Met groenteoverschot en een snee varkensspiering hutsepot in elkaar gestoken. Het vlees in stukken gesneden, gekruid met zwarte peper en nootmuskaat en aangebakken in verse boter. Daarna er gesnipperde savooikool over en in grovere stukken: knolselder, wortel, raap, prei en zachtkokende aardappelen. Dat alles met een laurierblad, een snuif tijmpoeder en 2 dl rundsbouillon aangelengd. Zo'n dikke 2 uur op een zacht vuur laten stoven in een gietijzeren pot tot alles (licht over)gaar was. Zo was ongeveer de hutsepot van mijn moeder zaliger maaar die deed er nog spruiten, ribben en gehaktballen in. Om de typische smaak te verkrijgen moet dat gerecht lang stoven. Vroeger zette men die stoofpot met varkensvlees en wintergroenten op de stoof van 's morgens tot het werk gedaan was en men vrijwel direct aan tafel kon. Nu weten we dat o.a. koolsoorten te lang stoven zwavel vrij maakt en dat dan het gerecht moeilijker verteert. Maar soms mag "lekker" primeren op "gezond". Kleine zonden maken immers het leven aangenaam of niet soms ? De gewone D+L mosterd smaakte er overheerlijk bij, sinds 1886 staat er op het potje. Echt lekkere dingen overleven alle (r)evoluties.
|