2006 is het jaar dat er hulde wordt gebracht aan de zeer verdienstelijke auteur André Demedts
(°1906). Tal van activiteiten worden op het getouw gezet met als doel het leven en werk van deze ijverige Vlaming te herdenken. Ook vanuit Wakken willen we ons bij deze terechte hulde aansluiten en waar mogelijk onze bijdrage leveren.
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tussen de figuur van André Demedts en het Mandeldorp Wakken is er steeds een innige band geweest. De Elsbos en de Neringen waar de Familie Demedts woonde, was slechts op een boogscheut van Wakken gelegen. Talrijk waren inwoners van aldaar die alover Teeuwkensbrug en langs de Baliekouter naar Wakken Kerk gingen. Op korte afstand passeerden ze drie herbergen nl.de Drie Koningen, De Princeen De Keizer.
Ook vader Maurice Demedts was verbonden met het Wakkense dorps-en culturele leven
Het is algemeen bekend dat hij auteur was van diverse artikels in deMandelbode (een weekblad dat verscheen omstreeks de eeuwwisseling en voorloper was van de latere Mandelbode die ontstond in 1943). André Demedts is jarenlang ijverig op zoek geweest naar de pennevruchten van zijn vader en vroeg daartoe om hulp. Helaas hebben we deze documenten nog niet op de kop kunnen tikken en konden we aan zijn vraag niet voldoen.
In 1912 liep André Demedts school te Wakken. Aanvankelijk bij de Zusters van de H.Jozef in de Kapellestraat (waar ook zijn moeder 6 jaar op pensionaat was geweest). In 1914 liet zijn vader hem inschrijven in de Gemeentelijke Jongensschool bij Meester Jules Lobel. Aan hem bewaarde Demedts de beste herinneringen omwille van zijn toewijding, hoewel hij het met de jongens van zijn leeftijd minder goed kon vinden.
Zijn middelbare studies volgde hij aan het Sint-Lievenscollege te Gent. Hij werd er Vlaamsgezind, leerde lectuur kennen over de Frontbeweging, ontdekte ook het tijdschrift Ter Waarheid (afkomstig van de Wakkenaar Joris Van Severen (1894-1940) en had
belangstelling voor het werk van Hugo Verriest (eveneens gewezen pastoor te Wakken 1888-1895).
Op het eind der jaren 20 werd hij te Wakken lid van het AKVS (Algemeen Katholiek Vlaams Studentenverbond). Deze groepering voerde enkele toneelstukken op in de voormalige patronage zaal DEN TAP. André Demedts was hier één der acteurs. Ook in zijn latere leven is de band met Wakken steeds hecht geweest. Aldus trad hij regelmatig op als spreker voor het plaatselijke Davidsfonds-de 11 julivieringen-voor diverse verenigingen of als inleider voor de tentoonstellingen van kunstschilder Leon Beel.
Zijn spreekbeurt over Streekverhalen (kalle bak mijne wafel, de varende vrouw, Pastoor Laridon en de ontucht in een bepaalde herberg) werden in Wakken gewaardeerd. In 1981 werd te Wakken een nieuw toneelgezelschap gesticht met de naamMandelinck (verwijzende naar het pseudoniem van Guido Haerinck (° Wakken in 1937). Op deze officiele doopplechtigheid werd het woord gevoerd door André Demedts, die het had over het bloeiende Rederijkersverleden van de Gemeente.
Op 13.05.1984 onthulde Demedts te Wakken het bronzen Plakket van Hugo Verriest aan de kerk (foto). Dit gebeurde ter gelegenheid van de grote tentoonstelling Verriest-Vanseveren ingericht door het Komitee Wakken Herdenkt.
Daarnaast verwees hij ook regelmatig in zijn werk naar Wakken. Dit voornamelijk in de romancyclus:De eer van ons Volk, die dit jaar opnieuw is uitgegeven in een verzamelbox met zijn verzamelde gedichten. Deze cyclus behandelt enerzijds een brok familiegeschiedenis en anderzijds bevat ze een kroniek van de Algemene en Vlaamse geschiedenis in de periode 1789-1815. Hoofdpersonage is Karel Guillemijn die woont op de Neringenen dicht bij den Elsbos.
Veel voorkomend is de benaming Aksele (literaire benaming voor Wakken + Sint-Baafs-Vijve samen). In deel I (De Belgische Republiek) zijn er verwijzingen naar de hoek van de Mandelstraat-Het Schaek-den Bastaard van Bourgondie de Rekkedijk (tussen de Mandel en Wakken-Kerk)de Rederijkerskamer De Lelie die vergadering hield in het Cruysse van Bourgondien)
In Hooitijdvinden we iets terug over de jonge kerels van den Drogenbroodhoek, het gesprek met pastoor Goethals in het Schaek over de Sansculottes en over de voornaamste herberg van Maartgem (Markegem), nl.De Klok rechtover de Kerk bij Judocus De Voldere.
InGoeden Avond wordt Teeuwtjesbrug vermeld (de weg naar de Kalberg). Hier duikt ook Seef Vermeire op, de facteur van Rederijkerskamer De Lelie. Demedts heeft het hier ook over de dichter P J de Borchgraeve, die herhaaldelijk met lauweren werd bekroond en citeert bepaalde verzen (oa.Ode aan de vrijheid).
In het laatste deel Een houten kroon volgen we Karel Guillemijn en Marianne met het paardenrijtuig naar de kerk te Wakken. Ze spannen uit in Het Schaek waar Djenten Lassuyt op hen wacht. Ook hij heeft het over PJ de Borchgraeve die aan de kermistafel zijn laatste gedichten voorleest en over een openbare vergadering van het armbestuur in het Schaek (voor verpachting van gemeentenaren die geen middelen van bestaan hadden).
Het hoeft geen betoog dat André Demedts in Wakken veel vrienden telde. Namen opsommen is onbegonnen werk.
Een bijzonder interne samenwerking had hij wel met een andere Wakkenaar Luc Verbeke (°1924), de stichter en algemeen secretaris van het Komitée van Frans Vlaanderen (KFV). In het tijdschrift Vlaanderen (oktober 1976 blz.279-280) schrijft Luc Verbeke over zijn kennismaking met André Demedts:
In Wakken kenden zij elkaar van zien en een meer intense kennismaking volgde in Waregem waar beiden hun beroepsloopbaan startten. Samen stonden zij aan de wieg van de letterkundige afdeling van het Kunstverbond te Waregem. Hieruit zouden dan de Frans-Vlaamse cultuurdagen groeien waar beiden veel energie aan besteed hebben en jarenlang enorm goed samenwerkten.
Luc Verbeke vat het als volgt samen: André wordt overal gezien als mijn mentor. In elk geval, we waren twee zielen in een zak.
Wakken 11-07-2006-
Koenraad Degroote
Burgemeester
|