.

    Waarom die dingen niet tijdens de socialisatiemeeting op tafel waren gekomen is me een raadsel. Zoals wel meer dingen in dit land.
    Vooraleer de banjar zijn formeel akkoord verleent met onze exploitatie moet er eerst een MoU (Memorandum of Understanding) worden opgemaakt waarin onze verplichtingen zullen worden neergeschreven.
    Voor zover ik het begrijp gaat het om de volgende dingen:
    1. We moeten de overlast accepteren die onvermijdelijk het gevolg zal zijn van onze ligging vlak bij de tempel. We horen verder onze gasten duidelijk te maken dat de tempel een heilige plek is. Er zijn nl. gevallen bekend van hotels die hebben geëist dat de luidsprekers met de gezangen werden uitgeschakeld tijdens de tempelrituelen. Ook werden de gamelanrecitals stilgelegd. Verder presteren bepaalde toeristen het om, ongegeneerd en met minimale kledij dwars door plechtigheden heen te lopen, net of dat de normaalste zaak van de wereld is. Op zich lijken me dat legitieme bekommernissen en heb ik daar geen moeite mee. Ik denk trouwens dat de meeste toeristen die Bali hebben gekozen als vakantiebestemming, een tempelceremonie naast de deur helemaal niet erg zullen vinden. We stellen trouwens ceremoniële kleding ter beschikking, zodat de gasten, onder begeleiding van onze medewerkers, de tempel kunnen bezoeken om getuige zijn van de rituelen.
    2. Omdat we aan het rijstveld grenzen moeten we rekening houden met de eisen van de subak, de instantie die de irrigatie regelt.
    3. We moeten een eenmalige bijdrage betalen aan de banjar omdat we ons op hun grondgebied hebben gevestigd.
    4. We moeten elke 6 maanden 100 kg rijst of de tegenwaarde ervan in geld schenken aan de banjar.
    5. Minimaal 25% en maximaal 40% van ons personeelsbestand moet bestaan uit mensen van de banjar. Hier heb ik het wel moeilijk mee omdat het de bedoeling is met een minimale bezetting de hele operatie te runnen. Dat moeten dan wel allemaal goed gekwalificeerde mensen zijn. Het zal een dosis diplomatie vragen om hier een mouw aan te passen. Maar dat zal wel lukken. België is niet voor niets het land van de compromissen, dus voor een stukje ben ik door geboorte een ervaringsdeskundige.
    Gisteren zou de Kelihan met een delegatie bij ons langskomen om dit alles door te spreken. Dat plan werd echter doorkruist door de Kepala desa van Peliatan, de burgemeester dus. Die staat in de hiërarchie een trapje hoger dan de Kelihan en heeft duidelijk gemaakt dat hij, om de zaken te vereenvoudigen, een MoU zou opmaken waarin de eisen van het dorp, de banjar, de tempel en de subak zouden worden gebundeld.
    Het worden weer spannende dagen.

    dirk weemaes

    villa sabandari - ubud boutique hotel

    29-11-2009 om 00:00 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    Tags:hotel, ubud, bali, indonesia, luxury, design, travel, boutique hotel, spa, wellness, zen, relax
    » Reageer (1)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    19-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Veilig Verkeer Bali
    Autorijden in Bali is een speciale discipline. Niet alleen staat het stuurwiel, voor ons Europeanen van het vasteland tenminste, aan de verkeerde kant, dat geldt evenzo voor de pook en de richtingaanwijzers. En wat dat alles voor gevolgen kan hebben mocht ik al een aantal maal ervaren. Blijkbaar stonden de richtingaanwijzers van mijn tweede autootje, een rode Datsun, niet aan dezelfde kant van het stuur dan de auto waarin mijn vrouw in Nederland had gelest.
    Ik woonde nog bij mijn ouders, toen ze bij ons logeerde en toch ook wel eens in die auto wilde demonstreren waarom ze haar rijbewijs in één keer had gehaald.
    De Bloemenlei in Brasschaat is een mooie, rustige straat met lindebomen aan beide zijden en enkel lokaal verkeer; er staat namelijk een slagboom ergens halverwege zodat sluipverkeer niet mogelijk is. De oprijlaan van het huis is eerder smal en vlakbij de straat staat moet je gevaarlijk dicht bij een flinke beukenboom langs. Ze deed het heel goed en mijn greep aan de rand van de stoel begon al wat te verslappen toen we links de straat op moesten draaien. In plaats van te draaien hoorde ik haar nog zeggen ‘Nou, waar zitten die richtingaanwijzers eigenlijk!?’ Tot mijn afgrijzen zag ik haar links en rechts van de stuurkolom op zoek gaan naar het hendeltje, intussen gewoon de voet op het gas. We gingen rechtdoor, de straat over en kwamen tegen een lindeboom tot stilstand.  Een dikke deuk in mijn mooie wagentje. En het was natuurlijk de schuld van de auto. De richtingaanwijzers stonden immers ‘aan de verkeerde kant’.
    Onze zoon Stephan heeft tijdens zijn korte bezoek aan Bali ook kunnen vaststellen dat het toch weer even wat anders is wanneer je als bestuurder rechts in de auto zit. Je voelt de grootte van de auto minder goed aan en schat de zaken daarom soms verkeerd in. Op weg naar een restaurant in Ubud ratelden we dan ook met de linkerspiegel van de huurauto langs een aantal geparkeerde bromfietsen die alle kanten op stuiterden. Ik liet Stephan stoppen en keerde te voet terug om de schade te gaan opmeten. De bromfietsen waren als bij wonder allemaal verdwenen. Ik vermoed dat ze toch wat te dicht bij de rijbaan hadden gestaan, zodat de eigenaars geen schuldbewuste, maar een boze vreemdeling hebben verwacht, op zoek naar compensatie voor de geleden schade.
    Een lange inleiding om duidelijk te maken dat je best een paar keer nadenkt voor je als bestuurder aan het Balinese verkeer gaat deelnemen. Er zijn de upacara’s, de tempelceremoniën, die ervoor zorgen dat de helft van de weg is afgesloten. Rustig blijven, je beurt afwachten en de instructies volgen van de lokale ordedienst, te herkennen aan hun wit- zwart-grijs geblokte sarongs met een  rode bies en hun jacks of T-shirts met opschrift ‘Pecalang’.  Neem een paar foto’s van het kleurrijke spektakel, stap even uit om de benen te strekken. Vooral niet nerveus worden. Je bent in Bali en deze gang van zaken is hier normaal. Jij bent de allochtoon weet je wel.   Pas goed op voor straathonden die, zeker in de kleinere dorpen, gewoon vrij rondlopen en de straat zonder waarschuwing oversteken. Hetzelfde geldt voor kippen, katten en soms ook koeien. Er wordt constant aan de weg gewerkt, of aan de goten aan de kant van de weg. Dat geeft overdag flink wat hinder. ’s Nachts is het ronduit gevaarlijk. De hopen zand, grind en rotsblokken liggen gewoon op de weg. Geen fluorescerende borden of lantarens om je voor de obstakels te waarschuwen. Je ziet die obstructies plots in het licht van je koplampen opduiken. Niet te hard rijden is daarom de boodschap. Ben je de weg kwijt, stap dan eerst uit voor je aan een voorbijganger de weg vraagt. Het wordt als onbeleefd beschouwd wanneer je dat doet, zittend in de auto. Bereid je er ook op voor dat een Balinees je nooit zal zeggen dat je een weg links of rechts moet nemen. Men gebruikt de windrichtingen. Ze leggen het dus als volgt uit: ‘U rijdt verder door naar het noorden, ongeveer 500 meter, dan de weg naar het oosten, rechtdoor blijven gaan en bij de bocht weer naar het noorden.’ Of iets van die strekking. Je bedankt dan met en beleefde ‘terima kasih’ en stapt een beetje verweesd je auto weer in, nog meer gedesoriënteerd dan voor je uitstapte. 
    Het was me al een aantal keer opgevallen dat Dewa, onze chauffeur, soms op de meest onmogelijke momenten claxonneerde. Bij het verlaten van een dorp, met geen ander verkeer in velden of wegen te bespeuren of net voor we, na een scherpe bocht een brug oprijden laat hij van zich horen. Ik heb geleerd dat het er niet om gaat andere auto’s te waarschuwen van je komst. Neen, je  toont respect voor de geesten en vraagt toestemming om weg of brug te gebruiken. Het kerkhof ligt immers vaak aan de rand van het dorp en de rivier wordt ook bewoond door allerhande onzichtbare wezens.
    Pas verder goed op voor kinderen, lopend, rennend, spelend, fietsend. Ze rekenen erop dat jij hen hebt gezien. Parkeermeters zijn er niet. Wel parkeerwachters. Voor 1000-2000 rupiah (0.15-0.30 euro) wijzen ze je een plaatsje waar je de auto kan achterlaten, houden een oogje in het zeil tijdens je afwezigheid en loodsen je weer veilig het verkeer in wanneer je vertrekt.        
    Tot zover deze aflevering van ‘Veilig Verkeer Bali’.
    Ik groet u.
    Van op de passagiersstoel, dat spreekt vanzelf.
    Dirk Weemaes

    19-11-2009 om 04:08 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:bali, ubud, verkeer, autorijden in het buitenland
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    07-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Socialisatie
    We hebben ons van bij het begin van ons bouwproject voorgenomen alles volgens de regels van de kunst te doen.
    Netjes een bouwvergunning aangevraagd, verblijfs- en werkvergunningen in orde gebracht, een Indonesische firma gesticht, ons op gezette tijden gemeld bij de politie en ga zo maar door.
    De Indonesische vlag is rood en wit en ik begin hoe langer hoe meer te denken dat het rood moet staan voor 'red tape'.
    Al in april had ik een meeting gevraagd met Pak Mis, het hoofd van de banjar, de lokale gemeenschap. Toen de uitnodiging zonder gevolg bleef ben ik de kepala banjar zelf gaan opzoeken in zijn winkeltje. Hij stemde toe thee te komen drinken. Wanneer dat dan zou zijn, had ik gevraagd. 'Besok' had hij geantwoord. Besok betekent 'morgen'. De hele dag heb ik gewacht op Pak Mis; en de volgende dag en de hele week erna.
    Pak Mis kwam niet.
    Dewa, onze chauffeur en inmiddels zowat onze ombudsman voor Balinese aangelegenheden, moest een beetje lachen toen ik hem vertelde dat Pak Mis had beloofd 'morgen' langs te komen.
    'Morgen' is in Bali, en eigenlijk in heel Indonesië, een flexibel begrip. Het betekent niet letterlijk 'de volgende dag' zoals wij westerlingen in al onze naïviteit veronderstellen. Neen, 'morgen' is een onbepaald moment in de toekomst. Net zoals 'kemarin' (gisteren) een onbepaald moment in het verleden is.
    Enfin, ik stuurde Dewa opnieuw naar Pak Mis in de veronderstelling dat de communicatie dan iets duidelijker zou verlopen. En jawel hoor. Diezelfde namiddag zat hij, met Dewa erbij als vertaler, bij ons thuis thee te drinken. Ik legde hem uit waar we mee bezig waren en dat we de bedoeling hadden ons in de lokale gemeenschap te integreren en respect wilden opbrengen voor de lokale gebruiken en tradities. Het bezoek duurde anderhalf uur en we gingen uit elkaar met de belofte dat hij een keertje zou terugkomen met zijn vrouw; die was namelijk al in Europa geweest en sprak veel beter Engels dan hij.
    Ik veronderstel dat 'een keertje' nog verder in de toekomst ligt dan 'morgen', maar dat zien we dan wel weer.
    Socialisatie is een stap in het proces om de exploitatievergunning voor het hotelletje in orde te krijgen. Het betekent concreet dat er een meeting plaats moet vinden met de dorpsraad om het project toe te lichten en te laten goedkeuren. Je hebt immers 15 handtekeningen nodig van leden van de banjar om je vergunning te kunnen krijgen. De lokale gemeenschap heeft op Bali erg veel macht, vandaar waarschijnlijk deze volksraadpleging.
    Na maanden van uitstel had dan eindelijk gisteravond de socialisatie plaats in het gemeenschapsgebouw van de banjar. Eigenlijk een grote, halfopen ruimte waar de mannen van het dorp regelmatig samenkomen. Vrouwen worden niet toegelaten.
    De samenkomst was gepland om 19u en om kwart voor zeven kreeg ik al telefoon. Iedereen was aanwezig en ze wachtten op mij. Normaal is er dus absoluut nooit iemand op tijd voor een afspraak, jam karet weet u wel, en nu was ik de laatste op het appel!
    Zo'n 50 mannen, allemaal in traditionele dubbele sarong, selendang en hoofddeksel stonden buiten te wachten. Bijna evenveel bromfietsen kris kras voor het gebouw geparkeerd. Gelukkig had ik op aanwijzing van Dewa ook een sarong aangetrokken. De sandalen bleven op een hoopje voor de poort achter, net zoals bij het binnengaan van een moskee. In het midden van de ruimte stond een laag rechthoekig tafeltje. De pas verkozen voorzitter nam daar achter plaats en mij werd de plek naast hem aangewezen. Door de drukte had ik niet gezien dat er nergens stoelen stonden. Iedereen ging soepel in kleermakerszit. Iedereen behalve ik natuurlijk. Zo goed en zo kwaad mogelijk nam ik een zithouding aan die niet al te veel uit de toon viel, veilig verstopt achter het tafeltje en onder mijn breed uitwaaierende sarong. Dat werd dus geen rugvriendelijk onderonsje.
    In U-vorm voor ons tafeltje zaten 50 Balinezen de bleke snoeshaan aan een nauwgezet onderzoek te onderwerpen. De voorzitter kwam eerst aan het woord, daarna volgde een vragenronde uit het publiek. De toon was niet vriendelijk maar ik begreep er bitter weinig van. Bepaalde sprekers verhieven hun stemmen en keken me boos aan. Als laatste kwam Pak Mis aan het woord. Hij sprak lang en ook soms op luide toon, maar niet tegen mij, wel gericht tot de anderen. Later vertelde Dewa dat iedereen boos was omdat we al ver stonden met het project en niemand hen erover had ingelicht. Pak Mis legde uit dat ik al een half jaar geleden had aangedrongen op een meeting maar dat er telkens wat was tussengekomen. Een ceremonie, een crematie, de verkiezing van de nieuwe voorzitter enz. Ze moesten dus de hand in eigen boezem steken. Dat kalmeerde de gemoederen en er werd verder nog enkel gepraat over de overlast die de tempel zou kunnen geven bij drukke ceremoniën, het belang van de subak (waterhuishouding) in de rijstvelden waarop we uitkijken en mogelijke tewerkstelling van lokale mensen. Ik werd uitgenodigd om elke zes maanden een vergadering bij te wonen. De uitbating werd met eenparigheid van stemmen goedgekeurd.
    Ongetwijfeld erg houterig kon ik eindelijk opstaan.
    Tetelestai!
    Dewa pikte feilloos mijn sandalen uit de stapel en we konden naar huis.
    Even bijpraten en verslag uitbrengen bij een kopje koffie. Thee in Dewa's geval.
    Het was weer een spannende dag.

    Bijlagen:
    http://www.sabandari.com   

    07-11-2009 om 00:00 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:ubud hotels, bali hotels, boutique hotel bali
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    26-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een tropische regenbui

    Mijn grootvader leerde me, intussen alweer een halve eeuw geleden, dat het gaat regenen wanneer de zwaluwen laag vliegen. Het heeft iets te maken met insecten die omhooggestuwd worden door opstijgende warme lucht. Hoe het wetenschappelijk allemaal precies in elkaar zit weet ik niet, maar het klopt wel.

    Gisteravond tijdens mijn dagelijkse 500 meter schoolslag scheerden ze weer vrolijk vlak over het water en leken ze elegant, over de rand van het zwembad, het rijstveld in te tollen.

    Vannacht, rond de klok van drie begon dan het concert.
    Wat gedonder in de verte als prelude.
    Daarna het tingeltangel van afzonderlijke druppels die anders klinken afhankelijk van hun landingsplaats.
    Doffe bassen voor dikke druppels op de grote bladeren van  heliconea's en pisangbomen.
    Hogere tonen bij uiteenspatten op hout of steen.
    Staccato gekletter op het water van het zwembad.
    Je hoort de eigenlijke bui uit de verte naderen als een bewegende massa geruis die komt aangesneld.
    Dan zit je er plots middenin.
    Nu geen individuele druppels meer die hun ritmisch asynchrone composities spelen maar een golf die je met een ontzettend geraas overspoelt.
    Het lijkt of iemand op de snelweg plots alle raampjes van de auto opendraait.
    Op het moment dat je denkt dat het deze keer toch wel erg hard gaat, en net begint te piekeren over het feit of de rieten rolgordijnen in de open zitkamer naar beneden zijn of niet, komt de apotheose.
    Geen open raampjes op de snelweg meer.
    Het dak en de voorruit worden eraf geblazen en je moet roepen om elkaar te verstaan en zelfs dat lukt maar half. Net op het moment dat je lichte paniek begint te voelen stopt de tropische regenbui abrupt.
    Letterlijk van het ene moment op het andere hoor je opnieuw de individuele druppels en even later is het stil.
    De eerste moedige cicade begint weer te zoemen en hier en daar hoor je opnieuw 'gecko, gecko, geckoooo!'
    Het is koel, het ruikt petrichor en de bui is alweer ver weg.

    26-10-2009 om 00:00 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Tags:ubud, bali, boutique hotel, sabandari
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    24-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kuningan

    Het is de tiende dag na Galungan.
    Weer een reden om te feesten.
    Het feest heet ditmaal Kuningan.
    De Galungan periode is een symbolische afspiegeling van de strijd tussen goed en kwaad en de belangrijkste functie van Kuningan is het vieren van de overwinning van het goede en  het herstel van  evenwicht en harmonie in de wereld. De geesten van de voorouders keren vandaag terug naar de hemel.

    Kuningan_priyatnadp

     

    ‘Kuning’ betekent ‘geel’ en dat is voor inwoners van Bali de kleur die grootsheid en uitmuntendheid symboliseert. ‘Nasi kuning’, rijst die geel gekleurd wordt met kunyit (geelwortel of kurkuma) is één van de verplichte offergaven en daaraan ontleent het feest zijn naam. De ceremonies vinden meestal plaats in familiekring, in de huistempel (sanggah of merajan). Families die nog niet gecremeerde verwanten hebben, die in afwachting begraven zijn op het kerkhof, brengen ook offers bij het graf. De gebeden worden uitgesproken voor 12 uur want op het middaguur vertrekken de geesten weer naar hogere sferen. En morgen?
    Dan ga je natuurlijk familie en vrienden bezoeken om hun een zalig en gelukkig Kuningan te wensen.
    < Alweer een vrije dag.
    Het merendeel van onze bouwvakkers zijn mensen uit Java en Lombok en dat zijn meestal moslims en geen hindoes zoals de Balinezen. Voor hen is Kuningan bijna zo vreemd als voor mij vermoed ik.
    Het geluid van de zaag- en polijstmachines en het getik van de hamers overstemt dan ook zonder enig probleem het geluid van de gamelan en het getinkel van de belletjes in het woudtempeltje aan de overkant van de sawah. De moslims zijn tenslotte pas terug van hun twee weken durende Idul Fitri (Suikerfeest) vakantie.
    Ja jongens, hoe gaat dat hier in godsnaam ooit gedaan zijn met bouwen!

     

    24-10-2009 om 05:30 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:ubud, bali, boutique hotel, sabandari
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    23-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nyoman's baby
    Onze tuinman Nyoman, die overigens door iedereen Komang wordt genoemd, is voor de tweede keer vader geworden. Hij had al een zoontje van anderhalf. Daar kwam een broertje bij.
    Op de 12de dag na de geboorte, werd er een upacara (ceremonie) gehouden. Het leek ons een goed moment voor het kraambezoek.
    We maakten er dan maar gelijk ons eerste bedrijfsuitstap van. Met ons voltallig personeel, minus de gelukkige vader want die had z’n vrije dag, met z’n vijven dus, ging het richting Payangan, het dorp van Nyoman.
    Na ‘The Mall’, moesten we linksaf had hij gezegd, eerste straat rechts en dan het vierde huis op de linkerkant. ‘The Mall’ bleek trouwens gewoon de pasar (traditionele markt) te zijn.
    De trotse vader stond ons al in traditionele kledij op te wachten met baby in de armen.
    Grootmoeder wilde trots poseren met haar nakomeling en probeerde een conversatie op gang te brengen. Wanneer je geen tanden meer hebt en naast Balinees alleen maar een paar woorden Bahasa Indonesia spreekt, is dat vanzelfsprekend niet evident. Het enige wat ik begreep was ‘cantik (mooi)’ toen ze mijn vrouw’s benen aanraakte. Tegen mij deed ze later, bij het afscheid nemen, ook een hele uitleg. Mijn benen liet ze met rust. ‘Cantik’ heb ik jammer genoeg niet gehoord maar ze lachte wel vriendelijk en ik ben nogal gauw tevreden.
    Er was koffie, thee en koek terwijl in een hoek van het binnenpleintje de ceremonie verder ging. Een oude man, in het wit gekleed zat bij een tafel die vol stond met allerhande offergaven. Het bleek een onderpriester te zijn. Zoiets als een onderpastoor in de katholieke kerk zeker? Er vonden een aantal, voor ons onbegrijpelijke rituelen plaats. Ook Dewa, onze chauffeur begreep er niets van. Deze rituelen zijn namelijk van dorp tot dorp verschillend.
    Op een bepaald moment stonden moeder met kind, vader en oma in een kring. Twee hadden een kleine kip in de hand die eerst werd gewassen. De derde droeg het vruchtbeginsel van een bananenboom, gewikkeld in een reep stof. Ze gaven elkaar dan een aantal keer die dingen door terwijl er gebeden werden uitgesproken.
    Balinezen geloven in reïncarnatie. De nieuwgeborene wordt daarom gezien als een wedergeboren voorvader en tot 42 dagen na de geboorte als een kleine god vereerd. De vader wast na de bevalling de placenta tot alle bloed verdwenen is en stopt ze dan in een kokosnoot, samen met kruiden en wat kleine werktuigen. Dat alles wordt voor de inkompoort begraven en afgedekt met een gevlochten mand. Een kaars of lamp erin als bescherming tegen dieren en kwade geesten. Zo weet meteen ook de hele de buurt dat er een baby geboren is in dat bepaalde huis.
    De moeder en de baby mogen tot 35 dagen na de bevalling de tempel niet betreden. Na 105 dagen, 3 maanden volgens de Balinese kalender, is er ‘Mekakulan’ een ceremonie tijdens dewelke een priester het haar van de baby afknipt om zo mooie haren tijdens de rest van het leven te garanderen. Ik vrees dat ze bij mij dat stapje hebben overgeslagen. De eerste 105 dagen mag de baby ook nooit de grond raken; tijdens de ceremonie worden de beentjes gezegend opdat het kind snel zou leren lopen. Het kind krijgt dan ook officieel een naam. Elke 210 dagen daarna wordt de verjaardag (otonan) gevierd.
    Tijdens één van de pauzes glipte Willy weg. Ze ging op verkenningstocht zei ze. Balinese families leven namelijk niet gewoon in een huisje met tuintje.
    Verschillende generaties wonen bij elkaar. De zonen blijven met hun gezin thuis wonen; de dochters verhuizen na hun huwelijk naar de compound van hun man.
    Het stuk land van Nyoman’s familie is 3500 vierkante meter groot en volgebouwd met huisjes, schuurtjes, open paviljoenen en tempeltjes. Hier en daar een boom of een tuintje.
    Willy vond ik terug, in druk gesprek met een oudere zus van Nyoman. Die bracht haar later ‘daun pandan’, bladeren die je gebruikt om bijvoorbeeld pannenkoekjes een karakteristieke groene kleur en een typische smaak te geven.
    Later volgden een aantal bewortelde scheuten van die plant en stukken suikerriet.
    Voor we thuis waren had ze ongetwijfeld al uitgekiend waar ze die schatten ging planten.

    23-10-2009 om 11:59 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    10-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Udang Diabolik
    We hadden een pak van 1 liter room in de koelkast (zie 'De roomhistorie') en dat stond er al een tijdje. Omdat ik Willy's dagelijkse 'Oom mau makan apa malam ini (Wat wil oom vanavond eten)?' verwachtte, zocht ik daarvoor een oplossing.
    Stephan zou zeggen 'Wat kan het leven toch simpel zijn'!, en dat is ook zo.
    De laatste fishing trip naar Jimbaran had onder andere een halve kilo scampi's (udang) opgeleverd. En er was bunga kol (van bunga = bloem en kol = kool). Willy zou rijst koken en 'cap cay bunga kol' maken. Gewokte bloemkool dus. Ik zou 'udang diabolik' doen, de Balinese versie van 'scampi's diabolique'. Dat had u goed opgemerkt.
    Het resultaat van onze gecombineerde kookprestatie was lekker.
    Zelfs A. was lovend en dan weet je dat je goed bent bezig geweest.
    Tijdens het eten kreeg ik het flink op de heupen toen Willy, ondanks mijn vele uitspraaklessen, vroeg of we in België ook 'seapood' eten.
    'Hoe vaak heb ik nu al gezegd dat je een "F" in het Engels ook echt als "F" uitspreekt Willy!' zei ik. 'Het is "seafood", niet "seapood", en ja, dat eten we ook in België; we eten nu toch ook seafood? En door een Belg gemaakt volgens een Belgisch recept?'
    Neen, het was 'seapood' wat ze bedoelde en wat we nu aten was geen 'seapood'.
    S. legde met handen en voeten uit dat alles wat in de zee leefde 'seafood' was. Vis, garnalen, mosselen, kreeft, udang,... allemaal seafood.
    Willy bleef herhalen dat ze dat allemaal wel wist maar dat je ook seapood kon vinden in de tuin en dat je het kon eten. Erg lekker volgens haar. Het was trouwens Bahasa Indonesia zei ze, geen Engels.
    De grote stelligheid waarmee ze bij haar standpunt bleef deed me enigszins twijfelen.
    Nu is Willy, zoals de meerderheid van de Ambonese vrouwen, wel een 'kepala batu' van het hardste soort (kepala= hoofd, batu = steen, koppigaard dus). Ze kan trouwens ook met grote stelligheid iets verdedigen wat totaal niet klopt. Maar toch, deze keer leek het anders.
    'En hoe schrijf je dat dan?' vroeg ik.
    'S-I-P-U-T', spelde ze nadrukkelijk, al een beetje triomfantelijk.
    Het woordenboek bracht raad.
    'Siput' was 'slak'.
    Zowel zeeslak als landslak. Het was dus wel en niet 'seafood'.
    Kepala batu had dus gelijk, over de hele lijn.
    Ik kroop maar weer in mijn schelp.


    dirk weemaes vanuit villa sabandari, boutique hotel in Ubud, Bali

    10-10-2009 om 02:17 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    Tags:ubud, bali, boutique hotel, siput, scampi, sabandari
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    06-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De roomhistorie
    Uit de kroniek 'Het leven zoals het is in Villa Sabandari, boutique hotel in Ubud, Bali'
    We waren er eindelijk in geslaagd het bovenste deel van de gasoven te laten branden. S. zou dan ook quiche maken voor het avondeten. Hoera!
    Willy was iets minder enthousiast. Ze wist namelijk niet wat quiche was en wat ze niet kent wantrouwt ze. Nadat we haar hadden uitgelegd dat het een soort taart was met een hartige vulling draaide ze al wat bij.
    S. gaf aan Willy door wat ze allemaal nodig had zodat ze, samen met Made, op de brommer naar de Bintang supermarkt kon.
    Groenten, gehakt en room moesten gekocht worden, de rest hadden we in huis.
    S. vroeg nog of Willy wist wat 'room' was. Ja, dat wist ze. Dat gebruikte je in taarten.
    's Avonds tijdens het eten van de, tussen haakjes erg lekkere quiche, hoorde ik het verhaal over de Babylonische spraakverwarring.
    Willy was van haar boodschappentocht teruggekomen met de groenten, het gehakt en een klein flesje rum.
    Toen S. vroeg wat de bedoeling was van die rum antwoordde ze dat tante toch rum had besteld voor in de taart.
    'Room!", zei S. 'niet Rum!'. 
    Na enige verduidelijking en raadpleging van het engels-indonesisch woordenboek, had Willy gezegd 'Oh, krim!'. 'Waarom zei tante dan niet gelijk krim (= cream)!'
    Ik zat me te verkneukelen bij dit alles,  en niet alleen om de spraakverwarring en de nog steeds verontwaardigde gezichten van beide partijen, stellig overtuigd van hun eigen gelijk.
    Na het eten zei ik dan ook: 'En nu tijd voor een kopje koffie met een lekker glaasje rum!'
    Willy keek me een beetje zielig aan en zei toen 'Tidak bisa (dat kan niet) oom.'
    'Hoezo, dat kan niet!?' vroeg ik.
    Bleek dat ze bij haar tweede shoppingronde het flesje rum van S. had moeten omruilen voor een familiepak toiletpapier.
    Mijn vrouw keek me aan met een sardonisch lachje om de mond.
    'Je wil toch vermageren', zei ze, 'dan is rum heel slecht: veel suiker en veel alcohol. Het was voor je bestwil, geloof me'.
    Ja potverdorie nog eens aan toe zeg!


    06-09-2009 om 00:00 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    01-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alweer Odalan
    Ik schreef al eerder over het Odalanfeest (de verjaardag) van de tempel bij ons in de straat.
    Made, onze pembantu (huishoudster) wou ook graag haar offer gaan brengen in de tempel. Het is tenslotte vlakbij haar werkplek en ik vermoed dat het voor Balinezen dan zo hoort. Op de foto hiernaast ziet u Made uiterst rechts.
    Mijn vrouw drong erop aan dat we ook zouden meegaan als teken van onze wil tot integratie in de lokale gemeenschap. Ze had al met Made afgesproken dat ze wat traditionele kledij kon lenen van haar moeder. Na de omkleedsessie, geregisseerd door Made, zag S. er bijna authentiek Balinees uit. In mijn  ogen dan.
    Ikzelf draag 's avonds, na het douchen, ook al een tijdje een sarong. Lekker fris en makkelijk en ik ben daar al aardig aan gewend. De eerste dagen is  het natuurlijk een beetje raar. Je loopt als westerse man niet zonder een lichte gêne rond in een rok natuurlijk. Wanneer je geen Schot bent tenminste. Na een tijdje wordt het echter de normaalste zaak van de wereld. Dat alles in de beslotenheid van je eigen huis wel te verstaan.
    Die gêne komt bliksemsnel terug bij het idee dat je, zo uitgedost, onder de mensen zal moeten komen. Het is natuurlijk een geruststelling dat die mensen allemaal een rokje aan hebben, maar toch.
    En het stopte niet bij dat rokje, dat zou te gemakkelijk geweest zijn. Neen, ik moest over de eerste sarong nog een tweede, wat kortere versie. Die moest dan vastgemaakt worden met een soort sjaal en als klap op de vuurpijl moest ik een Balinees hoofddeksel op.
    Ter verduidelijking: mijn sarong is in beige en roodbruine tinten, de tweede sarong (door Made meegebracht) was pistachegroen, de sjaal was felroze en het petje lilakleurig. En zo moet je dan de straat op! Modebewust ben ik niet echt. Of trap ik nu een open deur in ? Vermoedelijk wel, maar dat geeft niks. Ik wil niet beweren dat ik ‘s morgens erg veel tijd besteed aan het assorteren van mijn kledij. Maar zelfs ik besef dat het kleurenpalet van mijn  outfit van weinig goede smaak getuigde.
       
    Het was gelukkig al donker toen Made, haar vriend,  mijn vrouw en ik op weg gingen naar de tempel.
    Made met een gevlochten mand vol offertjes op het hoofd.
    Bij de ingang van de tempel besprenkelde ze ons met water. Het bracht me een halve eeuw terug in de tijd, naar het wijwatervat dat vroeger aan de ingang van de (katholieke) kerken stond. Je hoorde je met het gezegende water te bekruisen vooraleer je de kerk inging.
    Een compleet gamelanorkest zat duchtig van katoen te geven terwijl een priester, door een microfoon op een wel heel speciale manier een voorbede deed. ‘Speciaal’ voor mij dan. Even speciaal als het 'Urbi et Orbi' van de paus in Balinese oren zal klinken denk ik.
    De offergaven werden tijdens een gebed gezegend en werden dan, tot mijn verbazing, gewoon terug mee naar huis genomen.
    We zijn weeral een ervaring rijker.

    01-09-2009 om 11:31 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    25-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Villa Sabandari website
    Eindelijk is er een (voorlopige) versie van de website online.
    U vindt ons hier - http://www.sabandari.com -  
    Geef gerust opmerkingen, signaleer fouten of suggereer verbeteringen. Ik heb de afgelopen weken mezelf namelijk een stoomcursus Dreamweaver, Adobe Flash, WS-FTP, Sothink SWF Decompiler en PSP opgelegd zodat ik de website vanaf nu zelf kan beheren. Via de firma die het tot nu toe deed ging alles hallucinant traag en verliep de communicatie, eufemistisch uitgedrukt, niet vlekkeloos.
    Het was een beetje zoeken naar foto's die, ook na de verbouwingen, een correct beeld zullen geven van de realiteit.
    We werken nog steeds toe naar de deadline van 1 oktober hoewel dat moeilijk te geloven is wanneer je dag in dag uit in de herrie en het stof zit, en het lijkt of er weinig vorderingen worden geboekt.
    Naast het lawaai van de bouw mochten we ons recent ook verheugen in de feestelijkheden rond de verjaardag van de Masceti tempel in de straat.
    Brommers en auto's overal, kraampjes met souvenirs en eetstalletjes, gezang en gamelan muziek en (te) luide aankondigingen door de microfoon die me sterk deden denken aan de blikken stemmen van de omroepers op een Belgische kermis. Een kruising tussen de Sinksenfoor en Scherpenheuvel op 1 mei, maar dan op een iets kleinere schaal natuurlijk. 
    Op de foto: dames in traditionele klederdracht, met offers op weg naar de tempel voor het Odalan (verjaardags)feest. De tempel is alle 210 dagen jarig. Ambiance verzekerd.
    foto (c) Bimo Wiratnanto

    25-08-2009 om 05:00 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    » Reageer (0)
    sabandari website | foto's | video | english blog |
    24-08-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Papaja Incident
    Saar en Willy keken al weken uit naar het moment waarop ze de grote papaja zouden kunnen plukken die daar parmantig hing te pronken. De boom staat op de grens tussen onze tuin en het rijstveld en helt over naar de kant van de sawah.
    Vandaar het sterke vermoeden dat de vorige rijpe vrucht, die plots was verdwenen, gestolen was door mensen die het veld bewerkten, achter ons huis. De steel van de zwembadborstel lag toen, slordig weggegooid, in de beplanting, net alsof de dieven gestoord waren in hun werk en haastig de aftocht hadden moeten blazen.
    Willy waakte dan ook over deze papaja als een moederkloek over haar lievelingskuiken. Haast elke dag inspecteerde ze de rijpheid en besliste telkens weer nog een dagje te wachten voor de oogst. 'Rijpen aan de boom is beter', dixit Willy. 
    Dan stond ze plots in mijn bureau. De papaja was weg! Terwijl ze nota bene had zitten wieden op een meter of vijftien van de boom. Het moesten de mannen van de bouw geweest zijn volgens haar, dat kon niet anders.
    Ik heb, vanuit mijn bureau zicht op de boom in kwestie. Hoe kon dat dan?
    Zoals mijn landgenoot Hercule Poirot, de detective uit de boeken van Agatha Christie, probeerde ik het afgelopen uur te reconstrueren.
    En ja, het was me inderdaad opgevallen dat er 4 of 5 jongens op het dak van onze nieuwbouw zaten toen ik voor een kleine boodschap mijn bureau verliet. Ze waren druk aan het praten en keken in de richting van Willy die onkruid aan het wieden was. 'Zo zo, Willy heeft succes!' had ik nog gedacht zonder er verder  bij stil te staan.
    Terugblikkend moeten die gasten op wacht hebben gezeten tot ik weg was uit mijn bureau en Willy met haar rug naar de boom zat ,om hun kompaan, vanop de uitkijkpost het groen licht te geven. Die moet achter het zwembad verstopt hebben gezeten. Van daar tot de boom is een metertje of zeven. 
    Trip, trip trip, hak, trip, trip, trip en bingo, binnen is de buit !
    Zo moet het gegaan zijn.
    Boze gezichten en geweeklaag was mijn deel voor de rest van de dag. 
    Ik werd gedwongen het papaja-incident bovenaan op het agenda te zetten voor de volgende werfvergadering met de architect en de aannemer. Op dat moment was het voorwerp van mijn klacht natuurlijk al lang in de magen van de daders verdwenen en was de misdaad niet meer te bewijzen.
    Er hangen nog een aantal papaja's in verschillende staten van rijpheid aan de boom. 
    De volgende moet en zal voor ons zijn, so help me God!

    24-08-2009 om 03:14 geschreven door koetjing  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    » Reageer (0)


    Archief per maand
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    maryswebb
    blog.seniorennet.be/maryswe
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!

     

    Travel Business Directory - BTS Local Blog Directory Toplistbeverse weetjes Blog Flux Directory