Gaston Durnez in Tertio 22/02/2006 xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Doorkijker : André Demedts
,,k Heb Lieze weergezien.
Zij stond stil in de regen.
Toen ik haar riep
bewogen haar oren verrast
Noem André Demedts in een ouder poëzieminnend gezelschap en er zal wel iemand zijn die de eerste regels van zijn Gelegenheidsgedicht opzegt. Wie het nooit op school heeft geleerd of geen verstokte verzenlezer is, zal er wel even bij opkijken. Pas na de volledige strofe zal hij beseffen, dat Lieze geen wonderlijk met de oren wenkende vrouw is, maar een paard dat de dichter tot diepzinnige weemoed inspireert.
Demedts, de boerenzoon, had iets met paarden. Hij voelde zich eigenlijk alleen thuis in de natuur
Er is alleen mijn land,
mijn land dat blijft,
om in te liggen
als het leven zelf verloren drijft
en de paarden maakten daar onafscheidelijk deel van uit. Hij had ze lief,
,,lijk al wat ruig en sterk is en gemeend.
●
De naam Demedts zal dit jaar nog wel meer te horen of te lezen zijn, hoop ik. In West-Vlaanderen wordt de viering van zijn honderdste geboortedag voorbereid. Op 8 augustus 1906 is het een eeuw geleden dat hij in Sint-Baafs-Vijve ter wereld kwam als afstammeling van een oud boerengeslacht. Na zelf een tijd lang de ouderlijke hoeve te hebben begaan zoals dat in zijn taal wordt gezegd , heeft hij in het onderwijs gestaan en is ten slotte hoofd van de toenmalige gewestelijke radio-omroep Kortrijk geworden. Ondertussen was hij een zeer bedrijvige literator die zowat 75 publicaties op zijn naam heeft, in diverse literaire genres. Niet minder omvangrijk was het werk dat hij voor en achter de schermen van de culturele wereld presteerde, niet het minst in de sociale sector. Want hij vergat ook nooit dat hij een leidende rol had gespeeld in de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ).
Demedts overleed in 1992 na een lange ziekte op 86-jarige leeftijd. Sindsdien is het rond zijn naam stil geworden in het paarse Vlaanderen. Een paar gedichten zitten nog in ons volksgeheugen: ,,Klein broertje heeft gebeden om deze Kerstdag wit te zien en ,,Zwanen, zeg je, zijn er nog zwanen?
●
Ik lees nog vaak in zijn verzenboeken vol mannelijke melancholie en christelijke levensaanvaarding-ondanks-alles. Toch, als ik aan hem denk, zie ik hem altijd eerst als de biechtvader van velen. Wie raad of troost nodig had, kon bij hem terecht. Hij luisterde en gaf bedachtzaam in enkele zinnen zijn mening. Zo was hij ook als inspirator voor menig initiatief. Bekend is het verhaal hoe hij de piepjonge onderwijzer Jozef Deleu uitnodigde voor een vrijblijvende bespreking over een ideetje van hem: een algemeen cultureel tijdschrift dat Zuid en Noord zou verbinden. Deleu heeft er Ons Erfdeel van gemaakt en Demedts werkte daar bescheiden aan mee en gaf adviezen als ze werden gevraagd, zonder ooit de handen van zijn vrienden te binden.
●
In de loop der jaren kreeg hij enkele mooie literaire onderscheidingen en werd hij tot lid van de Academie gekozen. Toen hij al 84 was en ziek, ontving hij zijn belangrijkste lauwerkrans: de staatsprijs voor een schrijverscarrière. Het is niet niks, maar alleen al als voorman en inspirator uit de tijd van voor de Vlaamse culturele zelfstandigheid had hij meer verdiend. Ik kan mij er nog altijd in opwinden dat Leuven zijn invloedrijke houding in de strijd om de splitsing van de universiteit is vergeten. Onder meer daarom had hij later, bij de eindelijk Vlaamse universiteit, als een van de eersten in aanmerking moeten komen voor een eredoctoraat. Jammer dat dit niet kan worden hersteld. Of is het mogelijk iemand postuum doctor honoris causa te maken?
●
Een van mijn ontroerendste herinneringen aan die vaderlijke man heeft te maken met onze samenwerking. Op een mooie dag, in de sterke jaren van De (oude) Standaard, mocht ik hem vragen, of hij kronieken wilde schrijven voor De Standaard der Letteren. Hij aanvaardde onvoorwaardelijk, zonder naar een honorarium te informeren. Er was geen trouwer en stipter medewerker dan hij. Precies op de afgesproken datum lag s morgens zijn keurig getikte bijdrage op de redactietafel. Over zijn inzicht en oordeel kon natuurlijk worden gediscussieerd, maar altijd toonde hij eerbied voor het gepresteerde werk en liet hij de besproken kunstenaar in zijn waarde. Later, in de grote crisis van de dagbladonderneming, in 1976, trad hij zonder aarzelen toe tot de kring van beschermheren die de principes van een christelijke, democratische, Vlaamsgezinde krant wilden helpen waarborgen. Zij hebben de evolutie niet kunnen tegenhouden, maar dat heeft de zieke Demedts niet meer echt gezien.
|