Bart zijn verhalen
verhalen voor alle lezers in quarantaine
16-05-2020
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel 10. Raket met duizend gezichten.

Raket met duizend gezichten.

%%%FOTO1%%%

Deel 10

De moeder van Dennis.

“Zo, jongen, jij bent dus de zoon van Henk zaliger, maar wie is dan uw moeder?”

“Over mijn moeder wil ik niet spreken, ik kom voor die brief hier.”

“Mag ik die brief eens lezen, ik ben van de sociale dienst, misschien kan ik je helpen en meer uitleg geven.” Nadat Mieke de brief gelezen had blijft ze dromerig voor haar heen staren. De jongen wacht ongeduldig en kijkt haar nieuwsgierig aan.

“Ik leerde uw vader kennen toen ik pas achttien was. Hij was matroos op een cruiseschip, ik was met mijn ouders op vakantiereis. Ik verveelde me dood op dat groot schip en ging op verkenning, vooral de verboden plaatsen trokken mij aan. Ik belandde op het benedendek en ging een deur binnen. In de keuken stonden verschillende grote toestellen, op één ervan pinkte een groen lampje, een groen lampje dat is dus veilig dacht ik. Nieuwsgierig trok ik een deurtje open, een walm van hete dampen steeg omhoog en op een mum van tijd hing de kamer vol damp. Op dat moment kwam uw vader binnen.

‘Wat is hier gebeurd en wat doe jij hier in de kombuis? Hier mag alleen personeel komen.’ Plots zag hij hoe mijn haar vet van de damp in slierten tegen mijn gezicht plakte en hij bulderde van het lachen. Ja, bulderen kon hij wel maar hij kon ook lief zijn. Ik keek kwaad naar hem en begreep niet wat er zo lachwekkend was aan mij.

‘Lach met jezelf, kieken!’ riep ik nijdig naar hem.

‘Je moest jezelf eens zien, Jij bent precies een soepkieken met je natte haren. “Daarop wierp hij mij een handdoek toe. ‘Hier droog je af, zodat je weer onder de mensen kunt komen.’

Dankbaar nam ik de handdoek en wreef mijn gezicht en haren weer droog.

‘Wauw, dat is beter zo. Weet je dat je zo met die wilde haren er best sexy uitziet.’ Ik had de wilde verhalen gehoord van de matrozen en hun liefjes. Maar ik was pas achttien en vond het een lief compliment en voelde me gecharmeerd. Daarom begon ik te lachen. We schertsen samen nog wat tot hij zei: ‘je mag hier niet komen, maar kom binnen een uurtje terug naar het benedendek dan ben ik vrij en maken we kennis met elkaar.’

Zo ontmoette ik uw vader. We werden verliefd en ik hield van hem tot aan zijn dood.” Dennis wordt weer ongeduldig. “Dat kan allemaal mooi zijn, maar wat heeft dat met die brief te maken?”

Mieke keek medelijdend naar de jongen. Deze kerel heeft al veel doorgemaakt dacht zij, hij weet niets van zijn vader en denkt dat deze hem verlaten heeft. “Jij hebt je vader nooit gekend, maar uw vader heeft jou ook nooit gezien. Hij wist amper van uw bestaan. Uw moeder is het die bij hem is weggegaan. Op een nacht was zij plots weg, en uw vader wist enkel dat zij een kind verwachtte. Om zijn leed te vergeten is hij gaan varen. Hij wist niet eens of hij een zoon of een dochter had. Van de deurwaarder hoorde hij hoeveel alimentatie hij moest betalen. Zijn ex had aan het gerecht verteld dat hij hem verlaten had en nog vele andere leugens, die zij jou waarschijnlijk ook verteld heeft, maar uw vader zou nooit een vrouw slagen, daar was hij te edelmoedig voor.”

“oké, oké mijn vader was de bedrogene, maar hij heeft me nooit opgezocht, nooit iets laten weten. Nu hij dood is krijg ik zijn eerste brief. Dan heb ik nog liever mijn verslaafde moeder. Die zag ik minstens toch één keer per week.”

“He, kan het zijn dat uw vader wel brieven schreef, maar dat uw moeder die achterhield, of dat hij uw adres niet kende? Hoe kon hij jou dan brieven sturen?” merkt Jan op.

“Kom leg nu maar uit wat er in die brief staat die je vast hebt,” onderbreekt Nestor het gesprek.

“Uw vader schrijft hier dat je contact moet nemen met notaris Verrebroek, bij hem ligt het testament van uw vader.”

“Dat heb ik ook gelezen, maar wil dat zeggen dat de hele erfenis naar mijn moeder gaat?”

“Uw vader was gescheiden en jij bent zijn enige erfgenaam.”

“Krijg ik dan zijn boot?”

“Neen, een boot heeft hij niet, tenminste voor zover ik weet. Hij werkte op een boot, maar die boot was niet van hem.”

“Ja, zeg dat weet ik toch allemaal niet, ik heb nooit iets over mijn vader gehoord.”

“Kan uw moeder niet meegaan naar de notaris?”

“Mijn moeder? Die zal wel proberen alles zelf te krijgen zodat ze weer kan gaan gokken, drinken of drugs kopen. Ik ken niemand die mij kan helpen, willen jullie niet met mij meegaan?”

“Dat regelen we later wel. Jij had nog een brief zei je?”

“Ik moest me naar dit adres wenden en vragen naar Mieke.”

“Laat die brief eens zien, want dat heb ik niet geschreven. Trouwens ik zou jou nooit naar hier laten komen, ik woon hier niet eens.” Mieke neemt de brief van Dennis aan en bekijkt aandachtig het handschrift. “Zie je wel, dat is mijn geschrift niet, maar van wie dan wel?”

“Van mij, roept Jan plotseling.” Verbaasd draaien alle koppen naar Jan.

“Waarom heb je dat gedaan?” vroeg Mieke.

“Ik wilde de jongen ontmoeten, ik dacht dat hij wel hulp kon gebruiken.”

“Hij is het, hij is de vader,” denkt Yvette, “hij wil alles weten wat met Mieke te maken heeft.”

Mieke kijkt hem verontwaardigd aan. “Waar bemoei jij je mee? Dat gaat toch alleen mij en deze jongen aan!”

“Laat maar,” zei de jongen, “door hem ben ik hier beland want anders wist ik niet waar naartoe. Er stond namelijk nergens een adres op, buiten deze ene brief van Jan.”

“Oké, nu weten jullie allemaal wat er gaande is. Deze jongen heeft hulp nodig, dan moeten jullie hem helpen ook,” zegt Mieke heel zelfzeker.

“Natuurlijk, de jongen blijft vannacht hier en morgen ga ik samen met hem zijn moeder opzoeken. Later gaan we naar die notaris Wijdbroek,” antwoordt Jan haast onmiddellijk.

“Verrebroek,” verbetert Mieke hem.

“Ik ga mee zegt Nestor, ik wil weten of zijn moeder echt zo laag gevallen is.” “En ik ga weer naar mijn atelier, ik krijg plots het idee om de verwaarlozing te creëren,” antwoordt Francesco.

“Die moet je toch niet creëren, die heb je toch al, kijk maar naar konijntje!” Xavier springt recht en wil Jan aanvliegen, maar Francesco duwt hem weer terug.

“Een kunstenaar die zijn energie verspild aan nutteloos geweld wordt zelf nutteloos.

Kom konijntje ik heb je nodig.”

“Ja, voor in de rommel van Jan te gaan snuffelen,” merkt Yvette op.

“Het kan me niet schelen, ik kan ze toch niet tegenhouden, die twee nuttelozen,” antwoord Jan op zijn teen getrapt.

“Het nutteloze is een op hoger peil gebrachte verwaarlo….” horen de anderen in de huiskamer nog terwijl Francesco en Xavier door de gang gaan.

              Jan en Yvette waren als eersten aan de ontbijttafel. “Vandaag ga ik naar Dennis zijn mama om kennis te maken en uit te zoeken wat er met de opvoeding mis gaat.”

“Jan, jij gaat toch niet in die kleren naar de stad?”

“Waarom niet, het is goed weer, de zon schijnt.”

“In een vuile korte broek en met een kapotte stofjas?”

“Kapot, waar is die kapot?”

“Hier, achteraan, een scheur in het midden van uw rug.”

“Oh, dat heeft zeker dat konijn me gelapt!”

“En waarom zou Xavier je dat gelapt hebben? Om een nieuw kunstwerk te maken misschien? ‘JAN EN ZIJN SNEE’ of zoiets?”

“Och, je kunt van die mannen alles verwachten, ik vertrouw die voor niets.”

“Kom man trek een lange broek aan en die stofjas blijft thuis, die zal ik wel herstellen, of laat je dat liever door Mieke doen?”

“Als je dat doet voor mij, dan ben je vandaag de liefste vrouw ter wereld.” “Kom het is al goed, zorg maar dat je beleefd bent bij Dennis zijn mama.”

Hij is de toekomstige vader niet, want dan zou hij mij niet de liefste noemen, besluit Yvette in gedachten.

Nestor, Dennis en Jan zitten samen op de tram als Dennis plots hardop begint te lachen.

“Waarom moet je lachen?” vraagt Nestor.

“Als ons ma thuis is, ALS zeg ik wel want ze is haast nooit thuis, dan…” De jonge man begint weer hardop te lachen.

“Wat als? Wat valt er dan zo te lachen?” vraagt Jan ongeduldig.

“Och, het zal weer iets onnozel zijn, die mannen lachen met alles op die ouderdom,” zegt Nestor op kalme toon.

“Als ons ma jullie zo ziet gaat ze onmiddellijk lopen. Dan denkt ze dat er twee deurwaarders aan de deur staan, en die ziet ze liever niet dan wel.”

“Dat is knap dat, ik mocht van Yvette mijn stofjas niet eens aandoen. Als ik dat had geweten.”

“Dat kan ik geloven met die scheur vanachter erin.”

“Wist jij dat dan, hoe lang weet jij dat al?”

“Een week of tien dagen misschien. Ik dacht dat het zo moest, bij jou weet men nooit!”

“Dan loop ik al een week op straat met die kapotte stofjas. Ik ben zo zelfs naar Mieke geweest. Wat gaat die van mij denken?”

“Och, Mieke kent jou al. Kom we moeten afstappen, we zijn er.”

“Volg mij maar ik heb een sleutel, we hoeven ze niet wakker te bellen.” Dennis loopt met vlugge pas door de straat. Aan een huis met de rolluiken neergelaten, een voorhof vol onkruid en brandnetels stopt hij. Enkele pannen op het dak liggen scheef alsof ze ieder moment naar beneden zouden glijden, andere zijn doormidden gebroken zodat het dakgebint bloot ligt, de verf bladdert in slierten aan de dakgoot. De belknop hangt nog met één draadje aan de muur en de deur staat half open. Dennis gaat recht naar binnen maar Jan kan het niet laten om een opmerking te maken: “Dat is hier nog slechter dan in ons pand.”

“Ssst, beleefd blijven,” berispt Nestor Jan en duwt hem ook naar binnen.

Een lege kamer met enkel een matras op de vloer. Op die matras ligt een vrouw gekleed met donkere lange jas, een bruine sjaal zit strak geknoopt op haar hoofd. Een luid gesnurk vult de kamer.

Nestor vergeet nu ook zijn beleefdheid en zegt veel te luid: “Wat is dat hier, is die niet verlegen, het is al elf uur en die ligt nog te slapen en met kleren en al nog aan.” “Ssst beleefd blijven!” zegt Jan, “en daarbij als ze uitgekleed hier lag zou het nog erger zijn, denk je niet?”

“Dennis maak dat mens wakker.”

“Dat heeft geen zin, als je ze wakker moest krijgen dan is er nog geen huis mee aan te vangen. Ofwel is ze dronken, ofwel totaal suf en in het slechtste geval is ze nog stoned van de drugs. Ik hoop dat jullie hiermee overtuigd zijn.”

“Moeten wij hier dan wachten tot ze terug nuchter is?”

“Dat is ook geen goed idee, ofwel wil ze onmiddellijk weer weg ofwel ruikt ze geld en dan is ze zo sluw als een vos. Ze zal de hele erfenis wel willen, ik weet niet hoe maar zij zal wel een manier vinden. Dat is nu precies wat ik jullie wil duidelijk maken, ik wil mijn erfenis veilig stellen en dat zal mijn moeder ten allen tijde met alle mogelijkheden verhinderen. Ik smeek jullie zoek een oplossing en help mij.” “Dan moeten we bij de notaris zijn,” besluit Nestor.

“Kom we zijn hier weg, we hebben genoeg gezien. Jij Dennis gaat terug mee met ons. In het pand zien we wel verder.”

              De ganse groep zit rond de tafel, ook Mieke is langs gekomen. Jan had iedereen dringend bijeengeroepen om de zaak Dennis te bespreken.

Jan doet de hele uitleg over de mama van Dennis. “En daarvoor mocht ik mijn stofjas niet aanhouden en moest ik een lange broek aandoen,” besluit Jan zijn betoog. Yvette maakt aanstalten om Jan van antwoord te dienen maar Mieke die het zag aankomen was haar te snel af. “Jan daar gaat het nu niet om, laat die stofjas maar in de kast hangen en concentreer je op de echte problemen.”

“Kan zijn mama dan echt de erfenis opeisen?” vraagt Jan ongeloofwaardig.

“Geld, geld, wie geeft er nu om geld?” vraagt Xavier nonchalant.

“Jij niet want je hebt er genoeg,” sneert Jan vliegensvlug.

“Wie gaat er met Jan naar de notaris? We kunnen moeilijk met allen samen gaan,” werpt Nestor in het midden.

“Ik ken niets van erfenissen, alleen kunst is mijn interesse.” “Ja, en daar ken je ook niets van!” antwoord Jan weer veel te snel.

“Naar de notaris gaan luisteren kan iedereen,” zegt Nestor weer.

Yvette zit stilletjes erbij en luistert niet echt, ze zit ver weg met haar gedachten, hier zitten nu al de mannen bijeen en één van hen is de vader van Mieke haar kind. Die dag met die stootkar, wat is er die dag eigenlijk allemaal gebeurd?

“Yvette, zeg jij het eens wie dan wel?” vraagt Jan terwijl hij Yvette aankijkt.

“Oh heu, Xav…euh ik weet het niet, ik moet dringend gaan plassen. Tot seffens.” “Die was er met haar gedachten helemaal niet bij, die zat ver weg,” oppert Francesco.

Mieke neemt weer het woord: “We moeten goed opletten want als de mama van Dennis wil kan ze werkelijk al het geld opeisen. Ze hoeft enkel
maar te bewijzen alles nodig te hebben voor de opvoeding van haar zoon.”

“Dat wil ik niet,” oppert Dennis nu, bijna huilend, “mijn moeder kan geen geld beheren, zij gokt, drinkt en is aan de drugs. Ik wil eindelijk voor mijn eigen toekomst zorgen.”

“Maar daar ben je nog te jong voor,” weerlegt Nestor.

Jan kijkt naar Mieke: “Kun jij niet samen met Dennis naar die notaris gaan en het probleem uitleggen?”

“Meegaan kan ik altijd en als afgevaardigde van de sociale dienst zal hij mij wel te woord willen staan.”

“Dat is dan afgesproken, Jij maakt een afspraak met de notaris en gaat samen met Dennis voor inlichtingen. Hopelijk kunnen we er iets aan doen. En jij, Dennis, jij blijft hier tot we meer weten. Uw moeder zal jou niet missen,” besluit Nestor de vergadering.

“Zolang mijn moeder geen geld ruikt mist zij enkel haar drugs.” Hierbij staan ze allemaal recht en verlaten de woonkamer.

             Enkele dagen later zitten zij allen weer aan de tafel om opnieuw de toestand van Dennis te bespreken.

“Wel Mieke,” vraagt Yvette wat heeft de notaris gezegd? Kunnen we iets doen voor Dennis, of is alles hopeloos?”

“De meester van de aktes was donker als het mysterie zelf,” antwoordt Mieke met een air.

Oei, denkt Yvette, die krijgt de kuren van Francesco, zou hij de vader zijn? Jan wordt ongeduldig. “Kom Mieke wees duidelijk en leg uit wat de notaris heeft gezegd, en liefst geen hoge woorden want ik heet niet Francesco.”

“Als je zo begint ben ik al weg, en los het dan zelf maar op,” mort Francesco terwijl hij teken doet aan Xavier om op te staan.

“Neen”, roept Nestor, “laat jullie toch niet opjutten door een paar loze woorden. Wij hebben vandaag iedereen nodig, elk idee kan van pas komen. Maar Mieke, hou het verstaanbaar zodat ons Jantje ook kan meepraten.”

Jan schuift hierbij zijn stoel achteruit maar door een strenge blik van Yvette blijft hij toch maar zitten.

Mieke neemt weer het woord: “Volgens de wet heeft de moeder, zolang haar moederrechten niet zijn afgenomen, alle rechten en verantwoordelijkheden over haar zoon en beslist zij over de gelden van de erfenis. Daar niemand van de familie van Kees zaliger ooit iets over Dennis en zijn moeder gehoord heeft zal er niemand veel interesse hebben in de zaak en zo krijgt de moeder eigenlijk vrij spel.”

“Maar dat is schandalig,” roept Jan verontwaardigd terwijl hij zijn stoel weer dichter trekt, “kan zij zomaar al dat geld vermorsen?”

“Neen dat ook weer niet, zij moet de machtiging krijgen van de vrederechter maar indien zij kan bewijzen geld nodig te hebben voor bijvoorbeeld school of leefgeld, kleren, fiets of zelfs een studentenkot, mogelijkheden genoeg, indien zij dat geld daarvoor nodig heeft kan zij dat van de erfenis gebruiken.”

“Op dat gebied is mijn moeder zeer vindingrijk, zij is zelfs bevriend met een advocaat. Dat ziet er niet goed uit voor mij,” jammert Dennis. Met zijn armen gekruist op de tafel en zijn hoofd er bovenop gaat hij moedeloos liggen.

“Is er dan echt geen mogelijkheid, bijvoorbeeld door haar moederrechten te ontnemen?” vraagt Francesco.

“Amaai Francesco en dat vraag jij zomaar zonder haperen? Ik dacht dat jij alleen hoge woorden kon uitspreken,” schampt Yvette.

Nestor springt recht. “Het moet gedaan zijn met dat gepest, het gaat hier om een ernstige zaak. Wel Mieke ben je daar, over die moederrechten, ook iets te weten gekomen?”

”Natuurlijk heb ik dat gevraagd aan de notaris,” antwoordt Mieke, “iedere klacht moet voor de jeugdrechtbank komen. En alleen gegronde klachten worden aanvaard, zonder gegronde klacht begint men er niet eens aan.”

“Klachten zijn er wel,” besluit Yvette, “maar zij heeft ook een advocaat in haar vriendenkring, waarschijnlijk ook iemand die van drugs niet vies is.”

“Dat moet eerst bewezen worden, en is hier ook niet belangrijk. Maar die advocaat riekt ook geld en dat maakt hem zo gevaarlijk,” waarschuwt Mieke.

Xavier heeft tot hiertoe nog geen woord gezegd maar hoe verder het gesprek vorderde hoe aandachtiger hij werd. “Hoe oud ben je nu Dennis en wanneer verjaar jij?”

“Binnen zes maanden word ik achttien.”

“Aha, dan hoeven we enkel alles te vertragen, totdat hij achttien is en meerderjarig.” “Vertragen, dat moet niet moeilijk zijn, het gerecht gaat als een slakkengang. Maar door wat kunnen we de zaak vertragen?”

Mieke nam weer het woord: “Het vermogen moet bepaald worden met onder andere de inboedel die geschat wordt, we kunnen de schatting in discussie brengen om uitstel te verkrijgen en misschien weet de notaris nog een ander achterpoortje.” “Zo een inboedelbeschrijving, wordt dan alles opgeschreven, zelfs een aardappelmesje?”

“Als iemand dat echt wil, dan is dat zo en dan wordt alles nog verzegeld ook. Dat kan heel wat tijd in beslag nemen.”

“Het is maar goed dat dit pand niet beschreven moet worden, want Jan met zijn rommel, daar zijn ze maanden zoet mee om dat allemaal te beschrijven en dan nog de waarde schatten ook,” grinnikt Yvette.

“En die kunstenaar met zijn konijn dan? Die hun inboedel is helemaal niet te schatten want men kan het niet eens fatsoenlijk beschrijven. Een bezemsteel ondersteboven in een bloempot met drie laden van een kast waarvan één rood en de twee ander purper geschilderd zijn. Onder de naam van vader en ….”

“Het is al goed, we wijken af. Zeg liever hoe we dit praktisch gaan oplossen!” dirigeert Nestor weer.

Mieke gaat rechtstaan. “Ik leg mijn oor wel weer te horen bij de notaris, en nu ga ik er vandoor. Ik moet nog gaan werken.”

“En ik ga een oor zoeken voor mijn nieuw kunstw…”

“Een oor van een konijn? Is dat geen goed idee? Je kunt het misschien ‘het konijnenoor’ noemen?” onderbreekt Jan Xavier.

De eigendommen van Henk zaliger.

“Wel Francesco, heb je al een oor gevonden?” vraagt Yvette smalend.

“Een oor? Oh, voor mijn nieuwe creatie! Och, als de hogere atmosferen duistere waanideeën tot zich nemen en de eenvoudige dingen voor ons laten wordt alles glasnost.”

“Laat dat gedoe maar en zeg het maar gewoon, je bent zo al raar genoeg. Maar heb je nu al een oor?”

“Natuurlijk, ik ben gewoon naar het bazarke geweest en heb een plastic oor gekocht.”

“Flauw zeg, dat is toch maar wat simpel voor jou, vind ik. Heb je al een naam?” “Ook dat en het is al af ook, het moet enkel nog vernist worden, maar daar is konijntje mee bezig.”

“Xavier? Profiteer je niet wat teveel van die jongen?”

“Wie het hoogste nastreeft moet onderaan beginnen zodat hij bij het klimmen van de maatschappelijke trap die taken weer kan doorgeven.”

“Och, je weet goed genoeg dat Xavier nooit hoger dan twee treden zal stijgen.”

“Er is nu eenmaal voetvolk en paardenvolk.”

“Wat is de naam nu van uw werk?”

“Het kunstoor van het kind! Laat me nu maar want ik moet nog een pot vernis halen.” Yvette blijft in gedachten verzonken achter op de werf. Het kunstoor van het kind, dat kunstoor is normaal want het is van plastic, maar dat kind? Zou er dan toch iets zijn tussen Francesco en Mieke? Zij sprak ook al zo een hoogdravende taal aan tafel. Ik moet die twee in het oog houden. Daar is Nestor, misschien weet die iets meer. “Nestor, is het jou ook al opgevallen dat Francesco alleen nog maar kunstwerken maakt over moeders en kinderen?”

“Neen, dat kan me niet schelen ook niet, maar iets anders, belasten wij Mieke niet teveel, nu zij zwanger is?”

“Zwanger zijn is geen ziekte. Ze kan nog goed wandelen en een gesprek met de notaris zal ook wel niet te zwaar zijn, of moet zij met haar buik spreken soms?” “Yvette, je moet daar niet mee spotten, dat is ernstig hoor. Zij moet vroeg opstaan, op tijd eten hebben en al zij eens valt of onder de tram loopt?”

“Nestor, jongen toch, verdrijf die doemgedachten toch eens. Mieke is in BLIJDE verwachting. Dat is blijheid.”

“Ja, maar als zij wat lang moet aanschuiven bij die notaris, dan kan ze toch niet eten?”

“Dan neemt ze een koekje mee hé.”

“Oh, dat zal ik haar zeggen, dat ze wat eten moet meenemen. Zeg zou het niet beter zijn dat ik met haar meega naar de notaris?”

“Om haar polleke vast te houden zeker? Zeg jij bent plots zo bezorgd? Heb ik wat gemist soms? Is er iets dat ik moet weten?”

“Als je denkt dat ik iets met Mieke heb dan moet ik je teleurstellen, als en ik zeg als… dat zo was dan zou ik dat zeker niet aan uw neus hangen. Mieke zal wel ter gepaste tijden aan iedereen het nodige vertellen. Laat me nu maar want ik ga nu naar Mieke.” “Verdomd, die doet raar, en dat ontkennen, dat is geen echte ontkenning. Misschien is hij wel de vader. Zo bezorgd om Mieke, eten meenemen naar een notaris, dat is er echt toch over,” peinst Yvette diep in haar gedachten terwijl ze naar het atelier gaat. Daar aangekomen ziet zij Xavier heftig met een vod over een gedrocht van ijzerdraad wrijven. Ze blijft naast hem staan, met gefronste wenkbrauwen kijkt ze naar het gedrocht en dan naar Xavier. “Waarom doe je dat, wil je het soms opblinken zodat beter opvalt? Door te wrijven maak je van oud ijzer nog geen goud hoor!”

“Goud, goud? Neen, ik heb de verkeerde pot vernis gebruikt. Het is maar te hopen dat de meester niets opvalt. Hij heeft het nog gezegd, ik haal een pot vernis wacht tot dan. Ik zag plots bij Jan nog een pot staan en ik wou de meester verrassen. Nu het bijna droog is zie ik dat het matte vernis is en het moest blinkende zijn, dat is sterker beweerde hij.”

“En nu hoop je dat je met te wrijven het ijzer kan opblinken? Maar kijk eens, het vernis was nog niet droog nu plakt er allemaal stof in het vernis. “Het kunstoor van het kind” hangt vol haren, dat is meer het kunstoor van een aap.”

“Ja, lach er maar mee, maar ik zit ermee. Dat was nu juist zijn beste werk van het hele jaar. Hij stelde er heel veel belang in dat niets mis mocht lopen. Hoe kan ik dat ooit nog recht zetten.”

“Och, Francesco is niet van de rapste, die blijft nog wel even weg. “

“Ja, hij moet voor mij nog een beer meebrengen.”

“Een beer? Ga jij ook iets maken?”

“Nee, dat is voor het kindje van Mieke. Alleen weet ik niet of het een jongen of een meisje wordt.”

“Heeft ze dat nog niet verteld?”

“Neen dat kan ze niet eens, ze wil het zelf niet weten. Ze wil het als verrassing houden.”

“Waarom koop je nu dan al die beer?”

“Ik wil de eerste zijn die haar een cadeau geeft.”

“Zou je dat niet aan de vader overlaten?” polst Yvette hoopvol iets meer te weten te komen.

“Ze heeft nog niemand verteld wie de vader is, misschien wil ze wel een kind zonder vader.”

Dat verhaal klopt niet, nu heb ik drie mogelijke vaders in spe, maar deze is toch wel heel verdacht, besluit Yvette. Dan zegt ze: “Je moet het ijzer afschuren met schuurpapier en dan weer vernissen met het juiste vernis. Als je wilt kijk ik eens bij Jan of die nog schuurpapier heeft.”

“Oh dank je, Yvette, als je dat wilt doen. Jan is altijd zo nors als hij mij betrapt, soms ben ik echt bang van hem. Ik zal deze vernis van Jan dan maar terug gaan zetten.” “En dan betrapt worden zeker, niets van geef die maar met mij mee, ik zet die wel weer bij Jan.”

“Jij bent te goed voor deze wereld.”

“Daarom dat ik moet onderduiken zeker? Kom geef die pot maar hier ik ben seffens weer terug.”

Een uur later is het kunstwerk mooi opgeschuurd en terwijl Xavier het stuk nog eens keurt komt Francesco achter hem staan. “Konijntje, ik heb me bedacht, uw idee van die beer heeft mij een nieuw idee gebracht. Ik heb een kokosnoot meegebracht. Als we nu eens direct na het vernissen deze haren van de noot afschrapen en op het kunststuk strooien dan krijgen we een soort pels. De naam veranderen we dan in

“HET KUNSTOOR VAN DE BEER VAN HET KIND”. Ik heb het alleen nog moeilijk met het vernis, zo blinkend, dat is onnatuurlijk. Matte vernis zou beter zijn. Kun jij eens even bij Jan gaan neuzen of die geen overschotje matte vernis heeft staan?” Twee dagen later zitten ze allen weer aan tafel, Mieke was naar de notaris geweest en Nestor kon het niet laten om haar te vergezellen, hij had ontbijtkoekjes meegenomen voor het geval Mieke plots door honger werd overvallen.

Yvette die de plotse toewijding van Nestor niet begreep gaat direct in de aanval. “Wel Nestor, is alles goed verlopen met Mieke, geen hongeraanvallen of een ontspoorde tram?”

“Zie dat jij maar niet ontspoort met al dat detective werk.”

Jan recht zijn hoofd en met gefronste wenkbrauwen vraagt hij: “Detectivewerk? Is er iets gebeurd dat ik niet weet? “

“Bijlange niet,” antwoordt Nestor in haar plaats, “ze is nog altijd op zoek naar de vader van Miekes kind.”

Mieke vindt dat het genoeg is geweest. “Kom, aan de orde, ik heb met de notaris gesproken en hij heeft wel iets losgelaten. Buiten het huis waar ik nu woon, zouden er nog eigendommen zijn.”

“Oei, Henk was een groot grondbezitter en eigenaar van verschillende huizen.”

“Dat weet ik niet, Yvette, de notaris sprak niet over aantallen of soorten eigendommen. Het kan zowel een stukje bosgrond zijn als een heel appartementsblok. Daar heeft de notaris zich niet over uitgesproken. Het huis waar de moeder van Dennis woont, daar heeft zij waarschijnlijk het vruchtgebruik van en dan mag zij daar blijven wonen zolang ze leeft. Al het andere één of meer eigendommen die mogen dan alle verkocht worden.”

“Is dat geld dan voor mij?” vroeg Dennis hoopvol.

“Vanaf dat jij achttien bent heb jij de volledige zeggenschap.”

“Oh jee, ik ben nog maar zeventien, als ze wilt kan zij met een smoes de machtiging van de vrederechter bekomen, alles verkopen en het geld opmaken.” “Zo een vaart zal het wel niet lopen maar we moeten toch rekening met haar houden. Zeker als zij een advocaat als vriend heeft. Volgens het gerecht moet zij later iedere euro verantwoorden tegenover haar volwassen zoon, maar daar zal zij zich geen zorgen over maken. Een kei kan men niet afstropen, dus het geld dat op is zal wel nooit meer terugkomen, want zij bezit niets.”

Xavier slaat beide handen op tafel. “Ik heb het al gezegd, we moeten vertragingsacties

ondernemen. Heeft de notaris daar niets over gezegd?” Mieke denkt even na. “Ja, de notaris heeft daar ook over gesproken.”

“Niet akkoord gaan met de inboedel of de waarde van de eigendommen?” “Niet akkoord gaan met de schatting van de inboedel zou kunnen maar een eigendom wordt verkocht en dat is de waarde, en of er inboedel is, is nog de vraag. In haar eigen huis zijn amper twee bedden en een tafel en twee stoelen. Niet eens goed genoeg voor de kringloopwinkel.”

“Ja, dan is de rommelhoop van Jan nog meer waard, of heb je alles al verkocht met uw garageverkoop?” vraagt Yvette meesmuilend aan Jan.

“Och, Yvette zwijg, jij kent het verschil niet tussen bruikbaar materiaal en echte rommel. Daar wat die ene samen met zijn konijn maakt dat is pas rommel. “

Nestor wordt het gekibbel beu. “Mannen, het moet gedaan zijn op iedereen zijn kap te zitten, we hebben allemaal onze gebreken en tekortkomingen.”

Xavier springt woedend recht: “Bedoel je dat kunst een gebrek is of een tekortkoming? Kunst is minder veeg dan vlees en bloed en zeker niet behept met een grenzeloos verlangen om naar hoe ze zelf willen zijn.”

Jan krabt hier bij in zijn haar: “Wie dat begrijpt staat recht en leg het mij uit, daar zijn die wetteksten nog maar klein bier tegen.”

“Kom,” zegt Nestor zenuwachtig, “het heeft geen belang, Mieke is er geen mogelijkheid om te weten te komen of er eventueel nog inboedel te erven valt?” “Ik vrees dat we moeten wachten tot de notaris het nagelaten goed opsomt.” “Kunnen we dan niets doen intussen?” vraagt Dennis bijna paniekerig.

“We kunnen ons theoretisch voorbereiden, een rolverdeling, en alle mogelijkheden uitdiepen, zodat we klaar staan voor de tegenaanval.”

“Er is nog iets,” merkt Yvette op, “ als Dennis zijn moeder verhuist naar de woonst van Mieke, dan vliegt zij eruit. Is haar slaapkamer al in orde?”

“Daar wordt voor gezorgd,” zegt Nestor met het volste vertrouwen, “daar stel ik mij verantwoordelijk voor. Ik vraag alleen dat iedereen wil helpen indien dat nodig is.” Instemmend met deze belofte verlaat iedereen de vergadering.

 

 

 

 

 

.

 



Geef hier uw reactie door
Uw naam *
Uw e-mail *
URL
Titel *
Reactie *
  Persoonlijke gegevens onthouden?
(* = verplicht!)
Reacties op bericht (0)



Inhoud blog
  • GEDICHTENBUNDEL
  • Dromen
  • Op naar mijn pensioen
  • Alles komt goed.
  • 7 Magere jaren
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Archief per week
  • 15/02-21/02 2021
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!