Tweede zondag van de advent
7-12-08
Mc1,1-8
Hij zal u dopen met de Heilige Geest.
Letterlijk staat er : Hij zal u dopen met 'Ademruimte, de Heilige'
Ruach Akodesh.
Om echt iets te beleven bij het vermelden van 'de Heilige Geest' is het nodig om het beeld dat we hierbij hebben los te laten want in de oorspronkelijke openbaringstaal die beeldrijk is moeten wij weten dat het accent toch altijd ligt op de beeldSPRAAK : het woord , de spraak, geeft de volle inhoud aan en niet het beeld. De Geest wordt als een duif voorgesteld. Ook hier moeten wij het beeld duif loslaten, willen we niet aan de volle betekenis van Ruach Akodesh voorbij gaan.
Het woord Ruach betekent dus 'Adem en Ruimte' en laat ons toe te zeggen: Jezus in innig contact met de Vader heeft nood aan 'Adem-Ruimte' om te voorkomen dat intimiteit iets verstikkends heeft. Jonge moeders die hun angst voor wiegedood van hun baby kwijt willen, bidden best tot de 'Adem-Ruimte- De Heilige'
Door het beeld dat 'Geest' oproept los te laten en stilaan te vergeten, komt geleidelijk aan deze' derde persoon' van God tot leven en kunnen wij er iets bij gaan beleven. Is dat niet de enige bedoeling als wij willen bidden: wat we samen beleven( en niet alleen wat we weten) aan God vertellen.
Wanneer hebben wij ademnood gehad ? Wanneer hebben wij genoten van die verruiming van ons eigen leven ?