Het regent, - o wat regent het! Ik hoor het uit mijn warme bed, Ik hoor de regen zingen,- Het regent, regent dat het giet- Dat niemand daar nou iets van ziet Van al die donkre dingen!
Het ruist en regent en het spat- Nou worden alle bomen nat En plast het in de sloten. Het regent, regent overal-! O hé! daar loopt het zeker al Bij straaltjes uit de goten!
Wat is dat gek en leuk geluid! Wat is dat lekker om dat uit Je donker bed te horen:- 't Is of dat een kerel buiten staat Te fluistren aan je oren. Nou druipt het in dat open gras- Nou zal er wel een grote plas Op alle wegen komen,- Nou lopen nergens mensen meer- Verbeel-je eens, in zo een weer-! Daar wou ik wel van dromen.
En vroeg, morgen, in de zonneschijn, Als dan de blaadjes zilver zijn, Met droppeltjes bepereld- Dan doe ik toch mijn eigen zin:- Dan loop ik heel - en heel ver in De schoongeworden wereld!