Tiense dichters vallen in de prijzen xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tienen is gekend als suikerstad, als tintelende stad en misschien binnenkort ook als stad van dichters. Drie van hen zijn recent weer in de prijzen gevallen. Zij zijn lid van het Vlaams-Brabants dichterscollectief Verba, dat vooral door Tienenaars wordt gedragen.
Het verslag van Gui Nijs: 'Zo werd Danny Rega, na een wedstrijd van de provincie, recent gepromoveerd tot Hagelanddichter. Hij krijgt de eer een zevental gedichten te publiceren, die de toeristische diversiteit van het Hageland beklemtonen. Ze worden onder meer gepubliceerd in Mooi Hageland, een magazine dat je ook kan vinden in de streekshop van de Erfgoedsite Toreke.'
'Wim Menheer, die nu schrijft onder het dichterspseudoniem Willy Borms, haalde verdienstelijk de vierde prijs op de wedstrijd van Culturele Centrale Boontje. Het deed dat met het gedicht Familiemuur. Daarnaast ligt ook zijn nieuw boek Wurgend mooi bij de uitgever. Beslist iets om naar uit te kijken.'
Nijs zelf deelt in de eer. Ter gelegenheid van vijftig jaar Congolese onafhankelijkheid organiseerden het Masereelfonds en Het Poëziecentrum in Gent een prestigieuze poëziewedstrijd. Onze stadsgenoot Gui G. Nijs won in deze wedstrijd de eerste prijs met het gedicht Foelierood verdringen. Het handelt over de gevoelens van een Congolees adoptiekind dat hier ondanks de materiële welstand zijn roots mist. Uit de meer dan honderd inzendingen werden naast de drie prijswinnaars nog 29 andere gedichten geselecteerd voor de tentoonstelling, die de geschiedenis van 50 jaar Congo beslaat. Ze is te bezichtigen tot 18 september in de hoofdbibliotheek van Gent.
Als toetje krijgen we binnenkort de prijsuitdeling van de Julia Tulkens. Deze poëziewedstrijd wordt beurtelings georganiseerd door Linter, Landen en Tienen.
Gui Nijs: 'Tintelend Tienen denkt intussen na over een poëziecircuit doorheen de suikerstad en mogelijk over een stadsdichter. Als er nog maar voldoende water door de Gete vloeit, komt dat wel in orde.' (R.Billen)
|