Wijzigingen – Aanvullingen.
1960 – 11 juni : Brieven van soldaat Leon VERBRUGGEN.
-Leon Verbruggen vanuit Heverlee, 11/6/1960 : “Vanaf 1 juni ben ik hier in het K.W.M.T. te Heverlee en begin zo stilaan iets af te weten van den troep, de oefeningen, de karweien en die plezante weekjes van blancouteren en koper kuisen. Wij zijn volop bezig met onze opleiding, na die twee eerste dagen van bedeling der verschillende kledingstukken en gereedschappen, het ene wat te groot, het andere te klein, van het ene een stuk te veel of te kort en dan maar gaan ruilen. We hebben ook al schietoefeningen gehad en ge kunt wel weten dat dit enkele uurtjes heeft aangelopen om zulke bleukes als wij met een geweer te leren omgaan. Met mij gaat alles goed en ik wens hetzelfde aan alle soldaten van Leest, de Milac en de mannen van de B.J.B., een eerste prijs op het zomerfeest.”
-Leon Verbruggen, Heverlee 17/8/60 : “Eerst en vooral ten zeerste dank voor het dagelijks ontvangen van de Gazet van Antwerpen tijdens de Ronde van Frankrijk. Met mij gaat alles nog op zijn best en de dagen gaan hier goed voorbij. We hebben een maand frak gekregen, dat zijn lessen over autokennis, onderhoud en wegcode en daarbij bollen op de piste. Dit alles is zeer goed samengesteld vooral die piste is mooi aangelegd. Nu zijn we bezig met de scholing, de ganse dag de baan op met een colonne auto’s. We hebben ook binnenkort twee dagen legermaneuvers naar de Ardennen. Verleden week zijn wij gaan defileren naar Brussel bij een begrafenis van een kolonel die in Kongo om het leven kwam. Beste groeten aan allen en vooral Milac.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 16/9/60 : “Maandag 29 augustus hebben we het opleidingscentrum van Heverlee verlaten en zijn hier op de Kielsevest te Antwerpen aangekomen bij de T.P.T. De drie maanden in Heverlee doorgebracht zijn voor mij vlot verlopen. Ik bedank de Milac voor het nieuws uit Leest dat ik daar regelmatig ontving. Het is hier een kleine en oude kazerne, er liggen hier ongeveer 140 soldaten, wat betekent dat het hier heel wat beter is dan in Heverlee. Voor ons is er hier in het begin nog niet veel te doen, daar we nog niet mogen bollen, natuurlijk wel auto’s kuisen, veel karwei, piket en wacht daar de andere soldaten bijna dagelijks op zending zijn vooral met het vervoeren van eetwaren. De beste groeten aan allen, vooral de Milac, de soldaten en de B.J.B. Leest.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 13/2/1961 : “Hier eindelijk wat nieuws van een chauffeurke uit Antwerpen. Hartelijke dank voor de vele Nieuwjaar geschenkjes die ik hier regelmatig ontvang van die goede mensen uit Leest. Met mij gaat nog alles op zijn best, reeds meer dan acht maanden achter de rug. Omtrent dagelijks hebben we een zending als er geen wacht moet gedaan worden, wat nogal dikwijls voorvalt, gemiddeld één per week. Van oefening, marcheren, dril of maneuvers is er hier weinig of geen spraak. De staking bezorgde ons niet veel voordeel, vijf weken zonder verlof of vergunning, velen zijn er afgedeeld geweest bij de rijkswacht voor enkele weken. Onlangs is er bij ons in de kazerne terug een Milacvereniging opgericht met elke week een vergadering waarbij aalmoezenier Nobels. Deze vereniging telt tamelijk veel leden in verband met het aantal miliciens in de kazerne. Beste groeten aan allen, vooral de B.J.B. en de Milac-medewerkers van Leest.”
-Leon Verbruggen uit Antwerpen, 27/5/1961 : “Eindelijk is de langverwachte dag, de schoonste dag van mijn legerdienst aangebroken, de dag dat ik de troep zal verlaten. Alles bij mekaar genomen marcheerde ik geen 20 km of verschoot ik geen 100 kogels. In lange niet heb ik te klagen gehad van eten noch van dienst. Ik bedoel niet dat ik er graag bij was, thuis in Leest is het duizendmaal beter. Drie maanden opleiding deed ik te Heverlee als infanterist en chauffeur; dan werd ik naar Antwerpen gezonden in een Transportcompagnie waar ik de negen volgende maanden klopte en waar ik nog zeer weinige oefeningen of drilling gekend heb. Ongeveer dagelijks worden we de baan opgestuurd met Jeep of camion. En zo ben ik dan gekomen aan mijn laatste dag waarop ik de Milac en zijn medewerkers en lezers van De Band moet bedanken , vooral om wat ze voor mij deden. Ik zeg mijn legerdienst vaarwel en hoop voor de Milac in de toekomst het beste en veel medewerking. Nogmaals besten dank en aan de andere soldaten van Leest, een vlug afzwaaien.”
1960 – 13 juni 1960 – Gemeenteraadszitting : Opheffing gemeentelijke meisjesschool.
Aanwezig : Frans De Prins (waarnemend voorzitter), Ferdinand De Prins (schepen), Pieter Verbeeck, Frans Van der Hasselt, Henri Van Den Heuvel, Henri De Bruyn, Jules Geens, Constant Buelens (raadsleden) en Egied Bradt, secretaris. (NVDR : In 1958 hadden de Blekken de grootste overwinning uit hun politiek bestaan behaald. Ze wonnen de gemeenteraadsverkiezingen met “zeven-twee”. Dat kon enkel omdat er binnen de Sussen verdeeldheid was en omdat er ook een scheurlijst van deze partij opkwam. Voor de Blekken werden verkozen : Frans De Prins, een zoon van oud-burgemeester Pieter De Prins, Emiel Verschueren, Henri Van den Heuvel, Ferdinand De Prins, Rik De Bruyn, Juul Geens en Frans August Lauwers. Deze laatste trok zich terug omdat hij familie was van Emiel Verschueren en werd als gemeenteraadslid opgevolgd door Pieter Verbeeck. In het schepencollege zetelden burgemeester Emiel Verschueren en de schepenen Frans De Prins en Ferdinand De Prins. De Sussen hadden toen met Frans Van der Hasselt en Constant Buelens twee vertegenwoordigers in de gemeenteraad. De derde lijst of de scheurlijst van de Sussen met Frans Muysoms en Lodewijk Wuyts had geen zetels. Na ongeveer één jaar zou schepen Frans De Prins overgaan naar de oppositie).
-Als 4de punt : opheffing van de gemeentelijke meisjesschool. De Raad : -gezien er een vrije gesubsidieerde meisjesschool werd opgericht te Leest op 1/9/1959; -Gezien alle leerlingen der meisjesschool zijn overgegaan naar de vrije school. -Overwegende dat er nog een gemeenteschool voorhanden is waar ook de meisjes kunnen naartoe gaan. -Gezien de gemeentelijke meisjesschool overbodig is geworden, besluit : de gemeentelijke meisjesschool te Leest wordt opgegeven met ingang van 1 september 1959. In de zitting van het schepencollege van 14/3/60 onder voorzitterschap van burgemeester Em. Verschueren besloot het college om de moeder-overste van de Zusters Annonciaden van Huldenberg opdracht te geven tot het opstellen van een inventaris en een schatting van de actuele waarde van school, schoolmeubelen en klasbenodigdheden en in de gemeenteraad van 11/4/1960 werd besloten schoolmeubelen en boeken over te laten aan deze vrije meisjesschool voor 62.000 fr. (50.000 fr voor de schoolmeubelen en 12.000 fr voor de boeken).
“De Band” publiceerde een opmerkelijk artikel daaromtrent onder de titel :“LET OP UW ZAAK. ‘Geen appelen voor citroenen’ zoudt ge als opschrift kunnen verwachten beste Lezers en Lezeressen, maar het geldt hier iets biezonders, wat thans U zal worden voorgehouden. Wanneer het eerstvolgende nummer van “De Band” verschijnt, zullen er verschillende van onze lezers en lezeressen in de hoedanigheid van “OUDERS” voor hun kinderen ’n andere school hebben gekozen. Omdat hun kinderen ofwel hier ter plaatse zijn afgestudeerd ofwel omdat zij hun kinderen zo vroeg mogelijk ’n stiel willen laten leren. Niemand kan daar iets tegen hebben ? Maar men kan er wel’ iets’ tegen hebben –en zelfs heel veel- dat men zich appelen voor citroenen laat verkopen. Dat men zich namelijk laat wijsmaken dat “Neutraal-onderwijs” evengoed is als “Kristelijk Onderwijs”. Als kristen mens en lezer van De Band, waarin ik als ieder ander mijn opinie eens mag uiteenzetten breek ik ’n lans voor het Kristelijk onderwijs voor al onze jongens en meisjes. Alleen in en door dat onderwijs dat niet alleen in de Vrije Katholieke scholen wordt gegeven, maar ook (en Goddank) in zeer vele stadsscholen welke uitdrukkelijk en positief christelijk onderwijs nastreven en verstrekken- wordt de kristelijke opvoeding van de kinderen van gezinnen aangevuld en voortgezet. MAAR NIET EN NOOIT in ’n NEUTRALE SCHOOL! Als kristen mens denk ik er zo over : hangt er thuis een kruis, dan moet er ook een in de school hangen. Welnu dat kruis, het teken van ’n kristen mens vindt men alleen in ’n kristelijk onderwijs inrichting. Onze Bisschoppen-dragers van het goddelijke gezag en verantwoordelijken voor de katholieke opvoeding van gans onze jeugd, ook van de onze- zullen U zeggen dat het in geweten niet te verantwoorden is dat kristelijke ouders hun kinderen zonder zware redenen aan neutrale onderwijsinrichtingen toevertrouwen. Lezers en Lezeressen van “De Band” vergeef me mijn vrijpostigheid U mijn mening hieromtrent te hebben uiteengezet. Ik deel het omdat ik in ’n soldatenblad als ’n waar soldaat van Kristus wilde ijveren voor “ZIJN” zaak en...de”UWE”!” Het artikel was ondertekend met “Miles”.
1960 – 18 juni : Disteluitroeiing.
Gemeentewerkman Vloeberghen kreeg de opdracht om distels uit te roeien op een met tarwe en gerst beplant land langsheen de Kapellebaan. Dit gebeurde op kosten van de eigenaar een landbouwer uit de Kapellebaan. (VVH)
Foto’s :
-Enkele leden van de gemeenteraad in 1960, zittend v.l.n.r. : Ferdinand De Prins, Frans Van der Hasselt, Emiel Verschueren, , Pieter De Prins, en Louis Wuyts. Staande : veldwachter Victor Van Hoof en secretaris Egide Bradt.
-Gemeentewerkman Eugeen Vloeberghen.

|