De kalfstong, waarover gisteren geblogd, staat af te koelen in haar straf bouillonnetje om straks verder gebruikt te worden in de eerder genoemde bereidingen. Ondertussen, voor de lunch van vandaag, fijne prinsessenbonen gestoofd in verse boter met ui en een snuif bonenkruidpoeder en daarbij blinde vinken eerst goed aangebakken rondom en dan verder gebraiseerd in eigen nat. Daarbij enkele gestoomde, vastkokende aardappels. De benaming blinde vinken (ook loze-, sla-, vogels zonder kop) vindt haar oorsprong bij die vogels zelf, in de middeleeuwen, toen vogelvangst nog niet gereglementeerd was en een rijke vangst gepluimd en omwikkeld met een stuk vlees (spek) en al dan niet verder gevuld in de pot belandde bij de rijken. Ze werden nagemaakt met gehakt en kalfsvlees door de armere bevolking en dus opgediend zonder oogjes... Slavink, uitgevonden door een Nederlandse slager, omdat ze ook prima smaken bij een slaatje.
|