Madeira, eiland in de wolken
Het Portugese eiland Madeira kreeg het vorig jaar bijzonder zwaar te verduren door hevige regenval en modderstromen. De schade is intussen hersteld en in het bloemenparadijs kan vandaag weer volop gewandeld worden.
Madeira heeft niet onmiddellijk de reputatie een bruisend oord te zijn. Het is een bloemeneiland, een plaats waar gepensioneerden graag overwinteren vanwege de milde temperaturen en waar wandelaars hun hart ophalen aan zoveel groen. Hier vind je geen zandstranden of hippe discotheken, maar botanische tuinen en eeuwenoude bossen.
Madeira kende vorig jaar hevige modderstromen. 44 mensen kwamen in februari 2010 om het leven en 600 mensen verloren hun huis. In de hoofdstad Funchal werden aan de João Gones-rivier een tankstation en een café meegesleurd. Je kunt het je nauwelijks indenken als je midden de straat een ingebed miezerig riviertje aantreft.
Porto Moniz mooie halte in het noordwesten van Madeira.
De oorzaken van de ramp lopen uiteen. Volgens onze gids Renke Olieslagers Matos is er in een dag evenveel regen gevallen als tijdens een hele maand en zijn zulke rampen niet te voorkomen. Een andere gids, Gerry Sluiter, die we later op onze trip ontmoeten en die gespecialiseerd is in natuurwandelingen, is kritischer. Volgens hem maakte de rampzalige ruimtelijke ordening op het eiland het mogelijk dat er zo veel dodelijke slachtoffers vielen. Wat er ook van zij, Madeira is de ramp intussen te boven gekomen.
Authentieke charme De bergen en steile kliffen typeren Madeira, maar wie hierheen komt, mag niet vies zijn van een beetje massatoerisme. Zo kun je op dit kleine eiland (Madeira is 57 km lang en 22 kilometer breed) maar moeilijk de hoofdstad Funchal links laten liggen, de uitvalsbasis van 75 procent van de toeristen.
Als er niet net een cruiseschip aangemeerd is, kun je in het oude deel van de stad terecht voor wat authentieke charme. De nauwe, stijle straatjes en witte huizen verraden hun Portugese rootsmaken duidelijk dat het hier wel degelijk Portugees is. Zeker een bezoek waard is de kathedraal Sé, de enige gotische kathedraal buiten continentaal Europa. De natuurstenen voorgevel maakt een sobere indruk, maar het interieur is weelderig met verguld houtsnijwerk en een in blauw en goud uitgevoerd koorgestoelte.
Inkopen doen is een belevenis voor alle zintuigen op de Mercado dos Lavradores in Funchai.
Wie Madeira zegt, zegt madeirawijn, en die blijkt niet alleen goed voor in de gelijknamige sauste dienen om in de gelijknamige saus te kieperen. Op verschillende plaatsen kun je de wijn degusteren. Met zijn zoete afdronk doet Madeira denken aan Porto. Zwarte vis Heel bekend in Funchal is de Mercado dos Lavradores, de grootste overdekte markt in de stad die dateert uit de jaren dertig en gespecialiseerd is in groenten en fruit, en waar je ook verse vis en bloemen vindt. De vrouwen gaan er gekleed in traditionele klederdracht en laten je met plezier uitvoerig proeven van het ruime aanbod aan exotische vruchten: naast mango's, citrusvruchten en avocado's vind je hier ook cherimoya's en papaja's. De geuren en smaken zijn overweldigend.
Helemaal achteraan in de hal is de vismarkt. Hier wordt de espada, de beroemde zwarte zwaardvis van het eiland, recht uit de zee verkocht. De vis wordt gevangen op een diepte van duizend meter en is door het grote drukverschil al dood nog voor hij het oppervlak bereikt. Pikzwart en met een lengte van één meter is hij best indrukwekkend.
De espada staat in bijna elk restaurant op het menu en wordt meestal gepaneerd geserveerd, met mangosaus en gestoofde banaan. In Camera de Lobos, een vissersdorp op een twintigtal kilometer van Funchal, kun je de vissers aan het werk zien. Het kleine visserskapelletje in een van de nauwe straatjes is met zijn houten beschilderde plafond zeker een bezoek waard. Met zo'n zevenhonderd zijn de vissers nog, een fractie van wat het ooit geweest is. Beeld je echter geen al te idyllische taferelen in. Links zie je een oude visser die uitrust op een bankje, rechts komen de touringcars aangereden die komen kijken naar die authentieke visser. Surrealistisch is het zeker.
Laurissilva Geef ons maar de natuur, en die is overweldigend met zijn 3.000 verschillende plantensoorten. Het bos Laurissilva, genoemd naar de vele laurierbomen, is een van de grootste groene wouden in Europa en is miljoenen jaren oud. Verspreid over 12.000 hectare is het een overblijfsel van de subtropische wouden die met de laatste ijstijd in de rest van Europa en Noord-Afrika zijn verdwenen. Het Laurissilva is beschermd door de Unesco als werelderfgoed. Met een vochtigheidsgraad van tachtig procent is het bos het grootste deel van de tijd in een mysterieuze mist gehuld. Het eiland is trouwens niet voor niets zo groen en de regen kun je er, vooral in bergen, maar beter bij nemen. Maar het weer verandert heel snel: zo kun je 's ochtends opstaan met een grijze hemel en in de namiddag onder een stralende zon wandelen. Typerend voor Madeira zijn de zogenaamde levadas: oude irrigatiekanalen die 600 jaar geleden door de bewoners werden aangelegd en nu zijn omgevormd tot een ingewikkeld knooppuntennetwerk voor wandelaars. Je hebt keuze uit 200 verschillende routes van verschillend niveau. De levadas lopen langs rotsen en kliffen en door valleien, en leiden je naar afgelegen plaatsen op het eiland. Een gedetailleerde kaart en stevige wandelschoenen die vuil mogen worden, zijn geen overbodige luxe. Voor de moeilijkere wandelingen kun je een gids inhuren.
Een jaar na het noodweer op Madeira is de schade hersteld en zijn de toeristen teruggekeerd
'Sommige wandelaars schatten de moeilijkheidsgraad van de wandelingen of de onherbergzaamheid van het eiland verkeerd in', zegt Gerry Sluiter, de oprichter van Nature Meetings, een organisatie die wandelingen organiseert en mensen bewust wil maken van het unieke karakter van de natuur op Madeira. 'Elk jaar verdwijnen vele hectaren bos door brandstichting. De brandstichters gebruiken de zogenaamde kaarstechniek, wanneer de kaars is opgebrand en het vuur uitbreekt, zijn zij al lang verdwenen. Wij proberen onze wandelaars daar attent op te maken.'
Eén van de populairste wandelingen leidt naar de top van de Pico Vivo, met zijn 1.861 meter de hoogste berg van het eiland. Als de drakenbomen in bloei staan, kleurt de top bijna volledig rood. Kroniekschrijvers uit de veertiende eeuw die het eiland zagen liggen, gehuld in een nevel waar rode toppen doorheen schemerden, dachten dat ze het mythische Atlantis hadden gevonden.
De natuurlijke zwembassins met zeewater in Porto Moniz zijn grotendeels gevormd door lava Doordat het eiland zo klein is, kun je het perfect met een huurauto verkennen. Een laatste verplichte stop zijn de natuurlijke zwembaden van Porto Moniz in het noordwesten van het eiland. Het zeewater loopt er in oude lavabekkens, waardoor je een grillig landschap krijgt dat spectaculair oogt.
|