De weg naar vrede, is een wrede weg
Lotgevallen van Joden, Sinti, Roma, maar ook gewone burgers en soldaten tijdens WOII
De bedoeling is om aan de hand van enkele artikels en getuigenissen van personen én van uittreksels van mijn studie over de Joden in Oostbelgië en de Eifel, de lotgevallen te bespreken van wat de mensen allemaal hebben doorstaan gedurende deze wrede periode die begon in 1933 en eindigde op 8 mei 1945
Inhoud blog
  • Respect !
  • Een stukje Belgische Trots op D-Day
  • Sammel- & Durchgangslager Drancy
  • De Man die op de uitkijk stond bij de échte Great Escape is niet meer
  • Bommen op Mortsel 5 april 1943 - 5 april 2013 - 70 jaar
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Over mijzelf
    Ik ben Mijn naam is Ludovicus, Igor Albert Verbist, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Igor Albert.
    Ik ben een man en woon in Booischot () en mijn beroep is Invallide.
    Ik ben geboren op 01/05/1962 en ben nu dus 62 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Fotografie, Klassieke Muziek, Wereldoorlog 2, Geschiedenis.
    Ik ben dus vooral geïnteresseerd in fotgrafie en de tweede wereldoorlog. Ik hoop langs deze weg mensen te leren met dezelfde interesses.
    Foto
    27-05-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Respect !

    Tijdens mijn studie en onderzoek naar WOII en de Holocaust, ben ik op het hierna volgend artikel gestoten: “ Leraar poseert met zakje nasi goreng in Auschwitz”. Dit artikel heeft mij enorm boos gemaakt omdat, datgene wat deze man heeft gedaan getuigd van weinig respect voor de miljoenen mensen die in de Concentratiekampen hebben gezeten en onder het juk van het Nazi-regime hebben geleden. Velen van hen hebben het kampverblijf moeten bekopen met de dood.

    Ik heb gekozen voor “Respect” als titel van mijn artikel, omdat dit begrip iets is wat nog weinigen kennen, laat staan het betonen. Respect betoon je je ouders, je vrienden, je kameraden van je legereenheid….. Hieronder citeer ik het volledige artikel zoals dit verschenen is op 5 december 2011 in het Algemeen Dagblad in Nederland.

    “ Een Zwitserse leraar is ontslagen nadat hij in het concentratiekamp van Auschwitz had geposeerd met een zakje nasi goreng. Bernard Junot was samen met 120 collega’s naar het concentrratiekamp getrokken.

    Junod zette een foto van zijn “grap” online, waarna hij meteen werd ontslagen omwille van een onprofessionele daad. De leraar liet zich ook fotograferen als een man met buikkrampen op de latrines in het kamp. Ook de foto’s van de man die lachend op de treinsporen lag, zetten kwaad bloed.

    Junod, die nota bene Joodse roots heeft, liet weten dat zijn daden zijn ontslag niet rechtvaardigen en dat hij het slachtoffer is geworden van een politieke afrekening. “Ze hebben me willen raken omdat ik een politieke figuur ben die veel de media haalt” reageert hij in de Zwitserse krant Le Matin. Hij overweegt nu juridische stappen tegen het departement onderwijs om wat hij omschrijft als een “overdreven reactie op een geslaagde grap”.

    Toen hij deelnam aan de verkiezingen voor de nationale raad liet hij weten dat “Mein Kampf” van Hitler zijn zijn favoriete boek is en Richard Wagner zijn geliefkoosde componist”

    Wat deze man bezielde mag men een raadsel noemen. Hij heeft de hele mensheid en in zonderheid zijn Joodse medemensen, maar ook de niet-Joden die in de kampen zaten een slag in het aangezicht gegeven. Bovendien zou hij als leraar een voorbeeldfunctie moeten hebben, waar gaan we eindigen als zelfs leraars dergelijke macabere zaken als een grap beschouwen.

    Zelf zie ik de humor van zijn “geslaagde grap” niet in en bovendien heeft deze grap een baard van hier tot ver in de Zwitserse bergen nl, de woordspeling van nasi goreng wat uitgesproken wordt als “Nazi Göring”. En ik die dacht dat de Zwitsers serieuze en wel opgevoede mensen waren.

    Igor Albert

    Bron: Algemeen Dagblad Nederland dd 05.12.2011


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    27-05-2015, 06:28 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een stukje Belgische Trots op D-Day
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Op 6 juni 1944 vocht de Belgische Admiraal Daniël Geluyckens mee op D-Day.

    D-Day, of de landing van de geallieerden op de stranden langs de Normandische kust is één van de belangrijkste gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. De Belgische Admiraal b.d. Daniël Geluyckens was er bij en reist op 6 juni met elf andere overlevende Belgen van de landing, naar Normandië om daar deel te nemen aan de festiviteiten rond de 70ste herdenking van de landing op de Normandische kust.

    Op 17 jarige leeftijd treedt Daniël Geluyckens in 1939 toe tot de hogere zeevaartschool in Antwerpen. Op 21 februari 1940 is hij als cadet op zee met het schoolschip Mercator als de eerste onlusten op het vaste land uitbreken. Hij treedt vervolgens als vrijwilliger toe tot de Engelse Royal Navy . Als cadet in het Royal Naval College Darthmour komt hij als eerste van zijn promotie uit. Hij dient aan boord van eenheden van de Royal Navy, eerst als navigatie-officier, later als artillerie-officier. Hij nam, samen met andere Belgische marine mensen onder andere deel aan de ontschepingsoperatie in het Zuid-Italiaanse Salerno in september 1943.

    In de maanden, dagen en uren voor D-Day hielpen Belgische manschappen van het 118de flottielje mijnenvegers de vaargeul tussen de Britse en de Normandische kust vrij te maken. Door deze vaargeul zouden duizenden soldaten met landingsvaartuigen naar het strijdtoneel worden gebracht. Aan het hoofd van het 202de landingssmaldeel stond de Belg Georges Timmermans, met zijn 15 LCI’s (landing craft infantry) voerde hij maar liefst vijf landingen uit ter hoogte van Saint Aubin (Juno Beach). Zeven van de vijftien landingsvaartuigen gingen hierbij verloren.

    Naast deze landingen waren natuurlijk ook de voorafgaande beschietingen van belang. Deze moesten de versperringen op de stranden vernietigen en de vijand zo veel mogelijk schade toebrengen. Op HMS Jervis was Reserve Royal Navy Luitenenant Daniël Geluyckens de artillerie-officier en zijn doel waren de verdedigingsbunkers van de Duitsers op Gold Beach. De korvetten HMS Godetia en HMS Buttercup deden ondertussen dienst als escorte vaartuigen om het gevaar van Duitse duikboten of snelboten af te weren.

    Om 06h25 op 6 juni 1944 kreeg artillerie-officier Daniël Geluyckens het commando om het vuur te openen. Wij waren zeer goed voorbereid vertelt Geluyckens, een maand lang hadden we geoefend op onze basis in Engeland en ook heb ik gedetailleerde luchtfoto’s bestudeerd. Ons eerste doelwit was een Duits mortier in een als huis gecamoufleerde bunker, die het strand bestreek. Na enkele correcties was het raak en we bleven doorgaan met de beschietingen tot het uur U, het uur van de effectieve landing was aangebroken. In de namiddag werd het doel van de Jarvis een kustdorpje vertelt Geluyckens. Hier hadden de Duitsers een kanon in een kerktoren geplaatst. Na een tiental schoten hadden we ons doel uitgeschakeld. Tegen het einde van de dag had de Jarvis 1125 kanonschoten afgevuurd of zowat driekwart van de totale munitie. Daarna volgde nog een lange nacht van patrouilleren. Voor Daniël Geluyckens was de landing een succes over heel de lijn.

    Terug in België, op 13 oktober 1944, gaat hij over naar de Belgische Zeemacht op 1 februari 1946 met de graad van Luitenant-ter-zee. Hier bouwt hij een indrukwekkende carrière uit. Hij krijgt er functies aan boord zowel als aan de wal. In oktober 1960 wordt hij Directeur Plannen en Organisatie op de staf van de Zeemacht. Van maart 1962 tot augustus 1965 werkte hij op het kabinet van het Ministerie van Landsverdediging. Als Kapitein-ter-zee beveelt hij het Logistiek Commando van 1967 tot 1970 en daarna de Groepering Operaties tot 1973. Als Commodore is hij van 1975 tot 1978 adjunct-directeur van de Divisie Plannen en Organisatie. In deze periode werkte hij ook voor de NAVO. Hij was ook Ordonnance-officier van wijlen Koning Boudewijn van 1950 tot 1959 en Vleugeladjudant van 1968 tot 1975.

    Igor Albert

     

    Bronnen:

    Belgen in Engeland (Belgische strijdkrachten in Groot-Brittanië) – Frank De Cat –uitgave Lannoo Tielt 2007 – ISBN 902096811;

    Koninklijk Museum van het Leger;

    Le Vif van 4 juni 2014;

    Het Nieuwsblad van 05 juni 2014;

    Foto: archief KLM Brussel

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    Tags:normandie, d-day, landing, WOII, overloard, atlantic wall
    27-05-2015, 06:12 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sammel- & Durchgangslager Drancy
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    In het departement van de Seine (tegenwoordig het departement Seine-Saint-Denis),  ten noordoosten van Parijs, bevond zich het "Camp d’Internement de Drancy". Vanaf 14 juni 1940 tot 17 augustus 1944 werd het kamp door de Duitsers gebruikt als interneringskamp.

    Oprichting

    Het kamp van Drancy (een voorstad van Parijs) werd geïnstalleerd in een deel van de gebouwen van de zogenaamde "Cité de la Muette" (Wijk van de Stilte) en kreeg al snel als bijnaam het "hoefijzer". Dit vanwege de bijzondere U-vorm waarin het voor het kamp ingerichte complex, van 4 verdiepingen hoog, was gebouwd. Oorspronkelijk waren de gebouwen bedoeld als sociale woningen. (Habitations à bon marché HBM, letterlijk goedkope woningen) en ten tijde van de oprichting waren ze nog niet afgebouwd. De ruimte tussen de twee langwerpige delen van deze U-constructie werd ingenomen door een binnenplein van 200 meter lang en 40 meter breed. Het kamp werd volledig omringd door een dubbele rij prikkeldraad voorzien van weerhaken, met op de vier uithoeken telkens een uitkijkpost of wachttoren.

    Vordering en ingebruikname

    Op 14 juni 1940 vorderde de Duitse Wehrmacht het gebouw, dat op dat moment als politiekazerne werd gebruikt. Het werd in eerste instantie ingericht als interneringskamp voor Franse krijgsgevangenen, nadien voor Joegoslavische en Griekse burgers, daarna voor Britse krijgsgevangenen en vanaf 20 juni 1941 voor de internering van voornamelijk Joden. Pas vanaf 1942 werd het gebruikt  als doorvoerkamp voor Joden  naar voornamelijk Auschwitz en stond het feitelijk onder het gezag van de Höhere SS-und Polizeiführer in Frankrijk

    Het kamp kende in haar bestaan drie commandanten:

    • van 20 augustus 1941 tot 15 juli 1942 stond het kamp onder het commando van Theo Dannecker, SS-Hauptsturmführer, oprichter van het "Judenreferat" in de Franse hoofdstad en tevens chef van de Gestapo in Parijs;
    • van 15 juli 1942 tot 2 juli 1943 werd het commando gevoerd door Heinz Röthke, SS-Obersturmführer en samen met Dannecker verantwoordelijk voor de deportatie van de Joden in Frankrijk;
    • van 2 juli 1943 tot 17 augustus 1944 stond het kamp onder het commando van Alois Brunner, SS-Hauptsturmführer. Tijdens de volledige duur van de oorlog werd hij verantwoordelijk geacht voor de dood van meer dan 130.000 Joden;

    Onder alle kampen die in de Tweede Wereldoorlog in Frankrijk waren opgericht nam het kamp van Drancy een buitengewone plaats in. De grootste concentratie (tussen de 70.000 en de 100.000) gevangenen is via Drancy gedeporteerd naar de concentratie- en vernietigingskampen van de nazi’s: 55 transporten zijn er vanuit Drancy vertrokken met als eindbestemming Auschwitz, 2 transporten naar Majdanek, 2 transporten naar Sobibor, 1 transport naar Tallinn, 1 transport naar Buchenwald en 1 transport naar Bergen-Belsen. Aldus blijkt uit de officiële transportlijsten die zich bevinden in het archief van het Mémorial de la Shoah de Paris. Het kamp werd dan ook aangezien als een soort van voorportaal van de hel die de gevangenen te wachten stond eens ze op transport waren gezet.


    Frankrijk in tweeën gesplitst

    In mei 1940 viel het Duitse leger Frankrijk binnen, in juni gaven de Fransen zich over en tekenden zij een bestand met de Wehrmacht. Vervolgens werd Frankrijk in tweeën gedeeld: het noordelijke deel van Frankrijk (de bezette zone) kwam onder direct Duits bestuur en het zuidelijke deel (de niet bezette zone) kwam onder de controle van een nieuwe, met de Duitsers collaborerende Franse regering, die zetelde in het kuuroord Vichy. Aan het hoofd van de Vichy-regering stond maarschalk Philippe Pétain, een held uit de Eerste Wereldoorlog, die tot dan veel aanzien genoot bij de Fransen. In dezelfde tijd vluchtte de Franse generaal Charles de Gaulle, een verwoed tegenstander van Pétains overgave aan de Duitsers, naar Groot-Brittannië, waar hij een Franse regering in ballingschap vormde en landgenoten om zich heen verzamelde die Frankrijk wilden bevrijden van de Duitse bezetting en de collaborerende Vichy-regering.

    In de zomer van 1940, na de verovering van Frankrijk door Duitsland, woonden er ongeveer 350.000 Joden in Frankrijk; meer dan de helft daarvan was geen Franse staatsburger, maar bestond uit Joden die na de  Eerste Wereldoorlog naar Frankrijk waren verhuisd, en Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland en gebieden die door de nazi’s waren bezet. Vrijwel direct na de bezetting werden ook de Joden die in de niet-bezette zone verbleven, onderworpen aan de eerste golf anti-Joodse maatregelen. In het door de Duitsers gecontroleerde gebied raakten de Joden hun baan kwijt, werd hun bewegingsvrijheid beperkt en werden velen gearresteerd.

    Tegelijkertijd ging ook de Vichy-regering actief de Joden vervolgen. In oktober 1940 werd een aantal anti-Joodse wetten aangenomen, het "Statut des Juifs" genaamd. Deze wetten definieerden duidelijk wie beschouwd moest worden als een Jood en veroorzaakten een drastische teruggang in de Joodse betrokkenheid bij de Franse samenleving. In maart 1941 zetten de Vichy-autoriteiten onder druk van de Duitsers een "Bureau voor Joodse Zaken" (Commisariat Génèral aux Questions Juives) op onder leiding van de extreem-rechtse vooroorlogse politicus Xavier Vallat. Het bureau was verantwoordelijk voor het invoeren en uitvoeren van de Franse anti-Joodse wetgeving, alsmede de confiscatie van Joodse bezittingen en ondernemingen. In november 1941 installeerde Vallat op aandrang van de vertegenwoordiger van Adolf Eichmann in Frankrijk, Theodor Dannecker, de "Unie van Franse Joden".

    In het begin waren de anti-Joodse maatregelen die door de Vichy-regering werden genomen hoofdzakelijk gericht tegen de Joden die geen Frans staatsburger waren. Duizenden van hen werden naar dwangarbeiderskampen gestuurd of gevangengenomen. Op 27 september 1940 werd er in de bezette zone in Frankrijk een eerste Duitse verordening uitgevaardigd voor een volkstelling van de Joodse bevolking. Tot aan de bezetting wist men niet exact het aantal Joden dat in Frankrijk woonde. De laatste godsdiensttelling dateerde van 1872. Voor Parijs en omgeving hield een politieafdeling het opgezette Jodenregister met de telling van het aantal Joden in 1940 nauwkeurig bij, voor de provincies was men minder nauwkeurig.

    Eind april 1942 werd Pierre Laval, die in de jaren 30 al enkele malen Frans premier was, minister-president van de Vichy-regering, die ten volle bereid was met de nazi’s samen te werken. In mei werd Vallat van het "Bureau voor Joodse zaken" vervangen door een fanatieke antisemiet, Louis Darquier de Pellepoix, die bereidwillig alle Franse Joden vervolgde of ze nu staatsburger waren of niet. Toen, na de Joden twee jaar te hebben laten lijden, begonnen de Duitsers en de Vichy-autoriteiten met de deportaties.


    De eerste gevangenen

    In augustus 1941 was er in het kamp van Drancy niets voorbereid en waren en geen voorzieningen voor de komst van de eerste geïnterneerden. Wel was er een kampreglement opgesteld door de chef van het Judenreferat in Frankrijk, Theo Dannecker, en dit reglement werd ondertekend door de prefect van de politie en de generaal van de gendarmerie van Parijs. Het interne kampreglement was geschoeid op een militaire discipline. Zo was het de geïnterneerden onder meer verboden om te roken, te lezen, te kaarten of om het even welk ander spel te spelen, het plein tussen de gebouwen te betreden zonder grondige reden of zonder toestemming en pakjes en/of post te ontvangen. 

    De eerste Joodse geïnterneerden kwamen in augustus 1941 aan in het kamp van Drancy. Het ging om 4232 mannen tussen 18 en 50 jaar die opgepakt waren tussen 20 en 24 augustus 1941 tijdens grootscheepse razzia’s, die in nagenoeg alle Parijse arrondissementen waren uitgevoerd door de Duitse Feldgendarmerie ondersteund door inspecteurs van de politieprefectuur van Parijs. 1500 van de opgepakte Joden hadden de Franse nationaliteit, de rest waren Joden van buitenlandse origine. Op 21 augustus 1941 werden de Joodse advocaten ingeschreven bij de balie van Parijs, gearresteerd in hun eigen huizen en samengebracht op de prefectuur om van daaruit eveneens naar Drancy overgebracht te worden. De transporten gebeurden met de groen-witte Parijse stadsbussen, er werden geen speciale vrachtwagens van de bezettende macht voor ingezet.  Dit toont al voor een groot deel de welwillendheid aan van de Parijse politie, gendarmerie en het stadsbestuur tegen over de bezetter.

    Al snel was er sprake van hongersnood in het kamp. Gezien de slechte hygiënische levensomstandigheden (spoedig brak er dysenterie uit) was dit geen wonder en vonden tientallen mensen de dood. De faciliteiten waren zeer rudimentair. De geïnterneerden sliepen in houten stapelbedden, twee hoog, zonder matras of zonder deken. Er waren provisorisch enkele gemeenschappelijke toiletten geïnstalleerd in een houten barak op het terrein. Om zich te wassen hadden de geïnterneerden enkele eenvoudige waterkranen tot hun beschikking, doch het water was zeer snel opgebruikt en niet iedereen kon zich dagelijks wassen. Sommigen moesten zich tevreden stellen met enkele druppels water op de huid.

    Stap voor stap ontwikkelde het kamp zich naar min of meer menswaardigere normen, voor zover er daar al sprake van kon zijn. Bedden, matrassen, dekens, een minimale verwarming en vooral voedsel werden door de nog op vrije voeten zijnde familieleden van de geïnterneerden naar het kamp gebracht.


    Kamporganisatie en -leven

    De administratieve structuur van het kamp van Drancy werd pas later opgezet en uitgetekend. Aan het hoofd stond de chef van het Judereferat in Parijs. Dan volgde een Franse administratieve commissie, samengesteld uit een commandant, een Franse politiecommissaris die benoemd werd door de politieprefectuur van Parijs en die ondersteund werd door inspecteurs van de Franse gerechtelijke politie wier taak het was om de fiches van de geïnterneerden bij te houden en aan te vullen indien nodig. Tot slot was er een detachement van de Franse gendarmerie, belast met de bewaking aan de buitenzijde en het toezicht op de naleving van het kampreglement binnen het kamp.  Het was pas met de komst van de laatste SS-commandant, Aloïs Brunner in juli 1943, dat de Franse gendarmes enkel en alleen nog belast werden met de bewaking van het kamp aan de buitenzijde.  Binnen het kamp werd hun taak overgenomen door een Sonderkommando van de SS bestaande uit manschappen.

    Ondergeschikt aan de Franse administratie van het kamp, had men ook nog een Joods bestuur bestaande uit een kampoverste of beheerder van het administratief bureau, verantwoordelijken voor de trappenhallen, kameroversten, een reinigingsdienst voor het binnenplein, een dienst die zich bekommerde om de hygiëne in het kamp en een sociale dienst die in nauw contact stond met de U.G.I.F. (Union Générale des Israélites de France). Dit was een organisatie opgericht door het "Bureau voor Joodse Zaken" van de Vichy-regering om alle Joodse organisaties in Frankrijk te consolideren in één enkele raad.

    De U.G.I.F. werd opgericht op 29 november 1941onder druk van de Duitsers. De organisatie werd in tweeën gedeeld, één deel voor het bezette gebied onder de leiding van André Baur en een ander deel in de onbezette Vichy zone onder de leiding van Raymond-Raoul Lambert.  Beiden zijn overigens in 1943 gedeporteerd naar Auschwitz en daar met hun gezinnen vergast. De Joden van Frankrijk werd verzekerd dat het doel van de UGIF bestond uit het leveren van sociale steun aan de Joden. Er werd onder andere een vakbond opgericht, evenals weeshuizen en diverse sociale diensten voor de Joden. De UGIF werd nochtans vaak gedwongen om toe te geven aan de Duitse eisen, samen te werken bij de arrestaties van Joden en de namen door te geven van leden van het Joodse verzet. De leiders verzetten zich hiertegen en werden op hun beurt geïnterneerd. In de onbezette zone van Vichy verzetten de leiders zich proactief tegen de Duitsers, om de toevlucht van buitenlandse Joden in hun zone te stoppen. Door het illegaal meewerken aan het evacueren van kinderen en volwassenen uit de interneringskampen probeerden zij op die manier deportaties te voorkomen.

    Het was de taak van de Parijse politieprefectuur om het kamp te bevoorraden met voedsel. Door voedselgebrek waren de geïnterneerden gedwongen om zich te voeden met wat ze vonden of konden stelen van anderen. Zo aten zij onder andere rauwe groenten, grassprieten of kookten ze voedselresten die ze vonden in het afval. In november 1941 zijn er op deze manier 40 mensen omgekomen door verhongering. Een epidemie van difterie zorgde er voor dat het kamp plotseling geconfronteerd werd met 1.400 zieken.

    Binnen het kamp was er een florerende zwarte markt. Voor een stuk brood van 200 gram werd 150 francs gevraagd, suiker werd verkocht voor 7 francs per suikerklontje, voor een krant betaalde men 50 francs. Er waren natuurlijk ook andere methoden om aan eten  of aan kleren, tabak, zeep en andere artikelen te komen. Indien men het vertrouwen kon winnen van één van de gendarmes die het kamp bewaakten, zorgde deze ervoor dat de pakjes met voedsel, kleding, tabak en andere artikelen die familieleden naar het kamp brachten bij de juiste persoon terechtkwamen. Ook brieven en kaarten werden op deze manier naar binnen en naar buiten gesmokkeld. Dit was dit eerder uitzondering dan regel, daar de gendarmes qua brutaliteit niet onder hoefden te doen voor de SS’ers die er later dienst deden. Later werd er een systeem ontwikkeld dat de geïnterneerden het recht gaf om twee keer per maand een kaart te versturen en een pakje te ontvangen.

    Hoe verliep een doorsnee dag in het kamp voor de geïnterneerden? Volgens de getuigenis van Georges Wellers (schrijver van het boek "From Drancy to Auschwitz") en zelf geïnterneerd, begon de dag om 06.00 uur met een "gongslag". Dit was het signaal dat de geïnterneerden moesten opstaan en dat de "koffie" (gemaakt van gemalen eikels) werd uitgedeeld in de keuken. Om 07.00 uur werd iedereen door een fluitsignaal opgeroepen voor het dagelijkse ochtendappel. Het appel duurde normaal een uur, maar kon uitlopen tot twee uur en meer. Het aantal geïnterneerden diende in overeenstemming te zijn met het aantal op de kamplijst. Dit zorgde soms voor problemen, daar er ’s nachts geïnterneerden overleden door hongersnood of difterie. Na het ochtendappel maakten de geïnterneerden van elke vleugel om beurten hun ochtendwandeling van 30 minuten op het binnenplein en tussen de omheining met prikkeldraad en weerhaken. Dit uurrooster werd door de kampdirectie niet altijd strikt gevolgd, waardoor er verwarring ontstond bij de geïnterneerden hetgeen uiteindelijk tot lijfstraffen of opsluiting leidde. Rond 11.00 uur begon men gewoonlijk met de broodbedeling. Om 12.00 uur volgde dan de bedeling van de soep. Rond 18.00 uur volgde het signaal voor de tweede soepbedeling van de dag. Gedurende hun gevangenschap hadden de geïnterneerden niets bijzonders om handen, tenzij zij één of andere "functie" hadden bij het Franse of het Joodse bestuur van het kamp.


    Deportaties

    Het Duitse besluit van omstreeks de winter van 1941-1942 om in het bezette Europa te beginnen met de Endlösung der Judenfrage had vanaf juli 1942 zijn weerslag op het kamp van Drancy. Het werd van een interneringskamp een doorgangskamp voor Joden naar de vernietigingskampen in Oost-Europa. Op 16 en 17 juli 1942 vonden razzia’s plaats in heel Parijs. Deze razzia’s staan gezamenlijk ook bekend als "de razzia van Vel. D’Hiv.",  vernoemd naar de gelijknamige wielerbaan in Parijs in de rue Nélaton in het 15de arrondissement. In het Vélodrome d’Hiver werd een deel van de opgepakte Joden tijdelijk ondergebracht. De Franse politiechef René Bousquet, van het Vichy-regime, was de bedenker en uitvoerder – in samenwerking met de Gestapo – van "operatie Lentewind" (Vent printanier), zoals de massa-arrestatie van Joden in Frankrijk genoemd werd. Voor het eerst werden er ook vrouwen en kinderen van Joodse afkomst gearresteerd.

    Tijdens de razzia van Vel. d’Hiv werden in totaal 13.600 Joden, waaronder 4.300 kinderen, deels samengedreven in de sporttempel en nadien, weer met gewone stadsbussen, deels afgevoerd naar Drancy om hier geïnterneerd te worden. In Drancy werden kinderen gescheiden van hun ouders en mannen van hun vrouwen. Kinderen en vrouwen werden vervolgens ondergebracht in andere Franse kampen (onder andere in Beaune-la-Rolande, en Pithiviers, beiden gelegen in het departement Loiret , ten zuiden van Parijs)

    Het aantal deportaties naar Auschwitz vanuit Drancy nam evenredig toe met het aantal arrestaties en interneringen van Joodse burgers. Op 19 juli 1942 vertrok er een eerste transport van 1.000 Joden, zowel mannen als vrouwen en kinderen. Vanaf 19 juli 1942 tot het einde van september 1942, vertrokken er wekelijks 3 transporten met mannen, vrouwen, kinderen en ouderen vanuit Drancy richting Auschwitz. In totaal werden er tussen de 70.000 en 76.000  Joden vanuit Drancy naar Auschwitz gedeporteerd, waar ze bijna allen vergast werden. Van 27 maart 1942 tot juni 1943 vertrokken er 42 transporten vanaf het station Bourget-Drancy. Van 18 juli 1943 tot 17 augustus 1944 vertrokken er 21 transporten vanaf het station van Bobigny. De Joden werden vervoerd in beestenwagens en zaten met velen in één wagon. Soms wel tot 1.500 per transport. Op deze manier bereikten velen niet eens het eindstation Auschwitz. Hoeveel gedeporteerden uit Drancy, Auschwitz overleefd hebben is moeilijk te bepalen, gezien vele informatiebronnen zich tegenspreken.

    De deportatie procedure verliep volgens een welbepaald plan. Aan de vooravond van hun deportatie werd iedereen kaalgeschoren en grondig gefouilleerd op bezittingen zoals een mes, een schaar en andere scherpe voorwerpen. Verder werden al hun overige bezittingen afgenomen door de kampleiding; ze kregen hier wel een ontvangstbewijs voor in de plaats, maar dit was waardeloos. Zij kregen een kom soep die van iets betere kwaliteit was dan wat aan de andere geïnterneerden werd geserveerd en tot slot een lichte maaltijd voor onderweg. De volgende ochtend werden ze in alfabetische orde op de stadsbussen gezet en weggevoerd naar het station van Bourget-Drancy en later Bobigny. Deze werkwijze ging door tot 17 augustus 1944.


    Besluit

    Ontsnappingspoging

    Er is in de hele bestaansgeschiedenis van het kamp slecht één ontsnappingspoging bekend. Vanaf midden september 1943 begon een groep van 40 geïnterneerden met het graven van een tunnel. Bij gebrek aan het nodige materiaal, werd de tunnel geheel met de handen gegraven. Er werd in drie ploegen dag en nacht doorgewerkt. Toen de tunnel door de Duitsers werd ontdekt, was deze al 38 1/2 meter lang met een hoogte van 1,30 meter en een breedte van 70 centimeter. Er werden 4 mensen gearresteerd door de Duitsers, die de ingang van de tunnel met cement moesten dichten. Zij hebben echter nooit gezegd, ondanks foltering, wie de andere betrokkenen waren.

    De bevrijding

    Op 16 augustus 1944 verbleven er nog 1.467 geïnterneerden in het kamp van Drancy. Commandant Brunner wilde deze nog laten afvoeren. Hij verbrandde de hele administratie van het kamp, niet wetende dat er een kopie was gemaakt door de bedienden van het Joods bestuur, die het vervolgens naar buiten hadden gesmokkeld. Op 17 augustus verlieten de Duitsers het kamp, ze lieten nog 51 geïnterneerden deporteren naar Buchenwald, doch 39 van hen konden onderweg vluchten. Het Franse Rode Kruis hielp de laatste geïnterneerden van het kamp bij hun bevrijding en voorzag hen van water, voedsel, kleding en dekens. Drancy werd op 17 augustus 1944 door de Amerikanen bevrijd; er bevonden zich toen nog 1.416 geïnterneerden in het kamp.

    Na de oorlog

    Pas in 1995 heeft de toenmalige Franse president Jacques Chirac de schuld en betrokkenheid van de Franse overheid en de verregaande collaboratie toegegeven en zich in naam van Frankrijk verontschuldigd voor wat Frankrijk als natie tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft gedaan. Bij de 55ste  herdenking van de razzia van Vel. d’Hiv, in juli 1997, heeft toenmalig premier van Frankrijk, Lionel Jospin, gezegd: "Qu’un gouvernement, une administration de notre pays, ont allors commis l’irréparable" (een regering, een bestuur van ons land heeft onherstelbare schade toegebracht).

    Het gebouw van het voormalige kamp van Drancy bestaat nog steeds, maar heeft haar oorspronkelijke functie eindelijk gevonden: een woonblok van sociale woningen. Op de locatie staat ter herinnering wel één van de treinwagons waarmee men destijds de Joden naar Auschwitz vervoerde  en een monument.


    Bronnen

    Boeken

    • Historical Atlas of the Holocaust, Macmillan Publishing, New York, 1995.
    • ROSNAY, T. DE, Haar naam was Sarah, Artemis, Amsterdam, 2010.
    • SPECTOR, S. & ROZETT, R., Encyclopedie van de Holocaust, Kok, Kampen, 2004.
    • TAIEB, K., Ik schrijf u vanuit het Vel. d’Hiv, Karakter Uitgevers B.V., Uithoorn, 2011.
    Igor Albert (dit artikel is ook verschenen in Go2War2 op 28/04/2014 waarvan ik de rechten heb)  


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    Tags:KZ, lager, concentratiekamp, joden, frankrijk, wereldoorlog 2, WOII
    27-05-2015, 06:06 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Man die op de uitkijk stond bij de échte Great Escape is niet meer
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

     

     

    Het is één van de bekendste films gemaakt over de Tweede Wereldoorlog: The Great Escape vertelt het waargebeurde verhaal over de ontsnapping uit een Duits krijgsgevangenkamp. In werkelijkheid was de Belg Robert “Bobby” Laumans één van de helpende handen bij het graven van de legendarische tunnel. De oorlogspiloot, geboren, op 4 september 1920 in Tervuren, stierf op 21 april 2014 te Sint-Pieters-Woluwe Bobby Laumans werd 94 jaar en hij was de laatste, nog levende Belgische RAF piloot uit de Tweede Wereldoorlog.

    Hij zij zelden iets over zijn oorlogsjaren, maar ééns hij begonnen was, was er geen speld meer tussen te krijgen vertelt zijn schoonzoon Michel De Raeymaecker aan de Belgische krant Het Nieuwsblad.

     

    In juni 1942 werd Bobby’s Spitfire door de Duitsers neergeschoten boven de Noordzee. “Ik greep naar mijn parachute en sprong uit mijn vliegtuig, maar ik vloog op een geringe hoogte, zo’n 300 meter boven de Noordzee”. Vertelde Bobby aan Het Nieuwsblad. Het lukte Bobby om zich uit de enge cockpit van de Spitfire te bevrijden en zo belandde in de Noordzee. Gelukkig beschikte hij ook over een klein reddingsvlot, waarin hij gedurende ruim drie dagen heeft rond gezwalpt op de Noordzee. Uiteindelijk werd hij gevonden en opgepikt door een klein patrouillevaartuig van de Duitse Kriegsmarine. Vanaf dat moment was Bobby een gevangene van de Duitsers.

    Bobby Laumans in het uniform van de RAF



    Na enkele omzwervingen en talloze ondervragingen werd Bobby uiteindelijk overgebracht naar Stalag Luft III , vlakbij Sagan in de Duitse provincie Neder-Silezië ten zuidoosten van Berlijn. In dit kamp werd alle gevangengenomen luchtmachtpersoneel opgesloten. Het is in dit krijgsgevangenenkamp dat The Great Escape heeft plaatsgevonden en Bobby heeft hierin een niet onbelangrijke rol gespeeld.

     

    Daar hij zelf geen ontsnappingsplan had, werd hij ingedeeld bij de operation wooden horse.

    Die groep gevangenen had een plint – een soort gymnastiek toestel – gemaakt. De Duitsers hadden hier geen probleem mee, want zolang de gevangenen over de wooden horse sprongen, konden ze geen ontsnappingsplannen beramen. Wat de Duitsers niet wisten of in de gaten hadden was, dat er onder de wooden horse drie gevangenen bezig waren een tunnel te graven. Ze moesten hun werkzaamheden echter stopzetten toen ze op hard gesteente stootten. Dit was het begin van “The Great Escape”.

     

    Nadien volgde het masterplan van de voorzitter van het Comité X (dit comité was samengesteld uit diverse gevangenen aan wie men een ontsnappingsplan kon voorleggen, wat vervolgens als haalbaar of niet haalbaar werd beoordeeld). Bobby was als digger niet geschikt omdat hij de psychologische druk niet aankon. Hij had wel andere taken toebedeeld gekregen zoals, het wegvoeren van het zand, op de uitkijk staan of er geen Duitsers in de buurt waren… Er werd gedurende 10 maanden gegraven aan een 102 meter lange tunnel, die achter de prikkeldraad in het bos moest uitmonden. Het Comité X had het voornemen om ongeveer 200 man via deze tunnel – tussen het vallen van de avond en het ochtendgloren – te laten ontsnappen. “Heden noemt men deze operatie The Great Escape destijds noemden wij ze operation 200 naar het aantal gevangenen dat zou vluchten via de tunnel” aldus Bobby

    Tunnel die gebruikt werd voor de ontsnapping (Foto Wikipedia)

    Door lottrekking werden er uiteindelijk 150 gevangenen aangeduid die door de tunnel zouden vluchten. Bobby was daar niet bij. (achteraf gezien is dit zijn geluk geweest), de tunnel was niet in het bos uitgekomen zoals verwacht, maar wel op de weg. Toen de 76ste gevangene uit de tunnel kwam hadden de Duitsers opgemerkt dat er iets loos was. Uiteindelijk zijn er maar drie gevangenen uit handen van de Duitsers kunnen blijven. Vijftig ontsnapten zijn gefusilleerd. Toen was de woede van de Duitsers bekoeld.

    Laumans overleefde de gevangenis en ging direct na de oorlog naar Engeland om het meisje, op wie hij al jaren verliefd was, ten huwelijk te vragen. Het koppel kwam naar België. Sabena begon in die tijd indrukwekkend uit te breiden. Er was hoge nood aan piloten. Bobby heeft daar gesolliciteerd en kreeg direct een vast contract. Dertig jaar heeft hij bij Sabena gevlogen.

    Bobby werd in 1963 (bij het verschijnen van de film “The Great Escape” niet uitgenodigd om de première bij te wonen, hij is de film gewoon in de zaal gaan bekijken. “Vooral het eerste deel is vrij geloofwaardig, tenminste als het je niet stoort dat het in het filmkamp wemelt van Amerikaanse gevangenen, terwijl er in het echte kamp geen enkele Amerikaan zat. In het tweede deel loopt het scenario helemaal weg van de realiteit. Steve McQueen die met een motorfiets over een prikkeldraad rijdt, dat is compleet verzonnen.'' Tot zover Bobby’s commentaar op de film

    Igor Albert

    Bronnen: Het Nieuwsblad van 17/4/2004

                   Het nieuwsblad van 24/04/2014

                   La Libre Belgique 02/09/2011

                   Ministerie van defensie – Luchtcomponent

                   Belgian Voices of The Sky - Translation Bobby Laumans

                   Ludo Verbist: eigen archief

     






    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    27-05-2015, 05:40 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    23-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bommen op Mortsel 5 april 1943 - 5 april 2013 - 70 jaar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bombardement op Mortsel 5 april 1943.

    We schrijven 5 april 1943, een mooie lentedag te Mortsel en het leven ging zijn dagelijkse gangetje (voor zover dit mogelijk was in die periode) tot er plots rond 15h00 gedonder te horen viel uit de hemel en er een heel eskader Amerikaanse B17 bommenwerpers te zien waren ( de zgn vliegende forten). 16 van deze B17 waren van de 91BG, 17 van de 303BG en 16 van de 305 BG.  Het tweede eskader bestond uit 11 B24 toestellen van de 44BG en 7 van de 93BG.  Er werden door de B17's 599 bommen gedropt van 1000 pond en door de B24's 216 van 500 pond.  In totaal werden er 245,5 ton bommen op Mortsel gedropt, die door de tegenaanval van de Duitsers her en der verspreid over de wijk Oude God zijn neergekomen en slechts enkele hebben echt hun doel getroffen nl. de Erla fabriek.

         
    Het verhaal wat nu volgt is een authentiek verhaal van Mevrouw Antoinette Creytens die op het moment van het bombardement les aan het geven was in de school "De Damen van de Heilige Familie" in Berchem.

    In 1942 werd ik gediplomeerd als onderwijzeres in de normaalschool van Tielt.  Ik mocht beginnen in Berchem, in een bijhuis van "De Damen van de Heilige Familie" uit Tielt.  Ik bleef logeren in de school zelf, ook al had ik een oom en een tante in Antwerpen.

    Op 5 april 1943, het moet na de namiddagspeeltijd zijn geweest, vlogen de ramen van mijn klas open en waaide er zand binnen.  We hoorden bommen ontploffen en het was nu vluchten naar de kelder van de Zusters.  Alle klassen stormden naar datzelfde deurgat.  In één klas waren de kinderen aan het breien, ze vluchtten met hun breiwerk, maar vergaten hun bolletje breiwol, mijn kinderen zijn in een dradennet naar beneden gezogen.
    Het was een half-kelder.  Door een halve ruit kon men naar buiten kijken.  Twee juffrouwen gaven verslag: "Er zijn daar weer vliegtuigen...Mortsel brandt... de Gevaertfabriek brandt..."

    De kleuters waren nog buiten.  Ik ben naar buiten gelopen om hen te helpen.  De Zuster was in paniek. "Kom, Zuster, naar de kelder..."  Noem dit geen heldendaad, ik wist ook niet wat oorlog was en kende het gevaar niet.  De sirene had het gevaar niet aangekondigd, maar ze ging wel af om het einde van het bombardement aan te kondigen, zodat wij veilig onze schuilplaats konden verlaten.

    Veel ouders kwamen hun kinderen afhalen.  Ik mocht van de Directrice de rang naar Morstel niet begeleiden, ik moest de richting van Antwerpen uit.  De gevolgen van het bombardement waren ook daar te zien.  Een man liep al schreiend over straat, een zakdoek voor zijn ogen vol bloed, een aanhangwagen vol lijken... verschrikkelijk.  Met tranen in de ogen liep ik terug naar school.  Lessen voorbereiden was niet mogelijk.

     

    Voor de school stopte er een auto met zwaar gewonden.  Men kwam kijken in de apotheek van de school of er bruikbare geneesmiddelen waren.  Helaas bevatte de apotheek slechts enkele zwachtels en wat ontsmettingsstof, maar dit was niet voldoende om alle gewonden te verzorgen, dus reden ze verder.

     

    Ondertussen waren wij al aan het werk om onze bedden naar beneden te halen, om slachtoffers te helpen.  Er waren slechts 18 inwonende leerlingen.  De bedden werden nu in de kelder geplaatst, dan moesten de leerlingen niet de trappen doen om te gaan schuilen.  Mijn matras lag in de badkamer, tussen het bad en de muur.

     

    Oudere leerkrachten waren op weg naar Mortsel om er te helpen in een gebombardeerde school (waarschijnlijk de meisjesschool Sint Lutgardis, hier lagen de leerlingen bedolven onder het puin).  Ik mocht niet mee omdat ik te jong was.

     

    Wat ze daar hebben gezien en meegemaakt, was onbeschrijfelijk.  Ze hebben kinderen gevonden, maar hoe?...  Ouders waren uitzinnig van verdriet.

     

    De overste kwam kloppen op mijn deur: "Juffrouw, zoudt ge eens willen gaan vragen waarom de man van de chauffage nog niet is komen opdagen?"  "Maar Eerwaarde moeder toch, na zo'n verschikkelijke namiddag, zijn ook de mensen die niet in Mortsel wonen in paniek.  Maar ik wil wel eens gaan zien hoe die mensen het stellen.

     

    Nu mocht ik wel opstappen richting Mortsel.  Die mensen woonden in een zijstraat tegenover de Gevaertfabriek.

     

     

     

    Dat vrouwtje stond in het deurgat en ze zegde: "Als de bommen voor mij vallen dan spring ik naar binnen, als ze in huis vallen spring ik naar buiten.  Ik heb een pannetje met melk klaargemaakt en mijn man is er mee naar "den Erla", waar onze dochter werkt.  Ze is gewond, haar rug ligt open en we weten niet in welk ziekenhuis ze nu ligt."  Ik heb haar gezegd van waar ik kwam, maar ik kon haar toch nu niet aanspreken over de chauffage panne.  Ik heb nog wat met het vrouwtje gepraat en haar wat gezelschap gehouden, ze was zo in paniek.

     

    Een slapeloze nacht en de dag nadien waren alle leerlingen van mijn klas daar terug.  Mijn godsdienstles is een occasionele les geworden.  Hun gedachten waren bij het bombardement.  Ik liet hun vertellen, ze moesten het ook eens kwijt aan hun juffrouw.

    Kinderen zijn kinderen.  Te jong om al dat verdriet op te stapelen.  Ze speelden op de speelplaats net als voordien.

     

    De zondag na het drama ben ik te voet naar Mortsel gegaan.  Waar was de stoep?  Overal steenbrokken en vernielde meubelen.  Ik ben er niet tussendoor gegaan, die aanblik blijft gegrift in mijn geheugen.

     

    Ik was 19 jaar toen het beurde, ik ben er nu 90 en nog zie ik alles voor me alsof het gisteren was.

     

    Getekend: Antoinette Creytens

     

     Nawoord:

     

     

    Geen oorlogskruis:

     

    Omdat Mortsel slachtoffer werd van zogenaamd friendly fire werd het vergeten bij het uitdelen van de Oorlogskruisen. Pas na 61 jaar kreeg de stad een erkenning

    Mythe:

    Een hardnekkige mythe luidt dat een Amerikaans jachtvliegtuig een kring van rook zou getrokken hebben, waarbinnen de bommenwerpers hun bommen zouden moeten droppen. De kring zou met de wind afgedreven zijn, waardoor de bommen boven bewoond gebied in plaats van boven het doelwit zouden gevallen zijn. Dit klopt niet, want een kring met rook was helemaal geen gangbare praktijk bij bombardementen. De bommenwerpers hadden toen Norden-gunsights, speciale richtapparatuur om bommen met grote precisie te werpen. Wel is het zo dat een jachtvliegtuig werd neergehaald en omlaag dwarrelde waarbij het rook verspreidde. Ook is het zo dat de bemanning moeilijk bommen kon richten, terwijl de piloot met bruuske manoeuvres trachtte luchtafweer en jachtvliegtuigen te ontwijken.

    Film

    Minder bekend is dat het bombardement op Mortsel aan de basis ligt van de Hollywoodfilm
    "Twelve O'Clock High" (1950) met acteur Gregory Peck, die de rol speelt van ene generaal Frank Savage. De figuur van Savage is gebaseerd op generaal Frank A. Armstrong, die in 1942-1943 als kolonel de 306de Bomb Group had bevolen. Het moreel van 306BG stond op een laag pitje na zware verliezen boven Frankrijk en Armstrong besloot daar iets aan te doen. Hij bood zich op 5 april 1943 onverwacht op het vliegveld van Turleigh (Bedfordshire) aan waar 306BG gestationeerd was en zei dat hij weer zou meevliegen. Daarmee wilde hij een voorbeeld stellen.
    Het doel was die dag de Erlafabriek te Mortsel. Armstrong nam plaats in de "lead aircraft" van 306BG, het toestel dat de eskaders van de 1ste Bomb Division zou aanvoeren. De B-17 werd herhaaldelijk onder vuur genomen door Duitse jachtvliegtuigen die wisten dat dit het leidend vliegtuig van de dichte formaties was. Met een generaal aan boord dacht niemand er aan rechtsomkeer te maken. De raid werd doorgezet ondanks hevige Duitse weerstand. Armstrongs B-17 werd herhaaldelijk geraakt en de navigator zwaargewond. Armstrong verbond hem en berekende zelf de koers om naar Engeland terug te keren. Het verhaal maakt deel uit van de geschiedenis van 306 BG. Twee oudgedienden van 306BG, Sy Barlett en Beirne Lay Jr., werden na de oorlog scenarioschrijvers in Hollywood. Zij baseerden zich op dit waargebeurd verhaal voor het scenario voor de film "Twelve O'Clock High", die in 1950 in de bioscoopzalen werd vertoond


     

     

    Publicaties:

    • Rely, Achille, Bommen op Mortsel, Antwerpen.
    • Rely, Achille, Geen Oorlogskruis voor Mortsel, Antwerpen, 1993.
    • Serrien, Pieter, Tranen over Mortsel, Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 2008.


    Bronnen: zelfgeschreven verhaal van Antoinette Creytens
                   Wikipedia

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    Tags:Mortsel/april1943/wereldoorlog2/bombardement op mortsel/friendly bombing/geallieerde bombardementen/wereldoorlog 2/slachtoffers/doden/puin/erla fabrieken
    23-09-2013, 21:34 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het drama van Meesel Kiezegem
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Het drama van Meensel-Kiezegem

     

    De titel van het boek had ook de titel van dit artikel kunnen zijn.  Meensel Kiezegem heeft inderdaad een zware tol betaald voor de moord op de collaborateur Merckx.

    Er zijn in de loop van de geschiedenis van WOII heel wat zaken gebeurd die, of niet gekend zijn, of die niet aan het licht mogen komen.  Dit kunnen zowel kleine als grote misdaden geweest zijn.  Gelukkig zijn er een aantal die wél de actualiteit hebben gehaald.  Zo is er o.m. het drama van Meensel Kiezegem.  Daar wil ik het in dit artikel over hebben.

    ·         Wat is er precies gebeurd?

    ·         Wie heeft wat gedaan?

    ·         Wat hebben de Duitsers gedaan?

    ·         Was de vergeldingsactie evenredig dan het gebeurde?

    Op al deze vragen zal ik naar waarheid en betrouwbaarheid trachten te antwoorden.

    Ik had nog nooit van Meensel Kiezegem gehoord en wist niet eens waar het lag.  Het is dankzij Maurice De Wilde en zijn TV reeks “De Nieuwe Orde” dat ik tot de ontdekking kwam dat het maar een tiental km van mijn woonplaats lag én zo ben ik ook aan de weet gekomen welk een drama zich er heeft afgespeeld.  Ondertussen is het drama van Meensel Kiezegem een “begrip” geworden in de geschiedschrijving van WOII.

    Oktaaf Duerinckx schrijft in zijn boek “Meensel Kiezegem Getuigenissen” – een boek opgedragen aan zijn overleden vader: Over het drama van Meensel Kiezegem worden verschillende versies verteld.  Sommige feiten blijken ook onduidelijk te zijn en tegengesteld aan elkaar.  Wat ook eigenaardig volgens Oktaaf, is het feit dat er zo weinig media aandacht is voor dit gebeuren.  Hier moet ik Oktaaf bijtreden en hem 100% gelijk geven.  Er is in de media (zowel gesproken, geschreven als TV) weinig aandacht voor Meensel Kiezegem.  Ook heb ik ondervonden dat men er weinig publicaties van vindt in bv bibliotheken of boekenwinkels.  Gelukkig is er nog het boek van Oktaaf.

    De herdenkingen in Oradour (Frankrijk) en Lidice (voormal Tsjechoslowakije) halen steeds de media.  Op beide plaatsen waren het wel de Duitsers die het bloedbad hadden aangericht.  In Meensel-Kiezegem waren de beulen uit het dorp en hebben de Duitsers assistentie verleend.  Dit is een heel andere context.  Misschien willen sommigen dat dit potje zo lang mogelijk gedekt blijft.  Deze stelling zou wel eens de start kunnen zijn van een diepgaande studie over het Drama van Meensel Kiezegem.

     

    Wat is er nu eigenlijk gebeurd?  Gaston Merckx, zoon van een boerenfamilie die zich reeds van bij de inval zeer Duitsgezind hebben opgesteld, was ook lid van de Vlag en het VNV.  Samen met zijn familie behoorde hij tot de zgn. “nieuwe orde” organisaties.

    Gaston Merckx was op 30 juli 1944, samen met drie andere vrienden op weg naar de kermis in een naburig dorp, toen hij ergens nabij de grens met Binkom werd neergeschoten.  Zijn moeder eiste, om de dood van haar zoon te wreken, 100 gijzelaars op.

    Op 1 augustus 1944, hielden 3 gemaskerde en geüniformeerde mannen een eerste razzia.  Drie mannen werden neergeschoten: August Craeninckx, Petrus Vandermeeren en Oscar Beddegenoodts.  Nu heeft deze razzia slechts zijdelings te maken met de moord op Merckx, deze razzia was reeds voor de dood van Merckx gepland.  Bij deze razzia werden ook vier vrouwen, tien mannen een meisje en een jongetje opgepakt. De broers van Merckx namen aan deze razzia deel.   De echte, grote vergelding moest nog komen…..

    Op vrijdag 11 augustus 1944 wordt vanaf 04h00 ’s morgens de gemeente volledig van de buitenwereld afgesloten.  350 Duitsers en Gestapoleden omsingelden het dorp.  Het waren alle mannen van het Sicherheitskorps.  Twee afdelingen van de Vlaamse SS, 50 Duitse feldgendarmen en een groep van de Vlaamse wachtbrigade.  Zij stonden onder leiding van de Vlaamse ss-ers Verbelen en Van Dijck.  Gewapend met geweren en revolvers en 9 mitrailleurs vormden ze drie gevechtsgroepen van elk 100 man.

    Bijna de hele mannelijke bevolking werd samengebracht op de speelplaats van de zusterschool, rond een indrukwekkend wapenarsenaal dat in de bossen van Meensel Kiezegem gevonden werd.  Eén na één moesten de opgepakte langs de gemaskerde broers Merckx gaan.  Deze hadden elk één verzetsstrijder aan zich vastgeketend.  Deze mensen waren Prosper Naetens en Alfons Hendrickx.  Beiden waren erg mishandeld en waren er bovendien ook erg aan toe.  Zij moesten van elke aangehouden inwoner zeggen of hij bij het verzet was of niet.

    De balans van dezee actie is triest: 4 mensen worden terplekke neergeschoten,63 inwoners stierven er in de kampen, doch 28 gijzelaars onder wie 9 vrouwen en één meisje wisten te overleven en zijn teruggekeerd uit de kampen.

    Na het schrijven van dit stuk, ben ik er méér nog van overtuigd dat men het drama van Meensel Kiezegem op gelijke hoogte mag plaatsen met het bloedbad van Oradour en Lidice.

    Oktaaf schrijft verder, éénmaal vertrokken uit Meensel Kiezegem, zag iedereen wel in dat de razzia dramatische gevolgen zou kennen.  De hoop op ontkomen was onbestaande.  De gijzelaars werden via Leuven naar St Gillis gereden en van daar naar het hoofdkwartier van de Gestapo gebracht aan de Louizalaan te Brussel.

     

     

    De veroordelingen tot de paal in Breendonk, de konvooien naar Duitsland, kortom alles werd daar beslist.

    Zij die teruggekomen zijn uit de kampen: Jef Claes, Frans Trompet, Marcel Lodewijckx hebben hun wedervaren verteld aan Oktaaf Duerinckx.  U kunt het boek terugvinden op het internet onder www.getuigen.be en dan naar de pagina kampen gaan, daar kan u op het boek klikken en het lezen

     

     

    Lijst van de slachtoffers

    Naam

    ° datum

    † datum

    † Plaats 

    Leeftijd

    Jos Broos 
    Oscar Beddegenoodts 
    August Craeninckx 
    Petrus Vandermeeren 
    Jules Schotstmans 
    Evrard Cauwberghs 
    Daniël De Brier 
    Frans Lemmens 
    Romain Morren 
    August Mathues
    Vital Craeninckx
    Jozef Natens 
    Melanie Wittemans 
    Marcel De Bruyn 
    Maria Natens 
    Jozef De Bruyn 
    Octaaf Natens 
    Emiel Pasteyns 
    Isidoor Bruers
    Jules Pijpen
    Albert Lodewijckx
    Kamiel Robeyns
    Louis Van Goidsenhoven
    Jozef Pijpen
    Marcel Trompet
    Theofiel Bruers
    Frans Wouters
    Ferdinand Duerinckx 
    Jozef-August Pasteyns 
    René Natens 
    Emiel Lowies
    Adolf Timmermans       
    Emiel Reynders
    Edward Blenkinsop
    Herman Vandegaer
    Remi Morren
    René Janssens
    Evrard Devroey
    Richard Hendrickx
    Octaaf Janssens
    Frans Pasteyns
    Leo Natens 
    Roger Pijpen
    Prosper Natens
    Jozef Rasschaert
    Guillaume Van Hellemont
    Jozef Coeckelberghs
    Edward Van Goidsenhoven
    Jozef Pittomvils
    Gemma Janssens
    Louis Hendrickx
    Jozef Basteyns
    Jozef Boesmans
    Godefried Goedhuys
    René-Vital Craeninckx
    Adolf Hendrickx
    Theofiel Vandermotte
    Louis De Cock
    Jozef Vandegaer
    Evrard Van Goidsenhoven
    Alfons Van Goidsenhoven
    Frans Coeckelberghs
    Alfons Van Wanghe

    11-12-1919
    29-03-1898
    27-01-1920
    16-01-1895
    21-03-1908
    17-09-1883
    19-01-1912
    09-10-1908
    26-03-1906
    28-04-1902
    01-07-1893
    27-12-1901
    15-12-1883
    12-10-1898
    20-04-1923
    19-11-1887
    04-01-1914
    30-01-1901
    27-12-1922
    30-06-1916
    30-06-1926
    20-03-1923
    07-01-1889
    01-02-1901
    21-11-1926
    17-03-1915
    11-03-1879
    18-04-1910
    09-12-1899
    21-06-1893
    15-01-1907
    16-12-1892
    16-05-1906
    08-11-1920
    02-02-1901
    09-01-1882
    16-05-1926
    17-03-1886
    07-03-1897
    23-10-1903
    18-01-1897
    07-08-1906
    29-12-1926
    10-06-1916
    25-02-1926
    10-02-1905
    04-01-1891
    02-09-1921
    12-10-1917
    22-03-1936
    22-11-1893
    12-04-1912
    14-11-1912
    12-09-1895
    03-03-1922
    06-10-1922
    26-12-1907
    20-05-1894
    06-11-1926
    07-10-1887
    14-02-1924
    12-10-1910
    13-07-1897

    14-05-1940
    01-08-1944
    01-08-1944
    01-08-1944
    11-08-1944
    07-11-1944
    09-11-1944
    09-11-1944
    09-11-1944
    10-11-1944
    16-11-1944
    16-11-1944
    16-11-1944
    18-11-1944
    18-11-1944
    21-11-1944
    22-11-1944
    24-11-1944
    01-12-1944
    01-12-1944
    04-12-1944
    07-12-1944
    08-12-1944
    09-12-1944
    15-12-1944
    16-12-1944
    16-12-1944
    18-12-1944
    21-12-1944
    28-12-1944
    31-12-1944
    12-01-1945
    16-01-1945
    20-01-1945
    25-01-1945
    31-01-1945
    01-02-1945
    09-02-1945
    10-02-1945
    20-02-1945
    23-02-1945
    24-02-1945
    02-03-1945
    03-03-1945
    03-03-1945
    03-03-1945
    08-03-1945
    13-03-1945
    14-03-1945
    18-03-1945
    25-03-1945
    01-04-1945
    02-04-1945
    14-04-1945
    15-04-1945
    15-04-1945
    15-04-1945
    20-04-1945
    26-04-1945
    27-04-1945
    27-04-1945
    28-04-1945
    05-05-1945

    Kessel-Lo
    Meensel
    Meensel
    Meensel
    Meensel
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Meppen
    Meensel
    Neuengamme
    Tienen
    Neuengamme
    Meppen
    Neuengamme
    Linkhout
    Neuengamme
    Linkhout
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Schandalah
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Bergen-Belsen
    Meensel
    Schandalah
    Neuengamme
    Neuengamme
    Brunswick
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Neuengamme
    Lubeck
    Woblin
    Lubeck
    Neuengamme
    Neuengamme

    20j
    46j
    34j
    39j
    36j
    61j
    32j
    36j
    38j
    42j
    51j
    43j
    60j
    46j
    21j
    57j
    30j
    43j
    21j
    28j
    18j
    21j
    55j
    44j
    18j
    29j
    65j
    34j
    45j
    51j
    37j
    52j
    38j
    24j
    43j
    63j
    18j
    58j
    47j
    41j
    48j
    38j
    18j
    28j
    19j
    40j
    54j
    23j
    27j
    8j
    51j
    32j
    33j
    49j
    23j
    22j
    37j
    50j
    18j
    57j
    21j
    34j
    47j

     

     

     

     

     

    Ludo Verbist

    Bronnen: Eigen archief

                   

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    Tags:wereldoorlog2/ss/collaboratie/verzet/drama/meensel kiezegem/
    23-09-2013, 21:32 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    14-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De man die Hitler twee keer wou vermoorden.

    Ja dat moet je doen. Wie op zo’n moment verzaakt kan daarna nooit meer gelukkig leven Dit antwoord kreeg de 22-jarige Ewald-Heinrich von Kleist toen hij zijn vader raad vroeg over het al dan niet meewerken aan een moordaanslag op Adolf Hitler. Op vrijdag 8 maart 2013 is Von Kleist overleden. Hij was de laatste overlevende van de groep officieren die in 1944 ‘Operatie Walküre’ op touw zette en er bijna in slaagde Hitler van zijn leven te beroven.

    Ewald-Heinrich von Kleist werd geboren op 10 juli 1922 in Schmenzin, gelegen in het huidige Polen. Hij was afkomstig uit een geslacht van Pruisische landeigenaren. Zijn vader, Ewald von Kleist, was een fanatieke tegenstander van Adolf Hitler en bracht Ewald-Heinrich al op jonge leeftijd antinazistische sentimenten bij. Toch trad Von Kleist, vermoedelijk uit vaderlandsliefde, op 18-jarige leeftijd als infanteriesoldaat in dienst van de Deutsche Wehrmacht. Hij werd vervolgens officier onder kolonel Claus von Stauffenberg, die begin jaren ’40 al speelde met de gedachte Hitler uit de weg te ruimen.

    Nog vóór 1944 beraamden Kleist en Von Stauffenberg een aanslag op Hitler. Von Kleist zou een nieuw uniform aan de Führer moeten tonen om vervolgens het bomvest dat hij daaronder droeg te laten ontploffen. Dit ietwat onbezonnen plan werd echter, om onbekende redenen, nooit uitgevoerd. In januari 1944 werkte Von Kleist vrijwillig mee aan de voorbereidingen voor een serieuze staatsgreep. Met zijn vaders goedkeuring verving hij de gewonde Axel Freiherr von dem Bussche-Streithorst als één van de uitvoerders van de aanslag die op 20 juli 1944 werd gepleegd. In eerste instantie was Von Kleist degene die een koffer met explosieven zou plaatsen in Hitler’s hoofdkwartier Wolfsschanze, bij Rastenburg in Oost-Pruisen. Uiteindelijk nam het brein achter ‘Operatie Walküre’, Von Stauffenberg, deze taak echter zelf op zich. De bom ontplofte, maar Hitler overleefde de aanslag.

    Van Stauffenberg en vier andere samenzweerders, Friedrich Olbricht, Ludwig Beck, Werner von Haeften en Albrecht Mertz von Quirnheim, werden op 21 juli opgepakt en geëxecuteerd. Von Kleist kwam om onduidelijke redenen ‘slechts’ in het Ravensbrück concentratiekamp terecht, waaruit hij in december 1944 bovendien werd vrijgelaten. Na de oorlog vestigde Von Kleist zich in München, waar hij een uitgeverij begon. In 1962 richtte hij de Munich Conference on Security Policy op. Zijn vrouw, Gundela von Kleist, heeft bekend gemaakt dat Von Kleist op 90-jarige leeftijd is overleden in hun woning te München.

    Bron: isGeschiedenis
    Bron: Het Nieuwsblad


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    Tags:hitler,woII,moord,aanslag,nazi,duitslans,tweede wereldoorlog,aanslag op Hitler
    14-03-2013, 14:24 geschreven door Igor Albert
    Reacties (1)
    22-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Duitse Oorlogen
    Toen ik aan mijn werkstuk over WOII begon, wist ik dat dit een meer jarenplan zou zijn.  Ik was me er terdege van bewust dat ik me door een massa aan informatie, documenten, boeken, biografiëen etc moest wroeten om uiteindelijk tot het resultaat te komen dat ik voor ogen had.

    Nu ik er al een tijdje mee bezig ben ben ik tot de vaststelling gekomen dat ik veel verder moet teruggaan in de geschiedenis om een verklaring te vinden voor WOII.  Alles begint nl bij de Frans-Duitse oorlog in 1870 en de politieke en sociale gevolgen van deze oorlog hebben tot resultaat gehad dat Duitsland geisoleerd raakte binnen Europa en zij de eerste wereldoorlog hebben ontketend.

    De tweede wereldoorlog is dan weer een gevolg van de eerste, de opgelegde herstelbetalingen en het verdrag van Versailles is bij velen hard aangekomen.  Nog het meest van al bij Hitler.  Deze heeft er met leugens, bedreigingen, loze beloften en nog veel meer voor gezorgd dat hij onaantastbaar werd in Duitsland en alle macht bij hem berustte en toen heeft hij zijn ware ik getoond: een machtsgeile dictator die geen tegenspraak dulde en die Europa in de tweede wereldoorlog heeft meegesleurd.

    Het zal dus nog een hele poos duren alvorens ik in een begrijpbare taal voor iedereen kan uitleggen waarom deze oorlogen er geweest zijn en hoe ze er gekomen zijn.  Eén ding is al duidelijk: de ene oorlog is een logisch gevolg van de andere.

    Igor Albert



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    Tags:oorlog,wereldoorlog,WOI,WOII,Hitler,pruisen,wilhelm II
    22-02-2013, 15:52 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Baugnez 1944 - Bloedbad van Malmedy
    Tijdens de afgelopen crocusvakantie heb ik in het kader van mijn werkstuk over WOII een "studiereis" gemaakt naar de Eifel.  Ik hoopte op deze manier wat meer aan de weet te komen over de Westwall en het Bloedbad van Malmedy.

    Als eerste heb ik het museum Baugnez 44 historical Center bezocht.  Dit museum werd op 17 december 2007 geopend, precies op de plaats waar het bloedbad heeft plaatsgevonden.

    Wie denkt dat het museum gewijd is aan het bloedbad van Malmedy, komt bedrogen uit.  Er is slechts één diorama gewijd aan dit voorval.  Hierdoor is voor mij het museum een beetje aan zijn doel voorbij gegaan.

    Voorts biedt het museum een prachtige collectie aan militaria.  Er is voor iedereen wat.  Wapens, voertuigen, uniformen, tot in detail nagebouwde diorama's, kortom een zeer uitgebreide en vrij unieke verzameling.  Leuk is ook dat mijn aan de kassa een audiofoon krijgt, die u een volledige uitleg geeft van wat er in de vitrinekast waar u voorstaat te zien is.  Educatief loont dit museum best een bezoek en mag het zich tot de betere Memorials van Europa rekenen.
    Het toegangsticket heeft de vorm van een dog-tag (een naamplaatje dat de soldaten nog steeds dragen) en bedraag rond de 8.00€ voor volwassenen.  Ik moet eerlijk zeggen dat je er wel iets voor terugkrijgt voor die 8 euro.

    Natuurlijk is het zo dat de rondgang eindigd in de museumshop.  Ik dacht hier wat boeken te kopen over de slag bij Malmedy en wat streekkaarten, maar de prijs viel me echt te duur uit.  Ik kan deze boeken nieuw zowel als 2de hands goedkoper bestellen via het internet.  De shop is echt een tegenvaller, niet qua aanbod, maar qua prijs

    Fotograferen is toegelaten, maar hou er wel rekening mee dat uw flits weerkaatst is het glas van de vitrines.  U kunt dit voorkomen door het gebruik van een externe flitser met een kleide softbox en deze naar omhoog te richten, ofwel de instelling "museum" op uw camera te gebruiken.

    Het Bloedbad van Malmedy refereert aan een oorlogsmisdaad in de tweede wereldoorlog waarbij negentig Amerikaanse krijgsgevangenen werden gedood door Duits SS'ers.  Het bloedbad vond plaats op 17 december 1944 door de Kampfgruppe Peiper, een Duitse gevechtseenheid tijdens de slag om de Ardennen. 

    Kampfgruppe Peiper was een onderdeel van het 6de SS Pantzerarmee en had als taak de brug over de maas in Hoei te veroveren.  Peiper moest secundaire wegen gebruiken om zijn doel te bereiken en dit was met het zware materiaal bijna ondoenbaar.  Bovendien raakte hij door zijn brandstofvoorraad heen.  Hitler had ten slotte de opdracht gegeven de vijand angst aan te jagen met een snelle en genadeloze aanval.  Dit werd door Sepp Dietrich bevestigd op het proces in Dachau, waar Peiper (bij gebrek aan bewijzen) tot een gevangenisstraf werd veroordeel en in 1956 vrijkwam.
    Het ging de Duitsers aan het front niet van een leien dakje door de weerstand van de Amerikaanse soldaten.  De Duitse infanterie die een opening moest forceren op 16 december 1944 door de vijandelijke linies wachtte tevergeefs op de komst van Peiper.  Deze werd opgehouden door opstoppingen op de slechte wegen en kwam pas de 17de toe.  Hier lukte een doorbraak naar Honsfeld, waar eveneens krijgsgevangenen werden neergeschoten.  Pieper hoopte van hieruit Büllingen te bereiken om brandstof in te slaan.  Ook hier heeft er zich een afslachting van krijgsgevangen voorgedaan.  Peiper besloot dan terug te keren naar zijn oude route en ligneuville te veroveren.  Dit bleek door het slechte weer en de toestand van de wegen niet mogelijk, dus besloot hij om af te buigen naar Baugnez, tussen Malmedy,Ligneuville en Waimes.  En op deze manier is hij op de bewuste kruising terecht gekomen

    Tussen 12h00 en 13h00 bereike de Kampfgruppe Peiper de kruising.  Ondertussen was er een Amerikaans konvooi onderweg met 30 voertuigen naar Ligneuville om zich te St Vith bij de 7th Armored Division aan te sluiten.  Peipers groep zach het konvooi en opende het vuur.  Door het eerste en het laatste voertuig van het konvooi uit te schakelen moesten de Amerikanen(die slechts licht bewapend waren) zich snel overgeven.
    Terwijl de Kampfgruppe onder leiding van Peiper zelf verder trok, werden de gevangen Amerikanen naar een veld gebracht, waar zich ook andere gevangenen bevonden.  Vanaf dit moment beginnen de versies van het verhaal elkaar tegen te spreken en is iedere versie anders.
    Een eerste these is deze dat de overgebleven SS'ers, onder wie Sepp Dietrich, om nog onbekende reden het vuur openden op alle gevangenen.  Een andere these is dat er enkele Amerikanen trachten te vluchten en dat de SS'ers daardoor zijn beginnen vuren (dit wordt heden ten dage als de meest plausiebele reden aangenomen)  Een andere these spreekt dan weer van Amerikanen die hun wapens hebben kunnen terugpakken en de SS'ers onder vuur namen, wat waar is en wat niet zal altijd een raadsel blijven.  Op het proces over deze slachting waren het de woorden van de SS'ers tegenover die van de overlevenden.  Er is op het proces in Dachau over dezez slachtpartij veel verwarring ontsaan en veel versies zijn naar voor gekomen.

    Een maand later werden de slachtoffers gevonden.  Velen onder hen hadden schotwonden in het hoofd wat duidt dat de SS'ers het zekere voor het onzekere hebben genomen en het adagium toegepas dood is dood.

    In totaal bereikten 43 overlevenden de geallieerde troepen.  Deze werden na verzorging ondervraagd en vertelden allen hetzelfde verhaal.  Het bloedbad werd natuurlijk door de Amerikanen gebruikt als propaganda ten de Nazi's.

    Ondertussen gaat Peiper rustig door.  Na de slachtpartij op de kruising te Baugnez, werden onderweg nog meer Amerikaanse krijgsgevangenen afgeslacht, zelfs de burgers werden niet gespaard. Vanuit Stavelot, La Gleize, Cheneux en Stoutmont kwamen nog berichten binnen van meer slachtpartijen onder Amerikaanse krijgsgevangen.  Op 19 december probeerde de Kampfgruppe de brug over de Amblève in te nemen.  Hierbij werden 100 Belgische burgers afgeslacht.

    De Amerikaanse troepen konden Peiper eindelijk stoppen in de smalle Amblève-vallei waar ze alle bruggen hadden opgeblazen.  De kampfgruppe werd omsingeld in de buurt van La Gleize, maar Peiper en 800 andere konden ontsnappen via een bos, maar met achterlating van hun wapens en pantzers.  De kampfgruppe kon zich herbewapenen en nam deel aan de slag om de Ardennen, ze bleven doorgaan met het afslachten van krijgsgevangenen.  Bronnen spreken van 550 tot 750!

    Het bloedbad leidde tot een rechtzaak tegen Peiper en de nog levenden SS'ers van de Kampfgruppe. Meer dan 70 mensen moesten voor de rechtbank verschijnen, de rechter legde aan 43 de doodstraf op - die echter niet waerd uitgevoerd - 22 kregen levenslang en 8 anderen een kortere straf.  Alle veroordeelde gevangenen werden in de jaren 50 vrijgelaten.  De laatste die vrijkwam was Peiper, toen was het december 1956.

    Ik heb me voor dit stuk gebaseerd op informatie van Wikipeda en zaken die ik her en der al gelezen had.  Dat dit stuk voor discussie vatbaar is weet ik ook.  Ik beweer dan ook niet dat ik hier de echte reden van deze slachting heb genoemd.  Ik herhaal nogmaals, er zijn zoveel versies dan dat er boeken en documenten zijn over deze bloedige gebeurtenis.

    © Igor Albert 2013




    Bijlagen:
    http://jalbum.net/a/1312922   


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    Tags:baugnez, slag om de ardennen,peiper,wereldoorlog2,WOII,SS,Nazi,Malmedy,bloedbad,proces, ardennen
    22-02-2013, 15:47 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    30-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hitlers is terug ...

    Duitsers durven eindelijk lachen met Adolf Hitler - 26/01/2013

    Vergeet ‘50 tinten grijs'. Dé nieuwe literaire sensatie komt uit Duitsland: Er ist wieder da , een satire over Hitler die niet dood is maar in 2011 uit een coma ontwaakt en zich in de moderne tijden tracht in te passen. Eindelijk kan Duitsland lachen om zijn zwartste verleden.



    Het lijkt alsof Duitsland eindelijk met zichzelf kan lachen. Al wekenlang staat het satirische boek Er ist wieder da van debutant Timur Vermes (45) bovenaan de bestsellerslijst. Een boek over de terugkeer van Hitler. Er zijn al bijna 100.000 exemplaren van verkocht. Vertalers werken de klok rond om het boek zo snel mogelijk in al zeker dertig talen vertaald te krijgen. Bij ons brengt De Bezige Bij later dit jaar de Nederlandse versie uit.

    Ontwaakt uit coma

    In het boek is Adolf Hitler niet omgekomen in een bunker op het einde van de Tweede Wereldoorlog. Hij belandde in een coma en ontwaakt pas 65 jaar later, op een bank in Berlijn. Hij denkt dat de stad nog vol Russische soldaten loopt. Passanten zien wel de gelijkenis met Hitler, maar denken te doen te hebben met een dubbelganger. Of een komiek die doet alsof. Ook een krantenverkoper denkt dat en biedt hem onderdak aan in zijn kiosk.

    Maar dan valt Hitler mensen lastig op straat met ellenlange tirades tegen de moderne tijd. Zo trekt hij de aandacht van een komiek van Turkse origine, die hem een rolletje aanbiedt in zijn tv-show. Al snel vergaart Hitler nationale bekendheid. Via YouTube en de nieuwe media breekt hij helemaal door. Hij krijgt een tv-programma waarin hij een ophefmakend interview maakt met neonazi's, die hij maar watjes vindt. Het interview levert Hitler een prestigieuze persprijs op, waarna de neo­nazi's hem in het ziekenhuis slaan. Resultaat: er komt nog meer media-aandacht en die grijpt Hitler aan om een politieke carrière te starten, ‘want een vrouw (Angela Merkel, nvdr.) kan Duitsland toch niet leiden?'

    Vrijuit schrijven

    Er ist wieder da is het eerste boek van auteur/journalist Timur Vermes. Hij staat zelf te kijken van het succes. ‘Ik had nooit gedacht een uitgever bereid te vinden het boek te publiceren. Daardoor durfde ik zo vrijuit schrijven.' Vermes stak behoorlijk wat research in het boek. Hij bestudeerde vooral Hitlers toespraken en zijn boek Mein Kampf om de woordenschat van de Führer zo dicht mogelijk te benaderen.

    Anders dan Vermes stilletjes had gevreesd, stak er na de publicatie geen storm van verontwaardiging op. ‘Het lijkt alsof we eindelijk kunnen lachen om ons eigen verleden', zegt Timur Vermes.

    Ook Geert van Istendael, auteur van het boek Mijn Duitsland , is niet verwonderd dat een satirisch boek over Hitler nu kan. ‘De reden is simpel: het is lang genoeg geleden. Op een bepaald moment zijn er ook grappen over Napoleon gekomen. Komt daarbij dat de Duitsers een zeer grote traditie hebben op het gebied van humor. Niet voor niets hebben ze honderd jaar geleden het cabaret uitgevonden.'

    PAUL DEMEYER

    PS: Hopelijk kunnen ze er in Bayeren ook mee lachen?!

    Overgenomen uit het Nieuswblad van 26/01/2013

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Categorie:Wereldoorlog 2
    Tags:Hitler,WOII,duitsland,humor,tweede wereldoorlog,nazi,derde rijk
    30-01-2013, 00:00 geschreven door Igor Albert
    Reacties (0)
    Archief per week
  • 25/05-31/05 2015
  • 23/09-29/09 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Blog als favoriet !
    Categorieën
  • Andere (0)
  • Wereldoorlog 2 (11)

  • Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!