Over veelzijdige persoonlijkheid van André Demedts We willen hier een archief aanleggen over André Demedts. Uw bijdrage en/of informatie over de veelzijdige activiteiten van André Demedts is hierbij van harte welkom...
02-12-2021
46e André Demedtsprijs voor Tinneke Beeckman
De Kortrijkse Marnixringen Broel en Kleikop hebben de 46e André Demedtsprijs uitgereikt aan Tinneke Beeckman. De tweejaarlijkse André Demedtsprijs wordt toegekend aan een persoon of vereniging die zich verdienstelijk maakt voor Vlaanderen en de Nederlandse taal en cultuur en zo in de voetsporen treedt van schrijver en Vlaams cultuurpromotor André Demedts, naar wie de prijs is genoemd.
Tinneke Beeckman (°Antwerpen, 1 januari 1976) is een Vlaamse filosofe, docente, columniste (o.m. in De Standaard) en opiniemaakster (onlangs nog in De Afspraak op Canvas). Ze geeft lezingen rond de thema’s van de drie boeken die ze al schreef: Door Spinoza’s lens uit 2012, Macht en Onmacht – Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting uit 2015 en Machiavelli’s lef – Levensfilosofie voor de vrije mens uit 2018. Haar levenslessen gaan over de relatie tussen politiek, economie en filosofie.
Beeckman was kernlid van de Gravensteengroep, is redactielid van het tijdschrift Streven en is medevoorzitter van het Vlaams-Nederlands Forum voor Filosofie.
Gastspreker op de uitreiking was classicus, schrijver en publicist Luc Devoldere. De talentvolle Nederlandse zangeres Iris Penning verzorgde enkele muzikale intermezzi in de stadsschouwburg in Kortrijk. De André Demedtsprijs is genoemd naar wijlen de gelijknamige Vlaamse schrijver uit Sint-Baafs-Vijve.
Luc Devoldere, classicus, schrijver, publicist en voormalig hoofdredacteur en afgevaardigd bestuurder van Ons Erfdeel hield de laudatio in de vorm van een causerie met als titel: Het lef van Spinoza, Machiavelli en Beeckman.De muzikale intermezzi werden verzorgd door Iris Penning, een talentvolle Nederlandse zangeres en winnares van de Nekka-wedstrijd editie 2019.
Vrijdag 22 november 2019 overleed te Lier Gaston Durnez, een gelauwerd schrijver en dichter en oud-journalist van De Standaard. Hij werd 91 jaar oud. We kunnen Gaston Durnez een geestesgenoot en vriend noemen van André Demedts. In 1986 ontving hij de Demedtsprijs. In dit blog n.a.v. het André Demedtsjaar in 2006 zijn trouwens ook een paar bijdragen van hem verschenen.
Hun pad vertoont wel enkele gelijkenissen. Gaston Durnez was als zevende zoon in een arm arbeidersgezin voorbestemd voor de fabriek, in het beste geval een ambacht. Demedts was als oudste zoon van oud langbouwgeslacht voorbestemd voor het landbouwwerk. Maar in de bittere oorlogsjaren van hun jeugd was er die vreemde drang om te schrijven en te dichten.
Durnez won opstelwedstrijden, kon een opleiding tot stenotypist volgen en raakte op 16-jarige leeftijd als loopjongen binnen bij De Nieuwe Standaard. Het begin van een carrière van meer dan zeventig jaar, waarvan een halve eeuw bij de krant. Demedts volgde de literatuur en publiceerde gedichten. Een schoolhoofd haalde hem uit zijn hard boerenleven om leraar te worden aan het college te Waregem. Later werd hij geroepen naar de gewestelijke radio-omroep te Kortrijk.
Durnez en Demedts putten kracht en inspiratie uit de sociale actie van de kajotters, de katholieke arbeidersjeugd en haar charismatische voorman, de latere kardinaal Jozef Cardijn. Die prentte arbeiderskinderen in dat ze zich vooral niet minderwaardig moesten voelen, dat ze net zoveel waard waren als om het even wie. Beiden hebben altijd dat inzicht, die roeping van kajotters blijven uitdragen en nooit vergeten dat zij een leidende rol hadden te spelen.
Beiden werden zeer bedrijvige literatoren in diverse literaire genres. Niet minder omvangrijk was het werk, die ze voor en achter de schermen van de culturele wereld presteerden, niet het minst in de sociale sector. Regelmatig kruiste hun pad bij publicaties, literaire bijeenkomsten, voordrachten. Beiden waren ook vriend van ondermeer L.P. Boon.
In een bijdrage voor dit blog noemde Gaston Durnez Demedts ‘de biechtvader van velen’ : “Ik lees nog vaak in zijn verzenboeken vol mannelijke melancholie en christelijke levensaanvaarding-ondanks-alles. Toch, als ik aan hem denk, zie ik hem altijd eerst als de ‘biechtvader’ van velen. Wie raad of troost nodig had, kon bij hem terecht. Hij luisterde en gaf bedachtzaam in enkele zinnen zijn mening. Zo was hij ook als inspirator voor menig initiatief.”
“In de loop der jaren kreeg hij enkele mooie literaire onderscheidingen en werd hij tot lid van de Academie gekozen. Toen hij al 84 was en ziek, ontving hij zijn belangrijkste lauwerkrans: de staatsprijs voor een schrijverscarrière. Het is niet niks, maar alleen al als voorman en inspirator uit de tijd van voor de Vlaamse culturele zelfstandigheid had Demedts meer verdiend. Ik kan mij er nog altijd in opwinden dat Leuven zijn invloedrijke houding in de strijd om de splitsing van de universiteit is vergeten. Onder meer daarom had hij later, bij de eindelijk Vlaamse universiteit, als een van de eersten in aanmerking moeten komen voor een eredoctoraat. Jammer dat dit niet kan worden hersteld. Of is het mogelijk iemand postuum doctor honoris causa te maken?”
“Een van mijn ontroerendste herinneringen aan die vaderlijke man heeft te maken met onze samenwerking. Op een mooie dag, in de sterke jaren van De (oude) Standaard, mocht ik hem vragen, of hij kronieken wilde schrijven voor De Standaard der Letteren. Hij aanvaardde onvoorwaardelijk, zonder naar een honorarium te informeren. Er was geen trouwer en stipter medewerker dan hij. Precies op de afgesproken datum lag ’s morgens zijn keurig getikte bijdrage op de redactietafel. Over zijn inzicht en oordeel kon natuurlijk worden gediscussieerd, maar altijd toonde hij eerbied voor het gepresteerde werk en liet hij de besproken kunstenaar in zijn waarde. Later, in de grote crisis van de dagbladonderneming, in 1976, trad hij zonder aarzelen toe tot de kring van beschermheren die de principes van een christelijke, democratische, Vlaamsgezinde krant wilden helpen waarborgen. Zij hebben de evolutie niet kunnen tegenhouden, maar dat heeft de zieke Demedts niet meer echt gezien.”
In 1953 maakte Durnez de overstap van De Nieuwe Gids naar De Standaard/Het Nieuwsblad, waar hij tot zijn pensioen in 1992 zou blijven, toen als cultuurredacteur. Even had hij de krant verlaten, in de late jaren zestig, toen hij voor Nederlandse katholieke bladen en Het Volk werkte, adviseur was bij de Lierse uitgeverij Van In en even ook hoofdredacteur van Knack, al zou het weekblad nooit onder zijn leiding verschijnen.
Durnez won in 1957 de eerste Vlaamse Persprijs met de reeks ‘Mannen met zwarte gezichten’ over de mijnwerkers in Marcinelle, die het jaar voordien werd gepubliceerd. Hij daalde mee af in de mijnen en legde er de miserabele toestand bloot. Hij schreef ook tientallen boeken, waaronder gedichtenbundels en kinderboeken. Hij ontving tientallen culturele prijzen voor filmscenario (Antwerpen 1960), chanson (Wemmel 1962), persprijs Frans Thielen (Davidsfonds 1964), filmcommentaar (Antwerpen 1968), prijs provincie Antwerpen 1969 (dichtenbundel Sire), Prijs Humoristisch gedicht (Heist 1969), Orde Vlaamse Leeuw (1974 initiatiefnemer Encyclopedie Vlaamse Beweging), Ridder vanOranje-Nassau 1985, Prijs provincie Antwerpen (Standaard, Het levensverhaal van een Vlaamse krant van 1948 tot de VUM”, Lannoo, 1993), Frans Drijversprijs (2002 als “Verdienstelijk werker voor Vlaanderen”), Prijs provincie West-Vlaanderen 2002 voor essay en monografie (“Felix Timmermans. Een biografie”, Lannoo, 2000), … Zijn laatste boek “Een mens is maar een wandelaar”, met 29 portretten van opmerkelijke mensen zoals André Demedts die zijn pad hebben gekruist, verscheen in 2018. Datzelfde jaar werd Durnez ook op voordracht van toenmalig minister-president Geert Bourgeois onderscheiden met het Ereteken van de Vlaamse gemeenschap.
Gaston Durnez bleef columnist bij De Standaard tot 1999, nadien nog van de weekbladen De Bond en Tertio. Hij was buitendien bedrijvig als tekstschrijver voor radiocabaret, als tv-medewerker (panellid voor taalspelletjes, literair interviewer) en filmscenarist (“De Witte van Sichem”). Hij was tevens stichter en redacteur van De Bladen voor de Grafiek (1969) die een vijftiental jaar hebben bestaan. Van 1965 tot 2000 was hij redacteur van het algemeen culturele tijdschrift Ons Erfdeel en zijn Franstalige zusterblad Septentrion. Hij was één van de stichters van het Felix Timmermans-Genootschap (1972).
Durnez was ook een spitse, betrokken en immer geestige observator van het menselijke bestaan. Hij schreef humoristische, vaak op gevatte woordspelingen drijvende absurde poëzie en gaf mee gestalte aan de traditie van het cursiefje. Dat alles, letterlijk, tot op zijn sterfbed.
Gaston Durnez laat een echtgenote en acht kinderen na. Plus, zei de familieman in hem in een bekend interview, “al die kleinkinderen en achterkleinkinderen’, die mee op zijn begrafenisprentje moeten. ‘Dat zal het dikste gedachtenisprentje zijn dat je ooit hebt gezien!”
Op 21 november werd in het Kortrijkse stadhuis voor de 45ste keer de André Demedtsprijs uitgereikt door de Marnixringen Kortrijk Broel en Kleikop. Deze prijs wordt sedert 1970 eerst jaarlijks en sedert 2009 tweejaarlijks uitgereikt aan een persoon of vereniging omwille van zijn verdienste voor Vlaanderen, in de voetsporen van André Demedts
André Demedts was een belangrijk Vlaams schrijver-dichter, cultuurpromotor en inspirator voor flink wat Vlaams-Nederlandse literatuurorganisaties. Met de tweejaarlijkse André Demedtsprijs gaan de Kortrijkse Marnixkringen verder en wordt de prijs uitgereikt aan een Vlaming die bijgedragen heeft tot de uitstraling van Vlaanderen in het algemeen.
De afgelopen jaren werd deze prijs toegekend aan Jan Verheyen (2011), Karel Van Eetveld (2013), Etienne Vermeersch (2015) en Dirk Brossé (2017). Dit jaar wordt gaan ze voor het ondernemerschap van een overtuigde Vlaming uit eigen streek: de uit Harelbeke afkomstige Dirk Vyncke van het gelijkaardige bedrijf Vyncke.
Ooit begon het bedrijf Vyncke als een smidse gespecialiseerd in het bouwen van stoomketels voor de vlasindustrie rond de Golden River Leie en inmiddels geëvolueerd tot een wereldspeler op vlak van de productie van energie op basis van de verbranding van afval.
Met het doorzettingsvermogen van de Vlaamse ondernemer “pur sang” heeft hij menige crisissen overwonnen. Denken we maar aan de oliecrisis begin jaren ’70 van de vorige eeuw, voor Dirk het sein om, bij wijze van spreken, wereldwijd het vuur aan te jagen, via alternatieve hernieuwbare energiebronnen. Vanuit Harelbeke, zocht en vond hij opportuniteiten in Europa, Azië en Zuid Amerika.
Onder het motto “Jeunen en tsjoolen” (kan het Zuid West-Vlaamser ?) en de Chinese spreuken Sheng Yi, wat staat voor “dromen waarmaken” en Wei Ji _“in crisis staat een mens in zijn volle kracht” vond en vindt Dirk zijn energie om de bedrijfswaarden dagdagelijks na te streven.
Op 1 november moedigt vzw Reveil sedert enkele jaren artiesten en verhalenvertellers overal in Vlaanderen aan een warme gloed brengen op de kille begraafplaatsen. Dit jaar streek het initiatief al neer op 115 begraafplaatsen, verspreid over de vijf Vlaamse provincies. Een daarvan was de begraafplaats Olm in Waregem in organisatie van de plaatselijke Statievrienden met steun van de Muziekacademie. Reveil werd de vorige jaren trouwens ook gehouden op het kerkhof in Sint-Baafs-Vijve, waar André Demedts zijn laatste rustplaats heeft.
Naast plaatselijke verhalen en stemmige klarinetklanken, klonken ook de troostende woorden uit de poëzie van André Demedts. Uit zijn bundel Schemeravond met mijmerende reflecties over leven en dood, kozen de Statievrienden het gedicht met de toepasselijke titel Het Kerkhof. Hun meest kunstzinnige bestuurslid Mya Verleye bracht hieruit de 3e, 6e en 7e strofe.
Op de officiële 11 juliviering in de Raadszaal van het stadhuis in Waregem mocht cultuurraadvoorzitter Bert De Smet ruim 150 aanwezigen verwelkomen in de raadszaal van het stadhuis. Hij liet zich voor zijn eerste 11-juli-toespraak in Waregem inspireren door ereburger André Demedts.
“Lof zij het land waar ik geboren ben
en ook zal sterven naar Gods wil.
Hier groeit geen boom,
hier ligt geen steen,
die ik niet ken.”
“Ik wil u graag hartelijk welkom heten op deze 11 juliviering van de Cultuurraad. En hoe kan dat beter dan met de prachtige openingsverzen van het gedicht Lof van mijn land van André Demedts? Ik heb – en dat mag u gerust weten – een grote bewondering voor schrijver-dichter, cultuurpromotor en Waregems ereburger André Demedts. Ik ben dan wel een geheelonthouder, ook als het op religie aankomt, maar de christelijk geïnspireerde woorden van Demedts grijpen mij toch telkens aan. Ik word er altijd een beetje stil van. Het vat het wat mij betreft eigenlijk gewoon helemaal samen. Als ik in mijn en Demedts’ geboortedorp Sint-Baafs-Vijve of in mijn huidige woonplek Waregem stap of trap, dan groeit daar geen boom, dan ligt daar geen steen, die ik niet ken.
Wat Demedts beschrijft is voor mij de essentie van een identiteit. En zo ook van 11 juli. Het is ergens thuis zijn. Zich ergens mee verbonden voelen. Iets als van zichzelf beschouwen. En alle gekheid op een stokje. Uiteraard ken ik niet alle bomen en stenen in Sint-Baafs-Vijve en Waregem. Maar Demedts weet wel het gevoel van ergens thuis zijn heel erg treffend te omschrijven.
Zich verbonden voelen met een lokale, regionale, nationale entiteit en identiteit is belangrijk en waardevol. Maar moet tegelijk ook met de nodige bedachtzaamheid benaderd worden. We mogen ons verbonden voelen. We mogen trots zijn. Maar we mogen niet vergeten dat een gemeenschap dynamisch is. Waarden, gewoontes, tradities, talen, culturen, ze evolueren allemaal. Een samenleving leeft. Ze verandert. Ze past zich aan. Maar daar hebben we het vaak moeilijk mee. We koesteren het liever door het onder een stolp te steken zodat er zeker niets kan aan veranderen. En dat is ergens te begrijpen. We zoeken een houvast die ons zekerheid in de onzekerheid biedt.
Alleen, we kunnen de vooruitgang niet tegenhouden. Waarom zouden we ook? Dat Vlaanderen in het verre en minder verre verleden kon excelleren. Dat Vlaanderen zich kon onderscheiden. Dat Vlaanderen zich zo snel kon ontwikkelen. Dat was alleen maar mogelijk door de grote dynamiek en vooruitstrevendheid die het aan de dag legde. Het is geen toeval dat Vlaanderen in flink wat zaken pionier was of is. Dat Vlaanderen stoutmoedigheid getoond heeft. Denk daarbij aan de verregaande stedelijke autonomie in tijden dat dit verre van evident was. Aan de gedurfde economische ontwikkelingen. Aan de religieuze hervormingen. Aan de wetenschappelijke ontdekkingen. Aan de industriële en technologische innovaties. Maar evengoed en zeker ook aan de culturele omwentelingen. Die kwamen er allemaal niet zomaar. Die kwamen er door de openheid, de diversiteit en de aanpasbaarheid van de Vlaamse gemeenschap.
André Demedts was vaak – en ik zeg dat met het grootste respect – een nostalgische mijmeraar. Toch begreep hij als geen ander de relativiteit van de verbondenheid met een entiteit of identiteit. En ik citeer hierbij de laatste verzen van zijn gedicht Lof van mijn land:
“Alleen maar om een andere in mij,
die zich aan land noch lucht gewent,
en altijd voort aan ’t vragen blijft
of er niet nog een ander land bestaat,
dat hij veel beter kent.”
Alleen, beste vrienden, lijkt die relativiteit een beetje verdwenen. Het lijkt wel alsof Vlaanderen zich op zichzelf terugplooit. En dat is bijzonder jammer, want dat is niet alleen een gebrek aan strijdlust, het gaat ook compleet voorbij aan de échte identiteit van de Vlaming, met name: open en ondernemend. We moeten onszelf niet verloochenen. Laat staan batjes organiseren, ook al is het die tijd van het jaar. Maar ons halsstarrig vastklampen aan wat vaak vergane glorie is. Dat kan toch niet de juiste manier zijn om te streven naar een beter Vlaanderen?
De recentste verkiezingen zijn volgens sommigen een duidelijk signaal voor meer Vlaanderen. Een autonomer Vlaanderen ook. Alleen gaat het in de discussie over meer autonomie, over meer Vlaanderen, bijna nooit over het hoe en het waarom. Het gaat enkel over het wat. Vlaanderen moet autonomer worden. Punt. Alleen wordt het zo – en vergeef me de stevige uitspraak op een dag als vandaag – bijna een ridicule symbolische strijd. En ik besef als geen ander het belang van zo’n symbolische strijd. Dat is vaak erg waardevol. Maar we moeten ook eerlijk durven toegeven dat het ook vaak gewoon verlamt.
Het gaat dan immers niet meer over de meerwaarde van die autonomie. Het gaat enkel nog over de symboliek van die autonomie. En laat ons de dingen benoemen zoals ze zijn: meer autonomie voor Vlaanderen is geen doel. Het is een middel. Een middel om het voor de mensen die in Vlaanderen leven beter te maken.
Van dat Vlaanderen beter maken zien we politiek weinig tegenwoordig. Het politieke schouwspel is meer soap dan hoogstaand theater. Alles lijkt geblokkeerd te zijn. Er komt geen schot in de zaak. Dus hoe moet het nu verder? Onze gastspreker van vanavond, Ivan De Vadder, vertelt ons zo meteen meer over het verdriet van ons land. Want verdriet heeft het, dat is wel duidelijk. Voor wie Ivan De Vadder niet zou kennen, of geen lid is van zijn fanclub: Ivan De Vadder is politiek journalist en verslaggever bij de VRT. Hij analyseert de politieke actualiteit wekelijks in De afspraak op vrijdag en verzorgde ook de verslaggeving over de meest recente verkiezingen. Als er dus iemand meer duiding kan geven over hoe het nu verder moet met ‘ons land’, en ik laat bewust in het midden over welk land dat dan gaat, dan is het wel Ivan De Vadder.
Beste vrienden, voor ik mijn welkomstwoord afsluit en het woord aan Ivan De Vadder geef, wil ik graag nog kort enkele afsluitende bedenkingen meegeven. Vlaanderen feest vandaag. En dat is écht wel waardevol en belangrijk. Onze Vlaamse feestdag moet een feest zijn, van en voor iedereen. Een feest ook dat niet overschaduwd mag worden door agressieve symboliek, noch pro, noch contra. De Vlaamse feestdag moet een hoogdag zijn waarop Vlaanderen symbool staat voor een open, warme, verdraagzame, sociale, groene, ondernemende en liefst ook positief-tegendraadse samenleving. Een hoogdag ook waarop duidelijk is dat Vlaanderen insluit in plaats van uitsluit en verbindt in plaats van ontbindt.
Vlaanderen is er voor iedereen die er leeft. Het moet ons streven zijn om Vlaanderen op een warme, uitnodigende, respectvolle en stilaan ook volwassen wijze verder uit te bouwen. Dat is een taak van iedereen die in Vlaanderen woont of werkt. Vlaanderen moet, en daarmee citeer ik afsluitend opnieuw André Demedts, zij het in een andere context dan hij oorspronkelijk bedoelde, maar zijn woorden zijn even goed van toepassing. Vlaanderen moet – en ik citeer – “een ontmoetingsplek zijn waar jonge mensen elkaar ontmoeten, maar waar ook bejaarden komen die mogen spreken en die zeker zullen luisteren. Dat het een symbool moge zijn voor alle mensen, die over alle verschillen heen, toch één en hetzelfde verlangen hebben: een beetje gelukkig zijn.”
Uitreiking André Demedtsprijs 2017 aan Dirk Brossé
Gisterenavond konden we samen met een honderdtal andere genodigden aanwezig zijn in het stadhuis van Kortrijk bij de uitreiking van de André Demedtsprijs aan Vlaams wereldvermaard muziekfenomeen Dirk Brossé. Samen met een tentoonstelling door Davidsfonds in de bibliotheek te Kortrijk kan de uitreiking ook beschouwd worden als herdenking van het cultureel pionierswerk van André Demedts, die 25 jaar geleden overleed.
De uitreiking gebeurde met een cultureel hoogstaande academische zitting in de hal naast de gotische zaal van het historische stadhuis. We konden genieten van de muzikale opluistering door Nathalie Matthys op piano en sopraan Emma Posman, die nadien ook de felicitaties kregen van Dirk Brossé himself. Hij ontving uit handen van de voorzitters van de twee Kortrijkse Marnixringen Broel en Kleikop een beeld van stripheld Lucky Luke. Lucky Luke is de hoofdpersoon in de gelijknamige Belgische stripreeks, die avonturen beleeft in het Wilde Westen. De strip werd bedacht door de Kortrijkzaan Maurice De Bevere onder het pseudoniem Morris.
De André Demedtsprijs wordt tweejaarlijks door de Marnixringen Kortrijk Broel en Kortrijk Kleikop uitgereikt aan een persoon of een vereniging die naar de geest en de doelstellingen van de Marnixring Internationale Serviceclub VZW bijzonder veel verdienste heeft verworven en op die manier in de voetsporen treedt van André Demedts, naar wie de prijs werd genoemd. De Marnixring heeft tot doel de Nederlandse taal- en cultuurgemeenschap te dienen door het verspreiden en behartigen van de Nederlandse (muziek)taal en cultuur en door het bevorderen van solidariteit, verstandhouding en vrede door het ideaal van dienstvaardigheid.
De figuur van Dirk Brossé past met zijn jarenlange culturele verdienste als ambassadeur en uitgangbord van Vlaanderen in de wereld bijzonder goed in dat profiel. Zoals cineast Stijn Coninx in zijn laudatio ook demonstreerde met een indrukwekkende lijst verdiensten en kenmerken van zijn vriend Dirk Brossé. Zijn cv met honderden muzikale meesterwerken, waarvan we er enkele pareltjes als Haiku Cycle te horen kregen, is indrukwekkend. Met tientallen (of waren het er honderd) woorden probeerde de laureaat te kenschetsen van culturele duizendpoot, kunstenaar, creatief, muziek, passie, liefde, moed, trompet, voelen, ernst en humor, harmonieus, muzikaal nederlands, … tot delen in vreugde en verdriet. Hij maakte voor het eerst kennis met Dirk Brossé in 1984 met filmmuziek voor Jean Pierre De Decker, waarvan hij assistent was. Bijzonder goede herinnering heeft hij aan zijn samenwerking bij Cocoflanel, Daens (Academy Award Nomination), Licht, enz. Deze wereldburger straalt ook culturen uit, ambassadeur voor Vlaanderen. Er bestaat volgens Stijn Coninx geen beter profiel ter promotie van de Nederlandstalige (muziek)taal en cultuur, met solidariteit en dienstbetoon, onwaarschijnlijk engagement. Voorwaar een fantastische keuze van de Marnixring Kortrijk.
Gepassioneerd door muziek werkt hij wereldwijd als dirigent en componist. Componeerde 400 werken, zowel filmmuziek en musicals als concerti, symfonische werken, oratoria, liederen en kamermuziek. Hij dirigeerde bovendien een hele reeks toporkesten in gernomeerde concertzalen over de hele wereld en realiseerde 90 CD-opnames.
Laureaat Dirk Brossé dankte de organisatie voor dit eerbetoon. Hij gaat ij Hhet beeldje van Lucky Luke koesteren en het krijgt een ereplaats naast een onlangs aangeschaft Egyptisch masker in zijn woning. Hij blijft zijn passie volgen. De laatste anderhalve maand tourde hij rond de wereld met een bijzondere herinnering aan zijn optreden in het VN-gebouw in New York, symbolische plek waar men waakt over de vrede in de wereld. De prijs doet hem ongelooflijk veel deugd, erkenning te krijgen bij de mensen van de eigen cultuur. Hij is er zich van bewust als individu niets te betekenen zonder dat er mensen zijn die in u geloven. Wij hebben mekaar nodig. We kunnen maar openbloeien door het ontmoeten van mensen en de kracht als cultuurgemeenschap.
Op donderdag 23 november reiken de Marnixringen Kortrijk Broel en Kleikop voor de 44ste keer de André Demedtsprijs uit. Deze prijs wordt tweejaarlijks uitgereikt aan een persoon of vereniging omwille van zijn verdienste voor Vlaanderen en dit in de voetsporen van André Demedts. De eerste Demedtsprijs werd in 1970 uitgereikt aan Luc Verbeke. De laatste winnaars gingen naar Jan Verheyen (2011) (filmregisseur), Karel Van Eetvelt (2013) (Unizo) en Etienne Vermeersch (2015) (fylosoof).
Dit jaar werd de componist/dirigent Dirk Brossé genomineerd als een bekroning voor zijn jarenlange culturele verdienste als veelzijdig componist, docent, dirigent, inspirator voor menig student …, waarbij hij zowel nationaal als internationaal een ambassadeur is voor Vlaanderen. Tijdens deze uitreiking wordt uiteraard muziek gebracht van de hand van Dirk Brossé zelf.
Hiervoor wordt podium geboden aan jong talent : Nathalie Matthys aan de piano en Emma Posman sopraan.
De cineast Stijn Coninx, voor wie Brossé filmmuziek schreef, en de Vlaamse Minister van Cultuur Sven Gatz brengen de laudatio tijdens deze prijsuitreiking. Afspraak in het Kortrijkse stadhuis: donderdag 23 november om 19u15.
Veelzijdig kunstenaar en cultuurpromotor Georges Leroy was in het H Hartcollege te Waregem een leerling van André Demedts. In het tijdschrift Vlaanderen bracht hij in 1976 een getuigenis aan zijn leermeester in een bijdrage met bovenstaande titel.
Het waren de oorlogsjaren, het was de tijd waarop een relatief ijzeren discipline ons in een neo-Spartaans keurslijf poogde te modelleren tot toekomstige voortreffelijke staatsburgers. Droeg de oorlogsatmosfeer het hare hiertoe bij, ook erzonder waren de ethische en pedagogische normen bepaald minder tolerant, dan wat de dag van vandaag tucht, orde en respect wordt geheten. Wij, die stilaan veteranen worden, hebben van het strenge keurslijf geen trauma overgehouden, integendeel.
André Demedts wandelde tussen de uitersten door, met over zich de onaangetaste gemoedsrust en het ongeschokte vertrouwen waaraan jongelui die hun korte broek aan het ontgroeien waren, behoefte hadden. Zeker, we waren geïmponeerd door blauwe KSA-hemden, marsjeerden en lieten strijdliederen galmen, maar al deze behoeften van het jonge bloed werden vrij behoorlijk gekanaliseerd en in idealistisch getinte banen geleid.
In wezen hadden wij, pubers, in die reeds roerige tijd, minder nood aan dàt soort beweging, dan aan innerlijk zelfvertrouwen en verdieping. André Demedts was een katalysator, die ons onrustig en troebel water wist te reinigen en te kanaliseren tot een klare vliet, waarvan men de bodem kon zien. Hij leerde ons (zoals Alice Nahon) in onszelf te kijken. Hij had over zich het moeilijk te omschrijven charisma, waardoor hij, in onze tienerogen, als mens een hogere en geidealiseerde dimensie kreeg.
Ofschoon hij als leraar Nederlands, zich niet met half werk tevreden stelde en letterlijk als figuurlijk de puntjes op de i's wenste geplaatst te zien, is het niet zozeer de docerende, dan wel de moraliserende Demedts die op velen een blijvende indruk heeft nagelaten. Achteraf (als men zelf de leeftijd heeft bereikt van Demedts toén, en beroepshalve ook met tienerleerlingen geconfronteerd wordt) vraagt men zich af wat er precies zo fascinerends was aan de figuur van de oud-leraar. Je probeert de inmiddels dertig jaar oude en uiteengevallen puzzlestukjes in je geheugen weer in elkaar te zetten. Je herinnert je ‘meneer Demeds’ (met een tweede naam werd hij bij mijn weten niet bedacht), gewapend met een bedachtzame glimlach, waarmee je tenminste twee kanten uitkon. Hij keek ons aan, de bleekblauwe ogen soms half dichtgeknepen onder de bosjes borstelige wenkbrauwen, waarbij iedereen zich terzelfdertijd persoonlijk in de kijker voelde. Als hij het nodig vond, kon hij onverwacht een poosje de stilte laten spreken waarbij hij de schuldige 'n beetje stekelig, toch meer verwonderd dan geergerd, vizeerde. Ik heb onze leraar zelden kwaad gezien, en toen hij ooit een bengel met één hand bij de kraag omhooghees, hadden we het achteraf vooral over de ongekende fysieke kracht die hij in zijn armen verborg.
Onze leraar bezat een ietwat zangerige stem, die, bij verheffing, ietwat schel kon overslaan, wat bij esthetische en ethische vervoering (bij hem nooit te scheiden) indruk maakte.
Demedts was een Sokratisch moralist. Tussen het lesgeven en dicteren door (we hebben nogal een boom afgepend, misschien waren de leerboeken toen onbetaalbaar duur of eenvoudig niet beschikbaar) liet hij terloops ideeën los, die achteraf bekeken, stuk voor stuk fragmenten waren van een fundamentele levensvisie, meer gesteund op wijsheid dan op wijsgerigheid, die eerbied afdwong en die we onbewust als norm gingen aankleven. Enkele principes kwamen herhaaldelijk terug, zoals trouw aan een woord, een ideaal, eigen haard en volk. Ook de arbeid stond aangeschreven als een uitzonderlijk ethisch beginsel. Men kon het gevoel hebben dat hij meer respect had voor een hardwerkende zondaar dan voor maanzieke artiesten of kwezels die niets anders deden dan geboden prevelen, als konijnen die loof knabbelden. Kortom, in het beeld (en toonbeeld) dat hij ons voorhield waren de essentiële kenmerken: wils- en werkkracht, beginselvastheid, gebondenheid aan aarde en natuur, gehechtheid aan Vlaanderen, trouw aan het christelijk geloof.
Mogelijks hebben we toen onze leraar te idealistisch voorgesteld. We weten nu dat hij een gematigd realist is, die streeft naar compromissen tussen ideaal en werkelijkheid, althans zolang de ideële grondslagen van de levensbeschouwing niet in het gedrang komen.
Iedereen voelde zich door André Demedts ergens persoonlijk benaderd. Ik herinner me nochtans niet dat hij ons bijvoorbeeld stelselmatig bij de voornaam noemde, maar als het gebeurde, hechtten we hieraan dan ook een bijzondere betekenis.
Gisteren verscheen in het eerste nummer dit jaar van
Neerlandia/Nederlands van Nu, een uitgave van het Algemeen Nederlands Verbond,
een interessant artikel van museummedewerker Nick Krekelbergh. Nick belicht
André Demedts als schrijver-dichter, zijn Groot-Nederlands ideaal,André Demedts in het kader van Frans-Vlaanderen
en Zuid-Afrika en tenslotte zijn culturele erfenis. We publiceren hierbij zijn
bijdrage.
Schrijver-dichter
André Demedts
Hoewel het niet eens in zon héél
grijs verleden is geweest dat de West-Vlaamse schrijver-dichter André Demedts
zijn pennenvruchten aan het papier toevertrouwde, is zijn culturele erfenis
groot, maar laat de publieke belangstelling voor zijn werk tegenwoordig
misschien wat te wensen over. Demedts kon in zijn dagen evenwel rekenen op een
niet onverdienstelijke staat van dienst en aan erkenning heeft het gedurende
zijn vijftigjarige carrière als
schrijver zelden ontbroken. In 1906 als boerenzoon geboren op het ouderlijke
hof De Elsbos in Sint-Baafs-Vijve schopte hij het op eigen kracht tot leraar
(1937) en uiteindelijk zelfs tot directeur van BRT West-Vlaanderen (1949), ook
wel Radio Kortrijk geheten.
Tegelijk ontwikkelde Demedts zich
vanaf de jaren 30 tot een bijna archetypisch Vlaams schrijver en dichter, die
werkte in de traditie van Stijn Streuvels, Felix Timmermans en Ernest Claes en
in de loop van zijn leven een enorme productiviteit aan de dag wist te leggen.
Het meest vermeldenswaardig zijn de repressieroman De Levenden en de Doden
(1959) en de tetralogie De Eer van ons Volk (1973-1978), een plattelandsepos
dat zich afspeelt in de woelige periode rond de Franse Revolutie en deels
gebaseerd is op Demedts eigen familiegeschiedenis. Tijdens zijn leven werd hij
voor zijn oeuvre bekroond met verschillende prijzen. Hij overleed in 1992 in
Oudenaarde.
Groot-Nederlands
ideaal
Demedts was in de eerste plaats een geëngageerd
schrijver, en vanuit dat engagement beperkte hij zich niet tot het schrijven
van poëzie en proza. Een belangrijke rode draad in zijn werk vormde, naast zijn
christelijke levensvisie en sociale bewogenheid, ook zijn toewijding aan het
Vlaamse volk vanuit een Groot-Nederlands perspectief. Demedts streefde hierbij
naar de culturele integratie tussen Vlaanderen, Nederland en Zuid-Afrika.
Dat uitte zich niet alleen in zijn boeken, maar ook
en vooral in het werk dat André Demedts verrichtte als spreker en essayist,
zodat we in hedendaagse termen van een echte cultuurpromotor mogen spreken. In
de loop van meerdere decennia gaf hij letterlijk duizenden voordrachten, in een
gemiddeld tempo van één lezing per week. Daarnaast zette hij ook verschillende
projecten op touw die moesten bijdragen aan de Vlaams-Nederlandse integratie.
Bijzondere aandacht ging hierbij uit naar Frans-Vlaanderen, een streek die
lange tijd tot het Zuid-Nederlandse gebied had behoord, maar aan het eind van
de zeventiende eeuw door Lodewijk XIV bij Frankrijk was aangehecht. Het is niet
toevallig dat de Demedts inspanningen voor de Nederlandse taal en cultuur met
name hier nog de meeste vruchten afwerpen, tot op de dag van vandaag.
Demedts
en Frans-Vlaanderen
Frans-Vlaanderen werd door Demedts beschouwd als een
vergeten loot aan de Nederlandse stam. Zijn belangstelling voor de streek
groeide kort na de Tweede Wereldoorlog, mede als gevolg van de contacten die
Demedts onderhield met een jonge leraar uit Frans-Vlaanderen, de latere
professor Pierre Berteloot. Samen met Luc Verbeke organiseerde hij in 1948 een
Frans-Vlaamse Begroetingsdag in Waregem. Die groeide uit tot een jaarlijkse
traditie, die uiteindelijk de Frans-Vlaamse Cultuurdag werd genoemd.
De bedoeling was om de culturele contacten tussen
Vlamingen en Frans-Vlamingen te stimuleren, om de onderlinge relaties te
versterken en zo een reveil van het Nederlands cultuurbewustzijn in
Frans-Vlaanderen in de hand te werken. De doelstellingen waren eerder cultureel
van aard, omdat Demedts en de zijnen de hete politieke hangijzers en het
daarbij horende vraagstuk van een eventueel rattachisme wilden ontwijken.
Binnen de bredere Vlaamse Beweging zag Demedts voor zijn initiatieven vooral
een ondersteunende rol, die meer van culturele aard dan van echt activistische betekenis
was. Het in die tijd ontluikende idee van de Europese eenwording tegen de
achtergrond waarvan gezocht moest worden naar een versteviging van de banden
tussen alle Nederlandssprekenden, als een cultureel blok over de staatsgrenzen
heen, was evenmin vreemd aan die opstelling.
De vierde Frans-Vlaamse Cultuurdag leidde tot de
oprichting van het Komitee voor Frans-Vlaanderen en de oprichting van het
tweetalige tijdschrift Notre Flandre Vlaamse Heerd. Later werd de functie van
dat tijdschrift in belangrijke mate overgenomen door Ons Erfdeel, dat in 1956
onder impuls van Demedts werd opgericht door het jeugdige trio Jozef Deleu,
Jozef Declercq en Jan Delrue. In eerste instantie was ook dat tijdschrift tweetalig,
maar vanaf 1960 werd het uitsluitend in het Nederlands uitgegeven.
In 1970 kwam het tot de oprichting van Stichting Ons
Erfdeel. De stichting werd voorgezeten door een pluralistische raad van advies,
waarin zowel Vlamingen als Nederlanders vertegenwoordigd waren. In 1972 werd in
Rekkem, op de grens tussen West-Vlaanderen en Frankrijk, een dialoogcentrum
gebouwd, dat de contacten tussen Frans-Vlaanderen en de rest van het Nederlanse
taalgebied verder moest stimuleren. Tegelijk werd gestart met het tijdschrift
Septentrion, dat Franstaligen diende te informeren over de Nederlandse cultuur.
De stichting bracht vanaf 1976 ook het wetenschappelijk jaarboek De Franse
Nederlanden / Les Pays-Bas Français uit, dat informatie over Noord-Frankrijk en
zijn relatie tot Vlaanderen en Nederland bracht. Vanaf 1981 werden door het
centrum ook allerlei brochures over de Nederlandse cultuur uitgegeven.
Ook vanuit zijn functie als directeur van BRT
West-Vlaanderen trachtte André Demedts aandacht te besteden aan de positie van
de Vlamingen van over de schreve, onder meer met het programma De Stem van
Frans-Vlaanderen.
Zuid-Afrika
Niet alleen Frans-Vlaanderen vormde binnen het
Nederlandse taalgebied een voorwerp van bijzondere interesse voor André
Demedts. Ook voor Zuid-Afrika was een plaats weggelegd binnen diens
Groot-Nederlandse visie. In zijn ogen was het Afrikaans net zo goed een
vertakking van de brede Nederlandse stam. Net als zijn voorliefde voor
Frans-Vlaanderen liet dat zijn sporen na in het werk van Demedts.
Al in 1944 besteedde hij aandacht aan de
problematiek van de Afrikaners in het boek Trouw aan hun Volk, dat hij onder
het pseudoniem Koen Lisarde publiceerde en dat gesitueerd was ten tijde van de
Boerenoorlog. Demedts publiceerde regelmatig in Zuid-Afrikaanse tijdschriften
en in 1948 werd hij lid van de Afrikaanse Skrywerskring, nadat hij één jaar
eerder al lid was geworden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde in
Leiden. Vanaf dat moment werd hij vaste medewerker van het Zuid-Afrikaanse
Tydskrif vir Letterkunde. Hij verzorgde er een rubriek met beschouwingen over
de laatste prestaties op het vlak van literatuur en letterkunde uit Vlaanderen.
André Demedts bezocht Zuid-Afrika uiteindelijk zelf in 1963. De reis
resulteerde in tal van verslagen, essays en voordrachten.
Culturele
erfenis
Demedts overleed in 1992, maar zijn gigantische
inzet voor de Vlaams-Nederlandse integratie ging niet onopgemerkt voorbij aan
de latere generaties. Al in 1970 werd in Kortrijk de André Demedtsprijs in het
leven geroepen. Het doel van de prijs bestond erin om een persoon of
organisatie te bekronen die zich, geheel in de geest van Demedts, had ingezet
voor de Vlaamse ontvoogding, de Nederlandse integratie, de culturele contacten met
Zuid-Afrika of het aanwakkeren van het cultureel bewustzijn in
Frans-Vlaanderen. De prijs wordt nog steeds om de twee jaar uitgereikt in
december.
Het Komitee voor Frans-Vlaanderen is eveneens nog
steeds actief en organiseerde in 2012 alweer de 65e editie van de Frans-Vlaamse
Cultuurdag. Ook worden door het Komitee cursussen Nederlands aangeboden, die
mede op grond van de economische verhoudingen in de Franse grensstreek een
groeiend succes hebben in Frans-Vlaanderen en de omliggende regios. Ook Ons
Erfdeel is nog steeds werkzaam en vormt met een oplage van 8000 exemplaren een
van de meest verspreide culturele tijdschriften binnen het Nederlandse
taalgebied.
De persoonlijke erfenis van André Demedts laat zich
evenwel nog het best voelen in zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve. Daar
ontstond in 1983 een heus André Demedtshuis in de oude pastorie naast de
Sint-Bavokerk. Het gaat om een kunsten cultuurcentrum met maandelijkse
tentoonstellingen, dat onderdak biedt aan het André Demedtsmuseum met oude
archiefbeelden over zijn werk en een deel van zijn persoonlijke bibliotheek.
Meer informatie hierover is te vinden op www.andredemedts.be
.
Foto : Bestuursbijeenkomst
van het Komitee voor Frans-Vlaanderen ten huize Luc Verbeke in
1975, met van links naar rechts: Raymond Watthy, André Demedts, Omer
Vandeputte, Leo Vanackere, Luc Verbeke, Johan van Geluwe en Michiel Mispelon
Wandelen in de voetsporen van Schrijver-Dichter André Demedts
Gisteren 4 november 2012 konden we
n.a.v. de herdenking in zijn geboortedorp 20 jaar na zijn overlijden ook
kennismaken met de vernieuwing van het André Demedtspad. Er werden permanente
infopanelen aan het pad toegevoegd met verwijzingen naar de boeken en gedichten
van Demedts. Er staan panelen aan het vertrekpunt aan het André Demedtshuis,
aan het Leiesas of D'Hooie, de molen in Wakken, de kerk van Wakken, de
Baliekouter, het Blauw Kasteeltje, de Roode Poorte en de kerk van
Sint-Baafs-Vijve. Het pad loopt over 11 km over verharde wegen. Met een extra
lus kunt u ook naar de Elsbos, het geboortehuis van André Demedts.
Op zaterdag 3 en zondag 4
november 2012 vindt er een heus André Demedtsweekend plaats, naar aanleiding
van het 20-jarig overlijden van de schrijver-dichter. De raad van bestuur van
vzw André Demedtshuis en de medewerkers van het André Demedtsweekend nodigen u
graag uit op één (of meerdere) van de activiteiten.
Programma
* Zaterdag 3 november 2012
=> 'Demedts doorgelicht':
panelgesprek met Patrick Lateur (moderator), Jooris Van Hulle (literair
recensent), Jozef Deleu (stichter Ons Erfdeel) en Jacques Fermaut
(Frans-Vlaming). Zij vertellen meer over leven, werk en betekenis van André
Demedts. Plaats: Sint-Bavokerk, Sint-Baafs-Vijve, 17 uur. Achteraf gratis
receptie.
=> 'Demedts 2.0':
voorstelling en opening nieuw audiovisueel luik bij het André Demedtsmuseum,
met radio- en tv-fragmenten van, over en met de schrijver-dichter. Plaats:
André Demedtshuis, Sint-Baafs-Vijve, 18.30 uur. Achteraf gratis receptie.
=> '5 voor 8. Kunst rond
Demedts': opening tentoonstelling van 25 bekende en minder bekende kunstenaars
die rond Demedts werkten. Plaats: André Demedtshuis, Sint-Baafs-Vijve, 18.30
uur. Achteraf gratis receptie.
* Zondag 4 november 2012
=> Herdenkingsmis en
bloemenhulde aan graf Demedts. Plaats: Sint-Bavokerk, Sint-Baafs-Vijve, 9 uur.
=> 'Wandelen in de
voetsporen van Demedts': erfgoedzoektocht met inwandeling nieuwe permanente
infopanelen langs het André Demedtspad, met als hoofdprijs een weekend naar
Frans-Vlaanderen. 11 km, vlotte doorgang, 's middags lunch. Kostprijs: 15 euro
(of 20 euro met toegangsticket Koffieconcert Wouter Vercruysse), kinderen 8
euro. Graag voor dinsdag 30 oktober 2012 inschrijven via
katrien.vanparys@pandora.be en over te schrijven op rek.nr. 468-6134561-56.
Start: O.C. Den Aert, Sint-Baafs-Vijve, 10 tot 10.45 uur.
Alle activiteiten zijn gratis,
behalve de erfgoedtocht en het koffieconcert. Graag vooraf inschrijven (en
betalen) bij de erfgoedtocht 'Wandelen in de voetsporen van Demedts' zodat u
zeker kan genieten van het middagmaal.
Alle informatie vindt u in de
folder. Die kan u gemakkelijk online bekijken via http://on.fb.me/Tc8sVA Als bijlage vindt u ook het
campagnebeeld. Wie de affiche (geïntegreerd in de folder) overigens ophangt en
daarvan een foto instuurt via www.facebook.com/andredemedts
maakt kans op enkele mooie prijzen!
Namens de Werkgroep
Demedtsweekend : Monique Claerhout, Bernard Delange, Griet Delanghe, Alexander
Demoor, Franck De Munster, Bert De Smet (coördinator), Geert Eeckhout, Jacob
Hobbel, Nick Krekelbergh, John Moerman, Jos Vanderheyden, Katrien Vanparys, Dominiek
Wemel
Op zaterdag 3 en zondag 4 november 2012 vindt er een
heus André Demedtsweekend plaats, naar aanleiding van het 20-jarig overlijden
van de schrijver-dichter. De raad van bestuur van vzw André Demedtshuis en de
medewerkers van het André Demedtsweekend nodigen u graag uit op één (of
meerdere) van de activiteiten.
De maandelijkse tentoonstelling in het André
Demedtshuis, Sint-Bavostraat 19 te Sint-Baafs-Vijve, is in oktober 2012 gewijd
aan de Zultse kunstenaar Georges Dheedene (1909-1973). Dheedene bij Demedts brengt een overzichtstentoonstelling van het
werk van Dheedene met speciale aandacht voor twee werken die in het bezit waren
van André Demedts zelf: een portret van vader Maurits Demedts en een landelijk
tafereel met Den Elsbos op de achtergrond. Voorafgaand aan de opening van de
tentoonstelling heeft een herdenkingsprogramma rond Dheedene bij Demedts
plaats in de Sint-Bavokerk, waarrond het
graf bevindt van André Demedts.
De vernissage van de tentoonstelling vindt plaats op
vrijdag 5 oktober 2012 om 19.30 u. in het prachtig romaanse kerkje Sint-Bavokerk. Naar aanleiding van het André
Demedtsjaar 20 jaar na zijn overlijden werd in samenwerking met de Stedelijke
Academie voor muziek, woord en dans van Deinze speciaal voor de
openingsceremonie een voorstelling
uitgewerkt waarin naast muziek ook enkele teksten en gedichten van Demedts aan
bod zullen komen. De tentoonstelling zelf wordt om 20.15 u. geopend door Franck
De Munster, voorzitter van het André Demedtshuis. De receptie gaat daarna door
in Den Aert, naast de kerk, gevolgd door het bezoek aan de tentoonstelling in
het Demedtshuis achter de kerk.
In de tentoonstelling worden een aantal werken
getoond met als onderwerp de streek tussen Leie en Mandel. Daarbij
wordt gefocust op de krachtige werken, waarbij de schilder Georges
Dheedene zich vrij voelde tijdens de creatie. Dit komt vooral tot uiting in een
serie kleine schilderijtjes met post-expressionistische inslag. Deze pareltjes,
die meer dan een halve eeuw oud zijn, ogen vandaag nog steeds verbazingwekkend
modern en fris, en zullen ongetwijfeld het publiek weten te bekoren, temeer
daar de meeste nog nooit eerder op een tentoonstelling werden vertoond.
De tentoonstelling bevat ook enkele grotere werken
met taferelen die zich afspelen aan de oevers van Leie of Mandel, en een paar
portretten, waaronder het pas gerestaureerde portret van de vader van André
Demedts. Vermeldenswaard is ook het portret van de jonge Albert De Clerck,
vader van voormalig minister van Justitie Stefaan De Clerck. Albert De Clerck
die opgroeide in Zulte werd in de jaren zestig van vorige eeuw de allereerste
minister voor Nederlandstalige cultuur.
De tentoonstelling "Dheedene bij Demedts"
loopt van zaterdag 6 oktober tot zondag 28 oktober en is elk weekend te
bezichtigen (zaterdag en zondag) van 14u tot 18u in het André Demedtshuis in
Sint-Baafs-Vijve.
Praktisch: oktober 2012, André Demedtshuis, Sint-Bavostraat
19, 8710 Sint-Baafs-Vijve. Organisatie: vzw André Demedtshuis en Stichting
Georges Dheedene, contact: griet.delanghe@wielsbeke.be
Dinsdag 2 oktober 2012 om 14.30 u. geeft Jooris Van Hulle op uitnodiging van de
plaatselijke Davidsfonds-afdeling een
lezing in het cultuurhuis te Nieuwpoort over het leven en werk van André
Demedts. Daarmee herdenkt Nieuwpoort nogmaals
zijn ereburger 20 jaar na zijn overlijden op 4 november 1992. André Demedts
(1906-1992) was jarenlang gastspreker tijdens de Frans-Vlaamse veertiendaagse
in Nieuwpoort en werd in 1986 n.a.v. de 12de veertiendaagse door toenmalig
burgemeester Georrges Mommerency uitgeroepen tot ereburger van Nieuwpoort.
Eerder dit jaar van 5 april tot 2 mei was er al een tentoonstelling over André
Demedts in de bibliotheek van Nieuwpoort met fotos en documenten uit de
privécollectie van Etienne Desaever.
Demedts
schreef een omvangrijk oeuvre bijeen, zowel wat het aantal publicaties betreft
als de verschillende literaire genres erin vertegenwoordigd: romans, verhalen,
toneel, jeugdboeken, monografieën, kritische bijdragen en poëzie. Jooris VAN
HULLE volgt het spoor dat Demedts heeft getrokken als auteur én als
volksopvoeder en tekent ook een beeld van de mens Demedts.
lezing
en congres, lezing of gesprek : Aanvang:
14.30 u.
Waar
: Cultuurhuis , Hoogstraat 2, 8620 Nieuwpoort
Onder deze titel verscheen vandaag een bijdrage over André Demedts in de regionale bladzijden van het Nieuwsblad. De veelzijdigheid van André Demedts was uiteraard breder dan schrijver-landbouwer, maar hij inspireert duidelijk ook nu nog de jongeren. Auteur van het krantenartikel is Frank Meurisse.
ANDRÉ DEMEDTS OVERLEED 20 JAAR GELEDEN
Schrijver-landbouwer
inspireert jongeren
Lode
Beck (zittend) en Carlos Pauwels aan het bureau van hun oude vriend, die ook nu
nog jongeren zoals Alexander De Moor en Bert De Smet inspireert (foto FMR)
WIELSBEKE - De landbouwer André Demedts leerde
zichzelf schrijven en ontpopte zich tot een inspirerend man voor jongeren,
zowel toen hij leefde als ook nu nog. Hij wordt het komende jaar herdacht met
tal van activiteiten.
Het herdenkingsjaar van André Demedts is van start
gegaan met geleide bezoeken aan het André Demedtshuis. De uitgelezen locatie om
de herinnering aan de schrijver-dichter levend te houden, hoewel hij er nooit
gewoond heeft. Het huis kwam wel ter sprake in zijn romans.
André Demedts werd geboren op een hofstee hier in
Sint-Baafs-Vijve, herinneren Lode Beck en Carlos Pauwels zich. De twee hebben
Demedts heel goed gekend. In het Jaar van het Dorp in 1978 werd beslist het
huis naast de kerk als Demedtshuis in te richten: een expositieruimte voor jong
talent met een hoekje met werk van Demedts zelf, zeggen ze.
Het pand doet nog steeds dienst als expositieruimte
en er is een museum over leven en werk van Demedts. Zijn bureau werd zelfs naar
hier verhuisd. Binnenkort wordt er ook nog een audiovisueel luik aan de
tentoonstelling toegevoegd, zegt Bert De Smet. De twintiger vormt samen met
onder meer Alexander De Moor de jongere generatie die inspiratie vindt in de
figuur van Demedts en de herinnering aan de schrijver-dichter levendig wil
houden.
Ik heb hem niet persoonlijk gekend, zegt De Smet.
Ik was te jong. Maar uit balorigheid ben ik zijn werk gaan lezen en heb ik mij
verdiept in zijn doen en laten. Mijn leeftijdsgenoten vonden hem een stoffige
figuur, maar hij is zoveel meer. In zijn tijd al wist hij jongeren te
inspireren. Hij gaf een voorzet en bood anderen de kans om het idee verder uit
te werken. Zo is Ons Erfdeel ontstaan.
Volgens Pauwels en Beck was André Demedts een heel
aimabel man. Een weemoedig iemand, een dromer, maar wel met een eigen
overtuiging, terwijl hij toch openstond voor de mening van anderen. Demedts was
een selfmade man. Na 17 jaar te werken als landbouwer ging hij aan de slag als
leraar en later schopte hij het tot directeur van de toenmalige BRT
West-Vlaanderen, Radio Kortrijk. Hij overleed in 1992 op zijn ziekbed.
Naar
aanleiding van het Demedtsjaar 20 jaar na het overlijden van André Demedts
geven we u hier nog een getuigenis mee van Frans-Vlaming Wido Bourel. Eind
vorig jaar verscheen van deze uitKaaster (Caëstre) afkomstige Vlaamse Nederlander Hier, en aan de overkant, het derde boekje in een reeks waarin Wintertijd in Vlaanderen en Een erfenis zonder testament vorig jaar
nog werden bekroond met de dr. Snellaertprijs. Een erfenis zonder testamentwas ook genomineerd voor de Luc Verbeke-prijs van het Komitee voor
Frans-Vlaanderen
André
Demedts contacteerde Wido Bourel in 1972 om voor BRT-West-Vlaanderen in de
radio-studio te Kortrijk nieuws te brengen over Frans-Vlaanderen.Op zijn website WIDOPEDIA vonden we een
treffende getuigenis over zijn kennismaking met André. Wido Bourel
André
Ik leerde André Demedts kennen in 1972. Vanaf toen
reed ik regelmatig met de fiets naar Kortrijk. Telkens werd ik in de Condédreef
als een koning ontvangen.
Het was André die me voorstelde om voor de
toenmalige BRT West-Vlaanderen nieuws te brengen over Frans-Vlaanderen. Ik
hield vanaf dan regelmatig een radiopraatje - toen nog in schabouwelijk
Nederlands - over Frans-Vlaanderen voor het programma De Zonnewijzer.
Hij introduceerde me ook bij de plaatselijke
notabelen. Zo werd ik op een dag onverwachts door hem gestuurd naar een zekere
... Vandekerckove gestuurd om financiële steun voor Frans-Vlaanderen in
ontvangst te nemen. Zonder op dat ogenblik te weten wie de man werkelijk was
praatte ik een hele namiddag met Michiel Vandekerckhove over onze activiteiten
en projecten. Een bezoek om nooit te vergeten.
Toen ik André bekend maakte dat ik één jaar in
Vlaanderen wou komen werken om mijn Nederlands te verbeteren, hielp hij me -
binnen de maand! - aan een job. Ik kon kiezen tussen werken bij een boomkweker
in Roeselare (ik dacht toen nog aan studies tuinarchitectuur ...) of in de
boekhandel van de VTB in Antwerpen. Ik koos voor dat laatste en deze stap heeft
dan ook mijn verder leven bepaald.
Op een dag gaf ik André toe dat ik zijn literaire
oeuvre nog niet kende. Hij antwoordde simpelweg : "Het heeft geen
belang". Bij een volgend bezoek gaf hij me dan een blad met de tekst van
zijn gedicht De erfenis, door hem stijlvol overgeschreven en ondertekend.
De erfenis
Zij
kwamen en namen het land. Zij stalden hun paarden,
zij
begrensden met één enkelen blik hun nieuw gebied.
De
mannen slaafden, de vrouwen baarden
er
was niet één onder hen, die het leven verried.
De
wildernis door wind en water gehavend,
het
bos en moeras werd een vruchtbaar veld.
De
dagen en jaren vergingen, morgen en avond,
men
viel op het werk toen de tijd was volteld.
Een
ander stond op : zij werkten en zwegen,
zij
deden hun zin, zij schikten de wegen,
de
eeuwen verliepen, doch hun bruisende bloed
sloeg
telkens weer over, hun kracht en hun moed
verstilden
tot deernis en liefde voor haar, voor de vrouw,
die
hun kinderen dragen en liefhebben wou.
Nu
liggen zij stil en gerust in hun aarde gedolven
en
ik nam hun alaam, en ik kreeg het gebied.
ik
erfde het bloed, voor mij is het golven,
het
rijzen en het dalen van land en van groen
tot
waar dat mijn blik geen keuren meer ziet.
Voor
mij is het stormen, de jeugd en het vuur,
de
rijzende zon, het koren dat groeit,
zo
lang als ik leef, zo lang als ik duur,
tot
dat voor het laatst de hazelaar bloeit.
Tot
dat wat ik kreeg mij weer wordt ontnomen
en
mijn hart door de dood wordt beklemd;
dan
zal hij er zijn, dan zal hij wel komen
wiens
helmende lach mijn snik overstemt,
dan
erft hij van eeuwen de smart en de tover,
zij
worden zijn vreugde, zij worden zijn straf,
te
zaam met het recht om onder het lover
te
vermolmen tot aarde in t eenzame graf.
André
Demedts
André Demedts en Wido
Bourel dd. 28 september 1986 op de 39e Cultuurdag in Waregem (foto Luc Verbeke)
Demedts citaat : "Alles is zoals het moet zijn.
Ik loop in de voetsporen van mijn voorouders en weldra zullen mijn kinderen
langs dezelfde weg gaan. Alles heeft zin, want alles is met alles verbonden.
Het heeft geen belang tot wat wij geroepen waren, beslissend is hoe wij aan
onze roeping beantwoord hebben"André Demedts/ De dag voor gisteren/ 1966
Vandaag schrikkeldag 2012 is André Demedts de held van de dag bij Erfgoeddag. We publiceren hier de bijdrage in erfgoeddag.
Wij kunnen geen armoe verdragen, ons volk
niet zien verloren gaan en we hopen dat er een eeuwigheid bestaat, waar we
gelukkig kunnen zijn. Met zon granieten uitspraken heb je hem ten voeten uit:
André Demedts (19061992), een oer-Vlaamse auteur en culturele spilfiguur. En
eentje die zeker niet onopgemerkt is voorbijgegaan. 2012 is uitgeroepen tot het
André Demetsjaar.
André wordt geboren
op de ouderlijke hoeve De Elsbos, in Sint-Baafs-Vijve aan de Leie. Zelf boer
worden is niet meteen zijn ambitie. Van jongs af grasduint hij in de
bibliotheek van zijn vader en grootvader. Hij verslindt het werk van
Conscience, Verne, Tolstoj, Shakespeare en De Negerhut van Oom Tom.
Hij probeert het
ook zelf: op het college schrijft hij gedichten en toneelstukjes. Maar de dood
van grootvader zorgt voor een belangrijke verandering. Nu er een paar helpende
handen is weggevallen moet André aan de slag op de boerderij.
Geen man overboord,
denkt hij. Maar het blijft niet bij denken alleen. Boeken, een eigen
bibliotheek, tijdschriften van alle soort en slag, én schrijven: hij is ervan
bezeten. Als achttienjarige publiceert hij zijn eerste gedicht. Vijf jaar later
volgt zijn eerste bundel. 31 is hij wanneer hij in Waregem na zestien jaar boer
selfmade leraar Nederlands wordt.
Culturele allesbrander
Nu krijgt André pas
echt snelheid. Met de gedrevenheid die veel van zijn provinciegenoten kenmerkt,
kleurt hij literaire en culturele bijeenkomsten. De KAJ, de sociale actie, het
Vlaamse verenigingsleven worden zijn biotoop. In beklijvende voordrachten
ijvert de leraar-causeur enthousiast voor de ontvoogding van zijn volk. En voor
de culturele integratie van Vlamingen en Nederlanders. Hij geeft meer dan 3.000
voordrachten. Dat is één voordracht per week gedurende meer dan 50 jaar.
Ons Erfdeel en volksverheffing
bij de BRT
Ook
Frans-Vlaanderen en Zuid- Afrika liggen deze Groot-Nederlander na aan het hart.
Met Luc Verbeke richt Demedts in Waregem de Frans-Vlaamse cultuurdagen in en
spoort hij Jozef Deleu aan om Ons Erfdeel uit te geven. Waar André
verschijnt, inspireert en bezielt hij. Op vraag van Jan Boon wordt Demedts in
1949 directeur van de BRT, Omroep West- Vlaanderen. Niet om zachtjes uit te
bollen, ik wil tonen dat iemand die gedichten schrijft niet alleen goed is om
fantasieën te beleven, maar ook om verantwoordelijkheid te dragen.
Onder het
pseudoniem Koen Lisarde schrijft hij populaire jeugdboeken. En op latere
leeftijd bekronen diverse literaire prijzen zijn oeuvre.
"Een beetje gelukkig
zijn"
André Demedts kreeg
in zijn geboortedorp Sint-Baafs-Vijve een huis dat naar hem genoemd werd. Het
André Demedtshuis, aan de boorden van de oude Leie, is anno 2012 een actief
cultuur- en kunstencentrum. Of zoals Demedts het zelf verwoordde: Ik hoop dat
dit huis dat mijn naam draagt, een centrum wordt en blijft waarin jonge mensen
elkaar ontmoeten, maar waar ook bejaarden komen die mogen spreken en die zeker
zullen luisteren. Dat het een symbool moge zijn voor alle mensen, die over alle
verschillen heen, toch één en hetzelfde verlangen hebben: een beetje gelukkig
zijn.
Het André
Demedtsmuseum werd vorig jaar door vier jonge vrijwilligers volledig vernieuwd
en ook interactiever en frisser gemaakt. Op 4 november 2012 - de twintigste
overlijdensdag van André Demedts - wordt een nieuwe fase officieel voorgesteld,
waarbij een audiovisueel luik met flink wat radio- en tv-fragmenten aan het
museum wordt toegevoegd.
2012: Demedtsjaar
Dit jaar is het 20
jaar geleden dat Demedts stierf. In dat kader heeft de Werkgroep André
Demedtsmuseum dit jaar uitgeroepen tot het André Demedtsjaar. In
Sint-Baafs-Vijve, Waregem, Kortrijk, maar ook in Harelbeke en Nieuwpoort staat
activiteiten en publicaties op het programma. Dit herdenkingsjaar strekt zich
uit van het najaar 2012 tot en met het voorjaar van 2013.
De
cultuurpromotor-schrijver Demedts zal op een open, frisse en verrassend moderne
manier via een mix van initiatieven onder de aandacht worden gebracht. Het
programma en de laatste nieuwtjes vind je via de website, via Twitter (#demedts
en #demedtsjaar2012) en via Facebook.
Suggesties voor en
aankondigingen van activiteiten zijn welkom bij coördinator Bert De Smet.
Kennismaken met André Demedts doe je via deze website. Meer info over 'Ons
Erfdeel' vind je op hun website.
In 2012 is André Demedts (1906-1992) 20 jaar
overleden.André Demedts is een Vlaams
schrijver en cultuurpromotor. Hij werd in 1966 ereburger van Sint-Baafs-Vijve
en in 1986 van Waregem. Het gezin Demedts-Ide vestigde zich in Waregem, eerst
in de Karel van de Woestijnelaan en later in de Guido Gezellestraat. Schrijvers
waren nooit veraf.
In Waregem schreef hij vier stevige romans, terwijl
zijn ervaringen in het college hem stof en inspiratie leverden voor jeugdboeken
onder het pseudoniem Koen Lisarde. André engageerde zich ook in de KAJ en het
Vlaamse verenigingsleven. In 1948 organiseerde hij ook de eerste Frans-Vlaamse
Cultuurdag.
Jürgen Dekemele, Alexander Demoor, Bert De Smet en
Nick Krekelbergh richten vanuit het André Demedtsmuseum/André Demedtshuis een
stuurgroep op om in 2012 opnieuw een breed André Demedtsjaar op gang te
trekken. Externe adviseurs zoals Dirk Van Assche (De Franse Nederlanden/Ons
Erfdeel) en Dirk Verbeke (Komitee voor Frans-Vlaanderen) vullen de stuurgroep
aan. Waregem is vertegenwoordigd door Georges Vermaut en Marc Crabeels (Heilig
Hartcollege) en Bernard Delange.
De stuurgroep André Demedtsjaar 2012 wil zoveel
mogelijk mensen en organisaties in Sint-Baafs-Vijve (Wielsbeke), Waregem en
Kortrijk warm maken om in het najaar van 2012 of het voorjaar van 2013 een
activiteit rond Demedts of over onderwerpen die Demedts nauw aan het hart lagen
te organiseren. Het is vooral de bedoeling om met een open, frisse en moderne
geest de cultuurpromotor-schrijver via een mix van initiatieven terug onder de
aandacht te brengen. Verenigingen en organisaties kunnen nu al een
Demedts-activiteit inschrijven in hun jaarprogramma.
Vanaf eind 2011 start de digitale communicatie rond
het André Demedtsjaar. Suggesties voor en aankondigingen van activiteiten zijn
welkom bij coördinator Bert De Smet (bertdesmet86@hotmail.com ofBert De Smet, Priesteragestraat 20a, 8710
Sint-Baafs-Vijve). Kennismaken met André Demedts kan via http://blog.seniorennet.be/adjaar.
Deze maand plaatst
Heemkunde-Vlaanderen, ankerpunt voor de cultureel-erfgoedgemeenschap heemkunde in Vlaanderen en
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, als originele heemkundige activiteit de Juliaan
Claerhout-kring uit Wielsbeke in de kijker. Samen met de vzw André Demedtshuis en Davidsfonds Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve
stak de heemkring het André Demedtsmuseum in een nieuw en eigentijds jasje. Het
vernieuwde museum opende op 18 juni de deuren. Tijdens het openingsweekend
kwamen meer dan 500 bezoekers de herinrichting bewonderen.
Op zaterdag 18 juni
werd het vernieuwde André Demedtshuis in Sint-Baafs-Vijve geopend na een vier
maanden durende renovatie. Bijna 30 jaar na de opening in 1983 was het gebouw,
een 18de-eeuwse pastorie, dringend aan herstel toe. De gemeente Wielsbeke
investeerde 275.000 euro om het kunsten- en cultuurcentrum genoemd naar
schrijver-cultuurpromotor André Demedts (1906-1992) klaar te stomen voor de
toekomst. Tegelijkertijd werkte de vzw André Demedtshuis samen met Davidsfonds
Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve en heemkring Juliaan Claerhout-kring een volledig
vernieuwd André Demedtsmuseum uit.
De vernieuwing van
het André Demedtsmuseum werd gedragen door vier jonge enthousiastelingen
(Alexander Demoor, Jürgen Dekemele, Bert De Smet en Nick Krekelbergh) tussen
de 22 en de 33 jaar die allemaal verbonden waren met ofwel de vzw André
Demedtshuis, het Davidsfonds of de Juliaan Claerhout-kring. Samen met flink wat
andere vrijwilligers o.a. Jozef Deleu (medestichter Ons Erfdeel), Luc Verbeke
(medestichter Komitee voor Frans-Vlaanderen), Dirk Verbeke (hoofdredacteur
KFV-Mededelingen), Jooris Van Hulle en mensen van de Juliaan Claerhout-kring
kon het museum opgefrist worden. Er werd daarbij gekozen voor een nieuw concept
dat eigentijdser is.
Het museum kreeg
een combinatie van een statische en een dynamische insteek. De zes panelen met
het leven van André Demedts zijn statisch. Naast een korte biografie wordt
vooral dieper ingegaan op zijn rol als schrijver en cultuurpromotor. De rol van
Demedts voor de Vlaams-Nederlandse samenwerking (hij inspireerde Jozef Deleu om
Ons Erfdeel op te richten) en zijn inzet voor Frans-Vlaanderen (hij richtte
samen met Luc Verbeke het Komitee voor Frans-Vlaanderen op, die vooral
Nederlandse lessen in het vergeten stukje Vlaanderen gaf en geeft) en
Zuid-Afrika is niet te evenaren en blijft onuitwisbaar.
De zes panelen zijn
vastgemaakt op boekenkasten, waarin alle boeken van Demedts, over Demedts en
over zijn interessevelden (literatuur & cultuur) worden ondergebracht.
Vooral de Vlaams-Nederlandse samenwerking en Frans-Vlaanderen en Zuid-Afrika
krijgen bijzondere aandacht. Ook worden flink wat tijdschriften waarvan André
Demedts stichter, bezieler of redacteur was opgenomen. De boekerij wordt de
komende weken, maanden en jaren verder aangevuld en verfijnd. Het is de
bedoeling dat het museum via de boekerij een dynamisch karakter krijgt, waarbij
de bezoeker op een speciaal daartoe voorziene leestafel de werken uit het
museum kan raadplegen.
Om het geheel extra aantrekkelijk te maken
werd een vide gemaakt die de eerste verdieping waar het museum zich bevindt
verbindt met de benedenverdieping. Om de aandacht naar het museum te trekken
werd het prachtige gedicht Gelegenheidsvers in het groot op de muur van de
boven- en een stukje van de benedenverdieping geplaatst. Het museum wordt zo
verbonden met de rest van het André Demedtshuis.
Pronkstukken van
het museum zijn het authentieke bureau van André Demedts, twee van zijn
originele boekenkasten en een deel van zijn eigen boekencollectie, samen met
veel (archivalische) documenten, medailles, fotos
Zicht op het vernieuwde museum, met rechts het
authentieke bureau van André Demedts
In 2012 als
Demedts 20 jaar overleden is wordt het museum aangevuld met een interactief
multimediaproject, waarbij radio- en tv-fragmenten met Demedts zullen ontsloten
worden. Daarvoor zal samen met de gemeente Wielsbeke een projectsubsidie bij de
provincie West-Vlaanderen worden aangevraagd.
De vernieuwing
begon als een wild idee van vier jongeren op café. Het bleef niet bij
cafépraat. Het wilde idee werd een echt project. De jonge enthousiastelingen
trokken hun stoutste schoentjes aan, werkten een conceptnota uit en maakten
naast Franck De Munster en Dominiek Wemel van de vzw André Demedtshuis flink
wat vrijwilligers en sponsors warm om samen een vrijwilligersproject aan te
vatten. Alles samen nam de vernieuwing drie jaar in beslag, waarvan de eerste
twee jaar vooral voorbereidend waren (concept uitwerken, inventariseren,
contacten met vrijwilligers, verenigingen, gemeente en sponsors leggen ). Het
laatste jaar werd alles concreet en zeker nadat de renovatie vanuit de gemeente
gestart was, kwam alles in een stroomversnelling terecht.
Dochter Mieke
Demedts knipt het lint door en opent hiermee het vernieuwde André Demedtshuis.
Bert De Smet
(Juliaan Claerhout-kring) geeft toelichting over het vernieuwde concept van het
André Demedtsmuseum. Rechts staat Franck De Munster, voorzitter van de vzw
André Demedtshuis, links Dominiek Wemel van dezelfde vzw.
Om de vernieuwing
van het André Demedtshuis te vieren werd een feestelijk heropeningsweekend
georganiseerd, van vrijdag 17 juni tot zondag 19 juni. Omdat Demedts het zo
verlangde, organiseert de vzw André Demedtshuis elke maand
kunsttentoonstellingen, en sinds een tiental jaar ook klassieke concerten en
theaterproducties. Speciaal voor de heropening werd de tentoonstelling Dolen.
Onderweg in Europa van fotograaf Michiel Hendryckx naar Sint-Baafs-Vijve
gehaald. Op vrijdagavond huldigde de gemeente Wielsbeke het vernieuwde gebouw
in. Dochter Mieke Demedts mocht het lint doorknippen. Op zaterdagavond werd het
André Demedtsmuseum geopend door de vzw André Demedtshuis, Davidsfonds
Wielsbeke/Sint-Baafs-Vijve en de Juliaan Claerhout-kring. Op zondag was er tot
slot nog een koffieconcert met Vier op n rij. Het openingsweekend was goed
voor meer dan 500 bezoekers.
Flink wat bezoekers bewonderden het vernieuwde André
Demedtshuis
De tentoonstelling
Dolen. Onderweg in Europa van Michiel Hendryckx is tot eind augustus elke dag
van 14 tot 18 uur te bezichtigen. Het André Demedtsmuseum kan hopelijk nog
jaren bezocht worden, met dezelfde openingsuren. Er is ook een gezellig terras,
met zicht op de oude Leie en de neo-romaanse Sint-Bavokerk.
Vernieuwd André Demedtshuis krijgt educatieve invulling
Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de
renovatie van het André Demedtshuis. De
vorige ingreep dateert al van 1983, toen de oude pastorie van Sint-Baafs-Vijve
verbouwd werd tot een cultureel centrum dat naar de gerenommeerde schrijver van
proza, poëzie en essays, André Demedts werd genoemd (1906-1992). Op zaterdag 18
en zondag 19 juni 2011 opent het nieuwe Demedtshuis met een fototentoonstelling
van Michiel Hendryckx en een koffieconcert van Flanders Recorder Quartet. Ook
het vernieuwde museum opent dan de deuren.
Na ruim een kwarteeuw was het Demedtshuis dringend
aan renovatie toe. Er waren problemen met opstijgend vocht, ook de
toegankelijkheid kon beter, de toiletten dienden vernieuwd... Na een klein half
jaar zijn de renovatiewerken bijna voltooid. Het resultaat mag gezien worden. Voor
de ramen stond vroeger een wand, maar nu kan je weer naar buiten kijken. Ook de
voordeur is terug bruikbaar, tonen Dominiek Wemel en Franck De Munster van de
vzw André Demedtshuis tijdens een rondgang in dat bewuste Demedtshuis. Eigenlijk gaat het om de oude pastorie die in
1983 door de gemeente werd omgebouwd tot cultuurcentrum. André Demedts zelf
groeide elders in een uithoek van het dorp op. De schrijver overleed in 1992.
De vzw staat sinds de vroege jaren tachtig in voor de uitbating van het
Demedtshuis, dat idyllisch geprangd zit tussen de Romaanse Sint-Bavokerk en de
oude Leiearm.
Maandelijks worden er exposities georganiseerd met werk
van binnen- en/of buitenland. Zo waren er in het verleden al projecten rond
hedendaagse kunst, internationale kunstenaarsboeken en mail-art, Russische
iconen, traditionele Afrikaanse kunst, fotografie, stripverhalen,
kunstambachten en kunst van mentaalgehandicapten te bezichtigen. Daarnaast zijn
er de concerten in de nabijgelegen Sint Bavokerk, waar op het kerkhof daar rond
André Demedts begraven ligt.
De renovatie van het André Demedtshuis in
Sint-Baafs-Vijve, goed voor een kostprijs van 225.000 euro, is gestart op 31
januari dit jaar. De werken drongen zich al een tijdje op. De laatste grote aanpak van het pand, toen de
pastorie een cultuurtempel werd, dateert immers al van 1983", zegt schepen
van Patrimonium Rik Buyse (N-VA). Eerst werd de ruwbouw van het André
Demedtshuis onder handen genomen, met onder meer een opfrisbeurt van de gevel
aan de kant van het kerkhof, de plaatsing van nieuwe goten, het isoleren van
het dak en het slopen van alle muren in het gebouw. Die ruwbouw alleen al is
goed voor een kostenplaatje van 151.000 euro.
Daarna volgde de vernieuwing van het sanitair en de
verwarming. Zo verhuizen de toiletten naar boven, terwijl er ook een nieuw
toilet voor personen met een handicap komt. De derde fase omvat aanpassing van
de elektriciteitsvoorziening en aangepaste verlichting met losse spots. Er
wordt ook een lift geïnstalleerd.
De dienst Cultuur, dat sterk samenwerkt met de vzw
André Demedts, is bijzonder gelukkig met de vernieuwingen. Cultuurfunctionaris Griet
Delanghe: Hier verlangen we echt al
jaren naar. Zo zullen we bijvoorbeeld heel blij zijn met het verdwijnen van het
tapijt. Nu krijgen we een gietvloer, waar we snel met een dweil over kunnen
gaan. Hier hebben we jaren naar gevraagd. Het is een droom dat dit eindelijk
gebeurt.
De renovatiewerken maken het André Demedtshuis klaar
voor de toekomst. Die toekomst is verder gepland met onder meer maandelijks een
nieuwe tentoonstelling. Elke maand krijgt een nieuwe kunstenaar of groep
kunstenaars de kans hier tentoon te stellen. Soms melden ze zich zelf aan,
anderen komen op onze vraag. We zoeken zowel naar onbekend talent als
gevestigde waarden. Zelfs de jeugdacademie exposeert hier.
In juli en augustus wordt volgens een ander stramien
gewerkt. Dan wordt het terras hier geopend. Sinds de fietsbrug hier werd gerealiseerd,
richt men zich ook naar de vele toeristen die hier voorbijkomen tijdens de
zomermaanden. De hele site is een ideale locatie voor een tussenstop. Je hebt
hier immers niet alleen het Demedtshuis, maar ook de Sint-Bavokerk is zeker een
bezoekje waard.
Veel aandacht zal in de nabije toekomst ook gaan
naar het vernieuwde André Demedtsmuseum. Op de etage wordt één kamer volledig
als museum ingericht. 'Enkele jonge universiteitsstudenten schraagden hier hun
schouders onder. Alle attributen die verband houden met de Vlaamse schrijver
werden geïnventariseerd en zullen duidelijk uitgestald staan volgens een
educatief concept. Achter zijn bureau wordt ook nog een tv-scherm
geïnstalleerd. In de toekomst zullen we daarop opnames van hem kunnen laten
afspelen. Hij zal dus de mensen opnieuw toespreken. Er bestaat heel veel
materiaal over, maar dat dient gedigitaliseerd te worden, wat duur is. Daarom
hopen we dit met subsidies te kunnen realiseren, maar dit wordt toekomstmuziek.
Niettemin zal het vernieuwde museum ook al te bezichtigen zijn op de opening op
18 juni.