21.10.2015 Greenpeace onderwerpt appels aan pesticidentest
Milieuorganisatie Greenpeace heeft supermarktappels uit 11 Europese landen getest en laat weten dat 83 procent van de geteste appels uit de gangbare fruitteelt restanten van gewasbeschermingsmiddelen bevat, weliswaar onder de wettelijk toegestane limiet. Greenpeace wil vooral de aandacht vestigen op de mogelijke impact van de cocktail van verschillende chemische stoffen op onze gezondheid. De organisatie roept supermarkten op om meer bio-appels op te nemen in hun assortiment en richt zich ook tot de consument, die moet aanvaarden dat niet elke appel er perfect kan uitzien.
Na een eerdere actie in april waarbij bodem- en oppervlaktewaterstalen getest werden op de aanwezigheid van chemicaliën, heeft milieuorganisatie Greenpeace nu een tweede praktijkonderzoek uitgevoerd bij verschillende supermarktappels. 83 procent van de geteste appels uit de gangbare teelt bevatten restanten van gewasbeschermingsmiddelen, zo blijkt uit de test. De helft van de aangetroffen chemicaliën zijn giftig voor waterorganismen, bijen en andere insecten, zo merkt Greenpeace op. En er is bovendien nog weinig geweten over het cocktaileffect van chemicaliën op onze gezondheid. In totaal werden 126 stalen onderzocht in een onafhankelijk laboratorium. 109 appels waren afkomstig uit de conventionele en de overige uit de biologische landbouw. In totaal werden 39 verschillende substanties gevonden. De appels werden in 23 supermarkten aangekocht in België, Oostenrijk, Bulgarije, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Polen, Slovakije, Spanje en Zwitserland – en geproduceerd in het land van de verkoop zelf.
“Hoewel de residuen die we aantroffen onder de limieten voor voedselveiligheid liggen, bewijst de waaier aan substanties dat gangbaar geteelde appels herhaaldelijk worden bespoten”, aldus Brecht Van der Meulen, verantwoordelijk voor de landbouwcampagne bij Greenpeace België. “Dat is zorgwekkend omdat er maar weinig geweten is over de mogelijke impact van die cocktail van pesticiden, zowel op het milieu als op onze gezondheid. Bovendien is het onaanvaardbaar dat boeren en hun families de giftige last dragen van dit falende industriële landbouwsysteem.”
Greenpeace roept supermarktketens op om via hun aankoopbeleid de biologische appelproductie te stimuleren. Als zij een groter assortiment bio-appels aanbieden kan dat appelboeren overtuigen om ook de stap te zetten naar biolandbouw, zo klinkt de redenering. “En de klant moet zijn verwachting wat bijstellen”, aldus Van der Meulen. “De meesten van ons willen enkel een perfect ogende Jonagold, terwijl bepaalde andere soorten resistenter zijn tegen plagen en dus minder behandeling met gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben.” Verder vraagt Greenpeace meer middelen voor onderzoek naar duurzamere teeltmethodes.
Het is niet de eerste keer dat Greenpeace uitpakt met een studie over gewasbeschermingsmiddelen. Vorige keer bevestigde professor Gewasbescherming Pieter Spanoghe (UGent) tegenover VILT dat het inderdaad klopt dat chemische gewasbescherming sporen nalaat in de omgeving waarin het gebruikt is, en dat het ook zo is dat insecticiden potentieel gevaarlijk zijn omdat ze inwerken op het zenuwstelsel. "Maar daartegenover staat dat de overheid voldoende expertise in huis heeft om het toxicologisch onderzoek van dichtbij op te volgen en eventueel bezwarend bewijsmateriaal mee te nemen in de evaluatie van bepaalde stoffen", aldus Spanoghe. "Van zodra blijkt dat het gebruik van die stoffen onverantwoord is, worden ze naar de zwarte lijst verbannen.”
“Wat de persistentie betreft is het belangrijk op te merken dat de stoffen die vandaag op onze velden worden gebruikt binnen het spuitseizoen verdwenen moeten zijn”, aldus nog Spanoghe. “Daar zit het grote verschil met chemische stoffen die in het verleden werden gebruikt en pas na 30 jaar afgebroken zijn. Sommige daarvan zijn mobiel en komen na enkele jaren in het grondwater terecht, andere zitten vast in de bodem. Maar in beide gevallen zullen ze ooit verdwijnen, want het gaat om organische moleculen die vroeg of laat afbreken, wat niet het geval is met het koper dat in de biolandbouw gebruikt wordt. Bezorgdheid is met andere woorden nodig, want over heel wat dingen bestaat nog onduidelijkheid – denk maar aan bepaalde cocktaileffecten. Maar we moeten vertrouwen hebben in de bevoegde instanties.”
Bij Boerenbond wees specialist gewasbeschermingsmiddelen Karolien Cools er al eerder op dat sinds 2014 Integrated Pest Management (IPM) verplicht is. "Dat betekent dat er eerst en vooral ingezet moet worden op preventie, vervolgens op monitoring en tot slot pas op behandeling. En als er pesticiden gebruikt worden, zijn die heel strikt gereglementeerd." Daarnaast moeten professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen vanaf dit jaar ook over een fytolicentie beschikken. Om die licentie in de toekomst te behouden, moeten ze zich voortdurend bijscholen. Cools verwees ook naar positieve rapporten inzake (schaarse) residuen van gewasbeschermingsmiddelen op Belgische verse voedingswaren.
Bron: eigen verslaggeving
22-10-2015, 11:48 geschreven door Daan
|