Bij het opmaken van vorig blogje moet ik terugdenken aan "nonkel Albert" zaliger (1915-1993), een nonkel van mijn echtgenote en één van de laatste échte boeren in Vremde, van vader op zoon. Deed quasi alles zelf met enige hulp van zijn echtgenote en hun 10 kinderen, kweekte aardappelen (later serretomaten), granen, had een boomgaard, mestte varkens vet, had koeien, paarden, konijnen, kippen honden enz... Men stapte er van de leefkamer direct in de stal, het toilet was in de tuin (een plank met een gat) en men kuiste zijn achterste af met krantenpapier aan een nagel opgehangen... Ik heb die man nooit zenuwachtig gezien en altijd goedlachs! Hij ging regelmatig op "steek" (volgelvangst met slagnetten), vroeger toegelaten maar later en nu nog illegaal en stopte toen hij al enkele keren betrapt was. Als hij veel mussen gevangen had werden die vakkundig gepluimd en gekuist en bereidde hij een "mussenpot", zo'n 50 vogeltjes aangebakken in boter en verder gestoofd met de nodige ui en nootmuskaat, peper en zout. Veel gepeuzel maar de ganse familie vond het wreed lekker... Ik heb er zelf nooit van kunnen proeven. Voor wie meer wil weten over het eten van onze tuin- en zangvogels kan ik aanraden het artikel "Vinken aan het spit" te lezen verschenen in de Volkskrant van december 2002. Of daar dan de reden is te vinden van nonkel's voorliefde voor mussen of/en zijn uitgebreid nageslacht laat ik in het midden...
|