In veel landen word een keer per jaar carnaval gevierd. Het feest duurt normaal van zaterdag t/m dinsdag en eindigt op Aswoensdag.
Aswoensdag is de eerste dag van de Grote Vasten. De Grote Vasten is een tijd waarin je weinig eet en drinkt. De vaste tijd zijn de 40 dagen voor het paasfeest.
Carnaval is oorspronkelijk een lentefeest. De mensen vierden het omdat de koude winter voorbij was en de lente er weer aankwam. Ze vierden carnaval in de hoop dat het in de lente warmer en lichter zou worden. Nieuw leven in de natuur. Het woord "carnaval" komt van de naam: Carrus Navalis. Dat betekent scheepswagen, een boot op wielen dus. De boot op wielen werd gebruikt in optochten. Dat is nu noch steeds een traditie.
Het carnavals feest en vastentijd horen bij de Katholieke kerk. Daarom wordt carnaval vooral in het zuiden van Nederland gevierd. Daar wonen de meeste Katholieke mensen.
Een van de beste plaatsen met carnaval is Aruba. Hierover kun je meer lezen als je klikt op "andere landen".
Waarom is 11 het carnavalsgetal ? In de tijd van Napoleon waren alle wetten over gekkigheid onder 11 artikelen. Maar dat bewijst ook in Frankrijk het getal 11 als gekkengetal bestond. Graaf Adolf Van der Marck uit Kleef organiseerde op 11 november 1381 een samenkomst van 36 edelen. De koning koos 10 raadsleden en zo ontstond er een eerste raad van 11. Maar we weten niet zeker of daarom ook op de 11de van de 11de de opening van het carnavals- seizoen wordt gevierd. De 11de van de 11de was op kerkelijke kalender om drie redenen een belangrijke datum 1: Als feestdag vanwege St. Maarten, 2: Als dag voor het begin de Driekoningenvasten. 3: 11 november gold vroeger als de dag waarop de huur en de rechtzaken afgehandeld konden worden; kortom als de dag waarop het zakelijke jaar eindigde. 11 november noemen we ook wel Clene Vastelaovend.
Veel mensen vragen zich af waarom Jocus, de haan als embleem heeft. De archieven vermelden alleen maar dat de Raad van Elf op 30 november 1842 de haan als embleem koos, gelijk met het advies van Jocus: Jocus vitae, quod sal coenae. Volgens Drs. Theo Franssen is er geen duidelijk antwoord op de vraag: waarom nou de haan? In het boek 14 x 11 jaor Jocus uit 1996 draagt hij een aantal mogelijkheden aan.
|