De trotse paarden trekken Het glimmend ijzer door de grond En doen met kluiten mals en rond Den akker zich bedekken Een man staat aan de ploeg En een ziet of het recht gaan zal En beiden hebben zij Aan al hun aandacht niet genoeg Dan komt het tot een draaien De wijde zee van klei weer in De paarden houden even in De lange manen waaien De hoge koppen nijgen Zich nader tot de zware klei De luie modder zijgt opzij En de twee mannen zwijgen
Regen regen allerwegen rechte stralen water water langs de muren langs de palen vallen vallen langs de bomen natte auto’s gaan en komen loodrecht op de druppelzegen Overal is regen regen