Maart,-rusteloos de ijver van de vogels, gevaarlijk de kille wind over de heuvels, het zaad smeekt om helder weer, ergernis duurt langer dan hartzeer, iedereenn wordt overmoedig, iedere vogel vliegt naar zijn makker, alles wringt zich uit de aarde, maar de dood is een barre gevangennis.
Het haantje op de toren, Dat blinkt als zuiver goud, Hij zit schrikkelijk hoog en stout, Haantje op de toren Waarom draait ge uw kopje klaar, Nu alhier en dan aldaar, Haantje op de toren? Zeker schouwt gij t' allen kant Over bos en weide en land. Haantje op de toren? Mogelijk zijt gij aangesteld Als wacht op huis en veld, Haantje op de Toren? En houdt gij, van ginder hoog Al de mensen in het oog, Haantje op de toren? Ziet gij ook evenwel Al de kinderen aan het spel Haantje op de toren? 'k Smeek u, kom toch eens naar omlaag, En beantwoord ieder vraag Haantje op de toren.
De voorjaarszon die door de kamer ligt met vierkanten en rechthoeken wit licht zegt mij een tijd aan van verhelderingen en dekt de duister van mijn winter dicht.
Er zijn van die mannen die ontzettend graag in de tuin vertoeven, samen met hun bosliefjes,de juffertjes- in- het- groen, marjolein, roos, erica, veronica, iris en vlijtig liesje, maar vooral met suzanne-met-de-mooie-ogen. Maar geen nood, margriet, hortense en hyacint houden wel een oogje in het zeil.
Bijna lente, de vogels zoeken naar zingen, de bomen naar begin van groen, de dagen gaan geluk van zonlicht vermoeden.
Soms denk ik: waarom? Maar leven is blijkbaar altijd moeten overwinnen van stilstand, behoeden van al wat dreigt te vergaan.
Ook in mijzelf. Weifelend sta ik aan het raam, kijk onwennig naar de knoppen in de pruimenboom en het gras, vooral het gras. Het is even deemoedig als vastberaden, even overvloedig als voorzichtig. Ik wou dat ik zo was.
Je betekent zoveel voor mij. Hoe moet ik het in woorden vatten? je brengt zon in mijn leven je bent me meer waard dan bloemen, boeken en geld. Je doet me leven, je maakt mij beter, je bindt me niet, je maakt me vrij.
Je ogen zitten vol sterren, je handen zijn tederheid, je kunt luisteren naar kinderen. omwille van jou kan ik veel missen. Ik weet dat jij er bent en dat jij in mij gelooft. Zolang jij er bent, hoef ik nergens bang voor te zijn, en ik kan blij zijn.
Er zitten in mijn hof wel zeker zeven katten, ze denken slechts aan seks en ook aan vogels jatten. Ze paren op mijn dak en poepen t' allen kant, verpesten mijn gazon en elke pure plant. Geen vogel hoor 'k nog fluiten, ze vluchten uit mijn hof, alleen die zeven katten maken elkaar het hof. Ze sluipen heim'lijk door het groen en klimmen in de bomen, of zitten met een sluikse blik van vogeltjes te dromen. En als ik etensrestjes leg in't vogelhuisje op de koer, dan eten zeven katten met graagte van dat voer. 'kWou graag weer vogels horen die floten net als toen, maar 'k zit met zeven katten en 'k kan daar niets aan doen.
lezen was mijn afleiding en genoegen, mijn troost mijn zelfgekozen verslaving lezen voor de lol, voor de schitterende stilte die je omringt als je de woorden van de schrijver hoort weerklinken in je hoofd. Paul Auster Brooklyn dwaasheid
Een boekenkast zonder boeken is als een lichaam zonder ziel.
Cicero 106-43 v. Chr.
de dingen waar van we houden, vertellen ons wie we zijn.
Thomas Moore
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek