Ik ben Dini
Ik ben een vrouw en woon in Diemen (Holland) en mijn beroep is Homemanager.
Ik ben geboren op 08/04/1951 en ben nu dus 73 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Mijn websites en blogs,powerpoints en psp maken,lezen,.
Ik ben getrouwd met Jan.Samen hebben wij een dochter en schoonzoon en een schat van een kleinzoon Benjamin.
Wens u een aangenaam verblijf op mijn blogje.
Helaas is na een gelukkig huwelijk van 40 jaar tot mijn grote verdriet Jan op
06-08-2015 overl
De madagaskarwitoogeend is een duikeend die 46 cm lang is. Het is de enige duikeend in deze regio. Het verschil met andere eenden is de witte iridsvan het mannetje, de witte vlakken op de vleugels en de lange aanloop die de eenden over het water maken voor zij opvliegen. Het mannetje is in het broedkleed van boven donkerbruin en van onder wit. De kop en de hals zijn zwartbruin en een zwakke metaalachtige glans. De borst is donker roodbruin en de flanken zijn grijsbruin. Het vrouwtje, onvolwassen eenden en mannetjes buiten de broedtijd zijn kleurig. Vrouwtjes en jonge vogels missen de witte iris. De snavel is altijd loodgrijs met zwart aan het einde.
Tot in de jaren 1930 kwam de madagaskarwitoogeend voor op het Alaotrameerin het hoogland in het noorden van Madagaskar. Het was een eend van ondiepe meertjes en moerasgebieden met dichte vegetaties in de buurt. Het aantal nam in de loop van de jaren 1940 en 1950 dramatisch af.
De madagaskarwitoogeend werd een uiterst zeldzame soort. Op 9 juni 1960 werd nog een groepje van ongeveer twintig eenden gezien. Het was toen al een zeldzame vogel; toch werd één mannetje geschoten en dit exemplaar kwam terecht in de collectie van het Zoölogisch Museum Amsterdam.
Blyde River Canyon is een kloofin Zuid-Afrika, gelegen in de provincie Mpumalangaen staat bekend als een bijzonder natuurverschijnsel. De kloof is zo'n 26 kilometer lang en ongeveer 800 meter diep. De hoge wanden van de kloof bestaan voornamelijk uit rood zandsteen waarin de rivier de Blydrede kloof heeft uitgesleten.
Het gebied maakt deel uit van het noordelijke deel van de Drakensbergen(een keten van bergen).
De Groenlandse haai is een kraakbeenvis uit de familie Somsinisdae(sluimer- of ijshaaien) en de orde van de doornhaaiachtigen.
De haai kan 7,3 meter lang worden. De soort heeft heldere blauwe ogen.De Groenlandse haai kan een leeftijd van 500 jaar bereiken, en is daarmee het langst levende gewervelde dier op aarde. Door middel van koolstofdateringhebben Deense onderzoekers kunnen bepalen dat een gevangen Groenlandse haai 392 jaar oud was.In 2017 werd met dezelfde techniek een ander individu geschat op circa 512 jaar.De Groenlandse haai wordt wellicht zo oud omdat ze in diepe wateren zwemmen waar de temperatuur maar enkele graden boven nul is. Daardoor verloopt de stofwisseling trager. Hoe trager de stofwisseling, hoe ouder een dier kan worden. De vrouwtjes worden geslachtsrijp op een leeftijd van ongeveer 150 jaar.Dit maakt de soort kwetsbaar.
De Groenlandse haai komt voor in zeewateren brak waterin diep water in de Atlantische Oceaan en de Noordzee, op dieptes tussen gemiddeld 200 en 600 meter (bij uitzondering: 0 tot 2200 meter).Langs de kust van de Lage Landen is deze haai zeldzaam. Er waren drie vangsten in de periode van 1952 tot 1986.
De Groenlandse haai zelf is voornamelijk een viseter, maar ook een aaseter. Hij zou een belangrijke bejager van zeehonden zijn. Directe waarnemingen hiervan ontbreken en vreemde verwondingen aan kadavers van zeehonden die aan deze haai werden toegeschreven, bleken eerder afkomstig van scheepsschroeven.
De zwartstaartbuidelmarter, ook wel westelijke buidelmarterof chuditchgenoemd, is een roofbuideldieruit het geslachtder buidelmarters. De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door John Gould in 1841
De zwartstaartbuidelmarter heeft een lichaamslengte van 25 tot 40 cm en een staartlengte van 20 tot 35 cm. Het gewicht varieert van 600 gram tot 2.0 kg. Net als de overige buidelmarters heeft deze soort een bruine vacht met kleine of grotere witte vlekken. De buikzijde is lichter van kleur.
De zwartstaartbuidelmarter leeft voornamelijk op de grond, hoewel het een uitstekende klimmer is. Over het algemeen is dit buidelroofdier 's nachts actief en slaapt het overdag in een hol. Dit hol kan uitgegraven worden in de grond of bestaan uit holtes in bomen of rotsen. De zwartstaartbuidelmarter voedt zich voornamelijk met insecten en kleine gewervelde dieren als kikkers, hagedissen, kleine vogels en knaagdieren als de Australische springmuis.Daarnaast worden ook aas, vruchten en (in door mensen bewoonde gebieden) afval gegeten. De zwartstaartbuidelmarter is goed aangepast aan eventuele droge omstandigheden, aangezien het lichaam van dit dier slechts weinig water verliest. Dit heeft bovendien als gevolg dat de zwartstaartbuidelmarter slechts weinig hoeft te drinken en veel van het benodigde water reeds binnenkrijgt via zijn prooien.
De zwartstaartbuidelmarter bewoonde vroeger ongeveer 70% van Autraliëen was aanwezig verschillende leefgebieden variërend van woestijn tot bosgebied in alle staten en territoria op het vasteland. Verlies van habitat en competitie van ingevoerde vossenen verwilderde kattenhebben ertoe geleid dat dit buideldier tegenwoordig alleen nog leeft in het zuidwesten van de staat West-Autralië. De zwartstaartbuidelmarter is nog te vinden in de eucalyptusbossenvan Jarrah Foresten de boomsavannesen mallee scrublands van de Wheatbelt regionen de omgeving van Hopetoun.
De staafkerk van Urnes staat op de plaats waar eerdere kerken stonden. Tussen de bouw van de eerste en derde kerk, de huidige staafkerk van Urnes, zat 100 jaar. Elders in Europa werden vergelijkbare houten kerkengebouwd, op enkele uitzonderingen na, zijn alleen de staafkerken in Noorwegen behouden. Van de circa 1000 staafkerken, die in Noorwegen werden gebouwd, zijn er nu nog 28 over. De kleinste staafkerk van Noorwegenis de staafkerk van Undredal, de staafkerk in Urnes is de oudste en meest gedecoreerde van Noorwegen. Staafkerken ontlenen hun naam aan de staven, de staande houten balken, die het dragende raamwerk van de kerk vormen. Het raamwerk van de staven werd op de grond in elkaar gebouwd, daarna overeind gezet en werden de planken op de staven aangebracht. Voor de huidige staafkerk in Urnes zijn bomen gebruikt, die in 1129-1130 werden gekapt. De decoraties zijn gemaakt vanaf de tweede helft van de 11de eeuw tot bijna 1800. Waarschijnlijk zijn enkele gedecoreerde muurplanken aan de buitenzijde, de hoekzuil aan de noordkant en het portaal afkomstig van de vorige kerk. De klokkentoren uit 1680 werd vervangen in 1702. Voor die tijd had de kerk een klokkenstoel. Omdat ze op een stenen fundament staat, heeft de houten staafkerk van Urnes de eeuwen goed doorstaan. De staafkerk van Urnes staat in Luster aan de Lustrafjord, een zijarm van de Sognefjord. De staafkerk van Urnes werd al in 1880 overgedragen aan de Noorse vereiniging voor monumentenzorg. De staafkerk van Urnes werd in 1979 uitgeroepen tot Werelderfgoed van UNESCO en staat op de Werelderfgoed van Unescoals: Urnes Stave Church.