Gisteren rode kool klaargemaakt: fijngesneden met appeltjes, ui en afgesmaakt met bruine kandijsuiker, een beetje azijn, nootmuskaat, laurier en een mespuntje kruidnagel. Zachtjes gestoofd tot een bijtgaar allegaartje. Zalig eten! De rode kool is in onze streken bekend sinds de 16de eeuw maar kolen werden al langer gegeten (Kelten 600 jaar voor Christus). Het woord "kool" komt van het Keltisch-Germaans-Grieks "caul" hetgeen "stam" betekent terwijl het in andere talen zoals het Engelse "cabbage" afgeleid is van het Franse woord "caboche" (hoofd). Rode kool krijgt zijn kleur van de anthocyanen en bevat ook flavonolen, beiden een ondergroep van flavanoïden, die bekend staan om anti-kanker werking en mogelijk invloed op de voorkoming van hartproblemen. Daarenboven bevatten kolen er nog andere bio-actieve stoffen zoals glucocinolaten, enfin een portie gezondheid dus. Rode kool is rood in een zuur milieu (azijn) of blauw in een basisch milieu (leidingwater of maagzout). Recept: 500g rode kool fijngesneden, 1 middelgrote ui in schijven, 2 jonagold of andere appels in dunne partjes, 2 soeplepels azijn, 2 soeplepels kandijsuiker, een blokje vetarme groentenbouillon verkruimeld, 20g boter voor het aanstoven, een scheutje water tegen het aanbranden, peper, nootmuskaat, een mespuntje kruidnagelpoeder en 2 laurierbladen De boter smelten, een laagje uiringen, een laagje kool, een laagje appels, azijn, suiker en kruiden over verdelen, terug een laagje ui, kool, appeltjes enz. tot alles op is. Tegen de kook aan laten stoven tot de kool gaar is - een uurtje of iets langer - geutjes water bijdoen als het droogkookt). Een dagje vooraf bereiden maakt het geheel nog lekkerder...
|