Zitten er minder Voedingsstoffen in Groenten en Fruit dan vroeger?
De Standaard 22 juni 2015
‘Daar lijkt het wel op’, zegt de Britse landbouwexpert Anne-Marie Mayer. ‘En ik denk dat dat komt door rassenveredeling en uitputting van de grond’. Mayer schreef in 1997 een rapport dat veel stof deed opwaaien. Ze vergeleek de concentraties mineralen in 20 veelgegeten groenten en 20 soorten fruit met gegevens uit de jaren 30.
Het meest opzienbarend was de afnama van de hoeveelheid koper in groenten, gemiddeld met tachtig procent. Verder stelde Mayer een significante vermindering vast van calcium, magnesium en natrium in groenten en van koper, ijzer, magnesium en kalium in fruit.
Helaas kleven er veel onzekerheden aan het onderzoek. Zo is onduidelijk hoe de oude date werden verzameld. Welk stukje van het fruit of van de groente bemonsterden de onderzoekers? En in welke periode vond de meting plaats? Dat maakt een groot verschil in de uiteindelijke meetresultaten. En de meetapperatuur was in de jaren dertig minder accuraat dan vijftig jaar later.
Gijs Du Laing, landbouw – en mineralenexpert aan de universiteit Gent, denkt dat er geen reden is tot grote bezorgdheid.’ Vooral bij koper zien we een serieuze afname. Koper werd vroeger veel in pesticiden gebruikt. Het lijkt daarom logisch dat de koperconcentraties in gewassen vroeger een stuk hoger lagen. Maar problematisch is de verlaging niet, want mensen komen toch aan hun dagelijks aanbevolen hoeveelheid koper.’ Du Laing is wel bezorgd over de daling van hat zeldzame en voor onze gezondheid belangrijk spoorelement selenium door bodemuitputting. Selenium is een aparte stof. Veel planten nemen de stof wel op als ze voorradig is , maar voor hun overleving is ze essentieel. Landbouwers zien daarom geen reden om het mineraal toe te dienen via meststoffen.
(Mijn bedenking: in de bioteelt werden steeds zeealgenkalk (Frankrijk), wieren (Ierland) en gesteentemelen als basalt en lava (Duitsland) aanbevolen, dit omwillevan de spoorelementen.).
Vitamine C Bart Nicolai van de KU Leuven en het Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten denkt ook niet dat er een drastische afname heeft platsgevonden van mineralen in onze gewassen, selenium buiten beschouwing gelaten. ‘Bemesting dient om de noden om de noden van de plant te vervullen.’ Zegt hij. ‘Voeding met te weinig mineralen zou lijden tot teeltproblemen, lagere opbrengst en dikwijls ook problemen na de oogst’. Hij wijst wel op een sterke daling van het vitamine C-gehalte in appelen. Dat is gebleken uit onderzoek van Waalse collega’s in Gembloux. Ze vergeleken oude rassen met moderne appelen. De appelen die onze overgrootouders aten bevatten wel drie- tot zevenmaal meer vitamine C dan de appelen die je nu in de supermarkt vindt. Dat betekent niet dat we vroeger meer vitaminen binnenkregen. We eten appelen nu het hele jaar rond.
Hoe is de daling in vitaminen per appel te verklaren? Vitamine C maakt deel uit van het natuurlijke defenciemechanisme van appelen. Bij het veredelen werd nauwelijks omgekeken naar de resistentie van de bomen tegen ziektes. Met de komst van de pesticiden was dat niet meer zo belangrijk meer. Het vitaminegehalte is daardoor geleidelijk ingezakt.’Maar de interesse voor rassen die resistent zijn tegen ziektes neemt weer toe’ zegt Nikolai. Ik verwacht dat het vitaminegehalte in appelen weer zal stijgen.
Aanvulling. Gembloux (prof C. Populer) leverde vanaf de jaren 70 pionierswerk door het verzamelen van oude rassen en enkele daarvan te propageren bij aangesloten boomkwekers om deze te telen voor de liefhebbers. Kwamen in 1985 voor ’t eerst op de markt. Prof Marc Lateur zet zijn werk verder, uitsluitend volgens gecertifieerde biologische teelt.
Bij mijn weten was er toch een uitzondering. Het Opzoekingsstation van Pillnitz-Dresden - ten tijde van Oost-Duitsland - deed wel onderzoek naar resistente rassen. Pesticiden waren er te duur en wellicht waren er belemmeringen om die aan te kopen in het westen? We kennen er enkele rassen van: Relinda, Remo, Rewena, Reanda enz.
22-06-2015, 17:34 geschreven door Daan
|